CORRESPONDENTIE.
MOEDERS V ERJAARDAG.
Bij Maneschijn in 't Bosch.
In den zomer is Moesje jarig.
Dat treft nu juist zoo goed,
Omdat je Moes met bloemen
Het meest genoegen doet!
Nu plukken du6 haar jongens
Een waren bloemen schat,
Omdat hun lieve Moeder
Dat 't allerliefste had.
HETTY BOREL.
Door
C. E. DE LILLE IIOGERWAARD.
't Is Zomer! Nu naar buiten!
Naar 't koele, groene bosch!
We loopen langs het beekje
En zitten op hel mos.
We kijken naar de vlinders,
Die fladd'ren in het rond
En hoe wel duizend mieren
Krioelen op den grond.
De bijtjes zoemen vroolijk,
De vogels zingen luid.
Een haasje spitst de ooren
En kijkt zijn oogjes uit
Naar al dat blijde leven
En nu is 't nog maar dag!
Ik vraag denkt kleinê Lepel,
Aan Moeder, of ik mag.
Van avond laat naar bed toe,
Niet vóórdat komt de maan.
Je kunt met zulk mooi weer toch
Zoo vroeg niet slapen gaan!
Als 't maantje schijnt, dan komen
De Elfjes uit den grond.
Ze zweven en zijn vroolijk,
Ze dansen in het rond.
Dan is het feest, echt feest, hoor'
ln 't groene, koele bosch.
Wie moe is, gaat wat rusten
Op 't heerlijk zachte mos.
Ik wou, denkt kleine Lepel
Geen menschenkind graag zijn.
Die liggen nu te slapen,
Maar wij, we hebben 'tfijn!
Mocht ooit een menschenkleuler
Eens uit nieuwsgierigheid
jj Een kijkje willen nemen,
Dan heeft hij stellig spijt.
Want dan verdwijnen allen
Bij tooverslag. De maan
Blijft met een lachend snuitje
Slechts aan den hemel slaan,
u
a En zegt: Ga maar naar bed toe
i Het is geen kinderfeest.
Nog nooit is er bij maanlicht
Een kind in 't bosch geweest!
n
f Wil jullie ook bij 't feest zijn,
i Droom dan maar van de pret,
b Want menschenkind'ren zien die
Het mooiste juist in béd!
Brief van kleine Jantje aan zijn
Moeder, die een paar dagen
bij Grootmoeder logeert.
Liefe Moeder,
Er is ies freeselijks gebeurt. Ik schrijft hst
u maar niet. Want dan is u ongerust en
heel u geen pelsier meer. Ik zal daarom
maar over ies anders sclirijfen hè Moeder.
Gnze Grijse heeft twee klijne katjes, zulke
dotjes Moeder. Maar daarmee is het feese-
lijke gelukkig niet gebeurt. Een poesje is
helemaal wit en een poesje is net een klijn
teigertje zegt Vader. Ze houden de oogjes
nog dicht. Begrijp u nou, hoe ze kunnen
zien? Ikke niet. Grijsje spint als ik haar
over haar kopje aait, dat find ze vein.
Gister morgen heb ik met Anneke gewan-
delt en mooie bloemen in de wij geplukt.
Toen is het ongeluk niet gebeurt hoor Moe
der. Ikke rolt in geen zeven slooten tegelijk
zegt Vader. Kan ook niet hè Moeder. Later
heb ik een matje geflegd voor u als u weer
thuis kompt krijg u het. Het is een ferras-
sing, maar als u niet ziet hoe het er uit
ziet weet u ommers tog niet hoe het is.
Hel matje is ligt o nee 't is een ferras-
sing Ikke zegt ferdermiks meer.
Van morgen is onze o nee ik zou niet
schrijfen over het freeselijke, dat gebeurt
is. U hoef heusch niet ongerust zijn Moeder.
Straks ga ik met Tante Lo\vie9e naar het
strand. Het freeselijke is daar dus ook niet
gebeurt. Ikke moet er nog na toe en het
freeselijke is al gebeurt. Begrijp u dat
Moeder?
Hop u feel pelsier Moeder? En was Oma
blij met hel papieren moolentje, dat ik voor
haar gefout hep?
Moeder ik weet niks meer. Mijn fingers
zitten vol ink en mijn neus ook. Ikke heeft
nog nooit zoon lange brief geschrijft. Maar
nou regent het niet meer en mag ik vein
buiten speelen. Dag liefe Moeder. Duizend
zoentjes voor u en Oma van
uwe u lievhebbende
Jantje.
B. S. Zal ik het freeselijke dan nou maar
schrijfen Moeder? Ikke heeft de mooie tee-
pot waar je sulke leuke gesigte in trekken
kan in het putje laaten fallen. Nou is ie
weg. Hij is heelemaal weg Moeder. Is u erg
boos? Ik kon het heus niet hellepe. Het is
een ongeluk zegt Vader. Ikke heeft ei* erg
om gehuilt. Als ik groot ben en self gelt
ferdien koop ik net zoo feel mooie teepotten
foor u als u maar hebben wilt. Is dat goed
Moeder? U mag dan sellef kiese in welleke
teepotten u de gekste gesigte trekken kan.
Maar dat duurt nog lang hè Moeder. En de
teepot ligt onder in de put. Nou kan die
helemaal geen gesigte trekke. Maar ik huilt
er niet meer om. Ikke is u grote jonge.
Dag liefe Moeder daaaaaag!
Van bijna alle kinderen heb ik de mede-
deeling gekregen dat ze het plannetje om-,
trent het vacantie-opstel aardig vinden. En
nu gaan wel niet alle meisjes en jongens
de stad uit, maar daarom mogen ze natuur-,
lijk toch aan den wedstrijd deelnemen. Jul
lie gaan toch allemaal wel eens een verre
wandeling maken en daarover is ook wel
wat leuks te vertellen.
Nu jullie mij zooveel over uitgaan en
vacantïèplannen verteld hebben, heb ik er
ook zin in gekregen, en ik denk dat ik 27
Juli ook voor een weekje de stad uitga, zoo
dat we dan de correspondentie weer één
keertje moeten overslaan. Maar dat zal ik
de volgende week wel vertellen-
En tot slot wensch ik jullie allemaal veel
succes met de verhooging en een plezierige
vacantie!
De namen der nieuwelingen zijn: Willy
Verbrugge, Reina Kwast en Koos Laurier.
Hendrika Ouwerkerk. Nu je weer thuis
bent en al je familie weer hebt gezien, wil
je zeker wel weer terug naar de bosschen.
Je bent flink aangekomen; jammer dat je
een week ziek geweest bent, anders was je
vast nog meer in gewicht toegenomen. Mag
je dit jaar nog weer naar Nunspeet? Als je
op de belvédère staat, wat heb je dan een
prachtig gezicht, hé? Vertel mc den vol
genden keer nog eens wat meer van de ko
lonie. Het oplossen van raadsels ben je nog
niet verleerd; je hebt ze allemaal goed.
Lenie van Weeren. Waar gaat de reis
naar toe, Lenie? Wanneer ik vacantie krijg
weet ik nog niet precies; vermoedelijk aan
het eind der volgende week.
Corrie Rodenburg. Je moet het opstel
maken, zoo je het zelf het beste vindt. Ik
kan jou van te voren niet zeggen wat het
mooiste zal zijn. Een leuk reisje heb je ge
had. Hebben de druiven lekker gesmaakt?.
Bep Hoope. Iedere week krijg ik pret
tige en gezellige brieven van mijn raadsel-
jeugd. Maar verhaaltjes en opstellen zijn
toch weer heel iets anders. Ik ben benieuwd
wat alle meisjes en jongens dan te vertellen
hebben. Al vond je de raadsels moeilijk,
toch heb je ze allemaal goed.
Gijsberlha Eikelenboom. Dus krijg ik
van jou in geen vier weken een briefje. Dat
is lang, hoorl Veel plezier op reis, en een
prettige verjaardag.
Annie Brouwer. Wat zul jij hel druk
hebben met al dat naaiwerk, maar nu heb
je zeker ook vacantie. Als met Kerstmis dat
goed uitgedeeld wordt, mogen jullie daar
dan ook bij zijn?
Jo Nagtegaal. Hoe is het gegaan Jo,
heb je lang gedacht eer je naar bed ging?
Hel was anders al flink laat Mij dunkt, als
je nog eerst een tijdje moest denken, dan
was het al haast morgen. Nu niet klagen
over de warmte, want als het koud is, dan
is het ook niet goed.
Willy Heesterman. Jij gaat dus ook
met Lenie en Mijntje mee naar de kolonie.
Gezellig is dat voor jullie. Leuk zijn de.
anecdotes, vooral die van het kleine meisje.
Anje de Gelder. Waarom werd het
reisplan weer veranderd? Als je naar Gro
ningen gaat, moet je 's morgens al vroeg
opstaan, als om zeven uur de trein al ver
trekt. Ik denk wel dat je zoo ongeveer zes
uur onderweg zult zijn, en ik hoop voor jou
dat het dan niet zoo warm is.
Neeltje van Breda. Mooi postpapier heb
jij voor je verjaardag gekregen. Het schrijft
gemakkelijk hé, met die lijntjes. Nee hoor,
Neeltje, het is niet erg als je in de vacantie
een paar weken overslaat met schrijven.
Jo Zandbergen. Ik geloof dat jij een
dichteres in den dop bent. Dat maakt maar
rijmpjes! Het opstel van jou zal ook wel
mooi worden. Je mag het maken zoo je het
zelf wilt.
Machiel Groeneveld. Het is geen won
der dat je den naam van een wapen niet
hebt kunnen vinden, want het raadsel heb
je heelemaal verkeerd. Heb jij zooveel raad
sels en anecdotes? Als ik wat noodig heb
zal ik het wel zeggen, maar vooreerst heb
ik nog genoeg.
Johanna Maas. Hel was maar goed
dat je moeder het gehoord heeft, andeTS
hadden jullie de bloemen veel te vToeg ge-