RECLAME
IGRASBOTER GRASKAAS
I RAADSVELD's KAASHUIS I
Ook een Leerling Verkoopsier.
DE KOFFIEBAAL
H.H. BAKKERS
GEREF. U.L.O. K0PSCH00L
Gevraagd: een flinke Jongen
EEN JONGEN
Koffie
Koffie
f. 1.30
f. 1.05
VERK0UW ST0KHUIJZEN
HISTORISCHE FIGUREN.
GENEESKUNDIGE BRIEVEN.
VARIA.
TE HUUR
„BATA", HAARLEMMERSTRAAT 67.
LEERLING
HOLAC SLAOLIE.
lllllllllllllllllllllllllilllIlilIlllliliisiligilllllllilillillllllllliSilliililllltlillllillliliillll
geldig t. m. Zaterdag 29 Juni
le soort Grasboter 99 cent p. pond 1
le soort volvette Graskaas 58 cent p. pond
HAARLEMMERSTRAAT 33 - TELEF. 2019
(Thuisbezorgen zonder prijsverhooging)
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiy
XII.
IETS OVER GOETHE EN ZIJN OMGEVING.
III.
Jeugdliefde.
Goethe heeft in zijn lange leven veel
vrouwen liefgehad. Als volwassen man is
hij, een korten tijd 9lcchts uitgezonderd,
nooit zonder liefde geweest, beantwoord of
onbeantwoord, voor de vrouwen, die zijn
levenspad kruisten. Laten we daarover niet
met een glimlach de schouders ophalen.
Een Arabisch spreekwoord zegt: „Verontrei
nig geen bron, waaruit ge gedronken hebt"
en wie is er, die niet gedronken heeft uit de
heerlijke rijke bron van Goethe's lie'fde? Is
er in de letterkunde der laatste twee eeuwen
een naam, die lieflijker klinkt dan die van
Goethe's Gretchen? Men kan gerust zeggen,
dat in den tijd der jongelingsjaren ieder
man, die Faust'9 eerste deel leest, de be
koring ondergaat van haar teedere figuur
en.... dat bejaarderen die bekoring nog
diepet gevoelen, omdat zij het leven en zijn
nuances beter kennen dan de jongeren. Wie
zoo een beeld weet te scheppen in de fijne
trekken, lichamelijke en geestelijke, van een
Gretchen, dien zij vergeven, dat hij liefhad,
liefhad heel zijn leven door, tot zijn hoogen
ouderdom toe. Is Goethe ongelukkig, omdat
hij nog geen wederliefde kan ontdekken,
dan schrijft hij aan een vriend: „Er gaat
geen wellust boven de smart der liefdel" en
is hij gelukkig, wordt zijn harteklop beant
woord, dan heet het: „Nu pas vang ik aan
te leven 1" Trouwens, is het niet een gevleu
geld woord gewroden, dat, hetwelk hij Eg-
mont's Clarchen laat zingen over de vervoe
ringen van de ziel, die lief heeft en dienten
gevolge hemelhoog juicht of ten doode be
droefd is? Een groot dichter leeft van de
liefde en Goethe was wel een groot dichter.
Dit ter inleiding van een episode in
Goethei's leven, die hem den naam, dien hij
later aan Faust's liefde zal geven, dierbaar
doet zijn. In mijn eerste artikel over Goethe
en zijn omgeving heb ik in het voorbijgaan
gesproken over zijn korte bevlieging voor de
mooie Charitas Meixner, een vriendin van
zijn zuster Cornelia, een jong meisje uit
Worms, voor hetwelk hij Fransche versjes
rijmelde. Het was eene verliefdheid, die,
ihoewc-'l zij zich in twee verschillende tijd
perken van zijn jeugd openbaarde, geen
diepe sporen in zijn leven achterliet. Dat is
echter blijkbaar wèl het geval geweest met
eene andere liefde, die hij, nog heel jong en
vóórdat hij op zijn zestiende jaar te Leipzig
ging studeeren, gevoelde voor 'n jong meisje,
dat hij ontmoette in een eigenaardigen, hem
niet geheel passenden kring van zeer een
voudige jongelieden, die hem en zijn „dicht"
gaven wat e-xploileerden, doch onder wie hij
zich doorgeboorte en de maatschappelijke
positie van zijn vader gemakkelijk de eerste
wist. De jonge Goethe hij is dan veertien
jaar oud, maar door zijn ontwikkeling ouder
kon nog al eens aan het oog van den
strengen vader, die zijn in- en uitgangen
van een hoekvenster uit controleerde,
ontsnappen, toen de voorbereidselen van de
kroning van keizer Joseph II Frankfort in
rep en roer brachten. Zoodoende was hij in
aanraking gekomen met een clubje van
klerkjes, loopjongens, huisonderwijzers, die
letterkundige neigingen hadden en gere
gelde bijeenkomsten en kleine feestjjes or
ganiseerden. Enkele hadden plaats in een
bescheiden bierhuis „Zum Puppenschen-
kelchen". Een kellnerinnetje bediende er.
Goethe ziet haar en is verrukt over haar.
In zijne oogen is zij, zooals hij schrijft, „van
buitengeraeene en, wanneer men haar in
hare omgeving zag, van ongelooflijke
schoonheid". Zij is daarbij bescheiden, be
koorlijk ingetogen, wat de aanbidders op
een afstand houdt, doch hun bewondering
vergroot. Goethe, de jongste van het gezel
schap, is waarschijnlijk het diepst getroffen.
Al het idealisme, al het onbegrensd ver
trouwen, al het respect, dat een jóngen kan
gevoelen voor het voorwerp zijner eerste
liefde, legde hij in zijne gevoelens voor deze
kleine Gretchen.
Zij is fatsoenlijk opgevoed; zij houdt
haar klein levenspaadje recht; zij gaat
trouw ter kerk. Goetflie heeft slechts oogen
voor haar. Maar als een godim troont zij
hoog boven zijn stille wenschen. Haar aan
spreken durft hij nauwelijks, haar zijn
„arm en geleide" aanbieden, nog veel
minder. Hij brengt uren in de Protestant-
sche kerk onder de zeer gerekte preeken
der dominees van die dagen door om haar
van uit de verte te kunnen gadeslaan. Zij
bemerkt zijn kinderlijke vereering wel,
doch zij houdt hem in de ecibiedige stem
ming der schroomvallige aanbidding.
Slechts eenmaal, op een feestelijken avond
tijdens de krondngsplechtighedenwaarbij
hij, o weelde en zaligheid! soms gearmd
met haar door de nauwe, drukke straten
heeft mogen loopen, en zij, doodmoe, tegen
zijn schouder in slaap wa9 gevallen, slechts
eenmaal kust zij hem, op het voorhoofd,
zooals mem een lief kind omhelst. Later,
wanneer een uit het troepje moeilijkheden
krijgt met de justitie en daarbij ook Gret
chen onder verhoor wordt genomen, zal
het meisje verklaren, dat zij den kleinen
aanbidder tegen zijn en haar kameraden in
bescherming had willen nemen. Hij was
immers nog zoo'n kind en kon in die om
geving, welke niet erg geschikt voor hem
was, licht gevaar loopen
Dit schijnt inderdaad de rol van deze
Gretchen ten opzichte van Goethe geweest
te zijn. Goethe heeft later aan zijn vriend
Moors in eenige schampere woorden go-
sproken over ,,eine W.", die hij niet geheel
onbaatzuchtig had gevonden. Bij sommige
schrijvers wordt de meenimg geuit, dat
deze ,,W." op Gretchen's familienaam
(Wagner) slaat en dat dus haar die scham
pere woorden gelden. Maar daaromtrent
is geen zekerheid. Een, feit is het echter,
dat deze jeugdvereering van Goethe, zijn
volkomen bewondering in de Mei zijner
liefde, hem zoo diepe en zoo eerbiedige
herinnering aan het Frankforter meisje
heeft achtergelaten, dat hij zijn schoonste
schepping genoemd heeft met haar naam:
Gretchejn.
Aan dien na aim hechtte hij wellicht ook
de levende en voor hem niet on-pijnlijke
herinnering aan een ander beminnelijk
schepseltje., dat voor ieder, die Goethe
leest, leeft in de omstraling eener teere,
eerste liefde. Ik zag dezer dagen, cfrait te
Berlijn Lehar's operette ..Friederike" voor
de 200e maal werd gegeven. De hoofdper
soon, hoe veihaspeld ook in het libretto,
is toch zeer aantrekkelijk. Geen wonder,
want zij is het jonge meisje, dat door
Houston Stewart Chamberlain terecht ,,cfe
eersite waarlijk poëtische liefde" van
Goethe wordt genoemd Het is de lieve
19-jarige Friederike Brion, dochter van den
dorpspredikant van Sesenheim in de Elzas,
bij wien de 22-jarige Goetlhe, die te
Straatsburg studeert en zich onder den in
vloed van Herder stelt, gastvrijheid geniet.
Een ötudent in de medicijnen, leidt hem
er binnen. De dorpspastorie trok hem aan
Herder had hem pas bekend gemankt
met- Goldsmith's „Dorpsdominee van Wa
kefield", dat. toen de lectuur in de mode-
werd en hij zocht er de poëzie onder het
eenvoudige dak. Als arm studient in de
theologie verkleed komt hij er aan en
wordt er hartelijk ontvangen. Sesenheim
ademt rust: zijn bewoners zullen hem in-
spireeren tot veel gedachten. Hij snakt
naar liefde, hij vermoedt dat die zijn zal in
de landelijke pastorie: zijn vermoeden is
juist.
Gretchen heeft hij reeds lang als een
„afgesloten periode" beschouwd. Ook zijn
daarop gevolgde liefde voor Katchen
Schönkopf (Anna Catharina, volgens haar
doopnamenGoethe noemt haar Kaatje,
Annette of Antje), een dochter van een
herbergier, is voorbij. Hij is open voor
nieuwe teere indrukken.
Dan verschijnt de kleine, slanke Friede
rike. Haar uiterlijk moet alle teekenaars
en alle tooneeldirecte-uren geïnspireerd
hebben om later de Gretchen in Faust uit
te beelden Zij was voor Goetlie „aan
dezen landelijken hemel" „een allerliefste
ster." Haar bekoorlijkheid openbaart zich
meer in de vrije natuur dan binnenska
mers en Goethe, die in Sesenheim den
eenvoud, de oprechtheid, dc poëzie van
het onverdorven landleven heeft willen
ontdekker, is in de wolken. Hij gevoelt
zich thuis in de dorpspastorie; de bewo
ners voelen zich thuis met hem, zelfs na
dat zijn vermomming van armen student
in de theologie heeft moeten vallen voor
de werkelijkheid^ die hem als een welbe
middelden jongen, in de reohten studee
renden man van deftigen huize doet ken
nen. Tusschen Straatsburg en Sesenheim
vlecht zich voor hem een nauwe band. Zijn
studie houdt hem in de geleerde stad en.
bij den machtigen „Munster". Zijn hart
drijft hem naar het Elzasser Wakefield.
Hij wil niet toegeven; Kerstmis nadert;
hij wil over zijn boeken gebogen blijven,
maar het helpt niet. Sesenheim wenkt van
uit de verte: Friederike's oogen lachem
hem toe. Dan houdt hij het n.iet uit. Hij
schrijft aardige, gemoedelijke, haast oude-
man-achtige versjes om zijn komst te mel
den. „Mijn hart sloeg; snel te paard", zegt
hij en hij springt in het zadel om in snel
len draf de geliefde te bereiken. Want
zij heeft hem lief, zij heeft hem lief, zij,
het ongekunstelde, oprechte kind van het
land. „Een uwer blikken dicht hij
is voldoende om zonneschijn en geluk te
scheppen". Hij snijdt beider namen in een
boomstam en als hij haar niet vóór zich
heeft, schijnt de zon verduisterd. Hier. bij
haar, is de lente, de lente in al haar be
koring
En toch. en toch. Friederike. de lieflijke,
de toegewijde, zal hem niet blijvend boeien
Zijn kritische geest zal hem vervolgen tot
in zijn liefde. Zij zal, hoe lieflijk ook en
goed. niet passen en het groote kader,
waarin hij, eigen beteekenas voelend., zijn
toekomst plaatst. Zijn groote plannen om
vatten niet haar; zij staat daarbuiten.
Dat voelt zij en zij aanvaardt 't in stille,
diiepe smart.. Goethe zelf lijdt er onder
als zij. Wanneer hij afscheid neemt met
tranen in de oogen, is het hem. naar hij
in „Dichtung und Wahiheit" schrijft, „sehr
libel zu Mule", bang om het hart. Telkens
en telkens zal hij haar in zijn gedachten
voor zich zien, lief en teer en zielsver
want, hoewel niet de vrouw, die met hem
het leven op zijn hooge hoogten kan be
stijgen, en voortdurend zal hij zich be
schuldigen dit jonge leven verwoest te heb
ben. Ziir eigen rofl van trouwelooze, die
het geluk van een andere aan zijn eer
zucht offert, zal hij in treffende figuren
schilderen, zooals Faust, Weislingen, Cha-
vigo. Te grijpen wat hij liefhad om het
voor altijd te bezitten, durfde hij niet*
Voor immer gebonden te zijn durfde hij
niet. Den band tc verbreken was misdadig.
Zoo daóht hij, zoo zeide hij - Hij koos het
laatste, al erkende hij er de laagheid van:
het was een strijd oin zelfbehoud of, zoo
als zijn gTocte biograaf Ge org Brandos
het uitdrukt „ontzegging om der wille van
de kunst." Menschelijker wijze gesproken
te laken, was hij in de groote vlucht zij
ner ontwikkeling, die ver boven het ge
woon mensehelijke ging, niet met denzelf
den maatstaf te meten als de gewone men-
schen. Bij het greote conflict, dat zijn
liefde en zijn geesteliike grootte te weeg
brengen, zien wij den strijd der „twee
zielen in zijn borst", waarvan hij het
bestaan in zoo bekendo verzen heeft uitge
zucht.
Gretchen en Friederike. beide jeugdlief
des van Goetlhe, geven de trekken aan,
waaruit Goethe in zijn „Faust" de Gret-
chen-fieuur zal vormen. Aldus danken we
aan de jeugdjaren van den dichter in
Frankfort en in Straatsburg, de weergave
eener gestalte, zoo ontroerend teer en
men schel iik. zoo vrouwelijk grootsch i#
haar toewiid&ng, dat het moeilijk valt daar
naast andere vrouwenfiguren in de mo-
derne letterkunde aan te wijzen, die haar
nabijkomen.
A. A. BOTHENIUS BROUWER.
HET KOOLZUURBAD.
Dat de meeste badplaatsen er een be
paald seizoen op na houden, is een om
standigheid, welke de aandacht verdient.
De ziekten, waaraan de mensch kan lij
den. zijn over het algemeen niet aan een
vast jaargetijde verbonden. Weliswaar zal
men een zonnesteek moeilijk anders dan
in den zomer of bevroren handen en
voeten anders dan in den winter kunnen
verwachten, maar dit zijn afwijkingen,
waarvoor men in den regel niet naar een
badplaats gaat om genezing te zoeken.
Maar de meeste ziekten, welke den lijder
naar een of andere badplaats doen gaan,
zooals rheumatiek, nier- en hartlijden,
huidziekten en vele andere komen in alle
tijden van het jaar voor. Het zou dus voor
de hand liggen dat de gelegenheid om in
daarvoor in aanmerking komende badplaat
sen behandeld te worden, te allen tijde
openstond. Dit is echter slechts in be
perkte mate het geval. Vele van de meest
in aanzien staande badplaatsen zijn gedu
rende een groot deel van het jaar als uit
gestorven, de aldaar gevestigde badartsen
gaan eenige maanden op reis of zoekeD
zoolang andere bezigheden. Eerst wanneer
het officieele tijdstip daar is, komen pa
tiënten en dokters terug en worden de
hotels en pensions geopend.
Behalve de patiënten komen er ook an
dere gasten, ten deele om mede te ge
nieten van wat er dan op allerlei gebied
voor genoegen en afwisseling wordt ten
beste gegeven en geenszins om de kuur
mede te maken. Soms schijnt het wel r.f
de vermakelijkheden ter plaatse de hoof I-
zaak zijn. En volstrekt niet onwaarschijn
lijk klinkt de anecdote, dat een dame bij
den arts komt met de vraag: „Dokter, zou
u mij willen zeggen, welke klachten ik
hebben moet om naar Baden-Baden ge
stuurd te worden voot een kuur V'
In elk geval blijkt uit het bovenstaan
de, dat de badplaatsen in het algemeen
niet bestemd kunnen zijn voor kort-duren-
de, zoogen. acute ziekten, maar dat zij
hun patiënten voornamelijk uit de groote
rubriek der chronische lijders rccruteerm.
Voor velen is dan ook de beteekenis van
het verblijf in de badplaats een tweeledise:
vooreerst dc specifieke geneeskracht, welke
aan het klimaat, aan het uit den grond
komende water enz. der betreffende plaats
wordt toegeschreven. Daarnaast komt dan
een tweede factor, die bijna altijd dezelf
de is, n.l dat men door een verblijf buiten
zijn gewone omgeving, vrij van huiselijke
bemoeiingen en ver van het zakenleven,
geestelijke en lichamelijke rust vindt,
welke beide voor de genezing bevorderlijk
soms zelfs de hoofdzaak zijn.
Intusschen zal niemand de geneeskracht
van verschillende baden in twijfel willen
trekken. Daaromtrent bestaat toch een al
te lange ervaring. Maar wel eigenaardig is
het feit. dat men in sommige gevallen,
waar het nuttig effect meer dan duidelijk
was. niet goed wist, hoe de werking eigen
lijk verklaard moest worden.
Naar aanleiding van enkele nieuwe n-
derzoekingen on dit gebied wil ik er hier
een en ander van vertellen. Tot de oudste
als geneeskrachtig bekende baden beboe
ren zeker de koolzuurhoudende, zooals
Nauheim en .Spa. Daar zijn bronnen, welke
water leveren van vrij hooge temperatuur,
dat behalve verschillende zouten een be
langrijke hoeveelheid opgelost koolzuur be-
vat. Baadt men zich in dit water, dan vor
men zich in korten tijd pareltjes, die de
geheele huid^bedekken en uit zuiver kool
zuur bestaan. Na enkele minuten bespeurt
men een gevoel van toenemende warmte.
Door een dergelijk bad wordt de pols ver
langzaamd cd de bloeddruk verlaagd. Een
kuur gedurende penige weken met om den
anderen of derden dag (zelden eiken dag)
een bad, wordt meestal zeer aangenaam
bevonden en vele patiënten (o.a. met een
hartlijden) vertooneD daarna aanmerke
lijke verbetering.
Wetenschappelijk was nooit met zeker
heid vastgesteld, hoe die gunstige werking
te verklaren is. Sommigen zochten haar
uitsluitend in den door het vrije koolzuur
op de huid uitgeoefenden prikkel. Ande
ren waren van meening, dat het koolzuur
door de huid in het lichaam dringt en zoo
invloed op de stofwisseling uitoefent. On
mogelijk is dit laatste zeker niet, al gevoe
len velen onwillekeurig neiging, dc huid
als ondoordringbaar te beschouwen. Dat is
niet 't geval. Reeds lang is bekend, dat de
huid evenals de longen zij 't ook in veel be
scheidener mate, deel neemt, aan de adem
haling. in dien zin, dat door de huid zuur
stof in het lichaam wordt opgenomen en
daarvoor koolzuur wordt afgegeven. Door
de bader zou nu juist koolzuur moeten
worden opgenomen. Terwijl Winternitz
dit meende te moeten aannemen, hoeisel
hij niet in staat was. het afdoend
te leveren, hielden Liljestrand en Ma
1 het voor uitgesloten, dat in het bad
zuur langs de huid het bloed bereiken z
Onderzoekingen uit den laatsten tijd i
Groedel en Wachter schijnen de scha
weer naar de opvatting van Wintemitz\
don overhellen. Zij hebben iD Nauhei
proeven met natuurlijk koolzuurhoude
water genomen om den invloed op de sto
wisseling vast te stellen. Zulke proeve
zijn niet gemakkelijk. Het komt er i
hoofdzaak op aan, vast te stellen, hoe d
opneming van zuurstof en de afgifte v-f
kooizuur zich tegenover elkaar verhoude
Daarbij doet zich de moeilijkheid voor, d'a
elke lichaamsbeweging door de uitgeoefe
de spierwerking, dus iedere inspannin
ja zelfs iedere emotie van invloed is.
deze factoreD moeten dus uitgeschakeld
worden, zoodra men wil nagaan, hoe ee
of andere omstandigheid, in dit geval de
halve de werking van het koolzuurba
zich op de stofwisseling doet gelden, voo
zoover dit door bepaling van zuurstofo
neming en koolzuurafgifte is op te make-
Het best kan dit blijken uit een korte
schrijving van de wijze, waarop die
ven genomen worden.
Voordat dc proefpersoon in het bad gna
moet hij langen tijd volstrekte rust h~
den. Hij mag zelfs niet de minste med
werking verleenen bij het komen in
bad. Daartoe wordt hij op een soort draa
baar gelegd, welke kan opgetakeld en i
id het bad neergelaten wordt. Het
moet van te voren gereed gemaakt zij
het ontwijkende koolzuur weggeblazen
dc hoeveelheid water precies afgepast c
dat het lichaam zoo ver als noodig is,
het water komt. Voorzorgen zijn noodi
om de temperatuur gedurende de proef
dezelfde hoogte te houden, zonder d;
door toevoeging van ander water wee
j koolzuur ontsnapt enz.
I Bij deze proeven is nu gebleken, da-
de zuurstofopneming niet veel meer dan ir]
een gewoon waterbad wordt vergroot
dat deze werking slechts ruim een u
aanhoudt. De koolzuurafgifte daarenteg-
stiigt in veel hooger graad en is zelfs
verloop van drie uur en meer nog duid-
lijk merkbaar.
Deze proeven bevestigen dus de opv*
ting van Winternitz en geven een g
reede verklaring van de bekende feite
Het opgenomen koolzuur wordt ten
door de longen verwijderd, voor een and-
deel wordt het tijdelijk in het lichaa
hetzij fj het bindweefsel, hetzij in
bloedvaten der huid, vastgelegd. Dezelfd
uitkomsten worden verkregen in een omj
geving van het koolzuurgas, maar dan de
te duidelijker naarmate de huid voc
tiger is.
In elk geval kunnen de koolzuurbade
met nog meer vertrouwen dan voorhee
worden voorgeschreven Het is alleen maa
jammer, dat deze heilzame bronnen in on
land niet voorkomen, zoodat men de voo-
deelen alleen kan genieten door naar
buitenland te gaan.
H. A. S.
FRANSCH.
Het Fransch is niet altijd duidelijk. Mi
ccröeele zelf. Twee jagers ontmoeten eik-
bij het huiswaarts keeren. De eene ziet
gehavend en ontsteld uit. Door den and"
naar de oorzaak gevraagd, antwoordt kr
Ik kom uit het bosch en werd d
reevers aangevallen:
Hoeveel roovers waren er?
Sept!
Hoeveel zegt ge?
Je dis sept:
Dix-sept.
Neen, sans dix!
Cent dix?
Neen, neen, sans dix, sept!
Lieve hemel, cent dix-sept?
Je begrijpt me niet, Sept, sans dix, sep
Wat sept, cent dix-sept?
Och je wilt me niet begrijpen; je 0
sept sans dix?
Dix-sept cent dix?
Loop naar den dik heb hier m
een gek te doen!
Er. de andere dacht hetzelfde.
Gevraagd: flinke Bakkers
jongen of aankomend halfwas.
Aanmelden 's avonds na
6 uur, Witte Rozenstraat 18.
5819a
EEN BOVENHUIS, 5 kam.,
keuken, zolder en 2 balcons,
Zeeweg 21a, Katwijk aan Zee,
f 35.p. m. Te bevragen op
No. 21 en Lonise de Colligny-
straat 18, Den Haag. 7297
HOOGLANDSCHE KERKGRACHT - LEIDEN
Hoofd: W. G. ALDERSHOFF Jr.
AANGIFTE VAN NIEUWE LEERLINGEN
voor den 1 September e.k. beginnenden Cursus.
Inrichting voor algem. ontwikkelend Onderwijs. Opleiding
voor dc Mulo-Diploma's A en B. Kweekschool, Zeevaartschool,
Middelb. Techn. School, Middelb. Kolon. Landbouw School,
Tuinbouwschool, enz.
Aangifte voor alle klassen voor 1 Juli dagelijks, voor en na
schooltijd. Spreekuur Dinsdag 10 uur, Vrijdag 2'/j uur. Voor
toelating wordt vereischt, dat de leerlingen 6 leerjaren der
lagere School met vrucht hebben doorloopen.
7313 HET BESTUUR.
16 a 17 jaar, voor Magazijn- en Winkelwerk
7270
Gevraagd: een nette 5817a
bij EDUARD H. DE BRUIJN.
Dames-
Betere niet, wel duurdere.
85 cent per tlesch.
Geversstraat 18, Oegstgeest.
Heerenkappcr. I VRAAGT UW PREMIEBON.
7319
gevraagd bij W. SMIT. Schoen
maker. Rapenburg 96, Leiden.
Zaterdagsmiddags vrij 5822a
7282
KOFFIEBRANDERIJ EN THEEHANDEL
Onze verpakte Koffie
Iste soort
en Thee Is bij de
merk A
verkrijgbaar.
MIDDELWEG
3-7-9 TELEFOON 69
ALS IEDER STEUNT
NEERLANDSCH FABRIKAAT
IS HEEL ONS LAND
ER MEE GEBAAT.
Vereeniging „NEDERLANDSCH FABRIKAAT"
Secretariaat: '-'s
BEZUIDENHOUT 97 - 's-GRAVENHAGE.
t~s