11 ct. 1929-1930 MELKONIAN PUROL er op! oodemans rots VRIJSTELLING RIJWIELBELASTING H* Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 12 Juni 1929 Derde Blad No. 21238 l OVERVAL IN DE WEST. GRATIS LAND- EN TUINBOUW. BINNENLAND. FEUILLETON. De wapendieven verslagen. De Venezolaan&ohe minister van oorlog j«eft medegedeeld, dat de zeeroovers, die Zondag na de plundering te .Willemstad in ce provincie Falcon zijn geland, volkomen plagen en in de bergen gevlucht zijn, taar zij door de troepen worden a-chter- Tolgd* 2ij waren bij de landing nabij Com rtfit nog met een paar duizend man ver- jj/rkt. Toen hebben zij een aanval op Ce .yd gedaan doch werden teruggeslagen, iet bovenstaand gevolg. De „Hertog Hendrik", die morgen naar (lara^ao vertrekt, neemt een detachement koloniale reserve mee. Aanvankelijk was ook voor deze uitzending een detaohe- sent mariniers gereed gehouden. De order j ©venwel gewijzigd. De correspondentie, bestemd voor op- nrenden van H. M. torpedobootjager JJortenaer" zal in afzonderlijke brieven- len worden opgenomen, welke met de lfde booten zullen worden verzonden als e gewone mail voor Curasao. D© eerste verzending vindt plaats op 14 oni a.s. rechtstreeks uit Amsterdam L«et Ie Colonlijn van de K.N.S.M. De aandacht wordt er op gevestigd, dat correspondentie, om in do bedoelde jflingen te wóTden opgenomen, volledig rankeerd moet zijn en voorzien van twee elkaar snijdende lijnen over het geheele adres. Nog een Britsche persstem. De „Evening News" te Londen, den :rval van Willemstad besprekende, ze*-*, lit Curasao zeer goed bestuurd wordt en elrarend is en dat Willemstad zoo'n pro per, aardig en geriefelijk evenbeeld van Amsterdam is als men maar wenschen kan, maar de kans op moeilijkheden schuilt er joridurend in de gesteldheid van Vene- B?la. Venezuela heeft zijn zinnen niet op het ederlandsche eiland gezet, maar Willem- d biedt een gezocht en veilig punt om s'ch terug te trekken, waar de Venezo- ItóDSche oppositie zich vestigen kan en elke veertien dagen nieuwe plannen kan eden o<m do Vene-zolaansche regeering ver te werpen. Dat is een oude geschiedenis, maar uw is het, dat de Venezolaansche oppo- ie rooverspraktijken op groote schaal at ondernemen en niemand zal daarover eer 't land hebben dan de VenezoTanen van het Verbond van Nationalisten. Het Verbond van Nationalisten heeft iteren het volgende telegram verzonden in den Minister van Koloniën .Het Verbond van Nationalisten drukt diepe verontwaardiging uit over de 'ing van de betrokken autoriteiten te :ra$ao en Nederland, die trots alle her- Ide waarschuwingen volkomen is ge- ke zijn gebleven om maatregelen te nt- d, waardoor de veiligheid van de Wem ische bevolking gewaarborgd bleef. Het verzoekt Uwe Excellentie dringend, erwijld maatregelen te willen nemen, -at gebeurtenissen die Nederland de r'?é" maken van de gansche beschaafde -reld in den vervolge onmogelijk zijn. De Centrale Raad van het Verbond van Nationalisten." Hoe de Venezolanen op Cnrapao komen. E*n stadgenoot, die in 1927 nog op het »ad vertoefde, waar sindsdien weinig veranderd, schrijft ons: Het moge bijna ongelooflijk klinken dat een klein eiland als Curasao zoovel® enezolanen zijn gevestigd, doch dit is te aren wanneer men in aanmerking t, dat de immigratie dezer lieden op RECLAME. 6429 Betaalt dit jaar Uw Rijwiel belasting niet zelf, daar U een rijwielbelastingplaatje kunt bekomen tegen inlevering van slechts 150 der Coupons, verpakt bij de bekende Egyptian Cigarettes Deze buitengewone aanbieding is slechts geldig tot en met 14 Aug. 1929. De plaatjes kunnen, bij rerkrijgbaarstcl- ling, tegen inlevering der coupons persoon lijk in ontvangst worden genomen te: Amsterdam, Regaliersdw.str. 58; Rotter dam, v. Dit mar's Kiosken; Den Haag, Segboer's Kioskenonderneming, Spui 231. K. AG. MELKONIA Schriftelijke aanvragen moeten vergezeld gaan van 20 ets. aan postzegels voor porto en aanteekenrecht en kunnen slechts geadresseerd worden aan: Fa. K. A G. MBLKONIAN, Postbns 114, Amsterdam. N CATRO BGYPT. Curasao weinig of geen tegenwerking on dervindt. De Curagaosche Petroleum Mij., aldaar, welke steeds werklieden kan plaat sen voor het ruwer werk als aanleg van wegen, sjouwwerk, enz. had in 1927 onge veer 1500 of 1800 Venezolanen in dienst- In Willemstad zijn ook onder de verschil lende nationaliteiten die daar blijvend of tijdelijk wonen, vele dezer landslieden te vinden, die wegens een of andere oorzaak Venezuela moesten verlaten. Terwijl zelfs aan Nederlanders de immi gratie pas wordt toegestaan wanneer zij iti het bezit zijn van f. 240, te deponeeren voor eventueel te maken onkosten voor terugzending naar Nederland, kan de Ve nezolaan met kleine kustscheepjes (schoe- nertjes), bijna ongemerkt op het eiland komen. Het is wel zeer bezwaarlijk het komen en gaan van Venezolanen te Cu rasao te regelen, daar deze dikwijls met de kleine sohoenertjes of sloepen die vruchten, vleesch en andere producten in Willemstad aanvoeren als lid der beman ning binnenkomen. Eenmaal aan land is het gemakkelijk voor hen plaatsing te bekomen bij de Petr -Mij. of bij andere industrieën of ook h an del s m a at sohappi j e n De inboorlingen van Curasao, die als Nederl. onderdanen beschouwd moeten worden zijn de Venezolanen niet onge negen, want het ,.Papiementsch" dat op het eiland meer in zwang is dan onze taal, komt eenigszins met het Spaansch der Venezolanen overeen en daarbij gevoegd de nabuurschap geeft dit aanleiding tot wederzijdsche sympathie. Dus in een droevig geval als nu plaats heeft gehad, kon men weinig hopen op hulp van de Curagaoenaars, en was een sterkere militaire politie (blank), dan nu aanwezig was, niet overbodig. De staat van beleg. Bij wijze van voorzorgsmaatregel is te Willemstad de staat van beleg afgekon digd. HET SLACHTFONDSEN- CONFLICT. Besprekingen over het accoord der leiders. Naar het ,,Hbld." verneemt, hebben alle partijen, betrokken bij het fameuze slacht- fondsenconflict, hun oordeel uitgsproken over het door hun leiders in principe ge sloten accoord. De slagersorganisaties hadden een ge combineerde ledenvergadering belegd te 's-Gravenhage, de grossiersbond te Rot terdam. Beide vergaderingen vereenigden zich er mede, dat het geschil zal worden onderworpen aan de uitspraak eener com missie van drie onafhankelijke en onpar tijdige juristen, aan te wijzen b.v. door den president van een der rechtbanken, en dat intusschen de boycot wordt opge heven. Zij wilden hieraan echter de voor waarde verbonden zien, dat tot het tijd stip dezer beslissing door den Bond van Boerenslachtveefondsen de toestand van vóór 1 Mei uitbetaling der z.g. kleine afkeuringen zal worden hersteld, zulks o.a. op grond van de positie, waarin -ai ders de particuliere fondsen in dien ,,tus- schentijd" zouden geraken. De vergadering der boerenfondsen in Kras te Amsterdam, keurde eveneens het instellen eener commissie van juristen goed benevens stopzetting der aankoop-actie, echter op voorwaarde, dat de al dan niet uitbetaling voor kleine afkeuringen, han gende de uitspraak, afhankelijk zal zijn van die uitspraak, d.w.z. vooralsnog niet betalen, doch eventueel nA-betaJen. DE WIJZIGING VAN HET STRAFSTELSEL. Voorloopig verslag der Eerste Kamer. In het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer over de ontwerpen van wet tot naden» voorzieningen betreffende de voorwaarde lijke veroordeeling en de voorwaardelijke invrijheidstelling, de tenuitvoerlegging van gevangenisstraf en beroeps- en gewoonte misdadigers (door de Tw. Kamer aange nomen 7 Mei jl.) brengen verschillende leden den minister hulde voor den in deze wetsontwerpen neergelegden arbeid en voor de talentvolle wijze, waarop hij de denk beelden. erin ontwikkeld, in de Tweede Kamer heeft verdedigd. Deze leden spraken de hoop uit, dat dit drietal wetsvoorstellen nog in deze wetgevende periode het „Staatsblad'' zal kunnen bereiken. Eenige leden waren ervan overtuigd, dat het bij de meeste, zoo niet bij alle voor zieningen, in hoofdzaak op dc toepassing aan zal komen en wenschten thans reeds als hun meening uit tc spreken, dat ver scheidene van de voorgestelde maatregelen met groote voorzichtigheid dienen te wor den gehanteerd. De groote vrijheid, aan den rechter gegeven, brengt huns inziens mede een sterkere behoefte aan goede a-oor lichting. Deze leden waren van oordeel, dat dit punt wellicht beier in de ontwerpen had kunnen zijn geregeld. Enkele leden hadden bezwaar legen da mogelijkheid om een voorwaardelijke straf te combineeren met een onvoorwaardelijke. Vele leden juichten dc mogelijkheid om de celstraf te mitigeeren door het doen onder gaan van een deel dezer straf in gemeen schap, ten zeerste toe. Doch zij stelden de vraag, of het tegenwoordig personeel der gevangenissen van hoog tot laag wel aan do de eischen voldoet. Verscheidene leden uitten bezwaren te gen het instituut der bewaring, na het onder gaan der straf, van de zoogenaamde be roepsmisdadigers. Volgens andere leden moet de maatregel van in bewaring houden strikt beperkt blijven tot onverbeterlijke beroepsmisdadi gers en mag dit instituut geen ongewenschto uitbreidingen krijgen, bijv. voor politieks gevangenen naar het voorbeeld van dc kampementen aan den Boven-Digoel. DE UITVOERING VAN HET HERZIENE BEZOLDIGINGS BESLUIT. Antwoord aan den heer Lingbeek. Op vragen van het Tweede Kamerlid Lingbeek: lo. Is het waar, dat het herziene Bezoldi gingsbesluit reeds tot uitvoering is geko men? 2o. Indien zulks het geval is, op grond van welke overweging is gemeld besluit dan in werking gesteld zonder dat te voren door den minister die aanvrage van gelden is ge daan. waarvan onder-ge teekend e melding maakte in zijn vraag no. 3 van 28 Novem ber 1928, en die Zijn Excellentie in uitzicht stelde in zijn antwoord no. 3 van 20 Decem ber 1928, en alsmede zonder dat bedoelde fondsen door de Stalen-Generaal zijn gevo teerd? 3o. Op welke gronden acht de minister in dat geval zoodanige wijze van behandeling van de onderhavige aangelegenheid te zijn in overeenstemming met de vercischte eer biediging van het budgetrecht der Staten- Generaal, hetwelk zooveel te meer mag worden gevraagd, waar hel Zijn Excellentie niet onbekend was, dat tegen het bestaan van een deel der sub 2 bedoelde gelden in den boezem der Tweede Kamer ernstige be zwaren zijn gerezen? heeft de minister van financiën geant woord: Vraag 1. Deze vraag wordt bevestigend beantwoord. Vragen 2 en 3. Volgens artikel 63, lid 1 der Grondwet regelt dc Kroon de bezoldi ging van de ambtenaren. Slechts de bezoldi- RECLAME. Dit moet Uw eerste gedachte zijn bij Brand- en Snijwonden, Ontvellingen en allerlei Huidverwondingen Het verzacht en geneest 6391 ging van den Raad van State, de Alge- meene Rekenkamer en de rechterlijke macht wordt blijkens lid 2 van hetzelfde Grond wetsartikel geregeld door de wet. Zoo dra het herziene Bezoldigingsbesluit was afgekondigd, had dit dus volledige rechts kracht ;een gelijke rechtskracht als de bij de wet herziene bezoldiging van den Raad' van State, de Algemeeno Rekenkamer en de rechterlijke macht na afkondiging zal hebben. Uiteraard zullen zoowel voor het een als voor het ander te zijner tijd de gelden wor den aangevraagd, voor zoover althans de be trokken begrotingsartikelen ontoereikend blijven. Voor het loopende jaar was dit voor alsnog niet spoedeischend. wijl de toege stane jaarkredieten den eersten tijd vanzelf voldoende ruimte bieden om daaruit de ver hoogde wedden te bekostigen. De opvatting, als zou de begrotingswet gever de competentie hebben, in de bij wet of Koninklijk besluit vastgestelde wedden wijzigingen aan te brengen, waTe geheel on juist. Wèl is de begrotingswetgever formeel bevoegd, ook een post. die salarissen bevat, met een bepaald bedrag te verminderen. Maar wanneer hij dit deed, zou nog steeds aan de regeering ter beoordeeling blijven, of alsdan de wedden zouden verminderd worden dan wel op andere wijze gepoogd zou worden binnen het toegestane krediet te blijven, b.v. door vermindering van perso neel ingevolge reorganisatie. Men leze hier over Buys' Grondwet, deel I, blz. 259. Het antwoord van den ondergeteekende van 20 December 1928 bevat niets dat met het voorafgaande strijdt. ZUID-HOLLANDSCHE WATERSCHAPSBOND. De Zuid-Hollandsche Waterschapsbond heeft gisteren te Dordrecht zijn algemeen© vergadering gehouden, onder voorzitterschap van rar. P. Blussé van Oud Albla3. De toeneming van het aantal leden werd ook in 1928 voortgezet. Het aantal bij den bond aangesloten waterschappen,, dat een jaar geleden 336 bedroeg, steeg met 16. en bedraagt dus thans 352. Verder heeft de bond 387 persoonlijke en 55 buitengewone leden. De rekening en verantwoording over 1928 wijst bij een ontvangst van f. 2278.95 een voordeelig slot aan van f. 126 58. Bij het punt Mededeelingen van het be stuur zette de voorzitter uiteen, wat de heer Zaaijer, de afgevaardigde van Delfland, heeft gedaan om de verzekering der water- schapsbeziltingen te regelen en hij bracht hem onder instemming der vergadering daarvoor hulde; ook wijdde hij waardeeren- de woorden aan het adTes van den heer A. van Walsum, die moet aftreden als be stuurslid. omdat hij geen waferschapsfune- tie meer bekleedt. De voorzitter deelde verder mee. dat Ged. Staten naar aanleiding der motie uit d© Prov. Staten betreffende de loonen van het waterschapspersoneel zich lot het bestuur van den bond heeft gewend om inlichtingen en hij merkte hierbij op, dat Ged. Staten reeds meerhalen hebben getoond de mee ning van den bond te beschouwen als de stem uit de practijk. Met de door het be stuur geuite meening, dat de loonen van het personeel de vergelijking met die van ande ren goed kunnen doorstaan, verklaard© de vergadering zich accoord. De bestuurs-vacatures zijn als volgt aan gevuld: herbenoemd zijn dc heeren A, Kooij. hoogheemraad van de Vijfheerenlan- denW. P. Brunt, hoogheemraad van het groolwaterschap van Woerden; in de vaca ture-Van Walsum werd gekozen de heer C. van der Wouden D.zn., secr.-penningmees- ter van den polder den Hoek en Schuwacht te Lekkerkerk. Vervolgens heeft mr. J. Slagter, secretaris van Rijnland, gesproken over de Archiefwet en de Zorg voor de waterschapsarchieven. Naar het Engelsch van A. T. QUILLERCOUCH. «Mijn Claire." antwoordde ik met waar- "e'd. „is niet klein en niet kolossaal." precies gced van grootte?" .Ja juist de goed© grootte." J0® .lette niet op die woorden, maar ging met hetzelfde vuur, tot ik eindelijk ep- r5«te Tom, wou je die allemaal tegelijk len?" jij bent zoo ingenomen met je n keus, dat je moet schimpen op ieder een anderen Smaak heeft Ik zeg je een moet iets vorstelijks hebben, iets lestieus-, ze moet een gang hebben a's koningin en spreken als een godin. •*l)impt op mij omdat je nooit zoo iets - ÊÉZien hebt; je sluit je oogen en zegt: «staat zulk een vrouw niet. Maar Jas- v:a-s ie maar eens zien kon Sn zweeg Tom plotseling en bloosde als kind. voort wie moet ik zien?" 1,1 s blos was schoon om te aanschou- ^berl bijvoorbeeld, ik bedoelde... 'ï,e is dat Lambert?" ou je zeggen dat je nooit van Clarissa "1 hebt gehoord, de schitterendste v*n geheel Londen." „Neen nooit. Is zij aan het Coliseum ver bonden?" „Ja, natuurlijk. Zij neemt de rol van Fran- cesca. O Jasper, je moest haar eens zien! het is iets goddelijks." Nu bloosde hij weder. „Zoo, zoo," zei ik na een kleine pauze, ..je bent dus verliefd op Clarissa Lambert?" Tom keek vreeselijk bedeesd. „Wordt je liefde beantwoord?" „Jasper, praat toch zoo niet en wees niet zoo dwaas. Ik heb natuurlijk nooit een woord tot haar gesproken Zij kent mij haast niet, ze heeft maar een paaT heel onbeduidende tegen mij gezegd. Hoe zou ik, een ellendige schrijver zonder eenigen naam, tot haar durven spreken? Jasper, bevalt die naam Clarissa je? Vind je hem mooi?" „Niet half zoo mooi als Ciara" „Nonsens; Clara is een heel aardige naam, maar niet te vergelijken met Clarissa. Luis ter maar hoe het eind van den naam er iets bevalligs, iets vreemds aan geeft; hij klinkt als een naam uit de 18e eeuw! Het is een prachtige naam zoo lief en toch zoo deftig." ..En kan Francesca zoo goed vervangen, 't Is dezelfde maat." Tom's gezicht bewees dat dit ook in hem was opgekomen. „Je moest haar eens zien, Jasper haar oogen I Hoe is de kleur van de oogen van Claire?" „Donkergrijs." ..Die van Clarissa zijn bruin: ik houd meer van bruine oogenik heb altijd ge dacht dat een vrouw bruine oogen moest hebben, over de lengte zullen wij niet kib belen, maar je zult het met mij eens zijn ten opzichte van oogen, niet waai?" „Neen, zeker niet". „Het is bepaald wonderlijk," zei Tom, „het feit alleen dat een man verliefd is, schijnt .zijn smaak te bederven. En in de stem ik duif wedden dat jouw Claire een zachte, lieve stem heeft." „Als een AEol ische harp," zei ik en ik sprak de waarheid. /Natuurlijk; onverstoorde teederheid en geen enkele te hoog© noot. Maar j© moest Clarissa hooren; ik vraag je alleen maar haar tenminste eens te gaan hooren, laat die schitterende klank tenminste één oogen- blik je stomp hari ontroeren. 0, Jasper, Jasper, het gaat je door alles heenl" Tom was zeker in een zeer geavanceerde periode van zijn ziekte; ik kon het niet over mijn hart verkrijgen om hem te be spotten, zooals hij mij een maand te voren had gedaan, ik zei dus: „Heel goed, Tom, ik zal je afgod in No vember eens gaan zien. Ik beloof je niet dat zij den indruk op mij zal maken dien je verwacht, maar ik ben blij dat je een goede vertolkster hebt gevonden voor je Fran cesca; en ik ben blij Tom. dat je verliefd bent; ik denk dat dit je veel goed zal doen." „Het is een hopelooze liefde, volkomen hopeloos; zij is koud als ijs." „Wat zeg je! met die stem en die oogen! Nonsens man!" „Zij is koud als ijs," kermde Tom. „Dat zegt iedereen." „Ja, natuurlijk zegt iedereen dat, je moest er blij om zijn. want dat is het eenige waar op „wat iedereen zegt" uit den aard der zaak niet toepasselijk is. Beste man. als ze tegen iedereen vriendelijk was. ja. dan zou ik je gelooven. Uit deze woorden kunt ge begrijpen dat ik iets geleerd had van verliefd te wezen, Ik beschouwde het geval van Tem uit zulk een somber oogpunt, dat ik er eens met Claire over sprak, toen ik haar den volgen den keer sprak. „Claire." zei ik. „je hebt mij dikwijls over Tom hooren praten." „Ja, Jasper, je spreekt, zelden over iemand anders. Ik begin bepaald jaloersch van dien vriend te worden." Na het oponthoud, door deze woorden ont slaan, zei ik: „Tom is de beste kerel die er op de we reld bestaat en dat ik veel over hem praat, komt omdat hij mijn eenige vriend is. Je moest hem 'eeren kennen, ik weet zeker dat je veel van hem zou houden. Hij is zoo knap!' „Hoe heet dat genie eigenlijk? Ik meen zijn familienaam." „Wel, Loveday. natuurlijk Thomas Loveday. Wou je beweren, dat ik dat nooit verteld heb?" „Neen. nooit," antwoordde Claire pein zend. „Loveday Thomas Loveday is dat een algeme°ne naam. een die veel voor komt?" „Neen, ik geloof niet heel algemeen. Vind je hel geen mooie naam?" „Het begin wel." Hierop moe9t wel een tweede oponthoud volgen. „Maar wat ik je van Tom wou vertellen," ging ik voort, „is dat hij verliefd is: ik heb nooit een man gezien die zoo smoorlijk ver liefd is." „O!" „Iemands ander?.' verbeterde ik. „want ik was er natuurlijk even kwaad aan toe, dat begrijp je." „Wij hadden het over Thomas Loveday." >,Ja, over Tom. (.Welnu Tom, dat weet je of misschien weet je het niet. In ieder geval, Thomas heeft een treurspel geschre ven." „Heelemaal over liefde?" „Nu. niet heelemaal, ofschoon er vrij wat van inkomt, in aanmerking genomen dat het geschreven werd in een tijdperk toen de schrijver nog niet wist wat hartstocht was. Maar dat is de kwestie niet. Dit treurspel wordt in November door het Coliseum- theater opgevoerd. Ben je niet wel Claire?" „Jawel, jawel, ga voort. Wat heeft dat alles met Tom's liefde te maken?" ..Dat komt zoo aanstonds. Tom heeft den laatslen lijd de repetities nog al eens bijge woond. Hij wil mij niet laten komen voor dat het stuk geheel en al klaar is. want hij is wonderlijk zenuwachtig. Ik mag er den eersten avond pas bij tegenwoordig zijn. Ik zei dat Tom de repetities bijwoont, niet waar? En hij is verliefd geworden raad eens op wie?" Claire was 9leeds bleeker geworden. ..Ben je heusch niet ongesteld, Claire?" vroeg ik vol spanning. „0 neen. ik ben heel wei. Maar zeg op wie is hij verliefd? Hoe kan ik dat nu raden?" „Wel. op de eerste actrice, de hoofdper soon. Zij heet immers Clarissa Lambert, niet waar?" „Clarissa Lambert." „Zeg Claire wat mankeert je toch? Ben je duizelig?" Want het meisje was doods bleek geworden en zag er uit of zij flauw zou vallen. (Wordt vervolgd.)'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 9