fdtymiey'
Weroans rots
Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 6 Juni 1929
Derde Blad No. 21233
BINNENLAND.
t>vC. 3
Dié coupe: is Kreymborg coupe
Haarlemmerstraat 143.
FEUILLETON.
EERSTE KAMER.
Het Zniderzeefonds.
iens het Voorl. Verslag over de wets-
_pen lot wijziging der begrooting van
fZ'jiderzeefonds voor 1923 en tot vast
er der begrooting van dat fonds voor
p 'door de Tweede Kamer aangenomen
Qlei jl) betreurden vele leden in hooge
de ontstellende overschrijding van de
ronkelijk geraamde kosten der Zuider-
rken. Enkele leden betwijfelden of de
tsrerlegenwoordiging de wet van 25 Mei
P zou hebben aangenomen, indien toen
ijfers omtrent de kosten, voor zoover
g bekend, waren voorgespiegeld.
zaken zoo "staan en de vroegere
Men klaarblijkelijk geen vertrouwen
[verdienen, vreesden vele leden, dat liet
•;.he werk van de drooglegging der
|erzee voor ons land een gevaar zal
?a, wat de financiën betreft, en op
[ramp zou kunnen uitloopen.
miire leden wezen er voorts op, dat
|de door Waterstaat uitgevoerde con-
Ijes overdreven eischen worden g?-
J waardoor die bovendien te duur wor-
jVat def wijze van uilvoering betreft,
laen zich in het algemeen met de snel-
1 afwerking vereenigen. Enkele leden
echter de vrees uit, dat daardoor
khien de uitvoering van andere nuttige
noodzakelijke waterstaatswerken zal
pen vertraagd.
sschilleixde leden vroegen ten slotte, of
aienwerking met de Mij. tot Uitvoering
IZuiderzeewerken wel in het financieel
■'van den Staat is.
AGEN VAN KAMERLEDEN.
De stakende landarbeiders.
tl Tweede-Kamerlid de heer Schaper heeft
sinister van Justitie de volgende vragen
minister bereid, ten spoedigste een
g en onpartijdig onderzoek in te stellen
betgeen voorviel in den avond van
fc 28 Mei j.l. te Finsterwolde, toen
irechaussee een aantal schoten loste
bevolking, waarbij de persoon van
[Simens doodelijk werd gewond? Wil
Bister, zoo noodig in overleg met zijn
enooten van Binnenl. Zaken en Landb.
|jj Defensie, maatregelen treffen, dat
[politie en marechaussee niet r.oode-
't bloedvergieten wordt overgegaan?
de minister aan de Kamer mede
doen van de resultaten van zijn
oek en van de bevelen, door hem in
ie doen of gedaan?
Tweede-Kamerlid de heer Stenhuis
[den minister van Binnenl. Zaken en
louw de volgende vragen gesteld:
|let den minister bekend, dat in het
?:er Oldambt de landarbeiders bereid
|*»r een zeer matig loon te werken,
li landbouwers iff die streek weigeren,
Wrk te stellen? Meent de minister
1st daardoor moet worden erkend, dat
l i? landarbeiders aldaar geen passend
ie vinden is en de arbeiders als werk-
6moeten worden beschouwd?
minister daarom bereid, de werkver-
^gen voor deze arbeiders open te
RECLAME.
Met beste voor Uw mond
Boldoots
\TAND PASTA
Doos 20 ct.
Tube 35 ct.
Peisoneele belasting.
Het Tweede-Kamerlid de heer Staalman
heeft den minister van Financiën de vol
gende vragen gesteld:
Is het den minister bekend, dat door de
vereen. Kon. Nederl. Middenstandsbond op
ruime schaal onder de leden van de bij haar
aangesloten organisaties een circulaire wordt
verspreid, waarin wordt gezegd, dat aan
het bestuur dezer vereeniging „duidelijk is
gebleken, dat het betrekken van winkels,
hotels en koffiehuizen in deze belasting (per-
scneele belasting) niet op de wet steunt, m.a.
w., dal dus ten onrechte tot op heden deze
belastingen geheven wordt voor winkels, ho
tels en koffiehuizen" en in welke circulaire
den leden wordt aangeraden aan een actie
meae te werken om van betaling dezer be
lasting ontheffing te verkrijgen?
Is den minister eenige rechterlijke be-
slisskr, bekend, welke het zenden eener
dergelijke circulaire wettigt?
Zoo ja, is de minister dan bereid te be
vorderen, dat aan belanghebbenden terug
wGrdt betaald, zonder dat de hulp van den
rechter behoeft te worden ingeroepen, wat
Qocr hen tot heden onverschuldigd aan per-
soneele belasting is betaald?
Onvolwaardige arbeidskrachten.
Het Tweede-Kamerlid mevr. BakkerNort
heeft den minister van Arbeid, H. en N. de
volgende vragen gesteld:
L de minister niet van oordeel, dat de
Staatscommissie voor Onvolwaardige Arbeids
krachten ,die op 22 April 1.1. werd geïnstal
leerd .onvolledig is, zoolang daarin geen ver
tegenwoordigers zitting hebben van de lan
delijke organisaties van belanghebbenden, die
reeds jaren lang hebben gewerkt in het
belang van invalide arbeidskrachten?
Is de minister alsnog bereid, deze Staats
commissie uit te breiden met eenige vertegen
woordigers van bovengenoemde groepen van
belanghebbenden?
DE VISSCHERSSTAKING
TE SCHEVENINGEN.
Het conflict verscherpt.
De staking onder de Scheveningsche ha-
ïingvjaschers heeft thans een geheel ander
aanzien gekregen. Met alle gemoedelijkheid
is hel thans gedaan; conferenties hebben
niet meer plaats, het gaat nu hard tegen hard.
De reeders hebben besloten niets meer toe
te geven. Zij meenen tot het uiterste gegaan
te zijn. De reeders ontvingen gisteren bericht
van de schippersvereniging, dat de schippers
bereid zijn een kwart procent van hun loon
te laten vallen, dat dan ten goed? zal komen
aan de overige bemanning om zoodoende mede
te werken aan beëindiging van het conflict,
Van reederszijde wijst men erop, dat door
verschillende toezeggingen, door de reeders
gedaan, de loonen der matrozen zouden be
oragen 25 3/4 pet., terwijl 26 pet. geëischt
worot. Onder die 25 3/4 pel, is het mon-
teursgeld inbegrepen.
De reeders wijzen erop, dat de bonden
hoegenaamd niets hebben laten vallen en
cok met betrekking tot dit kleine verschil
oiet wenschen tegemoet te komen.
Iti reederskringen bereidt men zich voor
op een langdurige staking, die verscherping
van hel conflict met zich zal brengen. Het
schijnt thans uitgesloten te zijn, dat de schip
pers nog aan het werk zullen gaan. Giste-
rtnochtend is een aanvang gemaakt met
het bergen van netten en zeilen. De reeders
moesten zelf deze werkzaamheden verrich
ten omdat zij zeer weinig medewerking had
den. Slechts werden zjj geholpen door een
paar plaatsknechten en zeilmakers. Deze bat
sten hebben gisterenmiddag het werk niet
hervat, omdat zij door de stakers die in
groote getalen kwamen opdagen, werden
tegengehouden, 't Haventerrein was geheel
door de politie afgezet.
Het bestuur van de schippersvereniging
is gistereoochtend op bezoek geweest bij
de stakingsleiding en tracht in zekeren zin
bemiodelend op te treden. Van deze be
middeling wordt geen resultaat verwacht.
IN- EN DOORVOER
VAN EIEREN.
De minister van binnenlandsche zaken en
landbouw maakt bekend, dat met ingang
van 8 Juni 1929 in werking zal treden de
wet van 31 Mei 1929, houdende bepalingen
betreffende den in- er> doorvoer van kippen
en eendeneieren. Te beginnen met dien da
tum is hel derhalve verboden kippen- en
eendeneieren in- en door te voeren (behou
dens de gemaakte uitzonderingen voor
rechtstreekscher. doorvoer en opslag in
broeihuizen welke niet zijn voorzien van
een duidelijk en duurzaam stempel, hetwelk
met letters van ten minste 2 m.M. hoogt?,
vermeldt den naam van het land van her
komst of van welke het stempel als land
van herkomst aanduidt Nederland, tenzij,
in hel laatste geval, wordt aangetoond, dat
de eieren uit Nederland afkomstig zijn.
Ten aanzien van den opslag in koelhui
zen is door de ministers van binnenland
sche zaken en landbouw en van financiën
eene regeling vastgesteld.
BURGERLITKE DIENSTPLICHT.
De regeering heeft het wetsontwerp be
treffende don burgerlijken dienstplicht 'in
gediend in het zittingjaar 19171918) inge
trokken.
DE STAKING TE IJMUIDEN.
Het werk hervat.
De onder het personeel van den Sleep
dienst Exploitatie Maatschappij „IJmuiden"
te IJmuiden uitgebroken slaking. is opge
heven, zoodat hel werk in de visschershaven
is heTvat. Over de dpor de opvarenden der
sleepbooten dezer maatschappij gestelde
eischen, o m vergoeding voor Zondagswerk,
zal thans tusschen de directie der sleep-
boolreederij en den Cenlralen Bond van
Transportarbeiders worden onderhandeld.
RECLAME.
6002
BUITENLANDSCHE
LUCHTPOSTDIENST.
Met den wekelijkschen luchldienst Lon
denKarachi kan voorlaan ook de uit Ne
derland afkomstige correspondentie ver
voerd worden
Deze zal daartoe des Zaterdagsmorgens t?
beginnen met 15 Juni a.s. per trein naar
Genua verzonden en aldaar aan boord van
het vliegtuig gebracht worden.
Hel voor vervoer met dezen vliegdienst
verschuldigde luchtrecht bedraagt voor een
briefkaart on voor elke 20 gram wat de
overige stukken betreft, naar:
Egypte en Talestina 15 cent.
Mesopotamia en Perzic 30
Britsch-Indië 40
De aandacht wordt er op gevestigd, dat
verzending met dezen luchldienst geen ge-
spocdigmg geeft voor correspondentie naar
verder gelegen landen (o.a. Ned.-Indië).
HET PALEIS VOOR
VOLKSVLITT-TERREIN
Gisteren is door een vertegenwoordiger
der combinatie, die over den aankoop van
het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam
reeds weken onderhandelt, dit het gemeen
tebestuur aangeboden. De aanbieder heeft
eerst een bezoek gebracht bij den burge
meester, die hem verwees naar wethouder
Abrahams.
De gevraagde koopsom was den wethou
der van Publieke Werken te hoog, zoodat
onmiddellijk den belanghebbende is mede
gedeeld, dat op dien koopprijs niet kon
worden ingegaan.
VERSPREIDE BERICHTEN.
Tot hoofddirecteur van het Doofstom-
memnstituut, te Groningen, is benoemd de
heer Th. F. Hund Gebhard, aldaar.
Dié coupe, dat wil immers zeggen:
üw costuum zóó prettig passend
uw costuum zóó keurig afgewerkt
üw costuum zóó chic van model
Door Ged. Stalen van Noord-Holland
is een verzoek do door D. Breeuwer, te
Haarlem, ingediende lijst van dc Christ.
Dem. Unie, die le laat ingekomen was in
dus niet aangenomen alsnog geldig le ver
klaren, afgewezen.
Bij Kon. Besluit is benoemd tol ridder
van den Ned. Leeuw J. Dudok van Heel,
voorzitter van de afd. Amsterdam der Maat
schappij tot bevordering der Toonkunst, te
Amsterdam; lot officier der Oranje Nassau-
orde S. Dresden, directeur van het Amster-
damsch Conservatorium te Amsterdam, en
II F. J. Nolthenius, lid van het hoofdbe
stuur en voorzitter van dc afd. Laren-Bla-
ncum der Maatschappij tot bevordering der
Toonkunst te Laren NIL); tot ridder in de
Oranje Nassauorde dr. P. M. Cronheim, al
gemeen secretaris der Mij. tot Bcv. der
Toonkunst te Amsterdam.
Bij Kon. besl. is aan P. E. Bredee, op
zijti verzoek, met ingang van 1 October '29,
eervol ontslag verleend als schoolopziener
bij het lager ondenvjjs in de inspectie Rot
terdam is met ingang van 1 September 1929,
lencemd tot leeraar aan de Rijksboogerebur-
gerschool te Tiel P. de Jong, onder gelijk
tijdige toekenning van eervol ontslag als
leeraar aan de Rijkshoogereburgerschool te
Ter Apel.
Bij Kon. besl. is aan dr. ir. H. Wortman,
GUQ-directeur-gcneraal der Zuiderzeewerken,
te 's-Gravenhage, op zijn verzoek, eervol ont
slag verleend als lid van de commissie, be
doeld in artikel 3 van de Zuiderzeesteunwet
1925. met dankbetuiging voor de als zoodanig
bewezen diensten, en is benoemd tot lid dier
ccnrimissie ir. V. J. P. de Blocq van Kuffeler,
directeur-generaal der Zuiderzeewerken, te
's-Gravenhage.
Het gem.-b'estuur van Beverwijk, zegt
het „IJbld.' heeft onlangs van de directie der
Ned. Spoorwegen bericht ontvangen, dat de
electricificalie van de lijn VelsenUilgeest
met zooveel spoed zal worden aangevat, dat
de eerste proefritten 15 December 1930 kun
nen women gehouden. De verdere vol
tooiing zal dan met 15 Mei 1931 geheel ge
ëindigd zijn, zoodat met den zomerdienst
van dat jaar de electrische treinen tot Uit
geest zullen loopen.
De gewone audiëntie van den minister
van Onderwijs, K. en W. zal op Maandag
10 Juni e.k. niet plaats hebben.
De audiëntie van den minister van Wa
terstaat zal a.s. Maandag 10 dezer evenmin
plaats hebben.
RECLAME.
<~7^C &cr£.
XslZ "ffetUo.S
5994
Naar het Engelsch van
A- T. QUILLER—COUCH.
durfde haar niet weer in de opgen
T- maar om haar lippen speelde een
glimlach en haar kin kwam
L'f'ïn uit boven een volmaakt mooien
r Daaar rechterhand hield zij een takje
Ij® struik, die langs haar witte jurk
IJ*1- En zoo sloeg ik de oogen weer nec-r
P Zroud. Heb medelijden met mij. Ik
l^st nog nooit met een meisje gespro-
I fJ°ïl met een zoo schoon meisje. Spra-
en druipend stond ik daar, ik had
r'nom hard weg te loopen.
waarom hebt u u zelf zoo nat
beeft u zelf geen boot? 1? dat uw
Jfn:'t dal daarginds vastligt?" Er was
klank in haar stem.
°P2icht voelde ik mij onwijs en
Zij moest mijn blik verkeerd be-
jpiben, want zij ging voort: „Wou
er< zij begon in haar zak te tasten.
Jkd Öeen»" r^eP ik uit, ..dat niet!"
tv L'r?e,en hoe slecht ik gekleed was.
ti'. .en versleten. En dat leek nog
T_mijn bad. Zij hield mij natuurlijk
«B Velaar. Waarom ook niet? Ik
k&jiT Ult' ^aar toen 'l8®^achte ia
°P^wam, gevoelde ik mij uiterst
en vernederd. Zij moet iets der-
rohn oogen bespeurd hebben,
want een klein handje werd plotseling op
mijn arm gelegd en de slem sprak:
„Ach, vergeef het mij, als het u blieft. Het
was dom van mij. Het sipijt mij zoo."
Vergeven? haar vergeven! Ik keek een
oogenblik op en nu was zij het die de oogen
neersloeg Er was eenige oogenblikken stilte,
slecht? verbroken door de merel, die op dat
oogenblik met allerlei moeilijke variaties
bezig was. Weldra keek zij weer op en nu
keek zij heel vroolijk.
„Maar het was dwaas om te gaan zwem
men .terwijl uw boot vlak bij was, vindt u
zelf niet?"
Ik keek op, stamelde iets, zag haar in
haar eerlijke oogen en wij beiden barstten
in lachen uit
Een onwijze begeerte om haar hand te
vatten, die een oogenblik op mijn schouder
gerust had beving mij.
„Ja, het was dwaas," antwoordde ik lang
zaam en stamelend, „maar het scheen het
eenge wat ik voor u doen kon."
Zij lachte weer zachtjes.
„Gedraagt u u gewoonlijk zoo?"
..Dat weet ik niet."
Een oogenblik stilte, toen voegde ik er bij:
„Ja. weet u, u overviel mij."
„Waar was u toen ik voor het eerst ge
roepen heb?" vroeg zij.
„Ik lag in het gras vlak bij u."
„Dan zij kreeg een vuurroode kleur,
„dan moet u
„U hooren zingen? Ja."
„O!"
Weder een pauze en ditmaal besloot de
merel haar allerkunsligst gezang en zweeg.
De bruine wimpers waren neergeslagen, de
lieve oogen waren op het gras gevestigd en
het handje sloeg het takje, dat over haar
japon hing, zenuwachtig heen en weer.
„Waarom waarschuwde u mij niet, dat ik
een toehoorder had?"
„In de eerste plaats omdat het te laat was.
Toen u begon
„Wal? vroeg ze toen ik aarzelde.
„Ik sliep."
„Ach! en ik heb u gewekt. Dat spijt mij."
„Mij niet,"
Ik werd brutaler naarmate zij meer ver
legen werd. Ik keek nu op haar neder van
uit de hoogte waar ik stond en mijn hart
zwol op van aanbidding. Het was of zij een
weinig verstoord was toen zij zich oprichtte,
mij de hand toestak en op eenigszins lieren
toon zei:
,,lk dank u wel, mijnheer, voor den dienst
dien ge mij bewezen hebt." Het klonk als
een afscheid.
Ik vatte haar hand en hield die vast Het
was een heel klein handje in mijn groote,
bruine hand en toch was het of ik een elec-
trischen schok gevoelde, een heerlijke ge
waarwording. Mijn hart bonsde, mijn oogen
bleven op haar gevestigd.
Zij bloosde een weinig meer dan te voren;
zij hief de kin op en die stem was opmerke
lijk koel toen ze zei:
„Ik moet weg, mijnheer. Ik hoop dat ik u
mijn dankbaarheid voldoende betoond heb
en
„En wat?"
„Vergeef mij dat ik op het punt was u
geld aan te bieden."
Nu ging de rand van den bruinen hoed
naar beneden, maar toch zag ik dat de eer
lijke oogen verdrietig stonden.
„U vergeven?" riep ik uit. „Wie* ben ik
om u vergiffenis te hoeven schenkenl U had
groot gelijk, ik ben niet veel meer dan een
bedelaar."
De roode lippen trilden en ze glimlachte;
er kwam een kuiltje in haar wang, een
klein kuiltje, het verdween maar kwam
weer terug, de bruine hoed ging weer omlaag
en toen schitterden haar oogen van het
lachen en ze zei:
„Een stoere bedelaar in ieder geval."
Het was een heel onschuldig grapje, rnaar
liefde verei9cht geen vernuft Weer lachten
wij beiden, maar toch meer vrij uit. En
toch, de verlegenheid die toen volgde was
weer grooler.
„Moet u weg?" vroeg ik, terwijl ik mij
bukte om de boot aan te halen.
„Ja, ik moet wel," antwoordde zij verle
gen: en nadat ze een klein horlogetje voor
den dag gehaald had: „O, 't is laat. Ik zal
moeder laten wachten, ze zal den trein mis
sen. Wat zal ik toch doen? Ach mijnheer,
als je blieft, haast u wat."
Er kwam een onzinnige hoop bij mij op;
ik wees naar de boot en zei:
„Tk heb hem zoo nat gemaakt. Als u zoo
laat is. is het dan niet beter dat ik roei?
Waar moet u naar toe?"
„Naar Strailey, maar ik kan niet
„Ik ga ook naar Strailey. Toe, laat mij
roeien. Ik zal niets zeggen als u het liever
niet hebt."
Op haar gezichtje, dat nu zoo allerliefst
geagiteerd was, kwam een bijzonder aardig
blosje. „O neen, dat is het niet, ik kan het
heel goed zelf doen." Alles in haar was in
tegenspraak met haar dappere woorden
„en dat het wat nat is zal mij niet b:~
deren."
„Als ik u niet belecdigd heb dan
roeien."
„Neen, neen."
„Dan heb ik u Keleeiigd."
„Ach, denk dat toch niet."
„Ja, dat denk ik wel als u mij niet wilt
laten roeien."
Zij zwichtte voor mijn aandrang en gaf
zich overwonnen. „Maar mijn boot?" zei ze.
„Ik zal die hier achteraan binden." en in
mijn blijdschap gaf ik haar geen tijd tot ver
der nadenken, maar liep hard naar mijn
eigen boot, bond de twee booten aan elkaar
en hielp haar toen naar haar plaats. Had ik
ooit zulk een heerlijk oogenblik beleefd?
Heeft ooit een kleiner, liever handje in de
mijne gerust gedurende dat heerlijke oogen
blik? Heeft ooit een hart zoo onstuimig ge
klopt als het mijne, toen ik de boot van
onder de takken vandaan haalde en begon
te roeien?
Terwijl wij voortdreven op de stille rivier,
zwegen wij. Zij liet haar hand in het water
slepen en keek naar de glinsterende drup
pels tusschen haar vingers. Haar lange wim
pers hingen op haar wang en omsluierden
haar oogen, terwijl' ik genoot van haar
schoonheid en vreesde door een woord de
betoovering te verbreken.
Even keek zij op, zag mijn gloeiende
oogen en sloeg haar oogen beschaamd neer,
„Vergeef mij. ik kan het niet helpen."
Zij trachtte de beteekenis van die woor
den met een strengen blik te beheerschen,
maar het ging niet en toen een gloed haar
naar de wangen steeg, sloeg zij de oogen
weer op het water. Ik voor mij wist niets te
zeggen om mijn woorden goed te maken.
Ik zou haar om vergiffenis willen vragen,
maar ik kon er geen woorden voor vinden.
(Wordt vervolgd).