ttr
REPETITIE.
ANEKDOTES.
CORRESPONDENTIE.
u, sterkte hoorl" zei Lout je van Laar
haar schoolvriendin. En nonchalant
-•ar tasch zwaaiend stapte ze de hooge
ran haar huis op.
Moes! kwam ze de kamer binnen.
kindje 1 Ben je daar all" zei Mevrouw
end van haar verstelwerk.
Noor en ik hebben Tiard geloopen.
ssa huiswerk, vanwege de Paasch-
üe. Hé, ik smacht gewoonweg naar een
iheel" kwam er dan vrij nuchter en
gend achteraan.
;t ze al zuchtend haar Duitsche
kunst te voorschijn gehaald had, be-
ijverig te leeren.
:dcn een stem plots achter haar: „Dag
r! Wel, zus, jij al ijv'rig aan den ar-
't Was haar zeventienjarige broer
die juist uit het Gym kwam.
als je ziel, broer," gaf ze zonder op-
a antwoord. En toen ging ze van haar
inielen.
it een dikke tasch heb je nu toch",
lusschen twee slokjes in, „hij zal nog
itscheuren'.
komt van al de wijsheid", verklaarde
le kinderen als jij, kunnen zich nog
zoo'n dik voorwerp beroemen. En
aren zal hij heusch niet, maak je
laar niet bezorgd over, zus,"
wat een drukte! Ik zal maar niks
eggen. Je krijgt
nu niet kibbelen! Weet je wal!
3 vanavond vroeg," zei Moeder „zoo
langer kunnen jullie aan je huis-
lijven."
ik op de logeerkomer mijn werk
smeekte Loutje, „Henny en Henk
'en altijd zoo
iee!" zei moeder beslist. „Henny en
ebben ook hun werk en ik zal wel
dat ze niet moeten pralen. Boven-
't op de logeerkomer veel te koud."
aarmee was 't gesprek geëindigd.
eten ging Wim naar zijn eigen
;amertje en Loutje Ilenny en Henk
m „groole".
jon al direkl. Henk fluisterde even
any.
viel Lou uit: „Nare jongen, als je
r 3 niet houdt, stuur ik je naar be-
rj en dan tegen Henny: „En jij houdt
koest, hoor! Ik heb een massa
-werk."
wij ook", klonk het brutaal uit
n nden. En toen was het weer voor
s rustig.
i leerde ijv'rig verder.
n aeene, hé er kwam geen eind aan.
c drijkskunde was ook zoo'n boell"
alfacht klonk er een slem van be-
„Komen jullie een kopje thee ha-
zal Bet het boven brengen?"
e gingen maar liever naar beneden,
h kamer onslond een ware paniek.
en schriften werden zoo maar neer-
v En stoelen, nou daar bekommer-
zich niet om!
3r en juichkreet vielen de tweelingen
et er binnen: „We zijn al haast
Moes!"
1 zei Mevrouw, „dan ga je straks
111 kker slapen, dan ben je morgen
sch. „Lou kan dan nog wel even
1 berken."
TJ pruttelde deze, „ik ben nog niet
5 helft klaar, 't Wordt vast twaalf
zu hebben ook zoo'n massa."
s er maar vóór tienen m ligt," zei
r, beslist, „ik houd niet van dat
rijpte een plan in haar brein. Ze
tasch mee naar haar slaapkamer
n en dan op bed nog een poosje
o gebeurde het dan ook. Prompt
,n 1 kuste ze Moeder Goénacht. En
een dief sloop ze met haar tasch
aJ saphokje binnen. Ziezoo 1 Nou de
ja *3 stijf dicht. Gauw haar kleeren
y «n wip lag ze in bed. Het koordje
lamp hing ze in haar bereik dan
üs er soms iemand kwam, 't licht
snippen. Maar 't leeren viel haar
Ze moest telkens luisteren of er
and kwam. En op 't laatst kreeg
ze zoo'n slaap, dat ze het gapen met
moeite kon onderdrukken.
Toen zeb eneden de klok elf uur hoorde
slaan, knipte ze het licht uit. Ze had le
veel slaap Morgenochtend zou ze A'rocg
opslaan en dan nog wat doen.
Maar daar kwam niets van 's Morgens
om tien minuten voor half negen, kwam
ze zoo hard ze kon naar beneden hollen.
Haastig slokte ze haar boterhammen en
melk naar binnen, wal weer aanleiding
gaf lot een standje van Moe.
En toen al9 de wind naar school 1
Daar 9tond al een heel groepje van haar'
klas. allen met rampzalige gezichten.
„O, menschcn, ik weet niks!" kreunde
Jo Welkers.
„Kind, dan ben ik je lotgenoot," gilde
Loutje haar vertroostend toe; en daarbij
liet ze een harde klap op Jo s schouder
ploffen. „Ik heb gisteren den heelen avond
geleerd plus voor hel eten, en plus toen
ik op bed lag Maar zoo iels doe ik m'n
heele leven niet weer, want na een kwar
tier tolde ik al om van de slaap, 'k Was
beslist te lui om 't licht uit te knippen.
En vanmorgen leeren? Ho, maarl Ik kwam
volgens Vader met den laalsten trein be
neden."
„En ik menschen," zei blonde Greet, ,,'t
hoek is niet uit mijn handen geweest, 'k
Moest helpen afwasschen. en toen heb ik
mijn boek op het aanrecht gelegd, en toen
heb ik inderdaad nog wat geleerd."
„O, Groet, ik ben blij dat jij nog wat
geleerd hebt," zei haar buurvrouw, Guus,
„dan kun je me tenminste bijstaan."
„En mijl En mij" klonk het in koor.
„Alle joden," deed Greet verbaasd „Wat
word ik nou ineens beroemd. De menschen
zouden denken dat ik heel wat wist. Heusch
kinderen, ik weet alleen maar dat het: d^er
Schatz die Schalze, is. Daarmee is mijn
kennis dan ook totaal uitgeput."
Er 9teeg een: Hoera! voor de knapheid
van Greet op; en als om het gejuich te
versterken, ging net de bel.
Er werd nog gauw even gefluisterd, zoo
nis van: „Je papier schuin leggen, hoor
Mies,, en „Voorzeggen hoor!" of „Kaars
recht voor me gaan zitten, hoorl dan kan
ik fijn bij Nel gluren". En toen stormde
het troepje naar binnen.
Ingezonden door MARIE DE BEST.
Ingezonden door Jan van Gijzen.
Kinderlijk.
Kees vroeg aan vader: „Haan is toch
manlijk"?
Vader: „Ja jongen, en kip is vrouwelijk"
Toen zei zusje Corrie: „Dan is kuiken,
kinderlijkl"
Ingezonden door Johanna Nagtegaal,
Waarschuwing.
I* een streek van Zwitserland die dik
wijls door overstroomingen bezocht wordt,
staat ergens een paal met dit opschrift:
„Als dit. opschrift onder water staat, is de
weg niet meer begaanbaar".
O
Voordat ik dezen keer de briefjes van
mijn groote schare nichtjes en neefjes
beantwoord, wil ik het heel eventjes over
mijzelf hebben Want de raadseltante guat
met vacantiel Nu wilde ik jullie vertellen
dat ik wel raadsels heb opgegeven, zoodat
je toch allemaal wel wat te doen krijgt,
maar dar je er ditmaal geen oplossingen
van behoeft in te zenden.
Ook met de correspondentie moeten wij
een keertje overslaan.
Allemaal dus goed begrepen, hé
Over een week ben ik terug en dan gaat
alles weer z'n gewonen gang. Zoo heel
lang duurt het dan ook niet meer of er
komen weer prijsraadsels!
Hieronder volgen de namen van de
nichtjes en neefjes, die er in de afgeloo-
pen week weer bijgekomen zijn
Truida van de Ruit, Kees Pauw, Lena
Philippo, Nellie Eikel, Greta Meijer en
Jan Beekman.
Hendrika Ouwerkerk. Van jou zal ik
nu voorloopia wel geen oplossingen meer
ontvangen Maar ik krijg toch zeker wel
eens een kaart van je, met de mededee-
ling hoe je het maakt Zorg maar, Hen
drika, dat je veel eet, en als een flink ge
zond, bruin gebrand meisje terug komt.
Heel veel genoegen in Nunspeet.
Jo Nagtegaal. Wat zul je mooi zijn,
als je de eigengemaakte jurk aan hebt.
Leuk, dat de beide vriendinnen gelijk ge
kleed gaan.
Leni van Weeren Dus jij was de vorige
week ook uit Heel veel nichtjes en neefjes
zijn naar Scheveningen geweest. Ben jij ze
niet tegengekomen
Annie van Hensbergen. Ik vond het
vreemd den vorigen keer, dat jij er geen
briefje bij geschreven had. Dat ben ik hee-
lemaal niet van jou gewoon. Jij bent met
Pinksteren verbrand, en Zondag heb ik
mijn deel gekregenmijn armen doen zoo'n
pijD, dat ik ze bijna niet bewegen kan.
Hoe gaat het met je vader Ik wist niet'
dat hij in het Diaconessenhuis lag.
Piet Versluis. Zóó, zóó, ben jij kwaad
geweest, jongenttje. Gelukkig dat de bui
weer over is, anders zou ik heusch bang
voor je worden.
Neeltje Meuldijk. Maar Neeltje, jij
wilt toch niet mèt de fiets zwemmen? Ik
denk tenminste dat het jou niet erg zou
bevallen. Het zwemmen is heusch niet zoo
moeilijk, maar je moet dóórzetten, gere
geld oefenen, en niet na een paar dagen
er mee ophouden. Ik kom eens een keertje
naar je kijken.
Neeltje van Breda. Jij bent niet de
eenige, dit de vorige maal niet geschreven
heeft. Vele anderen, die anders nooit over
slaan, heb ik toen gemist. Hoe is de foto
geworden
Jo Segaar. Jammer, dat je vergeten
had de oplossingen in te zenden, vooral
nu jij ze allemaal goed had. Zijn je broer
tjes al weer beter
Johan en Hendrik Mulder. Jongens,
als jullie de kaart aan hetzelfde adres
sturen als de brieven, dan komt zij wel
over. Een andere maal vertellen jullie me
wel eens waarom Frederik niet meer mee
kan doen
Francien Hemerik. Zeker krijgt jouw
raadsel eens een plaats. Wanneer weet ik
nog niet. Je hebt natuurlijk veel genoten
in Scheveningen.
Willy de Neijs. Dat was dom van je
om met je fiets in spijkers te rijden. Daar
kunnen de banden niet tegen. Maar zoo'n
reparatie duurt gelukkig nog al niet zoö
lang. Vind jij het ook niet mooi in Wasse
naar? Je fietst er natuurlijk vaak heen
met je vriendinnen.
Mien vom Hofe. In het ,,L. D." heb ik
het verslag van het lentefeest gelezen, en
gezien dat jullie allemaal flink je best ge
daan hebben. Wat een feest heb je nog
na de uitvoering gehad 1 Gezellig, hè, met'
zooveel meisjes en jongens in een versierde
zaal te eten. Het is net of het dan veel
lekkerder smaakt dan thuis.
Riek en Trien Pauw. Als ik jullie was
zou ik er mij maar niet zoo druk om maker*
Ingez. door Gerharda en Christiaan Eggink.
Slim.
Onderwijzer: „Kiuderen, ik kan jullie nu
nog net één vraag stellen. Jan, weet jij wan
neer Karei de Vijfde geboren is?"
Jan: „Jawel, meneer".
Onderwijzer: „Wanneer dan?"
Jan: „Maar dat is niet eerlijk, meneer,
b zou ons toch maar één vraag stellen!
Ingezonden door Agatha en Laurens Platteel.
Het douane-kanioor.
Een klein jongetje, dat bij zijn vader
achterop de fiets zat, passeerde de Duitsche
grens, en zijn vader moest afstappen.
Juist vloog er een vliegmachine voorbij.
„Vader" vroeg de kleine baas „gaan ze nu
voor de vliegmachines zoo'n huisje in de
lucht bouwen?"