VOOR DE JEUGD LEIDSCH DAGBLAD Jaargang Donderdag 16 Mei 1929 No. 20 jtgWg Itlïinil ihtdilinlth nl jlttiljh ill in MET PINKSTEREN UIT, MAAR .'^oTCv*;T> «iT: «ir;» »iTï •iTi: e*^ümfë>«. v?ï X 'A hier hebben jullie nu ieder van mij Iden in je portemonnaie. Als je op "t, moet je geld op zak hebben," zei terwijl hij voor Anke en Tineke eeD blinkend geldstuk op tafel legde, at was uit logeeren gaan toch heer- e hadden nu al zooveel plezier, nu niet eens zoo ver was; hoe zou het el zijn, als ze morgen in den trein en als ze bij Tante Greet in Arnhem die zich altijd uitsloofde om aller- tjes te verzinnen. En voor Anke was j het leukst. Want die was nog nooit hem en ook nog nooit uit logeeren st. Anke was niet sterk en ze man dikwijls wat, daarom hield Moeder aai 't liefst bij zich. Maar nu dezen was alles zóó best gegaan, ze was iet verkouden .geweest en kon zeiü ten, zoodat Moeder haar nu wel mee sturen. Tineke was al eens meer bij Greet geweest en die had natuurlijk i opgewonden verhalen gedaan, over ettige. dat Anke te wachten stond, was dan ook vol verwachting. En zoo at de meisjes met z'n beiden mochten Moeder had gedacht, dat Tante al- "ke zou vragen, maar Tante schreef, nu twee logeerbedden had, dus dat isjes gerust samen konden komen, het feest nog grooter gemaakt ke Als Tante nu nog eens wat te tad, konden ze samen spelen. Ze den bal en het springtouw al in ~and gedaan. eisjes waren zoo juist in het bad 1 eo mochten in haar pyama binnen n kopje thee drinken. Maar nu zei r toch, dat ze naar bed moesten. „Ja," zei Anke, „laten we maar gauw gaan, dan is 't vlug Zaterdag. Hoe laat gaan we ook weer, Paps?" „Om half twee, als 't kantoor uit is. „Hó, wat laat! Hebt u geen Pinksterv.v cantie V' vroeg Tineke. ,,Neen, daar houden ze zich bij ons niet mee op. Maar we zijn er vlug, even over halfdTie al antwoordde Vader. En nu trok het tweetal met Moeder naar boven, de guldens in de hand. Met Sint Nicolaas hadden ze elk een eigen porte- monneetje gekregen en daar werd nu het geld in gedaan. De gewichtige reismand stond al Uali gepakt. Met plezier bekeken de meisjes alle schatten nog eens, die er in lagen: de schoone oyaraa's nieuwe lichte kousen, een doosje ITtrechtsche sprits voor Tante, zakdoeken, enz enz. En op twee hangertje* aan de deur hingen de nieuwe jurken. Ze waren inderdaad keurig gewor den met de witte kraagjes en manchetten. Ze hadden de stof zelf uit mogen zoeken en ze hadden dezelfde keus gehad: wit met een fijn rose bloemetje. „Nu zijn jullie Zondag echte Pinkster bloemen". zei Moeder. „Waarom V' vroegen beiden tegelijk. „WH., nieuwe jurken aan en nieuwe kou sen. Er zijn menschen, die op Pinksteren altijd voo! 't eerst hun nieuwe zomerklec- ren aantrekken en dat noemt men dan Pinksterbloemen." „Nu, laat ik dau maar een Pinksterbloem ziju," zei Tineke, ,,ik trek in'n mooie jurk toch aan." „En ik natuurlijk ook", voegde Anke er bij. „Dat was ook de bedoeling," zei Moeder tot geruststelling. Ze lagen nu gauw in bed en sliepen ge lukkig ook weldra in. Ik denk, dat ze alle bei wel van de logeerpartij droomden. Anke riep ten minste tweemaal zóó hard in haar slaap, dat Moeder eens ging kijken. Maar ze sliep en gaf geen antwoord, toen Moe der vroeg, wat ze mankeerde. Toen ze 's morgens wakker werden, had den ze 't natuurlijk dadelijk over de reis De zon scheen vrooiijk het aardige slaap kamertje binnen en noodde haar uit om up te staan. Tineke was dadelijk haar bed uit, maar Anke zei: „Ik ben nog een beetje lui, ik sta nog niet op." Dat vond Tineke wel flauw, maar ze had, toen ze klaai was, nog genoeg te doen op het kamertje Er waren nog allerlei klei nigheden, die ze in wilde pakkende kam, de tandborstel de pasta, enz. Toen ze haar bed afhaalde, zei ze: „kom jij er nu ook uit V' Juist kwam Moeder binnen om Anke even. te helpen Maar nauwelijks stond Anke naast haar bed, of Moes zei: „Maar kind, wat zie jij er uit 1 Je snoetje zit vol roodd vlekjes."' Tineke kwam er ook bij en keek: „O, ja, wat gek", zei ze Moeder keek eens op Anke's hals, borst en rug en ook daar zat 't vol vlekjes, zelfs op haar beenen en armen en op ha&r handjes. „Maar 'k ben heelemaal niet ziek", zei Anke met een bevend stemmetje. In dat oogenblik ging er van alles door haar klein blond hoofdje... o, verbeeld toch eens. dat de reis niet doorging! Het drietal was op eens erg uit het veld geslagen. Vader werd er ook bij geroepen en die vond 't best om meteen den dokter maar te laten komen. Je kon nooit weten, wat 't was. En natuurlijk moest ze weer in bed. Wat was dat een tegenslag! Maar Tineke was erg hoopvol gestemd. 't Kan best wezen, dat de dokter zegt, dat 't niets is. Dus laten we nog maar niet treuren." .De dokter kwam nogal vlug en onder zocht Anke grondig. „Wat i& 'tvroeg Moeder. „Ik weet niet, wat 't worden zal," zei hij. „Ze moet vooreerst in bed blijven eu u moet de temperatuur opnemen." „Dus ze kan niet op reis." vroeg Moeder. „Neen. dat mogen we niet wagen. kom morgen terug. En als zich iets bij zonders voordoet dan waarschuwt u maar even." Moedei liet den dokter uit en toen ze weer boven kwam, lag Anke erg te snik ken. Tineke was bezig haar te troosten, maar niets wou bateii. Ze had liaar al van alles beloofd, dat ze wat mooi's uit Arnhem zou meebrengen, dat ze een heeleboel prent kaarten zou sturen eD dat Anke met haar mooiste pop mocht spelen. „Waarom moet ik nu ook net ziek wor den 1" snikte Anke. „Ja, vrouwtje, daar is nu niets aan te doen. Wees maar blij, dat je nog thuis bent. Wat zou het vervelend geweest zijn, als je bij Tante niet goed was geworden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 15