DE ÖOLIJKE OESTERFAMILIE.
jff\
"ZPlq tc/
PIANO's-ORGELS
Memans rots
ïp Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 8 Mei 1929
Derde Blad No. 21210
UIT DE RAADZAAL.
BINNENLAND.
3?
L. H. BRIJNEN
FEUILLETON.
Een zitting met een naspel.
BVanneei wij over de jongste raadszitting
t iets willeD zeggen, dan zal men zeker
I kunnen bevroeden, dat dit niet is over
[agenda. Deze biedt geen stof voor ecni-
nabeschouwing, integendeel. Zelfs het
belangrijke punt van vaststelling van
vermeingvuldigingscijfer voor de plaat-
|ijke inkomstenbelasting geeft geen reden
er op terug te komen, daar het als
t <vare dooi de omstandigheden is aan
wezen: handhaving op 0.9!
fc.lastingYcrlaging voor onze Sleutelstad
ons alleen mogelijk, als de nieuwe wet
i Je tinancieele verhoudingen tusschen
i gemeenten in werking zal zijn ge
en de cijfers, door den wethouder
i financiën daaromtrent genoemd, bij
Jadering juist blijken te zijn.
p t is slechts het naspel, dat noopt om
even te recapituleerende ontevre-
t'ieid der leden van de commissie van
jbneage over het volledig uitschakelen
ler commissie bij alles, wat den Sfcad-
U-brand betreft, een ontevredenheid, dio
ftfc jn besloten kring bij den betrokken
ihnuder weerklank schijnt te hebben ge.
Ontegenzeggelijk is er nog met
gebeurd, doch bij het weinige, wat
fc wel is geschied, is de commissie geheel
Krerchakeld. De vraag mag gesteld, of
verstandig is geweest, want als va a
moest dit aanleiding geven tot het
Btrouwen, nu in den raad tot uiting ge-
Lcht, dat het college van B. en W. zuu
hen in de richting van herstel van den
]el, een wantrouwen, dat eenmaal ge-
niet maar zoo een twee drie kan
jden weggenomenzelfs niet meer door
toezegging van het college, dat het er
t aan denkt ook maar eenigszins te
Jt te doen aan de rechten van den raad
|dat het met dit lichaam overleg zi>i
a, alvorens met plannen of voorstel-
[zal worden gekomen,
lij vreczen, dat dit gewekte wantrou-
j zijn stempel zal drukken op den ver-
Id gaüg van zakenDaarvan getuigde
ieciet ook de motie-Parmentier, inge-
Id nadat B. en W. de toezegging reeds
Jden gedaan; het intrekken dezer motie
Idit getuigenis niet geheel te niet doen.
pljjft wantrouwen hangen
let was onnoodig geweest
ïbeel overbodig was eveneens de vraag
I den heer Sijtsma. die door zijn ver-
aftrekken daartoe werd geïnspi-
1 en direct in een hoek zat, toen de
kouder deze fout kwalificeerde
DE ZEEVISSCHERIT IN MAART
|E KONINGIN-MOEDER TE
ZANDVOORT.
Bezoek aan de Clara-Stichting.
koningin-moeder heeft gistermiddag
llezoek gebracht aan de „Clara-Süchting
lïndvoort.
J ongeveer 3 uur kwam zij met de auto
I de grens van de gemeente aan, waar
}trfremee9ter, de heer Van Alphen, haar
plkomde, terwijl het zoontje van den
meester bloemen aanbood,
volgens werd naar de „Clara-Stichting"
jfen. waar de koningin-moeder ongeveer
luur vertoefde. Zij onderhield zich met
^tientjes en liet geschenken voor hen
Br.
P- ongeveer half reed de koningin-
pr naar het Tramplein, waar ongeveer
kinderen waren opgesteld, die haar
fe liederen toezongen. Tot slot boden
kinderen van verschillende scholen
bloemtak aan.
farna stelden alle kinderen zich langs
ïuaat in een lange rij op tot de grens
|de gemeente en zoo deden zij wuivend
Tiichend de koningin-moeder uitgeleide.
Een algemeen overzicht.
Naar de afdeeling Visscherijen van het
Departement van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw mededeelt, hebben in Maart in
totaal 506 vaartuigen aan de zeevisscheri;
deelgenomen, tegen 474 vaartuigen in Maart
192S.
Hoeveelheid en waarde der door Neder
landsche en vreemde visschersvaartuigen
hier te lande aangevoerde zeevisch be
droegen volgens voorloopige opgave resp.
4,797.200 kg. en f. 1,680.300 (5,020,210 kg.
cn f. 1,314,550 in Maart 1928).
Onze stoomlreilers hebben in totaal in
421 reizen (waaronder 3 IJslandreizen)
3,251,300 kg. visch aangevoerd, opbrengen
de f. 1.186.050. tegen 2,994,950 kg. met eer.
opbrengst van - f. 865,525 in 390 reizen
(waaronder eveneens 3 IJslandreizen) in
Maart 192S.
In bedrijf waren 173 stoom treil ers, waar
van er één ui.tsluitend en 6 gedeeltelijk in
Engeland markten; in Maart 1928 waren
159 stoomlreilers in bedrijf, waarvan er toen
21 gedeeltelijk do vangsten in Engeland
aanvoerden.
Gemiddeld per reisdag vingen en besom-
den onze hier te lande aanvoerende stoom-
treilers, in zooverre zij de Noordzee bevisch-
len, resp. 821 kg. en f. 307 (831 kg. en f. 246
in Maart 1928).
De vangsten der stoomlreilers waren over
het geheel bevredigend en gemiddeld onge
veer even groot, als in Maart van het vorige
jaar. Opmerkelijk groot was de vangst van
tong. De vischprijzen waren zeer goed en
beduidend hooger dan in Maart 1928.
Tengevolge van den ijstoestand in de Zui
derzee werd voorts weinig Zuiderzeeharing
gevangen, waardoor de vraag naar Noord-
zeevisch veel grooter was dan anders in
Maart het geval is. In verband met een en
ander waren de besommingen van de sioom-
treilers in Maart j.l. zeer bevredigend.
Van de visscherij bij IJsland werd in een
drietal reizen 177,925 kg. visch ter waarde
van f. 36.900 aangebracht, terwijl voorts
Duitsc.he sloomtreüers in 7 reizen 101.300
kg. Xoordzeevisch ter waarde van f. 26.925
tc IJmuiden aanvoerden.
Van de sleepbooltreilers waren 7 vaartui
gen in bedrijf, die in 17 reizen fe Zoutkamp
en IJmuiden 39.775 kg. visch hebben aan
gevoerd.
Het aantal motorloggers en motorkotters,
dat in Maart j.l. voor de treilvisscherij in
bedrijf was bedroeg 119 tegen 36 in Maart
192S. Van de zeilloggers namen slechts 11
vaartuigen aan de treilvisscherij deel legen
45 in Maart 1928.
Gemiddeld per reisdag vingen en besom-
den de motorloggers en motorkotters bij de
Uitoefening van de treilvisscherij 347 kg en
f. 122 (282 kg. en f. 99 in Maart 1928^ en
de zeilloggers 112 kg. cn f.31 tegen 148 kg.
en f. 55 in Maart van het vorige jaar,
De motorloggers en motorkotters hebben
in 388 reizen 1.024,925 kg. visch ter waarde
van f 361050 (in Maart 1928 in 107 reizen
250,250 kg visch van f. 88,350) en de zeil
loggers 26.725 kg. visch van f. 7,425 in 22
reizen legen in Maart 1928: 176,375 kg.
visch ter waarde van f. 164,925 in 135 rei
zen aangebracht.
De treilvisscherij langs de Noordzeekust
met kleine vaartuigen werd minder druk
uitgeoefend dan in Maart 1928. doordat de
Erker vloot gedurende hel grootsfe gedeelte
der maand nog ingevroren lag. Van de mo-
torkustvisschersvaarluigen waren 165 vaar
tuigen voor genoemde visscherij in bedrijf
tegen 180 vaartuigen in Maart 1928 en van
de zeilkustvisschersvaartuigen met inbegrip
van de halfgedekte en open booten, 12 vaar
tuigjes legen 30 in Maart van het vorige
'jaar. Over het geheel gaf de visscherij op
kleine visch en puf langs de Noordzeekust
nog vrij gunstige resultaten. De motorkust-
visschers maakten tezamen 572 reizen te
gen 1194 reizen in Maart 1928. De gemid
delde vangst per reis van de motorkustvLs-
schers bedroeg 476 kg. tegen 373 kg. in de
overeenkomstige maand van het vorige jaar.
Nederlandsche vaartuigen hebben geen
visch. gevangen met de zeevischzegen, aan
gevoerd. Drie Deensehe motorkotters. die
met dit visohtuig hadden gevischt, hebben
de vangst van 3 reizen (11,325 kg.) ie IJmui
den aangebracht
289. iMaar terwijl, daar onder zee, de Oesters zich r harte
lijk over verheugen dat ze weer terug zijn in hun natte vader
land, loopen, boven op de menschenwereld, de arme Grietje
Puk en Pietje Puk ovèral wanhopig naar hun Oestervrienden
te zoeken. Zij hebben van de plotselinge verdwijning niets
begrepen.
290. En als Pietje op een keer dan eens tuurt uit het ven
ster van het eenzaam-geworden huis, ziet hij opeens Marinus
buiten. Hij rent dadelijk naar hem toe; misschien weet dié
iets naders af van de geheimzinnige verdwijning.
Voor de beug visscherij waren 19 sloom-
beugers in bedrijf tegen 16 in Maart 1928.
In 42 reizen werd in totaal 42,650 kg.
visch (waaronder 11 kantjes kolmaatjes ha
ring) ter gezamenlijke waarde van f. 21.450
door de stoombeugers te IJmuiden en VIaar
dingen aangevoerd tegen in Maart 1928 in
46 reizen 268,050 kg. visch ter waarde van
f. 74,000
Gemiddeld per reisdag vingen en besom-
den de stoombeugers 110 kg. ph i. 55 tegen
673 kg. en f. 188 in Maart van liet vorige
jaar.
De resultaten van de stoombeugvisschet'.j
waren zeer slecht. De vangsten der stoom
beugers waren opmerkelijk gering en dc be
sommingen dientengevolge zeer laag.
Drijfnetvisscherij op haring werd in
Maart j.l. niet uitgeoefend.
DE TOEWIJZING DER
GOLFLENGTEN.
De ontwikkeling van ons radiowezen
bedreigd
Het Tweede Kamerlid, dr. I. H. J. Vos,
heeft den minister van Waterstaat de vol
gende vragen gesteld:
Wil de minister mededeelen of het juist
is, dat Nederland zich op de radio-confe
rentie te Praag twee* golflengten heeft zien
toebedeeld, en wel die van 1875 en 298 M.?
Wanneer dat het geval is. wil de minister
dan mededeelen, waarom de Nederlandsche
delegatie op die conferentie genoegen heeli
genomen met de toewijzing van die twee
golflengten, terwijl andere en kleinere lan
den meer zendgelegenheid hebben gekregen?
Wil de minister mededeelen, waarom die
zelfde delegatie afstand heeft gedaan van
eigen beproefde golflengten van 1070 M.
en genoegen heeft genomen met golflengten
waarvan beweerd wordt van bevoegde zijde,
dal zij minder waarborgen bieden voor een
doeltreffende werking van den radio-om
roep?
Is de minister niet van meening, dat door
dezen gang van zaken de ontwikkeling van
het radio-wezen in ons land ernstig wordt
geschaad?
NEDERLANDINDIE
PER VLIEGBOOT.
Te Karachi aangekomen.
Blijkens een bij het Departement van
Defensie ontvangen telegram, zijn de Dor-
nier Wall-vliegbooten gisteren ojn 6.15 uur
te Karachi aangekomen.
ONDERSCHEIDEN TOEPASSING
VAN DE INVALIDITEITSWET?
Qp vragen van het Tweede Kamerlid
van den Heuvel
1. Is het den minister bekend, dat nr
een zeer onderscheiden toepassing bestaat
in de Invaliditeitswet, in dezen zindat
aan sommige werkgevers in den landbouw
toegestaan wordt aan het einde van den
looptijd ecner rentekaart daarop de noo-
dige rentezegels te plakken of het daarvoor
verschuldigde bedrag te voldoen, terwijl
anderen, die niet elke week plakken, des
wege een proces-verba al krijgen
2. Is de minister niet van oordeel, dat in
de landbouwbedrijven, waar de mensehen
veelal op den akker betaald worden, het
zeer gvoote bezwaren oplevert, in wat
men notrat weer en wind, zegels op een ren
tekaart te plakken
3. Is de minister eveneens niet van oor
deel. dat het verkeerd is, om werkgevers,
die in het verleden geen grond hebben op
geleverd voor het vermoeden, dat zij zich
aan hun verplichtingen pogen te onttrek
ken, uit oorzaak van hun niet wekelijks
plakken te verbaliseeren en dat het voor
deel, dat het Rijk misschien heeft bij we
kelijks plakken, verre achterblijft bij het
nadeel, om op deze wijze de sociale ver
zekering impopulair te maken
4. Is de minister bereid een soepele toé-
passing dei premiebetalingsbepalingen te
bevorderen en, zoo noodig, door een wets
wijziging jaarlijksche premiebetaling door
landbouwers mogelijk te maken 1
heeft de minister van arbeid, handel en
nijverheid, geantwoord:
1. Van de zeer onderscheiden toepassing
der Invaliditeitswet, als onder vraag 1 om
schreven, is ondergeteekende niets bekend.
Hij zal echter naar die toepassin geen oei-
derzoek doen instellen.
2, 3, 4. In verband met het antwoord op
vraag 1 kan ODdergeteekende voorshands
niet antwoorden op de vragen 2, 3 en 4.
graad van geoefendheid te verkrijfgen en
dien daarna te behouden? Is de minister
l overtuigd, dat bij de opleiding der laatsle
jaren voldoende gelegenheid wordt geboden
om zich te oefenen in het bedienen der
moderne vliegtuigen? Vreest de minister niet
dat de jongere vliegers, ook al worden zij
bij de K. L. M. aangenomen, niet over de
noodige routine zullen beschikken om de
zeer verantwoordelijke taak, waarvoor zij
dan geroepen zullen zijn, naar behooren te
vervullen?
DE TONGSTE
VLIEGONGEVALLEN.
Vragen aan den minister.
Het Tweede Kamerlid, de heer Van Boel-
zelaer van Dubbeldam, heeft den Minister
van Defensie de volgende vragen gesteld;
Kan de minister eenige verklaring geven
van de talrijke, ongetwijfeld ook ten zeerste
door hem betreurde ongevallen, die de laat
ste maanden hebben plaats gehad bij de
vliegdiensten van leger en vloot? Is de mi
nister niet van meening, dat een al te groote
beperking van het aantal vlieguren het per
soneel in den weg staat om een voldoenden
DE STAKING
IN HET HOUTBEDRITF.
Een conferentie met den Rijksbemiddelaar
op Vrijdag a.s.
Men meldt uit Zaandam:
Nadat gistermorgen de bemanning van
het stoomschip ..Wilton" met de lossing der
houtlading was begonnen, is na eenige uren
het werk weer stop gezet, op telegrafisch
verzoek der Zweedsche zeelieden-organisa
tie, welke door de I.T.F. van een en ander
op de hoogte was gebracht.
Dit besluit werd door de slakers, die in
vergadering bijeen waren, met gejuich be
groet.
De directeur-generaal der P.T.T. heeft aan
de directie van het postkantoor te Zaandam
last gegeven, dal de exemplaren van het
perscommuniqué der werkgevers, welke ter
bezorging huis-aan-huis waren afgegeven,
inderdaad moeten worden besteld.
Door de bestellers was twijfel gerezen
omtrent de geoorloofdheid der bestelling van
een niet neutraal sluk.
Met de bestelling is inmiddels begonnen.
Minister Kan heelt aan de werkgevers
organisatie medegedeeld, dat hij den crisis-
steun aan de stakende bootwerkers
stop zet.
Door den Rijksbemiddelaar mr. S. de
Vries zijn de bij het houtconflict betrokken
partijen tot een conferentie bijeengeroepen
op Vrijdagmiddag 3 uur, te Den Haag.
RECLAME.
LEIDEN - TURFMARKT 7
OOK IN HUUR EN HUÜRKOOP
A*aar het Engelsch van
A T. QUILLERCOUCH.
judl de hoeken al bij, dat een groot ge-
U 3- Ze komt dikwijls eens aan en
ln ae kamer zitten. Zij wantrouwt
j zeg dat dit verkeerd is, want hij
die hem waarschuwde tegen den
ze'* no°it- Jenny is dol op:
^apd. dat zal een groote troost voor
l in. nu jii 7.00 lang weg blijft, ze zegt
m wil ieeren schrijven als je thuis-
|L *Dl ie blijft altijd zoo lang weg en
n wij niets. En ik doe wonderen
ar onderwijs, dat Zal ze je zeker'
word" 'n ^en ^*er bii inge"
I scLrijft ook aan jou, maar
Éerwr,nj Ra*uurliik op het kantoor.
Lr ,e.rl m'i altijd dat hij niet op het
l<je eöl®ven is, want hij heeft nooit
«!en ?e"DudenIk vergat je nog te
fWat e vreemd toen hij vertrok,
ns:' onrust of ik gehad heb het
i kan 11 'k zo° 2evroon tegen ie
ri.p,-.. op pen afstand. Maar nu
Nan je liefhebbende vrouw
pl Lucie Rail ton.
■Uat h#» Vee^ was n*e* en
Vl n*et veel licht wierp op het
€e dr"°r °DS (")ora L°V0<^aV tas
'le maal over; toen vouwde hij
den brief op en keek mij aan, over zijn
bril heeD
„Zei je niet, dat die vent, die moordenaar
Rihodojani, Engelsch sprak?"
„Net zoo goed als ik. Hij en die andere
spraken aldoor Engelsch samen."
,.En sprak hij over Jenny?"
„Hij zei zoo iets als; Jenny, die geen man
kon krijgen, en toen gaf John Railton hem
een 9lag."
„Dan is hel zoo klaar als de dag. dat hij
Simon heette en niet Georgio. En dan zou
ik er ook heel wat voor willen verwedden,
ofschoon ik niet van wedden houd, dat hij
evenmin Rhodojani heet als ik Methu-
salem."
Hij zweeg een oogenblik. in gepeins ver
zonken: toen resumeerde hij:
„Deze Lucy Railton is de vrouw van John
Rail Ion en houdt een herberg, „Welkom
thuis" geheeten, te Plymouth. Simon, dat is
te zoggen Rhodojani, was verliefd op Lucy
Railton en zijn gedTag was vreemd, zegt zij,
voor zijn vertrek; maar hij beweerde de
vriend te wezen van John Railion en uit
heigeen je zegt, moet hij verbazenden in
vloed gehad hebben op den ongelukkigen
man. Simon, hooren wij. is een geleerde,"
ging mijn oom voort, na den brief nog eens
ingekeken te hebben en ik zie hier het
woord „kantoor", zoodat hij waarschijnlijk
klerk was en op zee ging om de een of
andere particuliere reden en haalde Railton
over om het hem mee te gaan. misschien
met hetzelfde plan. misschien om een
andere reden. In ieder geval, het schijnt dat
het hoog tijd voor Railton was om ergens
naar toe (e gaan.
Oom Loveday straalde van trots over zijn
eigen schranderheid Hij beantwoordde mijn
bewonderende aandacht met een bescheiden
wuiven met de hand en ging toen voort
plechtig te kuchen als iemand die een troef
kaart wil uitspelen.
„Zooals ik zeg Jasper, die vent moet een
bepaald doel gehad hebben om hém van de
kantoorkruk af te halen en mee op zee te
gaan, een vast beraamd plan en uit hetgeen
wij nu van den man weten, een goddeloos
plan. Nu is het de vraag: Wat voor plan?
Op de Rots, zeg je, beschuldigde hij John
Railton, dat hij een zeker testament in zijn
bezit had. Je vader vertrok uit Engeland
met een testament in zijn bezit. Dit is merk
waardig, om niet een erger woord te gebrui
ken, heel merkwaardig; maar ik zie niet in
hoe wij dit in verband kunnen brengen met
Simons plotselinge liefhebberij voor de zee,
want hij kon met geen mogelijkheid gehoord
hebben van Amos Trenowelh's testament."
„U en tante waren de eenigen waarmee
vader er over gesproken heeft."
„Ja juist, en je vader (vergeef mij Jasper)
was geen dwaas en liep zijn plan niet rond
te bazuinen door dc straten van Plymouth
toen hij passage nam. En toch is het heel
merkwaardig. Je vader is in Plymouth aaD
boord niet dat daar zooveel merkwaar
digs in is; honderden menschen gaan daar
iedere week aan boord zij kunnen best
aan boord gegaan zijn voordat je vader
kwam. Maar Jasper, kijk wat maak je daar
uit op?"
Ik boog mij over den brief heen en waar
mijn ooms vinger heenwees en ras: „Hij
zegt. dat je er goed aan gedaan hebt te
gaanWave."
„Welnu oom?"
„Wel jongen, wat maak je daaruit op?"
„Ik kan er niets uit opmaken."
„Niét? Je ziet dat eene woord ..Wave."
„Ja."
„Hoe heette het schip, waar je vader op
uitzeilde
„De „Golden Wave."
„Juist, de „Golden Wave." Nu wat maak
je daaruit op?"
„Oom zat achterover in zijn stoel geleund
en keek mij over zijn bri'l aan met een ge
zicht of hij de hoogste troef had uitgespeeld
en uitkijkt, welken indruk dat maakt. Een
zeker bewustzijn van verdienste en verwach
ting van goedkeuring bezielde hem. Zijn
doorzicht deed mij versteld staan, hij zag
het en dal mishaagde hem niet. Nadat hij
eenigen tijd gewacht had voegde hij er bij:
„Ik kan mij natuurlijk vergissen, maar
het is merkwaardig. Ik geloof niet, dat ik
mij vergis, wanneer ik opmerk wat het be
wijst. Het bewijst ;ten eerste, dat deze twee
schavuiten, want schavuiten waren het alle
bei, zooals wij moeten aannemen, niet
tegenstaande het droevige uiteinde van
John Railton, het bewijst, zeg ik, dat die
twee met je vader aan boord waren. Zij
kwamen met hem naar huis terug, leden
schipbreuk en je vaders lijk werd gevonden
vermoord. Een bewijs, een gering bewijs
misschien, maar toch opmerkenswaardig,
dat duidt op hen Als nu bewezen kon wor
den. dat zij wisten, bij hun vertrek of reeds
eerder, van je vaders voornemen, dan zou
het ons helpen. En naar mijn idéé bewijst
deze brief, dat het een of andere booze plan
de reden is geweest waarom zij aan boord
gingen. Wal denk je daarvan?"
Oom Loveday schraapte zijn keel en keek
mij weer aan met een zekeren trots op zijn
diagnose. Wij zwegen eenigen lijd.
Komaan Jasper, wat denk je er van?
herhaalde toen mijn oom.
„Ik vind. dat wij liever in -het blikken
doosje moesten kijken."
„Sapperloot! Er zit toch wat bij dien jon
gen! ik was dat doosje heelemaal vergeten."
De doo9 was ongeveer negen centimeter
lang en 6 breed en ongeveer 6 diep. Het blik
was gevlekt door het zeewater, maar het
deksel zat er stevig op en zat vast met een
grendel en een pen. Oom Loveday haalde er
de pen uit en lichtte met moeite het deksel
op. Er lag een stevig opgerold pak papie
ren in. onbeschadigd naar het scheen. Hij
haalde ze er uit, streek ze glad en deed ze
voorzichtig open.
Toen hij het handschrift herkende, liet hij
de hand zakken en zonk achterover in zijn
stoel.
„Lieve hemel 1"
„Wat is er oom?"
„Het is het schrift van je vader."
Ik keek naar dit laatste bewijs dat de zee
aan de kust had geworpen en las:
„Dagboek van Ezechiel Trenowelh van
Lantrig."
HOOFDSTUK VIII.
Bevat het eerste gedeelte van mijn vaders
dagboek; zijn ontmoeting met den heer
Elihn Sanderson van Bombay; en
mijn grootvaders manuscript.
Het was inderdaad mijn vaders dagboek,
op zoo wonderlijke wijze voor ons behouden.
Toen wij dit 'evenloos getuigenis zaten aan
te staren, twijfel ik niet of ons beider harten
waren vervuld met diepen eerbied voor de
afziende Voorzienigheid. Niet veel meer
dan vier en twintig uur geleden was mijn
vader den diempel van zijn huis binnen
gedragen en nu was zijn stem uit de stilte
van een andere wereld tot ons doorgedron
gen om ons het geheim van zijn dood te
openbaren. (Wordt vervolgd).