DE 00LIJKE OESTERFAMILIE. mantels BEEKMAN oodemans rots O'fc Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 1 Mei 1929 Derde Blad No. 21204 BINNENLAND. KOREVAARSTRAAT FEUILLETON. de vertaardag VAN PRINSES TULIANA. Belangstelling voor het vnmwerk. I het Haagsch Comité voor Volksfees- - werd zooals telkenjare gebruikelijk is, gis- en3vond een vuurwerk afgestoken. Hoéwei het in den vooravond nog gere- i had. is het weder tijdens het vuurwerk fgced geweest, zoodat de belangstelling de zijde van het publiek verre de ver- ci.ting overtrof. Oni halftien kwamen de auto's het Malie- i oprijden, waarin de Koningin, de Prins 3e Prinses hadden plaatsgenomen. Vanuit de auto's keken de vorstelijke per- r,et naar het vuurw erk. Ook Minister Lam- -r burgemeester Patijn, benevens verschil de bestuursleden van het Haagsche Comité ,r Volksfeesten waren onder de aanwezi- Door een tweetal kinderen werden aan Koningin en de Prinses bloemen aange- en. Het vuurwerk werd besloten met een groot k. waarin in het midden te lezen was: Leve rses Juliana, i Sa het laatste stuk reden de vorstelijke •ener. weer weg, luide toegejuicht door de uigte- Brussel kwam de Nederlandsche kolo- bijeen in de groote zaai van het Holland- die schitterend versierd was. Er wer- verschillende redevoeringen gehouden, ij. o.m. de familie Speenhoff voor de ige variatie zorgde. o E NIEUWE WET OP DE N.V. En haar toepassing. Hel Tweede Kamerlid de heer Knottenbelt tden minister van Justitie de volgende LUCHTVERBINDING NEDERLAND—INDIE. Zijn de berichten juist, dat bij de beban- j ten dep. van Justitie van aanvragen ministerieel? verklaring, bedoeld bij 36e van het Wetboek van Koophandel.: lezwaar wordt gemaakt tegen opneming statuten van de bepalingen, verval in art J3g en f3h van genoemd wetboek, rloc strekkende, dat ook wanneer geen «ping der aandeelhouders tot de alge- ne vergadering heeft plaats gehad en de te behandelen onderwerpen niet medegedeeld, de algemeene vergadering aandeelhouders met algemeene stem- i wettige besluiten kan nemen, wanneer geheele maatschappelijke kapitaal ia Icgenwoordigd; b. bezwaar wordt ge kt tegen opneming in de statuten van bepaling, daartoe strekkende, dat er ot meer commissarissen zullen zijn, anneer de algemeene vergadering van eelhouders tot benoeming zal besluiten, ijl voor dal geval de statuten de taak r commissarissen omschrijven? Zoo deze vraag op beide onderdeeten of fén daarvan bevestigend zou worden he it, aan welke wetsvoorschriften r.t de minister dan de bevoegdhéid. om bezwaren tc maken, te kunnen ont- 7'Ode minister mocht meenen een be- aai als in de eerste vraag sub b, bedoeld, i'unnen ontleenen aan het voorschrift van 50 van het Wetboek van Kooph., is dib •''rung dan gegrond op een gebleken be ding van den wetgever, om door de ênwoordige bepaling van art. 50 af te i van de onder vigueur van het voor- art. 44 regelmatig door de Kroon ge- de opvatting, dat facultatiefstelling v. "oeming van commissarissen in slatuten geoorloofd, of door welk ander motief t de minister zich dan bij zijr. bezwaar en? RECLAME. 3313 Regeeringsvoorstellen aan de Tweede Kamer. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp tot bevordering van het onder houden van een luchtdienst tusschen Neder land en Nederlandsch-Indië door de K. L. M. In de Memorie van Toelichting wordt op gemerkt. dat art. 2 der overeenkomst van 1927 de K. L. M. verplicht zooveel mogelijk de tol-stand-koming van de luchlvërbindjng mei lndië na te streven. De maatschappij rekent den dienst in 1931 geregeld, waarschijnlijk éénmaal per week heen en terug, le kunnen aanvangen. Met hel oog op de voorbereiding, de aanschaffing en beproeving van daarvopr bestemd mate rieel en de opleiding van personeel, zullen reeds spoedig uitgaven moeten worden ge daan en bestellingen worden gepla-itst, waartoe in tusschen eerst ook kan worden overgegaan, wanneer de Maatschappij ook omtrent hel verkrijgen van de later noodige bedragen zekerheid bezit. Het is begrijpelijk, dal ouder de tegenwoordige omstandigheden voor dit doel zonder waarborg nog geen particulier kapitaal is le verkrijgen. De slaat zal daarbij dienen te helpen. Het nationaal belang, dat bij dc luchtverbinding is be trokken, spreekt, naar de meening der Re geering, voor zichzelf. De kapitaalverschaffing is gedacht deels in door het Rijk (e nemen aandeclen, deels in een geleidelijk en naar behoefte le plaat sen obligaiieleening, waarvan het Rijk rente en aflossing waarborgt. Voor het bedrag, noodig voor de voorbereiding en de eerste aanschaffing van materieel, t.w. omstreeks 27» millioen gulden, is de eerste vorm ge kozen. Voor het verder noodige zal de uit gifte van obligaties dienen. Zoodoende zal wellicht eerst obligatierente behoeven te worden betaald, wanneer de dienst in gang is en inkomsten worden verkregen. Aangenomen wordt, dat op de exploitatie geen aanmerkelijke verliezen behoeven te worden geleden, omdat verwacht mag wor den, dat het publiek voor deze verbinding met haar groote tijdwinst in vergelijking met andere middelen van vervoer voldoende hooge prijzen zal willen betalen. De Staat zal in den Raad van Bestuur het grootste aantal vertegenwoordigers heb ben; hun getal wordt daartoe van twee op vijf gebracht door een wijziging van art. 10 der overeenkomst, die het totaal getal leden brengt van vijf op negen. Evenals tot'dus verre moet de aanwijzing van de niet na mens den Staat gekozen leden geschieden naar genoegen van den Minister. Het ligt in de bedoeling voor twee der drie nieuwe namens den Staat te ven-uilen plaatsen aan te wijzen een vertegenwoordiger van den Minister van Financiën en een in overleg met den Minister van Koloniën te benoemen lid.Om de vertegenwoordiging van den Staat niet uitsluitend ambtelijk te doen zijn wordt bepaald, dat althans één lid uit het bedrijfs leven zal worden gekozen. In den uit ten minste zeven leden samen te stellen Raad van Commissarissen zal de Staat twee leden aanwijzen, terwijl de aan wijzing van de overigen naar genoegen van den Minister moet zijn. De Minister van Waterstaat acht het met zijn ambtgenoot van Koloniën gewenscht, dat ten aanzien van het toezicht, dat elk der beide Departementen, het eerste op de K. L. M., en het tweede op de K. N". I. L. M. uitoefent, zooveel mogelijk naar een per soonlijken band gestreefd wordt, welk doe! zou kunnen worden bereikt door dengeen. die de functie van Regeeringscommissans bij laatstgenoemde Maatschappij bekleedt, te vens te benoemen tot lid van den Raad van Bestuur der K. L. M. Door de nieuwe samenstelling van den Raad wordt de waarborg verkregen, dat de belangen van de Departementen, die bij de luchtvaart-maatschappijen in het bijzonder betrokken zijn, naar behooren zullen worden behartigd en dat de belangen van den Staat en van de particulieren naar redelijkheid jegens elkaar worden afgewogen. Omtrent de levens voorgenomen uitbrei ding van het aandeelenkapitaal van f. 5.100 000 lot 10 millioen wordt opgemerkt dat met de thans voorgestelde uitgifte van 27» millioen ten name van den Staat het be- 277. „Welkom thuis, kinderen, welkom thuis vrouw en lieve vriendin Zeekat", roept vader Oester als ze eindelijk ergens op den bodem van den oceaan zijn beland. En met innige verrukking nemen ze allen het landschap rondom in zich op. Hoe hebben ze er zoo lang zónder kunnen leven? 278. Maar.... nu dringt zich een praktische vraag op; waar zijn ze eigenlijk? Vader Oester heeft menigmaal ver teld dat hij den weg onder zee wel geblinddoekt vinden kon, maar c]at was heusch een beetje grootspraak; zelfs zonder blinddoek kan hij hem nu niet vinden naar huis! drag aandeelen in portefeuille zou zijn uit geput. Uitsluitend ora ter wille van een ver dere toekomst meer ruimte te scheppen, wordt van de thans zich voordoende gelegen heid tot verruiming eenvoudigheidshalve al vast gebruik gemaakt. Aan de Memorie van Toelichting is o.a. toegevoegd een door de K L. M. overge legde toelichtende nota. AFSCHEID VAN Dr. Ir. H. WORTMAN. Een drnk bezochte receptie. In een der zalen van het gebouw van het Kon. Instituut van Ingenieurs is dr. ir. H. Wortman gisterren gehuldigd bij zijn af scheid als directeur-generaal der Zuiderzee werken. TeT receptie verschenen naast oe leden van het. huldigingscomité, die tevens vertegenwoordigers van ingenieursorgani saties waren, ongeveer driehonderd per sonen. allen uit ingenieurs-, waterstaats en andere technisch-weten9chappelijke krin gen, benevens een aantal dames. Er wer den verder ook vele schriftelijke gelukwen- schen bezorgd, o.m. van den heer H. Co- lijn, voorzitter van den Zuiderzeeraad, van dr. Posthuma, thans nog vice-president van den Zuiderzeeraad, prof. Thierens uit Delft. dr. Th. v. d. Waerden, ir. Albarda, mr. H. Smeengc. leden van den Zuiderzee raad, prof. v. Mourik Broekman en een groot aantal ingenieurs. Het eerst voerde^ het woord de heer ir. M. H. Damme, voorzitter van het Comité. Hij getuigde namens het comité van de waardeering, die men heeft voor het werk van den heer "Wortman. Spr. bood hem 'een portretpenning aan, vervaardigd in de ateliers voor edeiemeed en penningkunst ..Koninklijke Begeer'' te Voorschoten. Daarbij is gevoegd een album bevattende een caligrafische oorkonde, die aldus luidt: ,,Dr. Ing. Hendrik Wortman, Inspecteur-GeneTaal van den Rijkswater staat met verlof, Directeur-Generaal der Zuiderzeewerken, Eerelid van het Konink lijk Instituut vaD Ingenieurs." Minister van der Vegte sprak namens den Rijkswaterstaat en deelde dr. Wort- onanw benoeming mede tot commandeur in d-' orde van den Xed. Leeuw. Vervolgens is er gesproken door dc heeren mr. G. Vissering e*i ir. R. A. van Sandick, waar na dr. Wortman allen hartelijk heeft be dankt voor hun bewijzen van waardecring. Des avonds is een feestmaaltijd gehouden. AFSCHEID MR. DR. KOSTER. Als recretaiis-geneiaal van het Departement van Koloniën. In de Rolzaal van het gebouw der Grafe lijke zalen aan het Binnenhof te 's-Gravcn- luigc heeft de Minister van Koloniën aan het personeel van zijn Departement een thee aangeboden in verband met het aftre den van mr. dr. M. S. Koster als secretaris generaal. Nadat legen vier uur de dames en heeren zich in grootcn getale daar verza meld hadden, heeft dr. Koningsberger den heer Koster in hartelijke bewoordingen toe gesproken, er o.m. aan herinnerende, hot hun beider loopbaan hen gedurende wel haast vijftig jaren in eikaars nabijheid had gebracht. Vervolgens werd het woord gevoerd door den administrateur van het departement, jhr mr. O. C. W. Six, die den heer Koster op volgt. Spr. besloot met den vertrekkenden chef namens liet departementspersoneel zijn beste wenschen aan te bieden en hem als getuigenis van aller sympathie een bloemen hulde en een souvernir tc overhandigen. De heer Koster beantwoordde beide spre kers, wien hij dank zegde voor de door hem vertolkte gevoelens, waarbij hij met waar deer ing gewag maakte van den goeden geest op liet Departement. Hij onderhield zich daarna nog geruimen tijd met velen der aanwezigen, als wier chef hij heden aftreedt. DE REIS DER VLIEGBOOTEN. Bagdad bereikt. De vliegbooten op weg naar Ncderlandsch- Indië zijn gisterenmiddag om 4.45 uur te Bagdad aangekomen. CHRISTELIJKE FABRIEKS- EN TRANSPORTARBEIDERS. In Den Haag is de tweejaarljjksche alge meene vergadering van den Nederl. bond v<pi Christelijke fabrieks- en transportarbei ders gehouden. Dc voorzitter, de heer W. Strjjbis, schetste de geschiedenis van den bond; spr. legde er oen nadruk op, dat het Christelijk begin sel onvereenigbaar bljjft met de socialisti sche gedachte. Steeds meer wordt er ge streefd naar afsluiting van collectieve con tracten en verbetering van de rechtspositie oer arbeiders. Daarna behandelde spr. het werk van den bond voor de komende periode.' Ter vergadering waren, vertegenwoordigd 95 afdeelingen. Uit het jaarverslag bleek, dat over 1927 378 nieuwe leden werden ingeschreven en over 1928 838. Na uitgebreide gedachtenwissseling besloot de vergadering tot fusie met den Christel, zeeliedenbond. Het voorstel van het bondsbestuur om (e participieeren in hol bedrijfskapitaal van hot vacantieoord (e Putten, aangekocht door het Christelijk Nationaal Vakverbond werd z. h. s. aangenomen. Daarna werden nog eenige toespraken ge houden, waarna de vergadering werd ge sloten. CENTRALE BOND VAN SPOOR- EN TRAMWEGPERSONEEL. Vanwege dezen Bond is eei voltallige bondsraadvergadering gehouden te Utrecht. Deer den heer Cramer, bondsvoorzitter, werd in de voormiddagzitting een uitvoerige uiteenzetting gegeven van het Bondswerk over 1928, waarbij tevens eenige belangrijke punten, due op den Beschrijvingsbrief voor het op 13 en 14 Mei a.s. le Amsterdam te houden Congres voorkomen, werden behan deld. In de middagzittir.g had daarover de dis cussie plaats. De Bondsraad bracht) hulde aan het hoofd bestuur voor zijn werk en beleid over 1928. Met instemming werd' kennis genomen van de mededeelingen over den vooruitgang in ledental en van wat gedaan werd om de concentratie der neutrale vakbeweging le bevorderen. VERSPREIDE BERICHTEN. Men meldt ons uit Deventer: Een merkwaardige erkenning van de be- teekenis van onze Nederlandsche Kunst nijverheid ligt wel in het feit, dat de N.V. Koninklijke Vereenigde Tapijlfabrieken. on danks het hooge Amerikaanscho Invoer recht, een zeer belangrijke opdracht kreeg voor de levering van handgeknoopte Deven ter Tapijten voor het groote Haddon Hail Hotel te Atlantic City (V. St.), Dit Hotel, dat deze zomer geheel gereed zal zijn. bevat dan bijna 700 logeerkamers, benevens vanzelfsprekend een reusachtige Hall en een groot aantal publieke zalen. RECLAME. WIJ BRENGEN EEN GROOTE SORTEERING IN STOFFEN Z00ALS U NERGENS ZULT VINDEN. Naar het Engelsch van A. T. QUILLER—COUCII. fl) Ik had nooit gelogen tegen mijn moeder 11 ik het kon haast niet meer uithouden. c woorden bleven mij in de keel steken en haar droevige oogen vervulden mij met prf»eging. ..Jasper, lieve jongen, wat mankeert jc? aaro:n doe je zoo vreemd?" Ik probeerde verbaasd te kijken, maar ik Het was ellendig. Ai <?ed ik nog zoo mijn best, ik scheen mijn r,geo niet in mijn macht te hebben-, ik kon 1,11 kijken in die oogen. die mij zoo ernstig anzagen. ••Oom Lovedav zal straks aankomen, llij J- U'1 laar de kap ik wil zeggen naar E,en zeeman en zei dat hij later hier zou 6önien." [.Hoe zi5(Jie man er uit?" [.mP die vraag kon ik 't haast niet langer an"s°i en *^an ^en eenen kant mÖn doods- Le® Voor kapitein en aan den ande- torla troevende verbazing. met het l0^n dc aarde mij zou verzwelgen, en b 'Fs ^(*n er een vreeselijk vermoo- Tac mfJn moec^er °P te komen, om •'.asr-'er! hel kan toch niet je ^39?" n'e* bedoelen <jat het zijn schip moeder, neen! Met vader, is alles goed. Hij zei geloof ik dat het zijn schip niet was." Goddank! Maar je houdt iets voor mij verborgen. Wat is het? Lieve Jasper, wat heb je verzwegen?" „Moeder, ik geloof dat het de „Mary Jane" was. Maar het was niet vaders schip. Met vader is alles goed. Maar moeder, vraag mij niets meer, oom Loveday zal n ailles vertel len. En rk ben niet wel, moeder. Ik denk Te weinig slaap en dc opwinding van dien morgen hadden mij uitgeput. Moeder be dwong haar verlangen er nog meer van te hooren en bracht mij zorgzaam naar bed; zij dacht dat ik oververmoeid was. toch vreesde zij nog iets meer dan dat. Ik lag dien geheelen morgen in bed. maar kon niet slapen. De wraak van dien vreese- lijken man scheen het kleine kamertje en de geheel© atmosfeer te vervullen met afschuw en schrik. „Ik kom soms in bed bij hen en «oms achter hen aan wanneer zo niet om kijken." Die woorden'klonken nog steeds in mijn ooren en konden niet gesmoord wor den door de dekens. Eindelijk, tegen een uur of twaalf, sliep ik in, maar het was. een onrustige slaap, want in mijn droom zag ik alles en hoorde ik ieder geluid dat herhaald werd nog fantas tischer en akeliger dan tevoren. De Doode- mans Rots verhief zich uit een zee van van bloed, waaruit honderden spookachtige gezichten oprezen en ieder gezicht geleek op het verwrongen gelaat van John of van den kapitein. Overal zag ik bloed, op hun hemd. hun gezicht, hun handen, in plassen op de rots. in strepen op het schuim der golven. Terwijl ik lag te woelen in mijn bed. ge folterd door dat afschuwelijk schrikbeeld in mijn oogen en ooren, stierf het geluid lang zamerhand weg door het zachte gemurmel van twee welbekende stemmen cn ik sloeg de oogen op en zag mijn moeder en oom Loveday voor mijn bed staan. „De jongen is wat koortsig," zei mijn oom; „hij is zijn schrik nog niet le boven." „Stil! Hij wordt wakker," antwoordde mijn moeder en toen ik de oogen opendeed boog zij zich over mij heen en kuste mij. Hoe onuitsprekelijk lief was die ku9 na do nachtmerrie van mijn droom! „Lieve Jasper, ben je nu beter? Blijf nog wat liggen en probeer nog wat te slapen/' Maar ik wou dolgraag weten wat oom Loveday le vertellen had. ik ging opzitten en begon hem uit le vragen. Maar het wa^ niet veel bijzonders.ofschoon hij veel om haal van woorden gebruikte en het dus al heel wat leek. Het kwam ongeveer op het volgende neer; „Er was één lijkje aangevoerd het lijkje van een heel klein kind, dat bij het Polkimbrastrand was aangespoeld. Dit zou een hulpmiddel zijn om een onderzoek in te stellen-. dc lijkschouwer zou 's middags uit Penzance komen met een tolk om den vreemden zeeman te ondervragen, die een Griek scheen te wezen. Men had niet veel van hem begrepen en hij liet niet veel los, maar hij scheen te kennen te geven dat het schip uit het zuidwesten tegen de Doode- mans Rots was aangeslagen; de achterzijde was stuk geslagen en toen verdwenen 'n het diepe water. Het moest gedurende den vloed gelieurd zijn want er werd een groote hoeveelheid koffie en mandenwerk gevonden op de kust. waar bij vloed de zee over land stroomt. Hieruit maakt men op dat het on heil geschied was omstreeks vier uur in den morgen; mijn moeder en ik keken elkaar aan, want wij herinnerden ons beiden dat 'het omstreeks dien tijd was geweest dat wij dien woesten wanhoopskreet gehoord hadden Het diende nergens toe le trachten inlich tingen te verkrijgen bij den Griek zonder folk en ook was er niets op de kleertjes van het kind dal ons iets wijzer kon maken. In de pastorie had men den vreemdeling van kleeren en voedsel voorzieü; hij zou dien middag ondervraagd worden. Tot nu toe wist men den naam van het schip nog niet Toen dit punt besproken werd, keek mijn moeder mij weer aan en ik was doodsbang, dat ze mij weer wat vragen zouden over d© ..Mary Jane". Moeder zag echter wel. dat ik geen verklaring wou of kon geven. z° zuchtte dus en zweeg. Maar toen oom Loveday ontbeten had en opstond en aankondigde, dat hij weg moest, om bijtijd? tegenwoordig te zijn bij het on derzoek, vroeg mijn moeder tot onze groote verbazing, of ze mee mocht gaan. Oom ver moedde niets van haar doodsangst, hij lachte er eerst om en haalde Salomo aan. die wei nig vertrouwen had in de wijsheid van een vrouw en h'j ging daarin zoo ver. dat ik mij afvroeg wat tante Loveday wel gezegd zou hebben als hij zulk een onderwerp had dur ven aanroeren in tegenwoordigheid van zulk een verstaifdige vrouw. Toen hij echter zag, dat mijn moeder niet van haar plan was af te brengen, gaf hij eindelijk toe en stelde zijn wagentje to* haar beschikking Tot haar verbazing vroeg ik of ik ook mee mocht gaan cn na eenige bezwaren kreeg ik mijn zin. Zoo gingen wij allen op reis naar Po kiinbra. achter het goed doorvoedde paardje van oom Loveday. Er stond een klein troepje menschen voor de deur van het Schippersherbergje. toen wij aankwamen. De coroner scheen pas ge komen le zijn en het onderzoek kon dus dadelijk beginnen. In dien tusschentijd was hel publiek reeds druk bezig met verondcr- tellingen ten beste te geven. Zij gingen ech ter uit den weg voor mijn oom; bij zulke gelegenheden was hij een persoon van ge wicht, het kostte dan ook geen moeite toe gang te krijgen naar de Roode Kamer, waar het onderzoek zou plaats hebben. Toen wij de gang doorliepen, verschrikte ik geweldig door den papegaai van den waard, hel dier leek meer dan ooit op tanle Elisabeth en riep maar steeds „de heele bemanning ver loren! do hccle bemanning verloren! God zij ons genadig'" Zijn harde, scherpe slem klonk in mijn ooren. toen de deur openging en wij tegenover den coroner stonden. Ik geloof, dat de heele Roode Kamer van dc-' schippersherberg vol was, en daar het .onbeduidendste gerechtelijke onderzoek op zijn minst de tegenwoordigheid van twaaif man vereischt. moet hot er aardijr vol ge weest zijn Maar zoodra ik mijn, voeten ov-t den drempel gezpf had. wa«» er voor mij maar één gpzicht maar één paar oogea. maar één verschrikkelijke gedaante, één dien ik mij bewust was, ééu dien ik vreesde. Ik zag hem dadelijk en hij zag mij; maar behalve dat zijn wreede oogen schitterden en zijn lippen een oogenblik spierwit werden en strak, hij verried geenszins, dat hij zich mijn tegenwoordigheid bewust werd. De lijkschouwer en rechtsgeleerde was aan het woorl toep wij binnenkwamen, maar zijn slem 'Junk voor mij ut de verte Oom Lovedav >gd*» getuigenis af. ik heb opn flauwe herinnering van twee zijner glim mende kn apen, maar van niets meer. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 9