DE 00LIJKE OESTERFAMILIE.
'oodemans rats
70sle Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 27 April 1929
Derde Blad
No. 21201
Buitenl. Weekoverzicht.
BRIEVEN UIT BERLIJN.
FEUILLETON.
Ontwapening en Herstel.
Ontwapening en Herstel, het zijn de
beide onderwerpen van den dag, op dit
moment. Zij beheerschen de algemeene
politiek. Dubbel jammer daarom, dat in
beide vraagstukken nog altijd geen schot
te zien.'
Zeer karakteristiek voor de voorberei
dende ontwapeningsconferentie is ongetwij
feld een uitlating van den eersten Russi-
Khen vertegenwoordiger Litwinoff. Deze
noemde in een baloorige bui de conferentie
(en kerkhof voor alle pract-isohe ontwape
ningsplannen en hensch, hij is niet ver .van
waarheid verwijderd, hoezeer men het
eok gaarne anders zou wenschen! Over-
icerschend ter conferentie is en blijft de
geest van wantrouwen, die helaas maar al
zeer de wereld omstrikt houdt. Niet in
eerste plaats wordt gevraagd naar de
beteebenis der voorstellen, neen, wel naar
zijde, vanwaar zij komen. Dientenge-
zal het zeker geen verwondering wek
ken, dat de Russische en Duitschc voor
dellen eenvoudig van de baan zijn ge-
erkt en daarmede formeel alles, wat wer-
ijk de ontwapening had kunnen bevor-
Wat is overgebleven ter afdoe
ing, is een schamel beetje
Gibson.
Was in liet begin der week de Ameri-
;aansche vertegenwoordiger, Gibson, niet
met een nieuw voorstel betreffende ontwa
pening ter zee losgekomen, de hoele con-
erentie zou niet anders dan één volslagen
fiasco kunnen worden genoemd. Nu is al-
lans de eer gered! Meer te beteekenen
leeft Amerika's voorstel echter ook niet,
laar, gelet op de voor de deur staande
erkiezingen in Engeland, momenteel geen
icslu'C mag worden verwacht, zoodat het
Imerikaansche op-gang-breng-voóvstel voor
•erst toekomstmuziek zal blijven, zij het
in aangenaam aandoende melodie...
Zeer duidelijk demonstreert evenwel
Amerika ansche compromis-poging,
zeer wordt gezien naar de herkomst der
Mistellen De ontwapening ter zee zou
•P deze bijeenkomst met worden aange-
I. Engeland wilde er niet van weten;
i'W nu oom Jonathan toch deze materie
tafel brengt, nu wordt het direct goed-
onden
Ta. men kan de Vereenigde Staten toch
iet voor het hoofd stooten
In het nieuwe Amerikaansclie voorstel
'fdt in zekeren zin een belangrijke con-
tsie gedaan. Totdusver hielden de Ver-
ugöe Staten vast aan een maximum too
nmaat voor alle schepen tesamen. Teder
zt»r, de toegestane tonnenmaat mogen
roeden over de diverse typen van schn-
zooa-ls het dat zelf verkoos. De slag-
diepen vielen daarbuiten, daar immers
regeling daarvoor is getroffen, de z.g.
eling van Washington. Nu willen •Ie
erikanen van hun vroegen* standpunt af-
'ikep en ook rekening honden met andere
tngen, die van belang zijn, als ouderdom
r schepen, kaliber der bewapening, snel-
d etc,, en zoodoende ook een maximum
'r de vele typen aanvaarden. Zij komen
daarmede ©enigszins in het Fransehe
schuitjeBoncour deed destijds al een voor
stel in dezen geest, dat toen echter niet
werd geaccepteerd.
Door deze veranderde zienswijze van
Amerika en Gibson verzekerde nadruk
kelijk, dat president Hoover daarmede ac-
coord ging. hetgeen de meening wekt, dat
Hoover minder afzijdig tegenover Europee-
sche verhoudingen staat dan zijn voorgan
ger gloort ontegenzeggelijk eenige hoop
aan de kim. Er is weer kans op een her
vatting der besprekingen, .dio afgebroken
waren, doch, gelijk reeds opgemerkt, direct
kan dit niet, daar Engeland zich op dit
oogenblik niet wil binden, met Lagerhuis
verkiezingen voor den boeg. Misschien zal
Gibson zijn plan nog nader uitwerken en
meer in details toelichten, doch behandeld
za! dit plan in deze zitting niet meer wor
den Hoezeer het noodig is, dat tot een
compromis ernstig wordt gestreefd, dat
toont het voornemen van Japan 1
Als teeken van groei der vredesidee un
der het volk kan men naar Denemarken
wijzen. Men zal zich wellicht herinneren,
hoe het soc.-dem. kabinet St aiming tenge
volge van bet voornemen om het leger
terug te brengen tot- een politieleger sneu
velde en werd opgevolgd door een minder
op dit punt vooruitstrevend ministerie Mad-
sen Mygdal. Nu echter het Folketing ou-
nieuw moest, worden gekozen, hebben do
soc.-dem. als eenige partij winst behaal©
en samen met de radicalen beschikken zij
juist over een meerderheid!
En waar als zeker mag worden aangeno
men, dat Stauning thans zal terugkeeren,
keert ook bovengenoemd ontwapeningsplan
terug, zij het met nog weinig kans op suc
ces, daar dc Eerste Kamer onveranderd
is gebleven.
Ontwapening is echter een van die din
gen, waarvoor met recht geldt: frappez,
frappez, toujours!
Het kleine resultaat der ontwapenings
conferentie wordt zoo mogelijk nog over
troffen door hetgeen is bereikt op de bij
eenkomst der financieele deskundigen te
Parijsin negatieve zin Gelijk te voorzien
was, is de conferentie niet afgebroken,
zooals gevreesd werd. Of in zekere kringen
gehoopt, moeten we misschien zeggen om
der waarheid geen geweld aan te doen.
Het is toch opvallend, hoe van de zijde
van enkele persorganen letterlijk alles is
gedaan, om de conferentie eenvoudig als
totaal mislukt voor te stellen en in die
richting een groote propaganda is gevoerd.
Dit zoowel aan Fransehe als aan Duitsehe
zijde, zij het ook, dat de eerstgenoemde
de kroon heeft gespannen Men heeft ais
reden al opgegeven, dat de bedoeling was
om Briand en Stresemann een beentje te
lichten, doch chat lijkt ons wat te simplm-
tisoh.
Doch, zooals reeds gezegd, de conferen
tie is niet afgebroken en verbazen doet
dat niet. Voor beide partijen staat immers
te veel op het spel en daarom zal men tot
bet uiterste gaan om te trachten althans
cenig resultaat te bereiken. Zoo ooit, dan
gchlt hier voor alle partijenbeter een
half ei, dar» een leege dop' Kan het groote
niet tot stand worden gebrachtbet uit
eindelijk vaststellen der Duitsehe schade
vergoeding, dan zal men ongetwijfeld pro
be eren een regeling te vinden voor de
eerste 10 of 15 jaren niet bepaling, dat men
dan verder zal zien. In die richting schijnt
ons zelfs nu al te worden gestuurd.
Men vergete niet. dat ook de Dawcsve-
geling reeds in het gedrang is gekomen,
waar cle Duitsehe bank van haar goudre
serve heeft moeten afstaan en het disconto
verhoogen. Dat zou een beroep op de
transfer-bepalingen kunnen billijken en zoo.
doende cle geallieerden voor groote moei
lijkheden kunnen stellen: ook financieel!
RECLAME.
dei-
li/ant Xl 's
271 De heele familie maakt zich mi reisvaardig, want in
den brief staat, dat zij zich naar de nabijgelegen stad moet
begeven en zich daar in de haven inschepen. Na een roerend
afscheid van Grietje en Pietje Puck, die er niets van begrijpen,
vertrekt de autobus.
272 In de haven ligt een Ircilcr en aan boord daarvan
worden de Oesters verwacht. Met welbehagen snuiven ze allen
de zilte zeelucht in. Dan kijken ze, voor het laatst in rnen-
schongedaante aan den vasten wal, nog eens om zich heen
„Het was een aardige ondervinding", zegt vader Oester, „maar
nu verlang jk toch naar mijn vaderland".
(Van onzen correspondent.)
Berlijn, 20 April.
Zij is er, de lente. En als gewoonlijk ver
zoent zij ons onmiddellijk met het leven. We
denken niet meer aan al die nare dingen
om ons heen. Het leed van den al te langen,
onmogelijk-strengen winter is snel vergeten.
Ons ontbreekt de lust om in de sensatiebla
den de lange verslagen te lezen over telkens
weer zelfmoorden van scholieren, bedriege
rijen bij groote banken, huwelijksplannen
van de jonge gravin Stolberg, weinige weken
nadat haar vader vermoord werd en haar
oudste broeder als verdacht van vadermoord
in de gevangenis werd opgesloten. We wil
len ons niet ergeren, maar de vroolijkc zijde
van het leven zien 'en in de toekomst ge-
looven.
En waarlijk, er is genoeg om, als Hollan
der in Berlijn, verheugd over tc zijn.
Daar hebben we in dc eerste plaats het
vooruitzicht op 1 en 3 Mei a.s. onzen be
roemden dr. h. c. Willem Mengelberg en zijn
prachtige musici van het Concert-gebouw
orkest weer eens dc hand te mogen drukken.
En te hooren, natuurlijk Mia Peltenburg
komt als soliste voor het eerste concert
mede, en de snel lol wereldvermaardheid ge
stegen jonge Russische pianist Wladimir
Horowitz, die in Nederland ook zooveel cus-
ces gehad heeft cn in Berlijn slechts voor
uitverkochte zalen pleegt te spelen, zal zich
op den tweeden avond met de Amsterdam
mers doen hooren.
Het zal de tweede maal zijn. dat het
Amsterdamsche orkest in zijn geheel onder
Mengelberg die hier voor den oorlog wel
meer als gasldirigent i9 opgetreden ge
noten zal kunnen worden.'De eerste maal
speelde liet ensemble hier op 20 en 21 Octo
ber 1922 eveneens in de groote zaal van Te
Berlijnsche Philharmonic. Deze beide con
certen beteekenden toen. zoo kort na den
grooten oorlog, voor Berlijn een sensatie.
Het Duitsehe volk had toen nog geen con
tact met de groote mogendheden, die het
vier jaren lang in de loopgraven van een
minder vriendschappelijke zijde had loeren
kennen; en in die tijden waren de „kleine
neutralen" bij de Duitschers zeer in trek.
Het was dan ook geen wonder, dat in Ber
lijn spoedig na de revolutie een „Deutsch-
Niederlandische Gesellschaft" tot stand
kwam, die zich in de allerhoogste bescher
ming verheugen mocht cn welker openbare
demonstraties steeds bij voorbaat van suc
ces verzekerd konden zijn. omdat Duitsch-
land nu eenmaal dankbaar van deze gele
genheden gebruik wenschle tc maken om dc
verbindingen met het buitenland opnieuw
aan te knoopen.
Van die gelukkige omstandigheid profi
leerde het Amsterdamsche orkest in 1922.
Ik wil daarmede natuurlijk volstrekt niet
zeggen, dat het de Övergroole belangstelling
der Berlijners om zijn gronte artistieke
prestaties niet volkomen verdiende. Maar
het was voor de'stemming toch ten zeerste
bevorderlijk, dat de Duitsehe Rijkspresidcnl
in de zaal verscheen cn voor het eerst n;i
at die jaren van strijd en binnenlandschc
oneenigheid den Duitschers door een vreemd
orkest hun zooeven herkregen gemeenschap
pelijk volkslied toegespeeld werd. Het was
een bof voor onze landgenooten geweest,
dat een cere-comité, waarin naast onzen ge
zant en den Duilschen Rijkskanselier de
kopstukken van handel en industrie, kunst
cn politiek pers en ambtenaarswereld zit
ting hadden tot een bezoek aan beide con
certen opwekte.
De beide concerten werden onder zulke
omstandigheden tot een waarlijk hoog-po'i-
tieke demonstralie. Dagen te voren was er
geen plaats meer te krijgen. Op de avonden
zelf moest bereden politie te hulp geroepen
worden om te verhinderen, dat al te fana
tieke belangstellenden, die geen kaarten
hadden kunnen machtig worden, de contro
leurs om varenden en zich gelijk dal
vroeger wel eens gebeurd was met ge
weld een gratis staanplaats veroverden.
Mengelberg pn zijn kunstenaars werden
door den Gezant, wijlen baron Gevers, in
de ambassade ontvangen en eveneens door
Rijkspresident Eberl op een thee in diens
paleis begroet En de Duitsehe bladen ves
tigden weken tevoren in uitvoerige geïl
lustreerde artikelen dc aandacht op deze
demonstratie.
j Wellicht verwachten vele leden van ons
Amsterdamsche orkest, dat zij ditmaal op
soortgelijke wijze ontvangen zullen worden?
Ik geloof goed le doen door hier van Ie
voren een waarschuwend woord te doen
hooren. Berlijn van 1929 is niet meer het
Berlijn van 1922. In die zeven jaren zijn
de betrekkingen tot andere groote mogend
heden hersteld. De beste Duitschc okesfen,
dat der Philharmonic in Berlijn cn het
Gewandlhaus-orkcst in Leinzig, zijn den
tijd der malaise te boven en staan weer
met dc Philharmoniker te Weenen aan den
spits der Europcesche orkestmuziek.
In 1922 bracht midden in de inflatie
ons Amsterdamsche orkest nog gelden
bijeen, die het den collega's der Berlijnsche
Philharmonic ten geschenke aanbood om
de Duitsehe musici in grooten nood bij te
staan. Nu vcrleencn de 9taat Pruisen en
de stad Berlijn aan orkesten en opera's
subsidies, die in de millioencn marken
loopen. en groote dirigenten als Walter. Furt-
wangler. Kleiber cn Klemperer verdienen
met gemak hun honderdduizend gulden
per seizoen.
De Berlijner9 zijn opnieuw verwend op
muzikaal gebied. De critici hier welen na
tuurlijk heel goed. hoe voortreffelijk onze
Amsterdammers spelen. Maar zij zien ook
grenzen van dc Hollandsche prestaties, die
het Nederlandsclie concertpubliek bij ge
brek aan de mogelijkheid tot vergelijken,
minder of in het geheel niet opvallen
Een der bekendste Berlijnsche beoor
deelaars zei me dezer dagen: „Stellig is uw
Mengelberg-orkest prima. Maar ik stel het
toch niet op één lijn met Berlijn. Leipzig
en vooral Weenen. Dat allerlaatste aan
gevoclvollen toon, dien allerhoogstcn gloed
van' den rasmusicus hebben uw mannen
niet. Dat ligt in don volksaard. Bij de
Hollanders blijft altijd een restje nuchter
heid, waardoor zo ons niet volkomen kunnen
meeslepen."
Deze criticus staat in zijn oordeel niet
alleen. Hel is typisch voor hel oordeel der
Duitsehe muziekkringen.
Ivan men dii9 ook ditmaal naast bewon
dering cn eerbied ook veel op- en aanmer
kingen venvachten ook het uiteriijk beeld
zal anders zijn dan zeven jaren geleden.
Rijkspresident von Hindenburg is een
andere persoonlijkheid dan zijn voorganger
Èbert, die veel jonger was en een groote
liefde' voor muziek had. Een ontvangst bij
den ouden veldmaarschalk moeten onze
kunstenaars niet verwachten; een ver
schijnen van het Hoofd van Staat in een van
beide concerten evenmin. De heer Hinden
burg is bovendien dc laatste weken tamelijk
ernstig ongesteld geweest cn zal voor een
uitgaan in de avonduren niet te vinden zijn
Dus zal het wel blijven bij de plannen,
die ditmaal de .Deutsche Philipsgesell-
schafi", een dochter onderneming van de
Phi li ps-fa brieken in Eindhoven, met onze
kunstenaars heeft.
Ben ik goed ingelicht, dan heeft deze
onderneming het plan op den avond na het
cersle concert Mengelberg en zijn mannen
een souper in het „Kaiserhof" aan te bieden
en dc orkestleden den vrijen dag tusschen
beide concerten met sightsceincars door
Berlijn en Potsdam te leiden. Een vriende
lijkheid, die zeker op hoogen prijs zal wor
den gesteld.
De gezant graaf Van Limburg Slirum zal
bij dit souper aanwezig zijn en men hoopt,
dat ook vele vooraanstaande Duitschers van
een uitnoodiging om onze kunstenaars te
huldigen, gebruik zullen maken. Of Mengel
berg da'n nog tijd zal vinden een diner le
zijner eere op 2 Mei in het Nederlandsch Ge
zantschap bij te wonen, zal dezer dagen wel
nader beslist worden.
Maar c»f beide concerten opnieuw uitver
kocht zullen zijn en Berlijn als in 1922
eenige dagen in het teeken „Nederland" zal
staan?
Ik hoop hel van harte. Maar kan er
voorloopig nog niet aan gelooven....
ROLAND.
Naar het Engelsch van
A T. QÜILLER—COUCII.
n minuul ongeveer bleef hij rustig
■l3an om onzen schrik aan te zien.--terwijl
„e Stimlach duivelsch minzaam werd. Er
geen woord gesproken. Wat mijn met-
Pezel deed weet ik niet, maar ik kon mijn
!°n niet van dat duivelachtige gezicht ai-
enden
L'ndelijk begon hij te spreken met een
z°ete stem; van iemand met zulke
ibnP? Tas d'e 9*em akelig en vreemd om
n 'e hooren
i^e'-We'. dat treft aardig," zei hij. „Een
n kafneraad gezond en wel voor je te
ln lerwij! je dacht dat hij op den bodem
in- e z^e 'ae. dat is een van de prettigst?
*n die je bedenken kunt, hè vriend?
frillen 39C^ le zi*tpn van "eon troost te
en t Tlen' *GGI1 P'e*zier meer in k-°t
m e "^ben, omdat een oude scheeps-
nte«i; 00^ is en verdronken en dan
D" Voor hem te staan die hetzelfde
Potselj
voelt, er is niets dat met zulk een
jnoe?en (p vergelijken is. niet waar
Ba JohnDog een beetje verbaasd to
Re kunne- '9 baast te gelukkeg om. waar
wij* z!ln ^enk je zeker Ja. dat is een
n 1® goede hart. dat noem ik een
bewijs van echt gevoel. Maar je bent altijd
een ware vriend geweest, een waar je op
rekenen kunt. niet waaT John? Waarom zeg
je niets, John, waarom zeg je niet dat je
blij bent je ouden vriend le zien, gezond
en wel?"
Johns lippen trilden en er scheen iets in
zijn keel te zitten, maar hij zei niets.
„Ach John, je bent altijd heel gevoelig
geweest, nu is de vreugde je te machtig.
Kijk, dat was juist iets voor jou, je was al
tijd zoo echt hartelijk, en dal je nu dc muls
op hebt van een ouden schecpskameraad ais
een hartelijke herinnering. Neen John, ont
doe er je niet van."
De ongelukkige man tastte met trillende
vingers naar de muts. nam haar af en legde
haar naast mi] op de rots neer. maar hij
sprak geen woord.
..En wie is die jongen. John? Ach, jc hebt
altijd gauw vrienden om je heen gehad,
ledereen houdt van je of ze willen of niet.
Lucy hield ook van jou, en ze wou mij niat
aankijken hè? Jij was altijd zoo aardig en
zon bedaard John. behalve misschien als je
wal veel gedronken hadl; en dan zelfs
meende je het niet kwaad: het was maar om
gekheid te maken, hé John?
Johns gelaat werd nog wat blecker en er
zat weer iets in zijn keel, maar hij sprak
nog geen woord.
„Wel. wel. John, in ieder geval is het een
buitenkansje je te zien en je ziet er zoo
goed uit ook Wel wel, dat wij met ons
tweeën de eenigen waren, op den kluifboom
gezeten, toer» h°l schip tegen de klip stootM
Maar zeg eens Tohn was er niet nog een bij
ons? Nu ik er goed over denk. geloof ik dat
er nog een bij was. Wat is er daarmee ge
beurd? Is hij er afgesprongen John?
Eindelijk kreeg John de spraak terug.
„Neen, ik geloof niet dat hij er af sprong.'
Die woorden kwamen er uit met heesche
stem en met moeite. Ik keek hem aan; hoe
koud en huiverig hij ook was, hel zweet
stroomde hem van het gelaat.
„Neen. dat verbaast mij. Waarom niet?"
Geen antwoord.
„Weet je dat wel zeker, John? Want,
weet je, het zou dood jammer zijn als hij op
deze woeste kust geworpen was. zonder zijn
oude vrienden weer te zien. Ik hoop dus dal
je er geheel zeker van bent John; denk er
nog eens goed over
„Hij is er niet afgesprongen."
„.Niet?"
„Hij is gevallen.
„Arme vent!" arme vent!" Die woorden
kwamen er uit op een zachten. medelijden
den toon. „Er is zeker geen vergissing mo
gelijk omtrent zijn treurig einde?"
„Ik zag hem vallen. Hij liet los en viel
het is heilig waar. kapitein, het is heilig
waar. Zoo is het gebeurd; hij liet los
en viel. Ik zag hot mei mijn eigen oogen en
kapitein, het was jou mes."
Met groote moeite en een zenuvvachligen
blik. die dwaalde van den kapitein naar
mij, bleven John's oogen eindelijk rusten op
het water.
De kapitein keek hem scherp aan. glim
lachte zachtjes, klemde zijn dunne lippen
op elkaar alsof hij onhoorbaar floot en
wendde zich tot mij.
„Je kent John dus, jongen. Hij is een goede
vent, die John, een rustig, flink Christen-
menseh. eeo goede kameraad voor jonge
menschcTi. Hij vloekt niet. hij drinkt niet,
geen van die ondeugden heeft John Rail-
ton; en zoo waarheidlievend! hij was de
waarheid zelf! Hij zou geen leugen willen
zeggen al kreeg hij er de schatten der we
reld voor. Hef is een geluk voor je, zulk een
vriend (e bezitten. Je treft het niet dikwijls
zoo goed met zulk een kameraad!
Ik keek ongelukkig naar dat voorbee'd
van waarheidsliefde om te zien hoe hij dit
geluk opnam, maar zijn oogen waren nog
steeds op de zee gericht.
„Dus je hebt hem zien vallen, John? Wie
zag hem sterven? Ik, zei de waarheid
zelve en je hebt goede, heel goede oogen,
John. En toch. de arm*» kerel is verdwenen;
maar John, al heb je nog zooveel genegen
heid voor den ongelukkigen doode, denk je
niet. dat het nu een goede gelegenheid zou
wezen het testament voor te lezen? Wie
weet of wij drieën elkaar ooit zullen weer
zien en ik weet zeker dat onze jonge vriend
hoe heette hij ook weer? Jasper? o ja-, ik
weet wel zeker dat onze jonge vriend Jasper
gaarne het testament zou hooren voorlezen,
al is dat een aandoenlijke geschiedenis.
Er was een duivelsche uitdrukking in dc
oogen van dien man. John zag dien blik en
zijn oogen kregen een woeste uitdrukking,
als een wild dier dat in 't nauw is gebracht.
„Testament? Wat bedoel je? Ik weet er
niets van ik heb geen testament ontvan
gen."
„Neen. jij zelf niet, John jij zelf niet.
maar het kon wezen dal je iets wist van het
testament door wij zullen zeggen door
een ander Denk er ^ens over na, John,
haast je maar niet. denk er eens over na.'
„Ik weet van geen testament."
„Stil. stil John Denk aan onzen jeugd:
gen vriend Jasper. Daarenboven je was
immers zulk een goede vriend van den over
ledene zulk een echte vriend en je
was op de hoogte van al zijn geheimen,
John, ik weet dus wel zeker als je er maar
eens rustig over nadenkt, dat je het je zu't
herinneren; jij. die hem de laatste oogen-
blikken hebt nagegaan, die hem zag, „val
len' zooals je zegt, nietwaar?"
Geen antwoord
„Kom, kom. John; het spijt mij dat ik ?r
op moet aandringen, maar werkelijk, onze
jonge vriend en ik moeten antwoord van je
hebben. Want bedenk wel, John. als je wei
gert op ons verzoek in te gaan, dan zijn \v j
we! genoodzaakt, legen onzen zin natuur
lijk, maar toch ia. we zullen genoodzaakt
zijn met met iemand anders er over t®
gaan praten Maar je begrijpt zelf hoe ellen
dig dat wezen zou."
„Drommelsche kerel drommelsche
vent!"
John's stem was nog hecsch en heel z.ach',
maar toch was er iets in d;e "tem dat met
duidde op hoop norh sprak van vrees.
„Goed dan: drommelsche kerel ah je wil',
maar de duivel moet hebben wat hem toe
komt. zooals je weet.'
„Ja, John, een duivel dan of geen duivel,
ik wacht op je. En dat ik moet hebben wit
rnij toekomt nu een gelukkige kerel zona
jij zal daar niel« tegen hebben En jij hebt
Lucie gekregen. John. wat kan je nog me«r
begeeren? Wij wilden haar allebei hebben
en nu zit ze thuis op inu 'e wachten H- t
zou ellendig voor haar zijn als ik haar de
tijding kwam brengen dat je in de gevan
genis zat te treuren ik «tel maar iet?,
John en de kleine Jenny zou niet veel vrijers
meer hebben als het bekend werd dat haar
vader ik veronderstel dat jij haar vader
bent
(Wordt vervolgd)