DE 00LIJKE OESTERFAMILIE. 'oodemans rats 70sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 27 April 1929 Derde Blad No. 21201 Buitenl. Weekoverzicht. BRIEVEN UIT BERLIJN. FEUILLETON. Ontwapening en Herstel. Ontwapening en Herstel, het zijn de beide onderwerpen van den dag, op dit moment. Zij beheerschen de algemeene politiek. Dubbel jammer daarom, dat in beide vraagstukken nog altijd geen schot te zien.' Zeer karakteristiek voor de voorberei dende ontwapeningsconferentie is ongetwij feld een uitlating van den eersten Russi- Khen vertegenwoordiger Litwinoff. Deze noemde in een baloorige bui de conferentie (en kerkhof voor alle pract-isohe ontwape ningsplannen en hensch, hij is niet ver .van waarheid verwijderd, hoezeer men het eok gaarne anders zou wenschen! Over- icerschend ter conferentie is en blijft de geest van wantrouwen, die helaas maar al zeer de wereld omstrikt houdt. Niet in eerste plaats wordt gevraagd naar de beteebenis der voorstellen, neen, wel naar zijde, vanwaar zij komen. Dientenge- zal het zeker geen verwondering wek ken, dat de Russische en Duitschc voor dellen eenvoudig van de baan zijn ge- erkt en daarmede formeel alles, wat wer- ijk de ontwapening had kunnen bevor- Wat is overgebleven ter afdoe ing, is een schamel beetje Gibson. Was in liet begin der week de Ameri- ;aansche vertegenwoordiger, Gibson, niet met een nieuw voorstel betreffende ontwa pening ter zee losgekomen, de hoele con- erentie zou niet anders dan één volslagen fiasco kunnen worden genoemd. Nu is al- lans de eer gered! Meer te beteekenen leeft Amerika's voorstel echter ook niet, laar, gelet op de voor de deur staande erkiezingen in Engeland, momenteel geen icslu'C mag worden verwacht, zoodat het Imerikaansche op-gang-breng-voóvstel voor •erst toekomstmuziek zal blijven, zij het in aangenaam aandoende melodie... Zeer duidelijk demonstreert evenwel Amerika ansche compromis-poging, zeer wordt gezien naar de herkomst der Mistellen De ontwapening ter zee zou •P deze bijeenkomst met worden aange- I. Engeland wilde er niet van weten; i'W nu oom Jonathan toch deze materie tafel brengt, nu wordt het direct goed- onden Ta. men kan de Vereenigde Staten toch iet voor het hoofd stooten In het nieuwe Amerikaansclie voorstel 'fdt in zekeren zin een belangrijke con- tsie gedaan. Totdusver hielden de Ver- ugöe Staten vast aan een maximum too nmaat voor alle schepen tesamen. Teder zt»r, de toegestane tonnenmaat mogen roeden over de diverse typen van schn- zooa-ls het dat zelf verkoos. De slag- diepen vielen daarbuiten, daar immers regeling daarvoor is getroffen, de z.g. eling van Washington. Nu willen •Ie erikanen van hun vroegen* standpunt af- 'ikep en ook rekening honden met andere tngen, die van belang zijn, als ouderdom r schepen, kaliber der bewapening, snel- d etc,, en zoodoende ook een maximum 'r de vele typen aanvaarden. Zij komen daarmede ©enigszins in het Fransehe schuitjeBoncour deed destijds al een voor stel in dezen geest, dat toen echter niet werd geaccepteerd. Door deze veranderde zienswijze van Amerika en Gibson verzekerde nadruk kelijk, dat president Hoover daarmede ac- coord ging. hetgeen de meening wekt, dat Hoover minder afzijdig tegenover Europee- sche verhoudingen staat dan zijn voorgan ger gloort ontegenzeggelijk eenige hoop aan de kim. Er is weer kans op een her vatting der besprekingen, .dio afgebroken waren, doch, gelijk reeds opgemerkt, direct kan dit niet, daar Engeland zich op dit oogenblik niet wil binden, met Lagerhuis verkiezingen voor den boeg. Misschien zal Gibson zijn plan nog nader uitwerken en meer in details toelichten, doch behandeld za! dit plan in deze zitting niet meer wor den Hoezeer het noodig is, dat tot een compromis ernstig wordt gestreefd, dat toont het voornemen van Japan 1 Als teeken van groei der vredesidee un der het volk kan men naar Denemarken wijzen. Men zal zich wellicht herinneren, hoe het soc.-dem. kabinet St aiming tenge volge van bet voornemen om het leger terug te brengen tot- een politieleger sneu velde en werd opgevolgd door een minder op dit punt vooruitstrevend ministerie Mad- sen Mygdal. Nu echter het Folketing ou- nieuw moest, worden gekozen, hebben do soc.-dem. als eenige partij winst behaal© en samen met de radicalen beschikken zij juist over een meerderheid! En waar als zeker mag worden aangeno men, dat Stauning thans zal terugkeeren, keert ook bovengenoemd ontwapeningsplan terug, zij het met nog weinig kans op suc ces, daar dc Eerste Kamer onveranderd is gebleven. Ontwapening is echter een van die din gen, waarvoor met recht geldt: frappez, frappez, toujours! Het kleine resultaat der ontwapenings conferentie wordt zoo mogelijk nog over troffen door hetgeen is bereikt op de bij eenkomst der financieele deskundigen te Parijsin negatieve zin Gelijk te voorzien was, is de conferentie niet afgebroken, zooals gevreesd werd. Of in zekere kringen gehoopt, moeten we misschien zeggen om der waarheid geen geweld aan te doen. Het is toch opvallend, hoe van de zijde van enkele persorganen letterlijk alles is gedaan, om de conferentie eenvoudig als totaal mislukt voor te stellen en in die richting een groote propaganda is gevoerd. Dit zoowel aan Fransehe als aan Duitsehe zijde, zij het ook, dat de eerstgenoemde de kroon heeft gespannen Men heeft ais reden al opgegeven, dat de bedoeling was om Briand en Stresemann een beentje te lichten, doch chat lijkt ons wat te simplm- tisoh. Doch, zooals reeds gezegd, de conferen tie is niet afgebroken en verbazen doet dat niet. Voor beide partijen staat immers te veel op het spel en daarom zal men tot bet uiterste gaan om te trachten althans cenig resultaat te bereiken. Zoo ooit, dan gchlt hier voor alle partijenbeter een half ei, dar» een leege dop' Kan het groote niet tot stand worden gebrachtbet uit eindelijk vaststellen der Duitsehe schade vergoeding, dan zal men ongetwijfeld pro be eren een regeling te vinden voor de eerste 10 of 15 jaren niet bepaling, dat men dan verder zal zien. In die richting schijnt ons zelfs nu al te worden gestuurd. Men vergete niet. dat ook de Dawcsve- geling reeds in het gedrang is gekomen, waar cle Duitsehe bank van haar goudre serve heeft moeten afstaan en het disconto verhoogen. Dat zou een beroep op de transfer-bepalingen kunnen billijken en zoo. doende cle geallieerden voor groote moei lijkheden kunnen stellen: ook financieel! RECLAME. dei- li/ant Xl 's 271 De heele familie maakt zich mi reisvaardig, want in den brief staat, dat zij zich naar de nabijgelegen stad moet begeven en zich daar in de haven inschepen. Na een roerend afscheid van Grietje en Pietje Puck, die er niets van begrijpen, vertrekt de autobus. 272 In de haven ligt een Ircilcr en aan boord daarvan worden de Oesters verwacht. Met welbehagen snuiven ze allen de zilte zeelucht in. Dan kijken ze, voor het laatst in rnen- schongedaante aan den vasten wal, nog eens om zich heen „Het was een aardige ondervinding", zegt vader Oester, „maar nu verlang jk toch naar mijn vaderland". (Van onzen correspondent.) Berlijn, 20 April. Zij is er, de lente. En als gewoonlijk ver zoent zij ons onmiddellijk met het leven. We denken niet meer aan al die nare dingen om ons heen. Het leed van den al te langen, onmogelijk-strengen winter is snel vergeten. Ons ontbreekt de lust om in de sensatiebla den de lange verslagen te lezen over telkens weer zelfmoorden van scholieren, bedriege rijen bij groote banken, huwelijksplannen van de jonge gravin Stolberg, weinige weken nadat haar vader vermoord werd en haar oudste broeder als verdacht van vadermoord in de gevangenis werd opgesloten. We wil len ons niet ergeren, maar de vroolijkc zijde van het leven zien 'en in de toekomst ge- looven. En waarlijk, er is genoeg om, als Hollan der in Berlijn, verheugd over tc zijn. Daar hebben we in dc eerste plaats het vooruitzicht op 1 en 3 Mei a.s. onzen be roemden dr. h. c. Willem Mengelberg en zijn prachtige musici van het Concert-gebouw orkest weer eens dc hand te mogen drukken. En te hooren, natuurlijk Mia Peltenburg komt als soliste voor het eerste concert mede, en de snel lol wereldvermaardheid ge stegen jonge Russische pianist Wladimir Horowitz, die in Nederland ook zooveel cus- ces gehad heeft cn in Berlijn slechts voor uitverkochte zalen pleegt te spelen, zal zich op den tweeden avond met de Amsterdam mers doen hooren. Het zal de tweede maal zijn. dat het Amsterdamsche orkest in zijn geheel onder Mengelberg die hier voor den oorlog wel meer als gasldirigent i9 opgetreden ge noten zal kunnen worden.'De eerste maal speelde liet ensemble hier op 20 en 21 Octo ber 1922 eveneens in de groote zaal van Te Berlijnsche Philharmonic. Deze beide con certen beteekenden toen. zoo kort na den grooten oorlog, voor Berlijn een sensatie. Het Duitsehe volk had toen nog geen con tact met de groote mogendheden, die het vier jaren lang in de loopgraven van een minder vriendschappelijke zijde had loeren kennen; en in die tijden waren de „kleine neutralen" bij de Duitschers zeer in trek. Het was dan ook geen wonder, dat in Ber lijn spoedig na de revolutie een „Deutsch- Niederlandische Gesellschaft" tot stand kwam, die zich in de allerhoogste bescher ming verheugen mocht cn welker openbare demonstraties steeds bij voorbaat van suc ces verzekerd konden zijn. omdat Duitsch- land nu eenmaal dankbaar van deze gele genheden gebruik wenschle tc maken om dc verbindingen met het buitenland opnieuw aan te knoopen. Van die gelukkige omstandigheid profi leerde het Amsterdamsche orkest in 1922. Ik wil daarmede natuurlijk volstrekt niet zeggen, dat het de Övergroole belangstelling der Berlijners om zijn gronte artistieke prestaties niet volkomen verdiende. Maar het was voor de'stemming toch ten zeerste bevorderlijk, dat de Duitsehe Rijkspresidcnl in de zaal verscheen cn voor het eerst n;i at die jaren van strijd en binnenlandschc oneenigheid den Duitschers door een vreemd orkest hun zooeven herkregen gemeenschap pelijk volkslied toegespeeld werd. Het was een bof voor onze landgenooten geweest, dat een cere-comité, waarin naast onzen ge zant en den Duilschen Rijkskanselier de kopstukken van handel en industrie, kunst cn politiek pers en ambtenaarswereld zit ting hadden tot een bezoek aan beide con certen opwekte. De beide concerten werden onder zulke omstandigheden tot een waarlijk hoog-po'i- tieke demonstralie. Dagen te voren was er geen plaats meer te krijgen. Op de avonden zelf moest bereden politie te hulp geroepen worden om te verhinderen, dat al te fana tieke belangstellenden, die geen kaarten hadden kunnen machtig worden, de contro leurs om varenden en zich gelijk dal vroeger wel eens gebeurd was met ge weld een gratis staanplaats veroverden. Mengelberg pn zijn kunstenaars werden door den Gezant, wijlen baron Gevers, in de ambassade ontvangen en eveneens door Rijkspresident Eberl op een thee in diens paleis begroet En de Duitsehe bladen ves tigden weken tevoren in uitvoerige geïl lustreerde artikelen dc aandacht op deze demonstratie. j Wellicht verwachten vele leden van ons Amsterdamsche orkest, dat zij ditmaal op soortgelijke wijze ontvangen zullen worden? Ik geloof goed le doen door hier van Ie voren een waarschuwend woord te doen hooren. Berlijn van 1929 is niet meer het Berlijn van 1922. In die zeven jaren zijn de betrekkingen tot andere groote mogend heden hersteld. De beste Duitschc okesfen, dat der Philharmonic in Berlijn cn het Gewandlhaus-orkcst in Leinzig, zijn den tijd der malaise te boven en staan weer met dc Philharmoniker te Weenen aan den spits der Europcesche orkestmuziek. In 1922 bracht midden in de inflatie ons Amsterdamsche orkest nog gelden bijeen, die het den collega's der Berlijnsche Philharmonic ten geschenke aanbood om de Duitsehe musici in grooten nood bij te staan. Nu vcrleencn de 9taat Pruisen en de stad Berlijn aan orkesten en opera's subsidies, die in de millioencn marken loopen. en groote dirigenten als Walter. Furt- wangler. Kleiber cn Klemperer verdienen met gemak hun honderdduizend gulden per seizoen. De Berlijner9 zijn opnieuw verwend op muzikaal gebied. De critici hier welen na tuurlijk heel goed. hoe voortreffelijk onze Amsterdammers spelen. Maar zij zien ook grenzen van dc Hollandsche prestaties, die het Nederlandsclie concertpubliek bij ge brek aan de mogelijkheid tot vergelijken, minder of in het geheel niet opvallen Een der bekendste Berlijnsche beoor deelaars zei me dezer dagen: „Stellig is uw Mengelberg-orkest prima. Maar ik stel het toch niet op één lijn met Berlijn. Leipzig en vooral Weenen. Dat allerlaatste aan gevoclvollen toon, dien allerhoogstcn gloed van' den rasmusicus hebben uw mannen niet. Dat ligt in don volksaard. Bij de Hollanders blijft altijd een restje nuchter heid, waardoor zo ons niet volkomen kunnen meeslepen." Deze criticus staat in zijn oordeel niet alleen. Hel is typisch voor hel oordeel der Duitsehe muziekkringen. Ivan men dii9 ook ditmaal naast bewon dering cn eerbied ook veel op- en aanmer kingen venvachten ook het uiteriijk beeld zal anders zijn dan zeven jaren geleden. Rijkspresident von Hindenburg is een andere persoonlijkheid dan zijn voorganger Èbert, die veel jonger was en een groote liefde' voor muziek had. Een ontvangst bij den ouden veldmaarschalk moeten onze kunstenaars niet verwachten; een ver schijnen van het Hoofd van Staat in een van beide concerten evenmin. De heer Hinden burg is bovendien dc laatste weken tamelijk ernstig ongesteld geweest cn zal voor een uitgaan in de avonduren niet te vinden zijn Dus zal het wel blijven bij de plannen, die ditmaal de .Deutsche Philipsgesell- schafi", een dochter onderneming van de Phi li ps-fa brieken in Eindhoven, met onze kunstenaars heeft. Ben ik goed ingelicht, dan heeft deze onderneming het plan op den avond na het cersle concert Mengelberg en zijn mannen een souper in het „Kaiserhof" aan te bieden en dc orkestleden den vrijen dag tusschen beide concerten met sightsceincars door Berlijn en Potsdam te leiden. Een vriende lijkheid, die zeker op hoogen prijs zal wor den gesteld. De gezant graaf Van Limburg Slirum zal bij dit souper aanwezig zijn en men hoopt, dat ook vele vooraanstaande Duitschers van een uitnoodiging om onze kunstenaars te huldigen, gebruik zullen maken. Of Mengel berg da'n nog tijd zal vinden een diner le zijner eere op 2 Mei in het Nederlandsch Ge zantschap bij te wonen, zal dezer dagen wel nader beslist worden. Maar c»f beide concerten opnieuw uitver kocht zullen zijn en Berlijn als in 1922 eenige dagen in het teeken „Nederland" zal staan? Ik hoop hel van harte. Maar kan er voorloopig nog niet aan gelooven.... ROLAND. Naar het Engelsch van A T. QÜILLER—COUCII. n minuul ongeveer bleef hij rustig ■l3an om onzen schrik aan te zien.--terwijl „e Stimlach duivelsch minzaam werd. Er geen woord gesproken. Wat mijn met- Pezel deed weet ik niet, maar ik kon mijn !°n niet van dat duivelachtige gezicht ai- enden L'ndelijk begon hij te spreken met een z°ete stem; van iemand met zulke ibnP? Tas d'e 9*em akelig en vreemd om n 'e hooren i^e'-We'. dat treft aardig," zei hij. „Een n kafneraad gezond en wel voor je te ln lerwij! je dacht dat hij op den bodem in- e z^e 'ae. dat is een van de prettigst? *n die je bedenken kunt, hè vriend? frillen 39C^ le zi*tpn van "eon troost te en t Tlen' *GGI1 P'e*zier meer in k-°t m e "^ben, omdat een oude scheeps- nte«i; 00^ is en verdronken en dan D" Voor hem te staan die hetzelfde Potselj voelt, er is niets dat met zulk een jnoe?en (p vergelijken is. niet waar Ba JohnDog een beetje verbaasd to Re kunne- '9 baast te gelukkeg om. waar wij* z!ln ^enk je zeker Ja. dat is een n 1® goede hart. dat noem ik een bewijs van echt gevoel. Maar je bent altijd een ware vriend geweest, een waar je op rekenen kunt. niet waaT John? Waarom zeg je niets, John, waarom zeg je niet dat je blij bent je ouden vriend le zien, gezond en wel?" Johns lippen trilden en er scheen iets in zijn keel te zitten, maar hij zei niets. „Ach John, je bent altijd heel gevoelig geweest, nu is de vreugde je te machtig. Kijk, dat was juist iets voor jou, je was al tijd zoo echt hartelijk, en dal je nu dc muls op hebt van een ouden schecpskameraad ais een hartelijke herinnering. Neen John, ont doe er je niet van." De ongelukkige man tastte met trillende vingers naar de muts. nam haar af en legde haar naast mi] op de rots neer. maar hij sprak geen woord. ..En wie is die jongen. John? Ach, jc hebt altijd gauw vrienden om je heen gehad, ledereen houdt van je of ze willen of niet. Lucy hield ook van jou, en ze wou mij niat aankijken hè? Jij was altijd zoo aardig en zon bedaard John. behalve misschien als je wal veel gedronken hadl; en dan zelfs meende je het niet kwaad: het was maar om gekheid te maken, hé John? Johns gelaat werd nog wat blecker en er zat weer iets in zijn keel, maar hij sprak nog geen woord. „Wel. wel. John, in ieder geval is het een buitenkansje je te zien en je ziet er zoo goed uit ook Wel wel, dat wij met ons tweeën de eenigen waren, op den kluifboom gezeten, toer» h°l schip tegen de klip stootM Maar zeg eens Tohn was er niet nog een bij ons? Nu ik er goed over denk. geloof ik dat er nog een bij was. Wat is er daarmee ge beurd? Is hij er afgesprongen John? Eindelijk kreeg John de spraak terug. „Neen, ik geloof niet dat hij er af sprong.' Die woorden kwamen er uit met heesche stem en met moeite. Ik keek hem aan; hoe koud en huiverig hij ook was, hel zweet stroomde hem van het gelaat. „Neen. dat verbaast mij. Waarom niet?" Geen antwoord. „Weet je dat wel zeker, John? Want, weet je, het zou dood jammer zijn als hij op deze woeste kust geworpen was. zonder zijn oude vrienden weer te zien. Ik hoop dus dal je er geheel zeker van bent John; denk er nog eens goed over „Hij is er niet afgesprongen." „.Niet?" „Hij is gevallen. „Arme vent!" arme vent!" Die woorden kwamen er uit op een zachten. medelijden den toon. „Er is zeker geen vergissing mo gelijk omtrent zijn treurig einde?" „Ik zag hem vallen. Hij liet los en viel het is heilig waar. kapitein, het is heilig waar. Zoo is het gebeurd; hij liet los en viel. Ik zag hot mei mijn eigen oogen en kapitein, het was jou mes." Met groote moeite en een zenuvvachligen blik. die dwaalde van den kapitein naar mij, bleven John's oogen eindelijk rusten op het water. De kapitein keek hem scherp aan. glim lachte zachtjes, klemde zijn dunne lippen op elkaar alsof hij onhoorbaar floot en wendde zich tot mij. „Je kent John dus, jongen. Hij is een goede vent, die John, een rustig, flink Christen- menseh. eeo goede kameraad voor jonge menschcTi. Hij vloekt niet. hij drinkt niet, geen van die ondeugden heeft John Rail- ton; en zoo waarheidlievend! hij was de waarheid zelf! Hij zou geen leugen willen zeggen al kreeg hij er de schatten der we reld voor. Hef is een geluk voor je, zulk een vriend (e bezitten. Je treft het niet dikwijls zoo goed met zulk een kameraad! Ik keek ongelukkig naar dat voorbee'd van waarheidsliefde om te zien hoe hij dit geluk opnam, maar zijn oogen waren nog steeds op de zee gericht. „Dus je hebt hem zien vallen, John? Wie zag hem sterven? Ik, zei de waarheid zelve en je hebt goede, heel goede oogen, John. En toch. de arm*» kerel is verdwenen; maar John, al heb je nog zooveel genegen heid voor den ongelukkigen doode, denk je niet. dat het nu een goede gelegenheid zou wezen het testament voor te lezen? Wie weet of wij drieën elkaar ooit zullen weer zien en ik weet zeker dat onze jonge vriend hoe heette hij ook weer? Jasper? o ja-, ik weet wel zeker dat onze jonge vriend Jasper gaarne het testament zou hooren voorlezen, al is dat een aandoenlijke geschiedenis. Er was een duivelsche uitdrukking in dc oogen van dien man. John zag dien blik en zijn oogen kregen een woeste uitdrukking, als een wild dier dat in 't nauw is gebracht. „Testament? Wat bedoel je? Ik weet er niets van ik heb geen testament ontvan gen." „Neen. jij zelf niet, John jij zelf niet. maar het kon wezen dal je iets wist van het testament door wij zullen zeggen door een ander Denk er ^ens over na, John, haast je maar niet. denk er eens over na.' „Ik weet van geen testament." „Stil. stil John Denk aan onzen jeugd: gen vriend Jasper. Daarenboven je was immers zulk een goede vriend van den over ledene zulk een echte vriend en je was op de hoogte van al zijn geheimen, John, ik weet dus wel zeker als je er maar eens rustig over nadenkt, dat je het je zu't herinneren; jij. die hem de laatste oogen- blikken hebt nagegaan, die hem zag, „val len' zooals je zegt, nietwaar?" Geen antwoord „Kom, kom. John; het spijt mij dat ik ?r op moet aandringen, maar werkelijk, onze jonge vriend en ik moeten antwoord van je hebben. Want bedenk wel, John. als je wei gert op ons verzoek in te gaan, dan zijn \v j we! genoodzaakt, legen onzen zin natuur lijk, maar toch ia. we zullen genoodzaakt zijn met met iemand anders er over t® gaan praten Maar je begrijpt zelf hoe ellen dig dat wezen zou." „Drommelsche kerel drommelsche vent!" John's stem was nog hecsch en heel z.ach', maar toch was er iets in d;e "tem dat met duidde op hoop norh sprak van vrees. „Goed dan: drommelsche kerel ah je wil', maar de duivel moet hebben wat hem toe komt. zooals je weet.' „Ja, John, een duivel dan of geen duivel, ik wacht op je. En dat ik moet hebben wit rnij toekomt nu een gelukkige kerel zona jij zal daar niel« tegen hebben En jij hebt Lucie gekregen. John. wat kan je nog me«r begeeren? Wij wilden haar allebei hebben en nu zit ze thuis op inu 'e wachten H- t zou ellendig voor haar zijn als ik haar de tijding kwam brengen dat je in de gevan genis zat te treuren ik «tel maar iet?, John en de kleine Jenny zou niet veel vrijers meer hebben als het bekend werd dat haar vader ik veronderstel dat jij haar vader bent (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 9