DE 00LIJKE OESTERFAMILIE. Verhagen's Parijsche Wafels HET GEHEIMZINNIGE GENOOTSCHAP. 70"le Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 12 April 1929 Derde Blad No. 21188 BINNENLAND. Deechle Scholsche havermout Hel gezondste ontbijt! FEUILLETON. DE UTRECHTSCHE DOCUMENTENKWESTIE. De heer Van Beuningen contra dr. Ritter. Naar aanleiding van den laatslen (giste ren vermelden) brief van dr. Ritter aan den minister van financiën, voorzitter van den ministerraad, heeft de „N R. Crt.zich tot den heer D. G. van Beuningen gewend, die het thans noodig acht nu de heer Ritter voortgaat hem te betichten van deelhebber- schap in de publicatie van het befaamde document, zijn rol in deze affaire en zijn contact met den heer Ritter open te leggen. Nadat de heer Van Beuningen heeft uit eengezet hoe hij verschillende Belgische stafstukken heeft gekocht met het uitsluitend doel deze ter hand te stellen van de Neder- landsche regeering, gaat hij voort: Op 15 Februari, even vóór ik mij voor ge- Tuimcn tijd naar het buitenland zou bege ven, bezocht mij mr. P. H. Ritter. Deze had een afschrift van het proces-verbaal bij i zich en bleek bekend te zijn met het feit, I dat ik stukken had -verworven en deze aan i de regeering had voorgelegd; Belgische Trienden hadden hem het stuk verschaft en de mededeeling gedaan. Ook wist hij dat een begeleidbrief zich in mijn handen be vond, dien hij gaarne zien wilde. De heer Ritter wilde tot publicatie overgaan en vóórdien nog een en ander weten; terstond en uit eigen beweging Verklaarde hij, alvo rens tot publicatie over te gaan, de regee ring te zullen raadplegen. 1-Iij beloofde mij strengste discretie. De heer Ritter zeide mij, niet als hoofd redacteur van het „U. D.", doch als goed Nederlander lot mij te komen en als zoo danig te willen worden beschouwd. Ik wees er den heer R. op, dat het mij t niet mogelijk was hem stukken tc toonen of nadere gegevens te verschaffen, daar ik dat tegenover de regecring niet zou kunnen ver antwoorden. Ik kon niet tegenspreken dat I het stuk, waarvan de heer R. het afschrift had, aan de regeering was doorgegeven, noch dat ik het voor ontwijfelbaar echt en I authentiek hield. De heer R. deelde bij het verder onder- I houd mede, dat hij ais goed vaderlander wilde handelen en niets ter wereld zou wil len doen dat de regeering in ongelegenheid zou brengen. Bij dé uitvoerige bespreking hierover bleek mij. dat de heer R. het met zichzelf niet steeds eens was. I Nu eens zou hij de regeering raadplegen. dan weer meende hij, de regeering, Als hij i haar raadpleegde en als zij publicatie wenschte. in ongelegenheid te brengen. Ik heb hem verklaard, dat ik in zijn plaats onder geen beding tot publicatie zou over gaan zonder de regecring te hebben inge licht, en ben zoover gegaan, dat ik den heer Ritter een briefje dicteerde, gericht aan een regeeringsdepartcment, waardoor do regec ring van zijn voorncmën lot publicatie zou kennis krijgen, zonder dat zij in ongelegen heid zou geraken, indien zij legen de publi catie geen bezwaar zou hebben De beer R vertrok', naar mijn meening mei het vaste voornemen niet Ie zullen pu- bliceeren zonder de regeering tijdig te heb ben geraadpleegd of kennisgegeven. Door mijn onmiddellijk volgend vertrék naar het buitenland was het mij niet moge lijk de regeering mijnerzijds daarvan in ken nis te stellen, hoewel ik dit telefonisch trachtte te doen. Door de vluchtige kennisneming van de mededeelingen van den heer Ritter weet ik nog niet nauwkeurig wat hij beweert. Dat hij geen stukkon van mij te zien heeft gekregen moge blijken uit het feit, dal hij in zijn publicaties spreekt over handleeke- ningen onder stukken, terwijl er slechts één handtcekening op voorkomt en dan over lak- RECLAME. BLIJVE3 ALTIJD WELKOM! 1219 zegels of andere zegels, terwijl op geen enkel stuk eenig zegel voorkomt. Deze laatste misvatting van den heer R. heeft het tragi-eomische gevolg gehad, dat in België om de een of andere reden ook nog ..echte" valsche stukken zijn nage maakt, waarop de operetteachtige affaire Frank Heine volgde. Maar dit is dan ook de cenige note gaie in deze eenvoudige doch verward geworden historie. Na de .publicatie heeft de heer R. mijzelf en door anderen herhaaldelijk laten vragen om photogrammen van de stukken. Ik heb hem hierin niet ter wille kunnen zijn. Hoe de heer Ritter mij dcclhebberschap aan zijn publicatie kan toedichten is mij een raadsel, besluit de beer Van Beuningen. INTERNATIONALE VROUWENRAAD. De voortgezette vergadering. In de gisteravond voortgezette vergade ring zijn «enige verslagen uitgebracht, waarvan behandeld werd het vdbrstel van de Vereen. Onderlinge Vrouwenbescher ming ,,De N. V. R. wende zich tot de bevoeg de macht met het dringend verzoek de be paling van art. 335 BurgerL Wetboek, die ook voor de ongehuwde moeder de erken ning van haar kind eischt, te doen ver vallen." Aan het voorstel was de toelichting toe gevoegd, waarin gewezen werd op de hoogst ongewenschte gevolgen van de be paling dat eerst door erkenning tusschen een moeder en haar natuurlijk kind bur gerrechtelijke betrekkingen ontstaan. Het wordt gewenscht geacht, dat de moeder van rechtswege de voogdij krijgt over haar natuurlijk kind. Het voorstel werd met algemeene stem men aangenomen. Mevr. Cohen TervaertIsTaëls verdedigde een voorstel van de Ned. Ver. van Staats burgeressen, dat de N. V. R. zich verklare vóór de wenschelijkheid, dat bij de verkie zingen in 1929 vrouwen zullen stemmen op vrouwelijke eandidaten. Het voorstel werd met 23—3 stemmen aangenomen. Er waren 10 stemmen blanco. Eveneens werd goedgekeurd een voorstel uitsprekende de wenschelijkheid van de benoeming van vrouwen in raadscommis sies, in het bijzonder waar het betreft den practischen woningbouw Een voorstel van den Ned. Kinderbond om zich uit te spreken tegen het houden en bezoeken van mode-shows als vernede rend voor de vrouw, werd door mej. Gros hans in een uitvoerig betoog verdedigd. De voorzitster ondersteunde het voorstel en zei, dat aJ werd het verworpen, het tocb gelukkig is, dat de opvatting van vele vroa- wen hierover eens tot uiting is gekomen Het voorstel werd aangenomen. De vergadering wertl geschorst tot heden j ochtend. Daarpa begaf men zich naar h-rt Kak huis voor de ontvangst door het gemeen tebestuur In de versierde hal van het Raadhira ontving de burgemeester, de heer Maar schalk, met wethouder Roodenburg, be- stur en afgevaardigden in den N. Vrouwen- Raad namens het gemeentebestuur. Spr. zei in zijn welkomstrede te hopen dat de N. V. R. met succes mocht werkzaam zijn in het belang van den vrede. Mevr Doorman—Kielstra beantwoordde deze rede. Gisteravond vereenigde men zich in een gezellig samenzijn in ,,Dc Kroon''. PENSIOENFONDS VOOR DE TYPOGRAFIE. Het pensioenfonds voor de typografie zal met ingang van 1 Juli a.s. in werking treden. De patroons betalen per verzekerde 80 cent per week, evenals de verzekerden zelf. Hel pensioen bedraagt f. 9,per week op 65- jarigen leeftijd. De bepaling is echter zooda nig gemaakt, dat de verzekerde op 65-jarigen leeftijd nog mag bljjven werken, indiem hjj tea dier zake met den patroon tot overeenstem ming komt 215, Terwijl de kinderen zoo genoeg krijgen van het leven op de menschenwereld, waar het aan den éênen kant zoo ge vaarlijk is voor een Oester, lijden de volwassen Oesters vooral onder hét zoulclooze van hun verblijf op aarde. Moeder droomt zuchtend van een heerlijke teug zout en bitter zeewater, terwijl ze zoete thee inschenkt. 218. En tante Zeekat zegt op een morgen aan het ontbijt tegen vader Oester: „Ik heb dun Heelen nacht gedroomd van mijn huisje op den zeebodem. Hoe bet jóu gaal, weel ik niet: maar ik wil naar huis lerug, Oester!" DE RECHTSTOESTAND VAN AMBTENAREN. De memorie van antwoord aan de Tweede Kamer. Aan do Mein. van Anlw. op liet voorb. Verslag voor het wetsontwerp houdende re gelen betreffende den rechtstoestand van ambtenaren, wordt het volgende ontleend: Een waarborg is geschapen, dat spoedig voor alle ambtenaren in openbaren dienst een met de uileenloopende behoeften der diensten en der betrokken lichamen reke nend materieel recht zal worden in HM leven geroepen. Hiermede zal bereikt zijn wat zoowel het belang van den ambtenaar als het beiang van de overheid vordert: ge differentieerde regelen zullen hunne ver houding bepalen. Daartoe vormt het tegen woordig ontwerp een sluitend geheel. Dat een regeling als de voorgestelde, aan een latere uniforme regeling van het mate- rieele recht geenszins in den weg staal, wordt voorts met nadruk gememoreerd. Op het oogenblik is inderdaad, tenzij men ge vaar zou willen loopen het algemeen belang te schaden, niet meer te bereiken dan wat het ontwerp biedt. Indien de nieuwe wet eenigen tijd gegolden heeft en de ervaring leert, dat vaststelling van het materieele ambtenarenrecht bij de wet voor een groo- ter en kleiner deel mogelijk is, zal deze ter stond kunnen geschieden. Het wetsontwerp voorziet overigens naar het oordcel van den minister ongetwijfeld in een behoefte. De minister deelt voorts hel gevoelen van de leden, die de vertegenwoordiging van ambtenaren in het ambtenarengerecht mec- ncn te moeten verwerpen. Aan de Gedep. Staten biijvc evenwel overgelaten, in vrij heid te beslissen of zij een ambtenaar, b.v. een lid of oud-lid van een rechterlijk college, om zijn geschiktheid als rechter tot bijzitter zullen benoemen. Door een wijziging van artikel' 1 wordt thans duidelijk uitgedrukt, dat huilen de omschrijving van het begrip ambtenaar val len personen in dienst van naaml. vennoot schappen, door den Staat of openbare licha men opgericht, al of niet in samenwerking met particulieren Ambtenaar kan slechts zijn, wie is aangesteld door den Staat of een openbaar lichaam, d. i. door een drager van openbaar gezag. Instellingen, aan wie open baar gezag niet toekomt, missen het vermo gen ambtenaren in den zin dezer wet aan te stellen Wie door een met openbaar gezag bekleed lichaam is benoemd om hier te lande in openbaren dienst werkzaam te zijn, is daar entegen altijd ambtenaar, tenzij zijn dienst betrekking door het burgerlijke recht be- heerscht wordt. Op de personen, tot de laat ste categorie behoorend, zou men het ont werp niet toepasselijk kunnen verklaren, zonder met de Grondwet in strijd te komen. Met verscheiden leden is de rcgcering van oordeel, dat de militairen aan de werking van de in titel II voorgestelde regeling be- hoorën te worden onttrokken. In de relatie tusschen militairen en Overheid speelt de krijgstucht een bijzondere rol; zij drukt op de rechtsverhouding een eigen stempel. Reeds thans waken bijzondere voorschriften voor de militairen, voorzoover disciplinaire straffen betreft, tsgen onrechtvaardigheid en misbruik van gezag Ook overigens dient de voor militairen in Ie voeren rechtspraak een eigen karakter te bezitten. Desbetreffende voorstellen van wet worden voorbereid. Vóór de wet in werking treedt, zal de re geering voorts ten aanzien van de Rijks politie maatregelen treffen. ITet verdient geen aanbeveling aan de ambtenaren invloed op de samenstelling der ambtenaren-gerechten toe Ie kennen. Het opnemen van een bepaling, dat het beroen in het „belang der wet" geen nadeel kan toebrengen aan de rechten van partijen komt den minister niet noodig voor. Rij Nota van Wijzigingen wordt voorge steld een nieuw vierde lid, aan art. 3.3 toe *e voegen. Ingevolge deze wijziging zal de ambtenaar het ingestelde beroep ook nog kunnen intrekken na aanvang van het on derzoek ter terechtzitting. In verband met, bet bovenstaande is een nota van wijzigingen aan de Memorie toe gevoegd. WIJZIGING KRANKZINNIGENWET. Blijkens de mem. van antwoord op het voorl. verslag over hel wetsontwerp lot wij ziging der regeling van het Staatstoezicht op krankzinnigen en aanvulling van art. 39 der Armenwet kan de regeering niet toege ven, dat zij te ver zou zijn gegaan, gelijk sommige leden oordeelcn. De beslissing over opneming (en verlengd verblijf) in een krankzinnigengesticht blijft berusten bij den rechter. Aan een plaatsing in een gesticht steeds verklaringen van twee medici te doen voor afgaan is, als algemeene regel, een te strenge eisch. Gelijk reeds in dc Memorie van Toelich ting werd opgemerkt, zou een algeheels her ziening zóó veel tijd vorderen, dat wijzi gingen, welke om spoedige voorziening vra gen, daarop beter niet wachten Nochtans is niet buitengesloten dat, indien de richt lijnen, welke bij dit ontwerp zijn gelrokken, in de praktijk blijken te voldoen, eene al gemeene herziening meer binnen het be reik komt te ligen, dan tot dusverre het geval was. NED. VEREENIGING VAN KAASHANDELAREN. Matige resultaten in 1928. Gisteren hield de Nederlandsche vereeni- ging van Kaashandelaren te Gouda haar 86ste algemeene vergadering. In zijn openingswoord herdacht de voor zitter de heer A. .1. Schilt in warme bewoor» dingen de in het afgeloopen jaar overleden leden de hceren J. van Eijk en J. v. d. Linden. Volgens het jaarverslag over 1928 is dit jaar voor den kaashandel een jaar geweest van matige resultaten. De moeilijkheden, aan den kaashandel in het buitenland in den weg gelegd, na men nog steeds toe. Het stemt verheugend, dat de buiten- landsche handel zich ondanks deze belem meringen heeft kunnen handhaven, zij het niet dan met meerdere moeite en kosten. Tezamen met de vereeniging voor zuivel industrie en melkhygiëne en de producers ten handelsvereeniging werd de actie te gen 't ontwerp-Kaas- en Boterwet voort- gezet. Ook in het afgeloopen jaar mocht het niet gelukken van de Regeering toestemming te verkrijgen voor uitvoer van de boeren- Leidsche kaas. Het Bestuur stelde pogingen in het werk om te geraken tot een inniger samenwer king tusschen de verschillende vereenigin- gen van kaashandelaren. Na voorlezing van dit jaarverslag sprak de voorzitter zijn afkeuring uit over de meer dan ergerlijke wijze, waarop hem op de vergadering van de F. N. Z te Utrecht waar toch het ontwerp boter- en kaaswet werd besproken door oud-minister Posthuma belet is de meening van de ver- RECLAME. 1832 Naar het Engelsch van J. S FLETCHER door Mej. A. T 58) Mevrouw Wytkenshawe sprak op duide- lijken beslisten toon, die maakte, dat Jim mie haar nog nauwkeuriger aankeek. ..In het geval van lord Scfaye op twintig duizend pond," antwoordde zij. „In het ge- vrjl van mijnheer Triokett op dertig." Dokter Frobenius keek de slachtoffers vragend aan. ..Hoort u, mijne heeren?" zei hij. „Nu, wat dunkt u van dit voorstel?" Scraye wenkte met een zwak gebaar, dat volkomen toestemming kon beteekenen, maar ook dat hij een verdere bespreking moede was. ,.Och, alles, ailesl" kreunde hij. ..Ik vind het goed Laat me slechts weggaan en ik wil alles ik zeg alles." Dokter Frobenius wendde zich tot Jimmie ..En wat," vroeg hij vriendelijk, „wat zegt mijnheer Trickett?" Jimmie luisterde scherp. Hij was er zeker jan, dat Packs en de andere mannen nu in het huis waren, en hij was benieuwd, wat deden en wanneer zij Zouden komen. Want dat zij kwamen, was wel heel zeker Maar hij gaf geen enkel teeken en keerde *ich rol aandacht naar zijn ondervrager. „Wat mijnheer Trickett zegt," antwoord de hij. Js dit: waarom kent mevrouw Wyt kenshawe in.haar hoedanigheid van schat ter een hoogere waarde aan mijnheer Tric kett toe? Lord Scraye, geschat op twintig duizend, is een pair en aristocraat, mijnheer Trickett is in voei opzichten een onbedui dend persoon. Waarom is zijn losprijs tien duizend pond meer dan die van den markies van Scraye?" Hij keek onder het spreken mevrouw Wytkenshawe scherp aan, en hij hield zijn oogen vast op haar gericht, toen hij eindig de met spreken. Maar zoo hij gehoopt had een blik tot antwoord tc krijgen, werd hij teleurgesteld, het gelaat en het oog van d-* dame bleven even hard en koud en vastbe raden als altijd. Even beslist en hard klonk haar stom. „Lord Scraye," zeide zij, „heeft voor re<>\ to zorgen: mijnheer Trickett heeft alleen aan zichzelf te denken." „Maar." antwoordde Jimmie, „ik heb trouwplannen. Ik ik geloof niet, dat ik meer waard ben dan Scraye." Scraye wenkte weer met zijn hand. „Hoor eens!" zei hij dmnkenmansachtig, ,.Tk zal je wat zeggen! Deel het verschil. Maak er vijf en twintig van. Nu?" „Geen kwaad voorstel," zei dokter Fro benius. „Daar hem ik toebereid. Twintig voor lord Scraye, vijf en twintig voor mijn heer Trickett. Kom, mijnheer Trickett, dit vindt u toch zeker billijk." „Men moet wel, als de duivel er achter zit!" antwoordde Jimmie. „Goed! Ik zal een chèquo voor u schrijven, betaalbaar aan toonder, natuurlijk. En mag ik u vragen, hoe zich voorslelt die chèque te innen en wat er met ons gebeurt, totdat zij geïnd sijn? Want ik denk niet, dat xal la ten gaan voordat ge het geld ontvangen hebt." „Daar is in voorzien, mijnheer Trickett," antwoordde dokter Frobenius, Jimmie een wenk gevend om aan zijn lessenaar te gaan zitten, terwijl mevrouw Wytkenshawe kalm een tafeltje naar lord Scraye rolde en hem schrijfgereedschap gaf. „De vlugge auto van deze dame staat voor onze deur, zij zal uw beide banken in Londen vóór het sluitings uur bereiken. Zoodra zij de chèque geïnd heeft, zal.zij het mij laten weten en zult u ontslagen worden. Zoo hebt ik het geregeld." „Goed voor u," zei Jimmie. Hij ging zit ten, schreef een chèque en gaf die aan dok ter Frobenius, die tegelijkertijd de chèque van Scraye ontving Dokter Frobenius be keek de beide chèque's en reikte ze me vrouw Wylkrnshawe over. „In orde," zei hij. „Ze zijn beide bij Gouths, zie ik. Dat haalt tijd uit. U zult da delijk vertrekken. Als het eenigszins wil, zult u de bank twintig minuten voor vier bereiken ruimschoots tijd voor dat zij sluiten. Nu Er werd op dc deur geklopt, waardoor Jimmie in de kamer gebracht was en een net dienstmeisje kwam binnen. „Kunt u eeh oogenblik met de mannen van den telefoon spreken, mijnheer?" vroeg zij. dokter Frobenius aankijkend. „Het is noodig." Dokter Frobenius deed een boozen uitroep en ging weg; het meisje volgde en sloot de deur. Toen deze dicht was, volgde de groot ste verrassing van Jimmie's aan verrassin gen rijken morgen Want mevrouw Wyt kenshawe wierp de beide chèque's in hel vuur en met een opgewonden lach sprong Scraye op en sloeg Jimmie hard op zijn eehoudez. HOOFDSTUK XXXVI. De boodschap van Kentover. Het scheen Jimmie, dat hij een lang oogenblik hulpeloos staarde naar alles wat in de onmiddellijke nabijheid was, naar de chèques, die tot grauwe ascli in bet vuur verbranden, naar mevrouw Wytkenshawe, die den hoorn van den telefoon gegrepen had, en naar Scraye, die snel naar dc deur geloopen was. en daar stond te luisteren. Hij deed een paar pogingen om te spreken, toen hij het kon, waren zijn woorden zeer koel. „Wal beleokent dit, Scraye?" vroeg hij Scraye lachte en mevrouw Wytkenshawe. die haar telefonisch gesprek onderbrak, scheen in zijn vroolijkheid te willen deelen. „Ik zog." herhaalde Jimmie. „wat betce- kent het? En ik verlang antwoord." Scraye slak een vinger op. Maar hij keer de zich om en sprak fluisterend: „Het be- teekent, dat je toeschouwer bent geweest bij een stuk goed tooneelspel, Trickett, dat ieder oogenblik in een afschuwelijk treur spel had kunnen veranderen." antwoordde hij. „Goddank werd de kogel gescholen door een goed schulterl Dat maakte me bijna ge heel van streek! Maar nu is het voorbij!" „Wat is voorbij?" vroeg Jimmie. „Ver vloekt al je geheimzinnigheden! Wat is voorbij? En waar is die oude schurk?" „De oude schurk is nu veilig in handen der politie." anlwoordde Scraye. „Die werk lieden dr hce'e troep zijn politieman nen, detectives en agenten in burgerkle ding Facke is bij hen. De aartsschelm is prachtig in de val geloopen; hij liep van hier in hun armen.'* „De andere man?" riep Jimmie uit, kij kend naar een of andere opening in den muur, vanwaar op hem geschoten was. „Hoe staat het met hem?" „Maak je niet bezorgd," antwoordde Scraye. „Zij hebben hem eerst gepakt voor dat zij den meesterzet deden. Ik hoor in bet geheel geen geluid, ik vermoed dus, dat zij ze beiden hebben." „Jimmie'9 opgewonden gedachten namen een andere wending. „Maar het huis in Londen!" riep hij uit. „Mijn tante juffrouw Walsden! Hoe is het met haar?" Mevrouw Wytkenshawe. die in den tele foon gesproken had. keerde zich met een geruststellenden glimlach om. „Maak u daaromtrent niet bezorgd, mijn heer Trickett," zeide zij. „Zij maken bet goed. U kunt mij op mijn woord gelooven zij zón volkomen veilig." „Zie je," zei Scraye, van de deur weg gaande. „Mevrouw Wytkenshawe heeft dit alles bewerkt. Zij vervolgt sedert maanden deze bende zij en mijn stiefmoeder. Het is oen lange geschiedenis, maar eindelijk hebben zij ze gevangen En op een prach tige manier I" Jimmie keek donker. Toen begon hij te brommen. „Hoe lang ben jij er al mee bezig?" vroeg hij. Scraye boos aankijkend. „Als J® er a' lanfi van geweten h«bt. hadt je mij veri onrust en slapelooze nachten kunnen besparen hij den hemel, dat had je kunnen doen!" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 9