DE OOLIJKE OESTERFAMILIE.
HET GEHEIMZINNIGE
GENOOTSCHAP.
70*te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 10 April 1929
Derde Blad
UIT HET PARLEMENT.
De Glimmende
Neus
BINNENLAND.
FEUILLETON.
(Van onzen parlementairen medewerker.)
DEN HAAG, 9 April 1929.
De begrooting van Waterstaat De kwestie
der onbewaakte overwogen.
De Eerste Kamer heeft maar kort Paasch-
vacantie genomen. Zij is een week eerder
weer bijeengekomen dan haar zuster aan de
overzijde aan het Binnenhof. Maar zij
heeft dan ook haar taak niet voltooid: een
paar hoofdstukken der Rijksbegrooting wa
ren onafgedaan gebleven, wat intusschen
niet aan haar lag. Ook de betrokkene mi
nisters zijn daarvoor aansprakelijk te stel
len. Minister Van der Vegte was met zijn
antwoord betreffende de Begrooting van Wa
terstaat erg laat geweest en minister Slote-
maker de Bruine is tot aan de Paaschvacan-
iie aan de Tweede Kamer gebonden geweest
I door de wet op de ziekteverzekering.
Heden heeft de Éérste Kamer de Begroo
ting van Waterstaat in behandeling geno
men. Het oorspronkelijk voornemen is, dat
de Eerste Kamer deze week met de restan
ten van de Rijksbegrooting gereed komt om
dan weer voor eenigen tijd naar hui9 te
gaan, maar na de vergadering van heden
hebben wij toch een zwaar hoofd in de ver-
wezenlijking van dit plan. Immers de ver
gadering van heden duurde slechts twee
uur om 2 uur begonnen, is men reeds
weer om 4 uur geëindigd, omdat er in de
afdeelingen moest worden vergaderd, maar
in die twee uur hebben we nog geen vollc-
dj ge twee redevoeringen gehoord.
De eerste spreker, de heer De Muralt (Vrij-
lhei9bond), maakte het met zijn betoog niet
bont: veel meer dan drie kwartier is hij
niet aan het woord geweest en wat hij zeide
was wel de moeite van 't aanhooren waard.
De heer De Mural t is een vlot spreker en
(•hij weet soms de dingen geweldig venijnig
'te zeggen. Minister Van der Vegte is dan ook
niet steeds voor zijn genoegen uit geweest
I bij zijn rede, waarin hij den minister be-
gehuldigde van liefst alles over zijn kant te
laten gaan en zich van de dingen niet veel
aan te trekken. In het bijzonder heeft de
heer De Muralt een heftige rede gehouden
•tegen de handhaving van de onbewaakte
overwegen. Aan de ergernis, welke velen ge-
r voelen wanneer zij lezen, dat er al weer
een ongeluk op een onbewaakten overweg
heeft plaats gehad, gaf de spr. in zeer
levendige bewoordingen uiting en met na
druk vroeg hij, of de door den maatregel
RECLAME.
Waarom de Fransche Vrouwen
die niet hebben.
In Frankrijk hoort men de vreemdelingen
telkens vragen: „Waarom hebben do Fran-
eche vrouwen geen glimmende neus?" Toch
zijn er nog velen, die er wel een hebben,
maar dat zijn zij die nog de ouderwets'che
poeder gebruiken. De groote meerderheid
der Fransche vrouwen van den legenwoor-
digen tijd vermengen een weinig schuim-
crème met de poeder, of zij gebruiken de
beroemde Parijsche poeder Tokalon (Pétalia)
•met echuim-crême bereid, waardoor het
glimmen der neuzen absoluut voorkomen
wordt. De poeder Tokalon (Pétalia) is in de
ïeeste Parfumeriezaken, Drogisten enz.
verkrijgbaar. 1622
Poeder Compacte Tokalon, en Rouge
compacte thans ook met schuimcrême
bereid zijn beide zeer adherent. Iets
nieuws, iets aparts en beters.
Onze Coffret de Beauté bevallende vier
pakjes poeder met schuim-crême bereid in
diverse tinten en drie kleine tuben Crème
Tokalon, voedsel voor de huid, wordt na
ontvangst van 25 Cis. (in Postzegels enz.)
toegezonden door onzen Vertegenwoordiger
v. Nederland de Fa. H. ten Herkei, Aid.
V? A., Hilversum,
aangebrachte bezuiniging wel opwoog tegen
het groot aantal menschenoffers, dat er
jaarlijks het gevolg van was. De spreker
wilde niet het onderste uit den kan hebben,
vroeg dus niet dat bij eiken overweg een
wachter zou worden geplaatst, maar hij
vond dit dringend noodig voor de groote
wegen met druk verkeer, welke de hoofd
lijnen van de spoorwegen kruisen. Daarom
diende hij aan het slot van zijn rede een
motie in, luidende: „De Kamer, van oordeel,
dat de verleende opheffingen der bewaking
van openbare overwegen bij hoofdspoorwe
gen voor zoover het verharde verkeerswegen
betreft dienen te worden ingetrokken, gaat
over tot de orde van den dag."
De motie is direct in behandeling genomen
en zal dus vermoedelijk nog wel andere
sprekers stof lot praten geven. Omtrent de
aanneming wagen wij ons aan geen voor
spellingen.
De tweede spreker van hedenmiddag was
de heer Moltmaker (S. D. A. P.), de spoor
wegspecialiteit van zijn partij, die met
animo een reeks van oude klachten over
tekortkomingen tegenover het personeel van
spoor en tram weer te berde bracht, aan
drong op medezeggenschap van de beambten
in de gestie van het bedrijf, de wensche-
lijkheid betoogde om ook werklieden in de
directie van de spoorwegen op te nemen
en ten slotte een zeer uitvoerige acte van
beschuldiging indiende tegen de Rotterdam-
sche Tramwegmaatschappij. Over haar di
recteur, die aan zijn personeel verbood om
lid te zijn van een moderne vakvereeniging,
waarmee hij volgens hem de Grondwet
schond, was de heer Moltmaker heelemaal
niet te spreken, maar ook het bedrijf zelf
was hem een ergernis. Dat bleef in leven
dank zij allerlei subsidies, in de eerste
plaats van den staat én hij 9prak van vele
millioenen, die de onderneming in stand
houdt en haar zelfs in staat stelt dividend
uit te keeren, welke intusschen door steun
gelden van allerlei lichamen zijn bijeenge
bracht, terwijl de exploitatie alles te wen-
schen over laat.
De heer Moltmaker was, ten minste vol
gens zijn eigen zeggen, nagenoeg uitgepraat,
toen de klok vier uur aanwees en de voor
zitter onverbiddelijk de vergadering verdaag
de, zoodat de spreker morgen zijn rede zal
voortzetten.
PROF. VERAART
UIT DE POLITIEK.
Een felle rede tot afscheid.
In een gisteravond te 's-Gravenhage ge
houden vergadering van den Central en Raad
van de R.-K. Rijkskieskringorganisatie te
's-Gravenhage, heeft de voorzitter prof. mr.
J. A. Veraart, bekend gemaakt zich als zoo
danig te zullen terugtrekken in verband
waarmede hij deze vergadering had bijeen
geroepen. Tot afscheid hield hij een zeer
felle rede, waarin hij o.m. zeide:
Indien ik aan heigeen ik u Üians te zeg
gen heb, een titel zou moeten geven, dan zou
het deze zijn: dc maat is thans geheel vol.
Wij hebben hier tezamen meegemaakt de
heele droevige vertöoning met de kwaliteits
zetels voor arbeidszaken. Wij hebben gezien
hoe aan de uitstekend bedoelde bepalingen
van het kiesreglement een uilvoering is ge
geven, die niet alleen spot met alle redelijk
heid, maar die ook lijnrecht ingaat legen
alles, wal Reorganisatiecommissie en Kies
reglement-commissie van welke commis
sies ik, zooals gij weet, deel uitmaakte
hebben bedoeld. Terwijl loch die commis
sies er alles op hadden gezet, om uit de
Partij te weren het afschuwelijke stelsel der
standenvertegenwoordiging, heeft men juist
een toepassing gegeven, die dit stelsel vol
komen binnenhaalt. Wij plukken daarvan
reed? volop de wrange vruchten. Daar kwam
bij, dat men aan een der meest voor de hand
liggende kwaliteiten: deskundige op het ge
bied van den arbeid in zijn vollen omvang,
geen plaats inruimde. Daar kwam nog bij,
dat toen men door het bestuur van uw orga
nisatie schaakmat werd gezet ten aanzien
211. Welen jullie hoe het koml dat Otto en Oscar zoo'n
prachtig opstel over het leven der visschen geschreven
hebben? Dat komt omdat ze eigenlijk zélf zoo hard beginnen
terug te verlangen naar het heerlijke leven onder zeel Des
nachts droomen ze er vaak van.
212. En terwijl de broertjes Oester het met elkaar daarover
hebben, praten de zusjes, die al in bed liggen, over precies
hclzellde. „Het is hier op de menschenwereld wel leuk,"
zeggen ze, „maar het wordt toch wel eens wat héél droog voor
ons. Ik verlang naar de koraalrolsenl En naar de zeekomkom-
mersl" Het was onder zee wel eens gevaarlijk, ma-ar hier is
dat toch óók!".
van de omschrijving, die het Centraal Col
lege nu eenmaal had gekozen, het Partijbe
stuur toch nog den moed had tot een dis
kwalificatie.
Heel die vertooning, die ons bespottelijk
maakle voor het heele land, hadden wij
achter den rug toen van vele kanten de
aandrang kwam, om nu toch een vrijen zetel
te aanvaarden Gij weet allen, hoe dat is
gegaan Het eindresultaat is u thans allen
bekend. De vergadering van afgevaardigden
der drie Rijkskieskringen adviseerde mij als
plaatsvervanger. Ik deel u mee, dat ik noch
tans voor deze eer nadrukkelijk wensch te
bedanken. Noch als plaatsvervanger van den
heer van Hellenbcrg Hubar. noch als plaats
vervanger van den heer Guit wensch ik le
fungeeren.
Men zal mij moeten toegeven, dal de maat
wel vol is! Een zoo smadelijke behandeling
is in ons heele Nedcrlandsche partijwezen
iets onbekend. Bladen als „De Tijd" en „Het
Centrum" doen er nog een schopje op, door
den koehandel tusschen arbeiders en mid
denstanders op die fameuse vergadering
voor te stellen als een soort „gericht", dat
geen verwondering heelt te wekken.
Onder deze omstandigheden zal het u dui
delijk zijn, dat me ten eeneninale de lust
ontbreekt, om in een Partij, waar zulke
dingen mogelijk zijn, thans een leidende
functie te vervullen. En zoo wordt voor u
mijn bedanken als voorzitter van dezen
Rijkskieskring, naar ik meen, wel volkomen
begrijpelijk.
DE HERZIENING
DER TELEFOONTARIEVEN.
Vragen van den heer BriSt.
Door den heer Eriët, zrjn aan. den Minister
van Waterstaat de volgende vragen gesteld:
I. Is het den minister bekend, dat vele
organisaties, welke advies hebben gegeven
ten aanzien van de aangekondigde herziening
der telefoontarioven, van meening zijn ge
weest, dat de beslaande streeknetten behou
den zouden birjven en met nieuwe zouden kun
nen woiden vermeerderd?
II. Is het den minister bekend, dat na
de vergadering, op 7 Maart door het Hoofd
bestuur der rosterijen belegd, aan zeer velen
duidelijk is geworden, dat bij een tarief per
locaal gesprek geen meerdere streeknetten
kunnen worden gevormd en bestaande zullen
worden opgeheven?
III. Is de min-'ster bereid zijn beslissing
op te schorten, totdat deze organisaties, na
dienaangaande voldoende te zgn ingelicht,
nogmaals gelegenheid hebben ontvangen baar
advies vast te stellen?
HET VUIL NAAR DEN AKKER.
B. en W. van Den Haag zijn vóói het
plan-Drente.
Burgemeester en Wethouders van 's-Gra.
venbage hebben aan den Haagschen gemeen
teraad een voorstel aangeboden inzake vuil-
verwijdering naar Drente.
Bij de onderhandelingen met de regeerlng
hebben B. en W., wat het plan-Drente be
treft ,zieh uitdrukkelijk op het standpunt' ge
steld, dat de verzorging van Drente met ste
delijke afvalstoffen een Rijksbelang is, zoo
dat do gemeente behoort te kunnen volstaan
mot aflevering van haar vuil te Den Haag
in de daarvoor bestemde wagons.
Daar volgens de minister bij het plan-
Nieuwkoop geen algemeen Rijksbelang is be
trokken, is dit van de baan.
-
De hoofdpunten van de te sluiten overeen
komst, waaromtrent thans overeenstemming
met do regeering bestaat, zijn de volgende:
De gemeente 's-Gravenhage stelt ter beschik
king van de voor afvoer naar en exploitatie
in Drente op te richten N.V. het door den
Gemeentelijken Reinigingsdienst verzamelde
vuil en zorgt voor de inlading in daarvoor
beschikbaar gestelde wagons op een vood dit
doeleinde van gemeentewege in te richten
laadplaats. De N.V. zorgt voor het geregeld
bcschikbaarsteilen van wagons en het weg
voeren van de wagons; de hoeveelheden vuil
worden in de wagons op do laadplaats gewo
gen. De gemeente betaalt: voor 130.000 ton
(gegarandeerde hoeveelheid) per jaar f. 4,10
per ton en voor 20.000 ton per jaar boven
130.000 ton f. 4,10 per ton en, voor zooverre
di9 hoeveelheid van 20.000 ton niet wordt
bereikt, f. 2,05 per ton, voor de ontbrekende
tonnenvoor een hoeveelheid van 150.000 tot
200,000 ton per jaar f. 3,30 per ton, en voor
hoeveelheden, een nader in onderling overleg
vast te stellen bedrag ,f. 4,— per ton niet
overschrijdend. De gemeente is bevoegd, na
het bereiken van een afvoer van 150.000 ton
15 pet. van de totale vuilproductie voor eigen
doeleinden te gebruiken. De N.V. vergoedt
jaarlijks aan de gemeente f. 30.000 wegens
kosten eener reserve-bergplaats. De Staat zal
zich, in de plaats der N.V. stellen, wanneer
deze in gebreke blijft aan hare verplichtingen
te voldoen.
De overeenkomst wordt gesloten voor der
tig jaar; echter zullen partijen na vijftien jaat
het recht hebben de overeenkomst, met in
achtneming van een termijn van vijf, jaar, op
te zeggen tegen vergoeding door de opzeg
gende partij van de alsdan nog niet afgeschre
ven kapitaalsuitgaven.
B. en W. stellen den Gemeenteraad voor,
óeze overeenkomst goed te keuren.
B. en W. deelen voorts mede, dat door de
wederzijdsche deskundigen ook in hoofdzaak
gereed is gemaakt een ontwerp-overeenkomsl
tusschen de Nederl. Spoorwegen, de gem.
's-Gravenhage en de op te richten NaamL
Vennootschap, waarin de afgifte der afval
stoffen aan de N.V. en het vervoer door da
Nederl. Spoorwegen in bijzonderheden is ge
regeld, welke overeenkomst met het oog op
de daarin te regelen garantie door den Staat
eveneens zal worden onderteekend en bij do
wet bekrachtigd. Drie nevencontracten rege
len nog nader het vervoer, de vergoeding
en de inlading.
Tot laadplaats zal worden ingericht be
houdens goedkeuring door den Raad het
terrein van de stokerij van de oude gasfabriek
aan den Loosduinscheweg, terwijl voor reser
ve-bergplaats is gedacht aan een, de ge
meente in eigendom toebehoorend, terrein
grenzende aan de tot den hoofdspoorweg
's-Gravenhage-Delft behoorende gronden van
de Nederlandsche Spoorwegen, gelegen tus
schen den Parallelweg en den Viaductweg.
Voor de inrichting van laadplaats en re
serve-bergplaats zullen, volgens de opge
maakte plannen, kapitaalsuitgaven vereischt
zijn van onderscheidenlijk pl.m. f. 860.000 en
f. 200.000, van welke bedragen overigens uit
den aard der zaak annuïteiten voor rente en
aflossing zijn opgenomen in de door de ge
meente in rekening gebrachte exploitatie
kosten. B. en W. stellen zich voor, te zijner
tijd nader te voorzien in de financieele rege
ling dezer uitgaven.
Do verlading zal geheel geschieden in
overdekte en afgesloten ruimte in speciaal
voor dit doel to vervaardigen wagons.
ARBEIDSWET igiq.
De Minister van Arbeid, Handel en Nij
verheid heeft:
vergund, dat in broodbakkerijen, die onder
Rabbinaal toezicht staan, alle gemeenten dea
Rjjks door hoofden of bestuurders en door
bakkersgezellen:
a. op Woensdag 24 April 1929 en b. op
Donderdag 13 Juni 1929, telkens te midder
nacht met den bakkersarbeid wordt begonnen,
met dien verstande, dat voor zooveel be
treft broodbakkerijen, voor welke eene ver
gunning, als bedoeld in artikel 37, eerste lid,
der Arbeidswet 1919, is verleend reeds op
Dinsdag 23 April 1929, respectievelijk Woens
dag 12 Juni 1929 om 10 uur des namiddags
met arbeid, bestaande in het gereedmaken van
deeg en ovens, mag worden aangevangen; 3.
op Zondag 16 Juni 1929 tusschen middernacht
en 6 uur des voormiddags bakkersarbeid wordt
verricht, met dien verstande, dat in broodbak
kergen, voor welke niet eene vergunning, als
bedoeld in artikel 37, eerste lid, der Arbeids
wet 1919, is verleend, tusschen middernacht
en 2 uur de3 voormiddags slechts arbeid mag
worden verricht, bestaande in het stoken van
ovens door één persoon. Een en' ander onder
bepaalde voorwaarden.
.Naar hel Engelsch van J. S FLETCHER
door Mej. A. T.
56)
•Die openbaring was inderdaad een waro
ingeving. Zij kwam over me, toen ik op een
dag twee zaken overwoog, aan den een kant
mijn vreeselijke armoede, aan den anderen
kant den grooten rijkdom der vermogenden
En zij kwam tot mij in twee woorden. Twee
woorden!"
„En dat waren?" vroeg Jimmie.
Dokter Frobenius richtte zich op. Zijn
Mem, die gewoonlijk scherp W3S, werd plech
tig en diep.
,.Het waren deze," antwoordde hij. „Help
uzelf. Help uzelf!"
Jimmie boog zijn hoofd.
.Ik begrijp bet," 2ei hij. ..Ik begrijp hei!
Help uzelf aan de bezittingen van ande
ren. Juist, ik begrijp u."
„Ik nam dit als een waar evangelie aan,"
Sing dokter Frobenius voort. Ik zag dade
lijk. dat ik daar stond, bezig mijn tijd te ver
knoeien, zonder middelen om mijn kostbare
plannen uit te voeren, terwijl overal rondom
mij andere mannen en vrouwen in geld
baaddden, dat zij óf besteedden aan dtvaze
en zelfzuchtige genoegens ót in het geheel
niet besteedden. Bijvoorbeeld uzelf, mijnheer
rrickett Dc vermoed, dat ge een twintig dui
zend pond per jaar ontvangt Ik varonder
stel niet dat gij er de helft van opmaakt,
de rest vermeerdert zich. Er moeten, neen
er zijn zeer velen zooals u. In uw eigen ge
val, bijvoorbeeld
Jimmie wenkte met zijn hand.-
„Hoe zou u het vinden," merkte hij vrien
delijk op, „als wij persoonlijkheden verme
den? Tk ste' zeer veel belang in het verhaal
van uw denkbeelden én plannen."
Dokter Frobenius, die gevaar had geloo-
pen van diep beschouwend te worden, klaar
de weer op.
„Ah ja," zei hij. „Natuurlijk. „Nu, zooal9
ik zeide, waarom zou ik gebrek lijden, ter
wijl anderen zulk een overvloed hadden? De
zaak lag voor de hand. als men ze eenmaal
zag. Help uzelf, help uzelf! Dat was mijn
ingeving. Maar er bestonden natuurlijk
moeilijkheden. U is slim genoeg, om ze ie
begrijpen, denk ik?"
„Ik ben slim genoeg om te weten, dat het
een heel lastig karweitje voor me zou zijn,
om mij zelf te helpen uit de koffers van de
Bank van Engeland." antwoordde Jimmie.
„Juist. En voor mij ook," 9temde dokter
Frobenius toe „Ja, dat zag ik dadelijk. Ik
begreep, dat men zich niet gauw zelf helpen
kan. Alen kan niet met beide handen graven
in de stapels van dé Astors en de Rockefel
lers en de Carnegies ten minste, ik heb
nog geen middel gevonden, om dat te doen.
Maar groote stapels van 's werelds rijkdom
lagen zeker voor de hand. om gean
nexeerd te worden 1 Geannexeerd ter wille
van het wetenschappelijk onderzoek, dat mij
zoo dierbaar wasl Ik begon alles te over
wegen. En met weer een andere schitte
rende ingeving, dacht ik aan de schatten, die
berusten onder de zorgelooze hoede van den
stand in Engeland, die door dezen man, ver
tegenwoordigt wordt
Hij draaide zich om en keek met bijna
minachtende onverschilligheid naar Scraye,
die onder dit onderhoud zijn tijd had doorge
bracht met zijn voorhoofd te wrijven en in
zichzelf mompelend, knikte en glimlachte
alsof hij dacht, dat er een toespeling op hem
gemaakt werd.
„De stand, vertegenwoordigd door dezen
man, die zijn zenuwen en verstand nog niet
geheel hersteld heeft," ging dokter Frobe
nius voort, die stand mijnheer Trickett, ik
weet, dat u er niet toe behoort, ik kan dus
vrij uit met u spreken, heeft in zijn bezit
een groot aantal kostbare kunstschatten,
waarvan sommige onbetaalbaar zijn. Meest
al worden zij niet zeer streng bewaakt. Hier
lag een onontgonnen mijn, een onbewerkte
akker. Ik zocht en vond enkele geesten, die
aan den mijnen gelijk'zijn, met durf, oor
spronkelijkheid, slim; wij staken de hoofden
samen en maakten onze plannen, om eenige
der kostbare voorwerpen in beslag te ne
men, die ongebruikt liggen in de particu
liere galerijen van Engelsche buitenver
blijven.
„Kortweg gezegd," zei Jimmie, „ge stichtte
een bende van handige dieven. Goed! Ga
voort als het u belieft, dokter Frobenius, ik
stel er bijzonder veel belang in."
„Het is inderdaad, een zeer belangwek
kend onderwerp," ging de dokter voort. „Het
doet me genoegen, dat u er zooveel belang
in stelt, ik wenschte, dat uw omstandighe
den u tot een der onzen hadden kunnen
maken. Maar wat i9 dit alles in mijn tuin?"
De plotselinge wending van dokter Fro
benius hoofd volgend, zag Jimmie op het
terras buiten de ramen een aantal mannen
verschijnen. Zij droegen werkmanskleeding,
blauwe katoenen buizen, zij waren n ge
vlekt, zij droegen gereedschap^;* ten, en
hadden een handwagen met nog meer ge
reedschap. En tot zijn groote verbazing her
kende Jimmie plotseling onder hen het ge
laat, zeer bevlekt met olie, van Nicholson
HOOFDSTUK XXXV.
De post- en telegraafdienst.
Met de grootste inspanning hield Jimmie
zich in, om niet in luide kreten uit te bar
sten bij het zien van Packe. Ondanks zijn
voorgewende onverschilligheid en zijn zor-
gelooze houding jegens dokter Frobenius,
waren zijn zenuwen tot het uiterste gespan
nen, want hij was zich ze°r goed bewust
van den ernst van den toestand waarin hij
zich bevond; volkomen in de macht vaneen
man, die of een zeer gevaarlijk krankzin
nige was, of de laagste en vermetelste mis
dadiger, dien men zich met mogelijkheid
kon denken. Jimmie had zoo lang mogelijk
gepraat en geluisterd iets, dacht hij,
kon doordringen of gebeuren; de krank
zinnige als Frobenius krankzinnig was
kon plotseling van gedachten verande
ren; de misdadiger kon on het laatste
oogenblik zijn plannen zien mislukken; tijd,
tijd was in zulke gevallen het eenig wen-
schelijke En nu. toen de zaken tot een cri-
tiek punt schenen te komen, was daar
bestond geen twijfel aan Nicholson
Packe in den tuin van Frobenius zijn
aanwezigheid voorspelde zeker wat? Al
weder zeker, kon het niet anders zijn dan
bevrijding van deze plek vol vreemde
dingen!
Jimmie keek weer. Frobenius was naar
het raam gegaan toen hij de stemmen en j
voetstappen van de werklieden hoorde en j
voor een oogenblik lette hij niet op zijn 1
twee gevangenen. Bij dien tweeden biik
-zag Jimmie, dat hij zich zeker niet vergist
had dat was Packe buiten twijfel. Packe
in een heel vuil en vet katoenen pak, met
een oude pet boven zijn vuil gezicht, een
leelijke pijp in zijn mond, een baard van
twee dagen oud om zijn kin. Hij droeg de
gereedschapskist van een werkman hij
scheen volkomen op zijn gemak te zijn ia
zijn omgeving en met zijn metgezellen. Jim
mie bekeek toen die metgezellen en zag
spoedig dat zij allen zeven of acht in ge
tal 9terke en zware mannen waren wier
werkmanskleeren. zoo leelijk en gevlekt al9
zij waren, geen athletische en gespierde ge
stalten verborgen. En een algemeen gevoel
van opluchting kwam over hem bij het ge
zicht van die slerke, groote kerels; hij wist
zeker, dat dit iets was, dat redding betee-
kende; dat moest het zijn waarom
anders zou Packe daar zijn, op deze manier
verkleed en vermomd?
Dokter Frobenius deed boos een der
openslaande ramen open.
„Wat beteekent dit alles?" VToeg hij
knorrig. „Wat zie ik? Een leger van werk
lui, vermoed ik, toegerust met 'werktuigen
en gereedschappen. Wat verlang je, mijn
goede menschen? Ik heb toch niet om jullie
gezonden!"
Een der mannen, een groote man met
zwaren snor, maakte zich I09 van de ande
ren en naar voren komende tikte hij aan
zijn pet.
„Post- en telegraafdienst, mijnheer," zei
hij eerbiedig „De herstellingsafdeeling
wij zijn gekomen om uw inrichting na !e
zien V c zullen eerst alles buiten nazien,
mijnheer."
(Wordt vervolgd),