HET TREURIG UITEINDE VAN ROOVER VOS. Aan mijn lieve raadseljeugd. CORRESPONDENTIE. In den —hoenderhof van baron Pauw heerschte groote opgewondenheid. Geen wonder ook Geheel buiten adem was een duif komen aanzetten om te vertellen, dat de beruchte roover Vos weer in 't land was. Tot aan de tanden gewapend, trok hij door 't heele land. Zij had hooren ver tellen, dat hij met dure eeden den dood aan al het gevogelte- gezworen had. Na tuurlijk zou hij in de allereerste plaats den hoenderhof met een bezoek vereeren en de duif vond het haar plicht de bewoners even te waarschuwen. 't Was een vreeselijke tijding. De kip pen zetten oogen op zoo groot als theescno- teltjes en vluchtten naar alle richtingen, om een gat te vinden, waarin ze ten minste hun kop konden steken, de kuikentjes piepten op hartverscheurende wijze; de een oen jammerden en klaagden luid. Zenuw achtig liepen de drie hanen heen en weer. Hun kammen werden hoe langer hoe blee- ker. Wat moesten ze toch doen voor hun veiligheid 1 Na lang beraad trokken ze m piechtigen optocht naar den heer Turk, die de opperheerschappij over de geheele boer derij had Mijnheer Turk was een groote buldog; hij zag er vreéselijk streng en nijdig uit, maar was toch m zijn hart een brave, dappere hond. De hanen brachten hem de bood schap van de duif over en vroegen, of hij toch voora' een waakzaam oogje op hun woning wilde houden. Mijnheer Turk gevóelde zich zeer gevleid door hun bezoek, en als om te bewijzen, dat hij begreep wat men van hem verlangde, blafte'hij een paar keer zoo vreeselijk, dat al de bewoners van den hoenderhof sidder den en beefden; vervolgens sprong hij bo ven op een muur, vanwaar hij de geheele boerderij overzien kon. „Weest maar gerust, vrienden", zeide nij, „ik zal daar dadelijk op een ontdekkings tocht uitgaan, en dat kan ik u verzekeren ontmoet ik vriend Vos, dan komt hij niet levend onder mijn pooten weg. In elk geval hoort u direct na mijn terugkonast het een en ander van me." De hanen haastten zich om hun huisgo- nooten deze geruststellende tijding mede te deelenmijnheer Turk nam zijn wandel stok onder den arm, zette zijn vilten hoedje op één oot en begaf zich op weg. Hij liep van rechts naar links, onderzocht nauwkeurig alle voetstappen op den weg en keek telkens om of hij niet in de verte den gevreesdeD vijand zag verschijnen. De eenige, die hij tot dusver ontmoette, was juffrouw Gans, die ter markt trok ora haar eieren te verkoopen. „Zeg, juffrouw Gans", vroeg Turk „hebt u misschien toevallig roover Vos ontmoet?" „Vos!" Op het hooren van dien vreeselijken naam liet moeder Gans verschrikt haar mandje vallen en zonder zich een oogen- biüi om het verlies van al die eieren te bekommeren, liep ze naar huis terug, zoo vlug haar kleine beentjes haar dragen kon den. „Bespottelijk mensch toch", dacht vriend Turk, maar meteen namen zijn gedachten een andere wending, daar hij in de verte Maraboet (een soort reuzen-ooievaar) zag staan. Maraboet was door baron Pauw aan gesteld om den karpervijver te bewaken, want de baron hield er van af en toe eens te gaan visschem Mijnheer Turk vertrouwde den ouden Maraboet met zijn houten been niet al te best. Hij had een echt bedriegersgezicht en durfde iemand nooit eerlijk m de oogen to zien. Toch was hij er van overtuigd, dat hij zich aardig tegoed deed aan de visch van zijn meester. Nooit, was eenig sterve ling de woning van Maraboet binnenge drongen; hij leidde er heelemaal een le ventje voor zien. „GoedeD morgen, Maraboet", zei mijn heer Turk, „hebt u 't al gehoord, dat Vos weer in 't land is?" „Vos, de roover?" „Juist, dien bedoel ik." „Maart beste mijnheer Turk, die moe! immers allang dood zijn. Toen ik hem kende..." „Och zoo, hebt u hem gekend „Dat wil zeggen... ach neen... ik vergis me „Enfin, vertelt u me maar eens even: hebt u hem nu niet gezien „Maar, beste mijnheer Turk, als ik hem gezien had, zou ik toch wel dadelijk bij u gekomen zijn om u te waarschuwen." „Ja juist, u hebt gelijk", antwoordde mijnheer Turk, en met een nijdig gezicht liep hij verder. „Die drommelsche oppasser weet er meer van' mompelde hij, „maar ik zal op mijn hoede zijn." Hij sloeg den weg naar huis in, maar toen hij daar kwam, wachtte hem een vreeselijk tooneel. Bevend van ontroering kwam de oudste haan naar hem toe. „Hij is gekomen", riep hij met tranen in de oogen, „we hebben hem nauwelijks kunnen zien; met één pas was hij binnen., met één pas weer buiten; maar helaas, mijn oudste kleinzoon heeft het met dpn dood moeten bekoopen. Hij heeft het arme kind meegesleurd." „Waarheen vroeg Turk. „Men zegt, dat hij den weg naar den vijver insloeg." „Dacht ik het niet!" mompelde Turk. Dien geheelen nacht waakte hij; bij het krieken van den dag echter, op het tijd stip, dat Maraboet zijn eerste ronde deed, sloop hij zachtjes weg eD begaf zich naar het huis van den oppasser. Met ingehouden adem ging hij achter de deur staan. Na verloop van een half uur ongeveer hoorde hij haastig iemand naderen. Hij keek eens door het sleutelgat. Jawel Hoot, niemand meei of minder dan vriend Vos. Onder zijn arm droeg hij een prachtigen haan. „Vooruit. Maraboet'', hijgde hij, „doe gauw openik breng je een lekker kluifje, afkomstig uit de boerderij yan Jan Konijn." „Zoo kom jij bij Maraboet je roof ver bergen", bromde Turk en wierp zich op Vos. Vos kon echter nog handig ontwijken én sloeg met zijn buit op de vlucht, maar een eindje verder had Turk hem alweer inge haald en sleepte hem bij ziin kraag mee. Jullie kunt beerijpen welk een vreugde er in den hoenderhof heerschte. BaroD Pauw, wien men de geheele ge schiedenis vertelde, wensrhte Turk geluk met zijn moedige daad. Hij beval, dat Ma raboet die. naar uit allerlei verhalen bleek, zich sedert geruimeo tijd met de mooiste karpers van zijn meester voedde, uit het land verbannen moest worden; een zwaardere straf wilde bij bet oude, zwakke dier niet eeven. Roover Vos werd door de beide veldwach ters Fox en Tom naar een rechtbank ge bracht, bestaande uit de drie hanen en de twee oudste kippen. Met aItremeene stem men werd hii ter dood veroordeeld 't Vonnis werd nog dienzelfden dag vol trokken, en op het oogenblik. dat de boos doener den laatsten adem uitblies, vierde men in den hoenderhof een schitterend feest, waarvan vriend Turk natuurlijk do held was. picmarnlf pn do Rnodhiiirioij Een zendeling deelt mede dat hij op den weg naar Ornrotufo°'0>teb fZ.-Amerika) eenen stam Roodhuiden heeft ontdekt, die Bismarck aanbidden, als eene godheid. Eens was hun oogst sterk bedreigd door droogte. Zrj begonnen hunne gewone god heden te aanbidden, doch niets, hielp. Het opperhoofd der Roodhuiden zag toen bij eenen uitgeweken pachter een portret van der kanseMer, uitgeknipt uit een Duitsch geïllustreerd blad. Hg vroeg den pachter hem dit te schen ken. Deze voldeed aan het verzoek. De India nen droegen de plaat processiegewgs naar hunnen tempel. Enkele uren daarna kwam een weldoende regen hunne landerijen besproeien. Sinds dien tijd wordt Rismarck door de Roodhuiden aan gebeden. Zij noemen hem Rimbarko en of feren hem alle soorten kruipdieren. Ik mag nog wel niet zelf schrijven, maar iemand is zoo vriendelijk, wat ik dicteer, op te schrijven. Mijn hartelijken dank aan de zeer velen, die op 10 Maart aan mij hebben willen den ken en mij hunne gelukw^nschen toezon den. Ik vond het erg prettig, dat zooveel kin deren aan den verjaardag van hunne raad seltante dachten. Hierbij dus hartelijk dank voor de brie ven, briefkaarten en kaartjes van: G. Demmenie. Wiesje Vis en Heiltje Vis en familie. Margaretha Sierag, Cor Sierag, Jootje de Wekker. Annie Zaalberg. Piet Nie- boer. Marietje Sierag. Willem v den Ham, Geertruida Kerkvliet. Willy de Nevs. Frans Schimmel. Martha Schimmel. Truus v. Venetië. Jacobus Favier. Marietje Favier, Adri Bavelaar, Annie Bavelaar. Dikky van Dijk. Nico van Wijk. Carel Hansen Rinus Hansen. Anje de Gelder. Aagje van den Ham. Letty Schade. Annie van Oort. Metha van Oort. Jan Wassenaar. Eempien Wasse naar, Gerhard Eggink, Christiaan Eggink en familie. Harjelijk gegroet door A. KOOPMANS VAN BOEKEREN. Laat ik beginnen met de meisjes en jon gens vriendelijk te bedanken voor de aar dige en leuke briefjes, die ik heb ontvan gen. Hoewel er nog geen raadsels of anec dotes waren is het aantal brieven mij niet tegengevallen. Maar het waren er nog lang niet genoegt Deze week krijg ik er meer hé? Daar reken ik vast opl Jullie hebben nu zóólang vacantie gehad en geluierd dat je nu maar eens weer flink aan het werk moet. We beginnen nu met prijsraadsels, en wel voor elk 3, die alle opgelost moeten worden Ik hoop, dat ze niet te mot-ilijk zijn, anders zal ik er een volgende maal rekening mee houden. Nu heb ik nog wat prettigs te vertellen. Omdat we in zoo n langen tijd geen prijs raadsels hebben gehad, mag ik ditmaal niet minder daD 10 prijzen uitloven, en wel 5 voor de grooteren en 5 voor de kiemen 1 Is dat niet de moeite om je best voor te doen Wat den leeftijd betreft, weet je zeker allemaal nog wel, dat de kinderen die 11 jaar zijn of ouder, tot de grooteren behooren. Mina Krijger Het is aardig van je, dat je mij zoo vlug een briefje hebt geschreven. Dat van jou heb ik het eerst ontvangen. Het mooie postpapier heb je zeker ook met e verjaardag gekregen, hè' Doe maar flink je best bij het oplossen der raadsels; wie weet, misschien behoor je dan ook wel tot de ge lukkige winnaars Aagje v. d. Ham en Annigje Spek. Het is geen wonder dat jullie vriendinnen zijn, ham en spek gaan immers bijna altijd samen 1 Of ik van schaatsenrijden hou? Nou en ofl Ik heb er dezen winter ook wel van geprofiteerd. Annigje houdt zeker meer van den zomer, is 'tniet? Zijn de raadsels van jullie samen? Later zal ik ze eens plaatsen. Nelly, Rie en Tonie Owel Het is niet erg hoor. dat je dezen keer niet veel wist le schrijven. Als we een paar weken verder zijn, zal dat wel beter worden. Is Rie ziek geweest, en is ze daarvoor naar Nunspeet? Fijn, dat ze nu gauw weer thuis komt. Dan doet ze zeker ook weer mee. Dora la Lau Nu we deze week prijs raadsels hebben, moet ik je inzending laten liggen voor een volgenden keer. Ik zal ze stellig eens plaatsen, zoodat je werk niet voor niets is geweest. Dikkie vaD Dijk. Je hebt zeker al heel wat boeken gelezen, als je zooveel van lezen houdt. ïk doe het ook wel graag, maar heb er niet zooveel tijd voor. Je moet Juffr. Koopmans van Boekeren zelf maar eens een kaartje sturen. Dat zal ze prettig vinden. Haar adres is* Ziekenhuis ..Bronovo", Laan van Meerdervoort, Den Haag.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 15