Het Rijk en de gemeenten.
Het college is tegen het voorstel-v Eek
om de f.900 te verhoogen lot f 1000 Aller
eerst om het wettelijk bezwaar, waardoor
verwezenlijking van dit voorstel op tijd
zelfs in het gedrang zou komen. Het tweede
bezwaar is dat zoo ook gehuwden zonder
kinderen of met 1 kind zouden worden be
voordeeld.
Dat ook beter gesitueerden door kinder
aftrek meeprofiteeren, kan niet anders.
Het bezwaar van den heer Romijn begrijpt
hij niet. Moeten B. en W. dan alles uit den
raad afwijzen? Dan wordt er geschreeuwd!
De heer v STRALEN: als wij voorstellen
doen. gaat u er nooit op inl
De WETHOUDER: doe dan goede voor
stellen. niet van die zotte. Ik trek dit woord
direct terug, voegt hij er aan toe, ik bedoel
niet goede.
De heer v. FCK komt er tegen op. dat zijn
fractie voorstellen doet die onmogelijk zjjn,
dat is geenszins hel geval. Aan zijn voor
stel zijn moeilijkheden, doch die kunnen
worden overwonnen, nader gaat hij daarop
in. Spr erkent, dat B en W. een verhete-
ring voorstellen, doch hij wil deze uitbrei
den al than® probeeren verder te gaan het
geen z. i voor den raad moreele plicht is.
De heer ROMIJN heeft geen critiek ge
oefend op het initiatief uit den raad. noch
dal B. en W, daarop ingingen. Alleen daar
op, dat B. en W. een por van drie raads
leden noodig hebben.
De heer WILMER is tegen het voorstel-
v. Eek. dat slechts is een schepje opdoen,
meer niet, zooals altijd is te doen. Goede
voorstellen moet men niet altijd probeeren
te wijzigen. Met zoo'n taktiek zal hij niet
meegaan.
De WETHOUDER wijst er op. hoe het
voorslel-v. Eek zoo goed als zeker door de
regeering niet zou worden goedgekeurd. B.
en W. zijn zoover gegaan als zij meenden,
dat gegaan worden kon. Door het voorstel-
v. Eek zou de verbetering in de waagschaal
worden gesteld Naast de 713 vrijgestelden,
rullen duizenden hun belasting zien dalen.
Den heer Romijn vraagt spr of B. en W.
dan nooit een tip uit den raad mogen ont
vangen? Dat zou toch te mal zijn.
Het voorstel-v. Eek wordt verworpen met
2110 stemmen.
Vóór de S D. A. P. en de heer Sijtsma.
Het voorstel van B. en W. wordt z. h. st.
aangenomen.
Hierop wordt de zitting geschorst
AVONDZITTING.
Vrapen van den heer van Es.
De heer v. ES stelt naar aanleiding van
het verslag in het „Leidsch Ouderblad" over
een rede van den heer Van Sloot en op
den ouderavond van de U.L.O. School Mare-
singel B de volgende vragen:
le. heeft het college van B. en W. ken
nis genomen van het verslag van dem op
Woensdag 19 Dec. j.I. gehouden ouderavond
van de opleidingsschool voor U.L.O. Mar©*
singel B, opgenomen in het „Leidsch Ouder
blad van Jan. 1929 en wel speciaal van
deze passage:
„Deze zet uiteen, het verschil van opem-
baar en bijz. onderwijs en toont hierbij aan dat
het openbaar onderwjjs heel wat te lijden
heeft van dikwijls minderwaardige hande
lingen door voorstanders der Bjjz. School,
waarom spr. ook alle aanwezigen opwekt
krachtige propaganda te maken voor onze
openbare school".
2e. achten B. en W. het in overeenstem
ming met het doel der oudereommissie zoo
als dat is omschreven in art. 4 K. B. van
81 Dec. 1920 S 951 dat op de door deze
commissie belegde ouderavonden welke van
de gemeentekas worden bekostigd, propa
ganda wordt gemaakt tegen 't bijzonder on
derwijs, terwijl de voorstanders die niet
aanwezig kunnen zijn, zich tegen deze aan
vallen niet kunnen verdedigen;
3e. Indien vraag 2 ontkennend beant
woord wordt, willen B. en W. dan overwe
gen welke maatregelen te nemen zijn om
in de toekomst de ouderavonden van open
bare lagere scholen te doen beantwoorden
aan het doel: versterking van den band tus-
sehen school en huis, opdat zulke ouder
avonden niet worden misbruikt tot bestrij
ding van het Bijz. Onderwijs op kosten deT
gemeente.
Wethouder TEPE zegt: vraag 1 wordt be
vestigend beantwoord, vraag 2 ontkennend.
Wat 3 betreft B. en W. zijn niet van oor
deel. dat maatregelen noodig zijn omdat de
wethouder dadelijk een onderhoud heeft ge
had met den heer v. d. Laan, hoofd der
school en voorts met den heer v. Slooten.
Beiden ontkennen beslist bedoelde passage
uit het verslag in hel Ouderblad: de laatste
heeft dit zelfs nog schriftelijk bevestigd,
kortelings uiteenzettend hoe hij een histo
risch overzicht gaf van den schoolstrijd, die
nog niet geëindigd is doch is overgebracht
naar de gemeenten en heeft opgewekt tot
propaganda voor openbaar onderwijs door
ieder die daarvoor voelt, er op wijzend, hoe
nog vele kinderen op bijz. scholen zijn, hoe
wel deze beginselen door de ouders niet
worden gedeeld.
Ook heeft hjj do opeub. school verdedigd
tegen de uiting, dat zij godsdienstloos zou
zijn.
Aangezien B. en W. geen reden hebben
te twijfelen aan deze verklaring, achten
zijn geen aanleiding voor verdere maat
regelen aanwezig.
De heer v. ES kan zich daarbij neer
leggen, geen reden hebbend de heeren
v. d. Laan en van Slooten te wantrouwen;
alleen wil hij vastleggen, dat het verslag
dan onjuist wa9 Wel blijkt hem het doel
van de ouderavonden niet gediend met
zulke beschouwingen, doch men kan daar
over verschillen van opinie. Het „Leidsch
Ouderblad" valt hem bitter tegen wat be-
trouwbaarheid belreft
RECLAME.
Gorgel - recept tegen GRIEP
Als voorbehoedmiddel wordt geprezen: „Vul
een glas halfvol met warm water en roer
daarin een eetlepel Akker'» Abdijsiroop. I
Hiermede 5 maal daags zorgvuldig gorgelen.
INTERPELLATIE VAN STRALEN.
De heer VAN STRALEN zegt. dat zijn
fractie het nuttig oordeelde de nooden der
werkloozen ook in den raad te behandelen.
Men is erkentelijk aan B. en W. voor de
maatregelen, door hen genomen ten aan
zien van extra-brandstoffen en extra uit-
keeringen. maatregelen, die de vergelijking
met andere plaatsen glansrijk kunnen door
staan, zie bijv de hardrijderijen voor ar
men elders; maatregelen deels genomen
door B en W uit eigen initiatief, deels op
aandringen van spr.'s raadsfractie en Be-
stuurdersbond..
Spr. wijst ook nog op het verstrekken
van warm voedsel. Het Gemeentebestuur
heeft vrijwel alles gedaan wat te doen
was. Alleen het verstrekken van dekens
is niet zoo gewpest als spr. had mogen
verwachten De wethouder meende, dat dit
uitgaan moest van de particulieren, lief
dadigheid of diaconieën etc., waartegen de
leden van zijn partij bezwaar hadden, die
zoodoende in dit opzichl zijn gedupeerd.
Behoudens deze aanmerking brengt hij
gaarne hulde voor al hetgeen is gedaan.
Helaas is die gunstige indruk weer voor
een deel teniet gedaan waar de extra-
toeslag op 2 Maart niet meer werd toe
gepast. hoewel daaron was gerekend
Li een onderhoud was de wethouder niet
te overtuigen van de noodzakelijkheid, al
gaf hjj ten slotte toch nog den halven toe-
slag. Daaruit blijkt z.i. dat de wethouder
toch niet voldoende overtuigd is van da
«orden onder de werkloozen.
Om nu te trachten te verkrijgen handha
ving der extra-uifkeering zeiTs al zou
de vorst thans verdwijnen, is er nog groote
behoefte en op afnemende werkloosheid valt
vooreerst nog niet te rekenen brengt
spr. deze zaak hier te berde, hopende op
een uitkeering zoo mogelijk nog gedurende
3, doch zeker gedurende nog 2 wéken.
Dit is niet bedoeld als propaganda, doch
bil nood geboren, opkomende voor de ba-
langen der arbeidersklasse, zulks in tegen
stelling met vele uitlatingen in de Chr. pers,
die spr. griefden.
Wethouder GOSLINGA geeft een volle
dig overzicht der maatregelen, door B. e&
W. genomen in verband met de weersom
standigheden, n.l. de extra-uitkeeringen van
cokes en verstrekken van toeslag op de
uitkeeririgen, het laatst op 2 Maart, heft
verstrekken van porties warm voedsel
dit zoowel door den dienst van sociale za
ken als door het B. A. het verstrekken
van dekens via iiafdad gheidrin^te'lingen, het
teruggeven uit de Bank van Leening van
winterkleeren en dekens.
Door de St. Vincentiusvereeniging wor
den op werkdagen geleverd aan:
den Leidschen Bestuui dersbond 800 por
ties; den Christelijken Besturenbond 125
i or ties; den R.K. Volksbond 150 porties;
het P.A.S. 250 porties. Jerusl 800 porties,
Ned. Leger des Heils 500 porties, op werk
dagen en Zondagen. St. Vincentiusvereeni
ging 250 porties, op werkdagen.
Een portie warm eten bestaat uit 1 L.
erwtensoep met spek, 1 L. rg3tsoep mot
vleescb, J/j L. bruine boonen rnst spek of
1/2 L. grauwe erwten mot spek.
Spr. is natuurlijk verheugd over de loi
van den heer v. Stralen. Het bezwaar van
de dekenvoorziening is besproken in een
onderhoud met de heeren v. Stralen, Val
len tgoed en Baart. Erkend werd dat dit
zeer moeilijk was en een individueel tintje
moest dragen. Onderzoek door het B. A.
zou veel te lang geduurd hebben. Nergens
z\jn door middel der organisaties echter de
kens verstrekt en dat was ook ondoenlijk,
zooals algemeen werd erkend.
In overleg met het B. A. z-ijn toen 141
dekens gekocht, die ter beschikking zijn ge
steld van enkele particuliere en liefdadige
instellingen, voor degenen, van wie bekend
was dat zjj het noodig hebben. Dezen heb
ben zich van hun taak vlug en goed ge
kweten. Uit den aard der dingen heeft de
party van den heer v. Stralen inderdaad het
minst geprofileerd. Spr. vroeg den heeren:
kunt gij zelf niet iets doen, wijzend naar
Delft, 't Is toch onnoodig met alles bij de
gemeente aan te kloppen.
De extra-toeslag is op 2 Maart inderdaad
gehalveerd om goede redenen. De warme-
voedsel-voorziening is toch pa9 goed begon
nen tegen 20 Febr. doch vorige week alle
dagen verstrekt. Toch is na overleg met den
voorzitter door spr nog de helft gegeven,
hetgeen het college later inwilligde.
Zonder overleg met het college kan hij
geen toezegging doen voor de volgende
weken, maar wel kan z.igezien ook de lof
van den heer v. Stralen aan B. en W. gerust
worden overgelaten wal nog moet worden
gedaan. De steunregeling werk! hier uitste
kend. vooral ook voor groote gezinnen.
Een bijzondere aansporing hebben B. en
W. niet noodig.
De heer v. STRALEN is inzake de deken
voorziening niet bevredigd en blijft er bij,
dat in dezen anders gehandeld had kunnen
worden zooals ook in hel onderhoud met
den we'thouder was uiteengezet.
Zeker in Delft hebben de organisaties wat
gedaan, doch daar heeft de gemeente geen
warm voedsel verstrekt.
(Geroep: wij waren dus wel voor!)
De organisatie-s kunnen hier ook niet wat
elders wel is gedaan.
Spr. acht het antwoord op zijn vraag wat
vaag en alsnog dringt hij aan daaraan te
voldoen, gelet op den nood m de gezinnen
na dezen winter.
De heer HEEMSKERK vraagt den wet
houder eenige kleine fouten bij de voedsel
voorziening te verbeteren en steunt den
heer v Stralen bij zijn laatste vraag, er ook
op wijzend, hoezeer vele gezinnen totaal zijn
uitgeput en ook. al zou de koude verdwijnen,
hulp noodig hebben.
De heer WILBRINK dankt B. en W. har
telijk voor hetgeen zij deden voor de armen
in deze tndpn van barre koude, hetgeen nok
wel op prijs i9 gesteld, gelet op vele uit
latingen.
Er moge dan iets aan de organisatie heb
ben ontbroken, het college van B. en W.
kan door deze stemming onder betrokkenen
tevreden zijn over zich zelf
Wat de aansporing tot B en W. betreft
om voort t# gaan en toezegging le doen
voor de eerstvolgende weken, spr. oordeelt
deze onnoodig. 't Zou voor B. en W. zelfs
beleedigend zijn. Vol vertrouwen wacht hij
af. wat B. en W. zullen doen.
Bij de dekenvoorziening heeft het college
stimuleerend gewerkt op de liefdadigheids
instellingen. die ook zelf veel deden en dat
ongetwijfeld zullen blijven doen, ook in
ander opzicht. Daarom onderschrijft hij vol
ledig de opmerking: kunt gij zelf dan niets
doen? tot de organisaties van den heer v.
Stralen gericht. Dat de gemeente hier al
genoeg deed. js toch geen argument, inte-
gendeel en hij hoopt, dat voortaan ook van j
die zijde zal worden geholpen.
De heer ELKERBOUT dankt eveneens het j
college zeer voor de krachtdadige hulp en
een aansporing voor verderen steun acht
hij ook overbodig, ten slotte de chr. pers
verdedigend tegen de uitlatingen van den
heer v. Stralen, de S.D.A P-pers juist be
schuldigend van propaganda maken met
den nood.
De heer v. STRALEN komt scherp op te
gen dit laatste, verzekerend, dat de soc.-
dem. organisaties, al ontbraken de middelen
hulp zouden hebben georganiseerd, wan
neer het noodig was geweest.
Propaganda is hier niet gemaakt, alleen
den wethouder eenige wenken gegeven,
waarmede rekening is gehouden.
Wethouder GOSLINGA handhaaft ten
slotte nog zijn standpunt inzake de deken
voorziening. Hij kan hel niet helpen, dat
de S. D. A. P. de menschen heeft losge
maakt van kerk en diaconie. Jeruël en
Leger des Heils zien trouwens niet naar
richting, alleen naar den nood. Met het oog
hierop sprak hij van zélf wal doen, niet
voor wat betreft verstrekken van warm
voedsel.
Hij herhaalt thans geen toezegging te
kunnen doen.
De heer v. ROSMALEN herinnert aan zijn
uitlating van vroeger waarbij hij de S.D.A.P.
aanried een steuncomité „Hulp in Nood" le
organiseeren en wil deze nu nog eens her
halen.
Hierop sluit de VOORZITTER de inter
pellatie. dank brengend voor de hulde aan
B. en W. die echter overgedragen moet wor
den aan wethouder Goslinga, die alles heeft
geregeld
Vraeen van den Leer Sytsma.
De heer SYTSMA stelt naar aanleiding
van het nog steeds uitblijven van het in de
raadsvergadering van 12 Februari 1.1. toege
zegd nader rapport inzake den Stadhuis
brand en in verband met de verschillende
geruchten, welke over de oorzaak door de
stad gaan en ook daarbuiten hun weg vinden
(Zaterdag werd door ons niet tot duidelijke
uitdrukking gebracht, dat de heer Sytsma
aldus zijn vragen wet'igde en dat niet wij
dit deden Red. L. D.) aan het College van
B. en W. de volgende vragen:
le1. Is het juist, dat voor het eerst op den
dag vóór den brand uilbrak. last was ge
geven del '9 nachts alle kachels in het ge
bouw moesten aanblijven en de deuren der
verschillende localiteiten open staan, opdat j
ook de gangen zouden verwarmd worden? 1
2e. Is het juist, dat in sommige vertrek-
ken van het gebouw, twee of meer kachels
op ééne rookleiding waren aangewezen?
3. Zoo ja, wa9 aangaande den eersten
maatregel vooraf een deskundig oordeel
ingewonnen of daaruit in verband met het
in sub 2e'. genoemde bijzonder brandgevaar
kon ontstaan?
4e. Is het juist dat gedurende den nacht
het toezicht over een dertigtal kachels in
het gebouw 9lechts door één persoon werd
uitgeoefend, aan wien wa9 toegestaan, om
na elke ronde één uur te mogen rusten?
5e. Is het juist dat er betrouwbare aan
wijzingen bestaan, dat de brand eerder is
ontstaan dan op het tijdstip dat autoriteiten
en brandweer zijn gewaarschuwd en zoo
ja, wat was daarvan de reden?
Interppllant zou het in het belang van
de zaak achten dat nu afdoend antwoord
werd gegeven en zoo mogelijk nog nadere
inlichtingen werden verstrekt.
De VOORZITTER zegt, dat het college
gebruik zal maken van zijn recht niet da
delijk te antwoorden, doch dit uit te stellen
tot een volgende zitting, in afwachting van
het rapport over den brand, gelijk reeds in
vorige zitting als noodig uiteengezet is.
De heer SIJTSMA zegt daarmede genoe
gen te moeten nemen al betreurt hij het met
het oog op de loopende geruchten, die z. i.
zullen worden versterkt door dit uitstel, dat
beantwoording achterwege blijft.
De heer HUURMAN: En als or nu geant
woord werd. 9tond 't Stadhuis er dan weer?
De VOORZITTER herhaalt, dat hef college
nu nog niet in staat is te antwoorden, ook
al kan men voortgaan met geruchten. Dat
spijt hem zeer. maar hij kan er niets aan
doen. Een debat nu zou onvruchtbaar zijn,
daar men niet over volledige gegevens be
schikt.
Overleg tusschen commissie en regeering.
De VOORZITTER vraagt machtiging dank
over le brengen aan den adjunct-directeur
van het Museum, den heer Coert, voor de
keurige inrichting dezer zaal voor de raads
zittingen in zoo'n korten tijd.
Onder applaus verleend.
RONDVRAAG.
De heer BAART vraagt of het bedoeling
is gelegenheid lot zitten te geven op de
publieke tribune.
De VOORZITTER zegt, dal het bedoeling
is daar banken te plaatsen.
De heer GROENEVELD vraagt dan goede,
bruikbare banken.
De heer WILBRINK meent, dat bij brand
de Dolitie eerst de politie opbelt in plaat»
van direct de brandweer Hij vraagt of dat
veranderd wordl?
De VOORZITTER zegt, dat de instructie
der politie luidt direct de brandweer op te
bellen.
Hierna -'uiting.
Verechenen is het Verslag van het over
leg tus9chen de commissie van voorberei
ding en de regeering over het wetsontwerp
tot herziening van de financieele verhou
ding tusschen hel Rijk en de gemeenten
en wijziging van eenige bepalingen der Ge
meentewet
De Regeering betreurt, dat zij niet beves
tigend kan antwoorden op de vraag, door
eenige leden gesteld, ot niet, in afwachting
van een definitieve regeling, de zwaarst be
laste gemeenten met een tijdelijken maat
regel, welke geen duurzame verplichtingen
zou 9cheppen, zouden kunnen worden ge
holpen.
Een meer doelmatige verdeeling van de
overheidstaak tusschen de verschillende be
stuursorganen, waardoor de totaal kosten da-
Ion, zal uiteraard op elk terrein, waarop de
mogelijkheid daarvan aannemelijk wordt ge
maakt, ook na de totstandkoming van dit
wetsontwerp wenschelijk blijven.
Dat aan het stelsel van „nivelleering"
ook bezwaren verbonden zijn, beaamt de
Regeering.
Dat eenige leden aan hel stelsel der
Staatscommissie de voorkeur geven boven
dat van het ontwerp, doel de Regeering leed.
Had zij de voorstellen der Staatscommissie
overgenomen, dan had zij een herziening
voorgedragen, waaraan een inlegreerend
deel ontbrak.
Dat sommigen in de eerste breuk van art
4 als basis willen nemen hel gemiddeld be
lastbaar inkomen per ingezetene, in plaats
van per aangeslagene, acht de Regeering
niet juist. Werd dit gedaan, dan zouden ook
de inkomsten der niet-aangeslagenen
welke intusschen bezwaarlijk te schatten
zijn behooren le worden meegeteld. Bo
vendien zou hel verschil in levensstandaard
tusschen de onderscheiden gemeenten de
uitkomst onjuist beïnvloeden. Men bedenke,
dat in de Rijksinkomslenbelasting, evenals
in de belasting van een deel der gemeenten,
een bedrag van f. 800 de grens der belast
baarheid vormt, terwij! daarenlegen in zeer
vele andere gemeenten de levensstandaard
iets lager is. Maar daarom is dan ook, bij
overigens gelijke draagkracht, het gemiddeld
belastbaar inkomen per ingezelene volgens
de Rijksinkomslenbelasting in de laatstbe
doelde gemeenten lager dan in de overige
gemeenten Het is niet geraden, dezen factor
geheel te verwaarloozen.
Intusschen erkent de Regeering, dat ook
tegen de berekening per aangeslagene ge
gronde bezwaren kunnen worden aange
voerd. Daarom kunnen zij er zich mede ver
eenigen, het gemiddelde van beide methoden
te aanvaarden, waardoor de oneffenheden
en eenzijdigheden van beide worden verme
den. De letters a en b in de eerste breuk
zullen nu derhalve voorstellen de helft van
de som van het gemiddeld belastbaar inko
men per aangeslagene en datzelfde inkomen
per ingezelene, respectievelijk in alle ge
meenten des Rijke en in de betrokken ge
meente. Daar het in hel resultaat uiteraard
geen verandering brengt, indien in teller en
noemer niet gesproken wordt van de helft
van de som, maar van de geheele som, is
de redactie in dien laalsten zin gekozen.
Naar de Regeering vertrouwt, zal door
deze wijziging aan verschillende beden-
klingen zijn tegemoetgekomen en zal dus
ook niet meer prijs worden gesteld op een
opgaaf van de verschillende quotiënten bij
toepassing van elk der beide aanvankelijk
gedachte systemen in alle gemeenten.
Vervanging van het gemiddelde belast
bare inkomen door den gemiddelden aan
slag zou, vooral na de aangebrachte wijzi
ging, onbillijk kunnen werken voor som
mige centra, waarin naast hooge inko
mens zeer vele weinig draagkrachtigen ge
vestigd zijn.
Aan den wensch, de uitgaven, welke tot
basis van de berekening zullen worden ge
nomen, niet te beperken lot die van hel
jaar 1927, is de Regeering tegemoet ge
komen.
Het in aanmerking nemen van de sala
rissen van burgemeesters en secretarissen
bij de berekening van het bedrag der uit
keering kwam bij het mondeling overleg
weer ter prake. De commissie zou, ten
einde kleine plattelandsgemeenten te hei
pen, het gewenscht achten om, vóórdal tot
verdeel ing van het gemeentefonds wordt
overgegaan, aan de gemeenten uit dat
fonds uit le keeren 50 pCt. van de salaris
sen dezer funclionarissen, of subsidiair die
salarissen op te nemen onder de kosten
welke bij de berekening van de breuk
c
van de formule van art. 4 inaanmer-
d
king worden genomen.
De Regeering verklaarde zich tiereid aan
eerstgenoemd denkbeeld gevolg te geven.
Ten einde uitsluitend de kleine gemeenten
tegemoet te komen, wenschle de Regeering
de uitkeering van de halve wedden van
burgemeester en secretaris voor iedere
gemeente te beperken tot een gezamenlijk
maximum van f. 2500. Een wijziging in
dien zin ie opgenomen.
Op de vraag, waarom de Regeering in
art. 6 juist de aangegeven grenzen als ga
rantie en als limiet heeft gekozen, zal,
volgens de Regeering, wel niet een ant
woord verwacht worden, waaruit de wis
kunstige nauwkeurigheid dezer grenzen
blijkt. Om aan de gerezen bezwaren tege
moet te komen, en mede in verband met
het iets hoogere bedrag dat ter uitkeering
uil hel gemeentefonds ter beschikking zal
komen fdoor wijzigingen in de volgende
paragrafen mee te deelen). ten gevolge
waarvan de kosten der garanliebepaunj:
zullen dalen, is de Regeering bereid, in
de minimumgrens een differentiatie aan te
brengen ten behoeve van de zwaarst be
laste gemeenten Zooals uil de nota van
wijzigingen blijkt, zal hel percentage van
50 pCl. met 5 worden verhoogd voor iedere
honderd procent, waarmee de gemiddelde
opbrengst van de gemeentelijke inkom,
belasting in de betreffende jaren de]
middelde opbrengsl van de Kijksinkorn
belasting heeft overschreden.
De Regeering heeft gemeend,
garantie van het eerste lid van
eenige uitbreiding te moeten geven^
Bij de overgroote meerderheid
gemeenlen zal uiteraard de nieuwe]
grond van deze wel verkregen, uitkej
een veelvoud zijn van de uitkeering e
wet van 1897.
Reeds het feit, dal de 20 millioenl
thans 32 millioen worden, «rijst dal
Intusschen ia bij sommige uilslü]
zeer kleine gemeenlen dit mei hel J
terwijl bij onderzoek gebleken is. dat
die gemeenten veelal eenige moeite
hebben, zich aan den nieuwen toe
aan te passen. Door haar de dubhelj
keering uit de wet van 1897 te waa
gen, die aan de groote meerderheid
zusters en méér dan dal aulomi
toevalt, zal aan gegronde bezwaren w
tegemoet gekomen. Die waarborg zal
echter niet hooger moeten gaan
het bedrag, waarop zulk een gem
heizij ingevolge art. 4 aanspraak zou
ben, zoo in casu die aanspraak nietj
loren ging door de gestelde limiet,
ten hoogste aanspraak zou hebben
de gedifferentieerde garantie van
zoo het opbrengstverschil t\ vchen
meentelijke inkomstenbelasting en
inkomstenbelasting hiertoe had geleid
De nieuwvoorge9telde tweede nni
van het eerste lid van art. 6 beoo
vast te 9tellen Naast de onvoorwaan
toekenning van de oude uitkeering
dus staan de toekenning van een zéér
verhooging van de oude uitkeering
hot tweevoud toe als niet over*
wat aan de gemeente, bij de gesleldg
men van het ontwerp, in het gum
geval uit hel fonds had kunnen loet
Hoewel deze aanvulling geen groot
gaaf zal vorderen van 's Rijks schalkii
niettemin de juiste plaatsing van dit
het voor menige kleine gemeente vani
beteekenis doen zijn.
De Regeering is bereid le gemoel I
men aan een bezwaar, in het Verslag
wikkeld legen den uniformen allrek ro
vena onderhoud van f. 800 De ind
van de gemeenten zal, blijkens een
van wijzigingen, in drie klassen plaals
tien. In hoofdzaak is daarbij gevolgd
van wat thans in de gemepnlen ges
met dien verstande echter, dat gemer
geen lager aanvangsinkomen te
aannemen dan van f. 600 voor gehi
zonder kinderen De na breed onderM
na overleg met de gemeentebesturen;
loop van het jaar 1928 in concept i
stelde classificatie voor de personeplt
ting heeft tol grondslag gediend en
dien zin dat de gemeenten der klassen
3 en 4 zijn ondergebracht in de eerst)
van dit ontwerp, die van de klassen
in de tweede klasse en die van de t
7, 8 en 9 in de derde klasse. Er is ov«
niel voldoende aanleiding gevonden
de zeer enkele groote gemeenten
bet oogenblik een groolen aftrek dan
geldt, een afzonderlijke klasse te schi
Na verder overleg met de commissie
klaarde de Regeering zich bereid hel
gemeenten met hoogen levensstands):
de gemeenten Amsterdam. 's-Grave
en Rotterdam in een a/zonderlijke
za te vereenigen. De regeering b
bezwaar tegen deze wijziging uit te
ken tot alle gemeenten, waar thans
hoogeren aftrek dan f 800 beslaat.
De wijziging is neergelegd in ern
zesde lid van Art. 12, waarbij ben);
dat in de zes genoemde gemeenten df
komstenbelasting niel verschuldigd ia
dien de belastbare 9om minder bedraaff
f. 900, en dat zij verminderd wordt mej
indien de belastbare som f 900 ol
doch minder dan f. 1350 bedraagt
onderscheidenlijk f.150 1.1 en f 05t
de tarierklassen, welke aanvangen J
1350, f. 1400 en f. 1450.
Het overleg met de commissie heeft J
geering er toe geleid de wet op de persfl
belasting als Rijkswet te handhaven
de opbrengst aan de gemeenten ten
doen komen, dooT aan elke gemeentel
keeren, hetgeen binnen haaT gebied '9j
ven; en aart de gemeenten, binnen
grenzen, de bevoegdheid te mieenen.1
die opbrengst, welke voortaan a bee dB
hAAr zal zijn. invloed te oefenpn op nol
dere wijzen dan door het heffen van "r
ten. waartoe haar overigens de gelegen
wordt gelaten. L
De opmerking, dat de betahne 1
welke aan de gemeenlen de ke,IZP e*p, 1
schen de opbrengst van de Grondt* T
op het gebouwd of op het ongehouw i
plattelandsgemeenten en die vaak n*p|
meer dan de helft van de totale op
zal verzekeren terwijl de steden
percentage ontvangen, heeft volgen*
geering rerht van bestaan Zij heelt -np
het voorgedragen stelsel vervangen
uitkeering van 75 procent van <j* H
grondbelasting. De regeering heen *1
aan den wensch om ten behoeve^ v i
gemeen te-fonds 50 opcenten op dP
gensbelasting te heffen. Tegelijker ijo
de bevoegdhe:d van de gremepnteD j
heffen van 100 opepnten op die be l
de helft beperkt. Aan den wensen
ger belasting van de vrijgezellen ,s Jl
door een getvijzigden aftrek voor o - 1
den. Tn v°rband mei de aangebrac 1
gingen in het ontwerp ziin n,p".w^
ningen gemaakt ter vas' Ijerpf
financieple gevolgen van hel rtn
de gemeenten. Zij worden in eeniZ*
overgelegd ..J
Dat het ontwerp de gpmepn' J
nomie zou bedreigen betwist de
uitvoerig en met nadruk
De aangebrachte wijririn?PD 1
werkt in een gewijzigd wetsont*