Het Rijk en de gemeenten. Het college is tegen het voorstel-v Eek om de f.900 te verhoogen lot f 1000 Aller eerst om het wettelijk bezwaar, waardoor verwezenlijking van dit voorstel op tijd zelfs in het gedrang zou komen. Het tweede bezwaar is dat zoo ook gehuwden zonder kinderen of met 1 kind zouden worden be voordeeld. Dat ook beter gesitueerden door kinder aftrek meeprofiteeren, kan niet anders. Het bezwaar van den heer Romijn begrijpt hij niet. Moeten B. en W. dan alles uit den raad afwijzen? Dan wordt er geschreeuwd! De heer v STRALEN: als wij voorstellen doen. gaat u er nooit op inl De WETHOUDER: doe dan goede voor stellen. niet van die zotte. Ik trek dit woord direct terug, voegt hij er aan toe, ik bedoel niet goede. De heer v. FCK komt er tegen op. dat zijn fractie voorstellen doet die onmogelijk zjjn, dat is geenszins hel geval. Aan zijn voor stel zijn moeilijkheden, doch die kunnen worden overwonnen, nader gaat hij daarop in. Spr erkent, dat B en W. een verhete- ring voorstellen, doch hij wil deze uitbrei den al than® probeeren verder te gaan het geen z. i voor den raad moreele plicht is. De heer ROMIJN heeft geen critiek ge oefend op het initiatief uit den raad. noch dal B. en W, daarop ingingen. Alleen daar op, dat B. en W. een por van drie raads leden noodig hebben. De heer WILMER is tegen het voorstel- v. Eek. dat slechts is een schepje opdoen, meer niet, zooals altijd is te doen. Goede voorstellen moet men niet altijd probeeren te wijzigen. Met zoo'n taktiek zal hij niet meegaan. De WETHOUDER wijst er op. hoe het voorslel-v. Eek zoo goed als zeker door de regeering niet zou worden goedgekeurd. B. en W. zijn zoover gegaan als zij meenden, dat gegaan worden kon. Door het voorstel- v. Eek zou de verbetering in de waagschaal worden gesteld Naast de 713 vrijgestelden, rullen duizenden hun belasting zien dalen. Den heer Romijn vraagt spr of B. en W. dan nooit een tip uit den raad mogen ont vangen? Dat zou toch te mal zijn. Het voorstel-v. Eek wordt verworpen met 2110 stemmen. Vóór de S D. A. P. en de heer Sijtsma. Het voorstel van B. en W. wordt z. h. st. aangenomen. Hierop wordt de zitting geschorst AVONDZITTING. Vrapen van den heer van Es. De heer v. ES stelt naar aanleiding van het verslag in het „Leidsch Ouderblad" over een rede van den heer Van Sloot en op den ouderavond van de U.L.O. School Mare- singel B de volgende vragen: le. heeft het college van B. en W. ken nis genomen van het verslag van dem op Woensdag 19 Dec. j.I. gehouden ouderavond van de opleidingsschool voor U.L.O. Mar©* singel B, opgenomen in het „Leidsch Ouder blad van Jan. 1929 en wel speciaal van deze passage: „Deze zet uiteen, het verschil van opem- baar en bijz. onderwijs en toont hierbij aan dat het openbaar onderwjjs heel wat te lijden heeft van dikwijls minderwaardige hande lingen door voorstanders der Bjjz. School, waarom spr. ook alle aanwezigen opwekt krachtige propaganda te maken voor onze openbare school". 2e. achten B. en W. het in overeenstem ming met het doel der oudereommissie zoo als dat is omschreven in art. 4 K. B. van 81 Dec. 1920 S 951 dat op de door deze commissie belegde ouderavonden welke van de gemeentekas worden bekostigd, propa ganda wordt gemaakt tegen 't bijzonder on derwijs, terwijl de voorstanders die niet aanwezig kunnen zijn, zich tegen deze aan vallen niet kunnen verdedigen; 3e. Indien vraag 2 ontkennend beant woord wordt, willen B. en W. dan overwe gen welke maatregelen te nemen zijn om in de toekomst de ouderavonden van open bare lagere scholen te doen beantwoorden aan het doel: versterking van den band tus- sehen school en huis, opdat zulke ouder avonden niet worden misbruikt tot bestrij ding van het Bijz. Onderwijs op kosten deT gemeente. Wethouder TEPE zegt: vraag 1 wordt be vestigend beantwoord, vraag 2 ontkennend. Wat 3 betreft B. en W. zijn niet van oor deel. dat maatregelen noodig zijn omdat de wethouder dadelijk een onderhoud heeft ge had met den heer v. d. Laan, hoofd der school en voorts met den heer v. Slooten. Beiden ontkennen beslist bedoelde passage uit het verslag in hel Ouderblad: de laatste heeft dit zelfs nog schriftelijk bevestigd, kortelings uiteenzettend hoe hij een histo risch overzicht gaf van den schoolstrijd, die nog niet geëindigd is doch is overgebracht naar de gemeenten en heeft opgewekt tot propaganda voor openbaar onderwijs door ieder die daarvoor voelt, er op wijzend, hoe nog vele kinderen op bijz. scholen zijn, hoe wel deze beginselen door de ouders niet worden gedeeld. Ook heeft hjj do opeub. school verdedigd tegen de uiting, dat zij godsdienstloos zou zijn. Aangezien B. en W. geen reden hebben te twijfelen aan deze verklaring, achten zijn geen aanleiding voor verdere maat regelen aanwezig. De heer v. ES kan zich daarbij neer leggen, geen reden hebbend de heeren v. d. Laan en van Slooten te wantrouwen; alleen wil hij vastleggen, dat het verslag dan onjuist wa9 Wel blijkt hem het doel van de ouderavonden niet gediend met zulke beschouwingen, doch men kan daar over verschillen van opinie. Het „Leidsch Ouderblad" valt hem bitter tegen wat be- trouwbaarheid belreft RECLAME. Gorgel - recept tegen GRIEP Als voorbehoedmiddel wordt geprezen: „Vul een glas halfvol met warm water en roer daarin een eetlepel Akker'» Abdijsiroop. I Hiermede 5 maal daags zorgvuldig gorgelen. INTERPELLATIE VAN STRALEN. De heer VAN STRALEN zegt. dat zijn fractie het nuttig oordeelde de nooden der werkloozen ook in den raad te behandelen. Men is erkentelijk aan B. en W. voor de maatregelen, door hen genomen ten aan zien van extra-brandstoffen en extra uit- keeringen. maatregelen, die de vergelijking met andere plaatsen glansrijk kunnen door staan, zie bijv de hardrijderijen voor ar men elders; maatregelen deels genomen door B en W uit eigen initiatief, deels op aandringen van spr.'s raadsfractie en Be- stuurdersbond.. Spr. wijst ook nog op het verstrekken van warm voedsel. Het Gemeentebestuur heeft vrijwel alles gedaan wat te doen was. Alleen het verstrekken van dekens is niet zoo gewpest als spr. had mogen verwachten De wethouder meende, dat dit uitgaan moest van de particulieren, lief dadigheid of diaconieën etc., waartegen de leden van zijn partij bezwaar hadden, die zoodoende in dit opzichl zijn gedupeerd. Behoudens deze aanmerking brengt hij gaarne hulde voor al hetgeen is gedaan. Helaas is die gunstige indruk weer voor een deel teniet gedaan waar de extra- toeslag op 2 Maart niet meer werd toe gepast. hoewel daaron was gerekend Li een onderhoud was de wethouder niet te overtuigen van de noodzakelijkheid, al gaf hjj ten slotte toch nog den halven toe- slag. Daaruit blijkt z.i. dat de wethouder toch niet voldoende overtuigd is van da «orden onder de werkloozen. Om nu te trachten te verkrijgen handha ving der extra-uifkeering zeiTs al zou de vorst thans verdwijnen, is er nog groote behoefte en op afnemende werkloosheid valt vooreerst nog niet te rekenen brengt spr. deze zaak hier te berde, hopende op een uitkeering zoo mogelijk nog gedurende 3, doch zeker gedurende nog 2 wéken. Dit is niet bedoeld als propaganda, doch bil nood geboren, opkomende voor de ba- langen der arbeidersklasse, zulks in tegen stelling met vele uitlatingen in de Chr. pers, die spr. griefden. Wethouder GOSLINGA geeft een volle dig overzicht der maatregelen, door B. e& W. genomen in verband met de weersom standigheden, n.l. de extra-uitkeeringen van cokes en verstrekken van toeslag op de uitkeeririgen, het laatst op 2 Maart, heft verstrekken van porties warm voedsel dit zoowel door den dienst van sociale za ken als door het B. A. het verstrekken van dekens via iiafdad gheidrin^te'lingen, het teruggeven uit de Bank van Leening van winterkleeren en dekens. Door de St. Vincentiusvereeniging wor den op werkdagen geleverd aan: den Leidschen Bestuui dersbond 800 por ties; den Christelijken Besturenbond 125 i or ties; den R.K. Volksbond 150 porties; het P.A.S. 250 porties. Jerusl 800 porties, Ned. Leger des Heils 500 porties, op werk dagen en Zondagen. St. Vincentiusvereeni ging 250 porties, op werkdagen. Een portie warm eten bestaat uit 1 L. erwtensoep met spek, 1 L. rg3tsoep mot vleescb, J/j L. bruine boonen rnst spek of 1/2 L. grauwe erwten mot spek. Spr. is natuurlijk verheugd over de loi van den heer v. Stralen. Het bezwaar van de dekenvoorziening is besproken in een onderhoud met de heeren v. Stralen, Val len tgoed en Baart. Erkend werd dat dit zeer moeilijk was en een individueel tintje moest dragen. Onderzoek door het B. A. zou veel te lang geduurd hebben. Nergens z\jn door middel der organisaties echter de kens verstrekt en dat was ook ondoenlijk, zooals algemeen werd erkend. In overleg met het B. A. z-ijn toen 141 dekens gekocht, die ter beschikking zijn ge steld van enkele particuliere en liefdadige instellingen, voor degenen, van wie bekend was dat zjj het noodig hebben. Dezen heb ben zich van hun taak vlug en goed ge kweten. Uit den aard der dingen heeft de party van den heer v. Stralen inderdaad het minst geprofileerd. Spr. vroeg den heeren: kunt gij zelf niet iets doen, wijzend naar Delft, 't Is toch onnoodig met alles bij de gemeente aan te kloppen. De extra-toeslag is op 2 Maart inderdaad gehalveerd om goede redenen. De warme- voedsel-voorziening is toch pa9 goed begon nen tegen 20 Febr. doch vorige week alle dagen verstrekt. Toch is na overleg met den voorzitter door spr nog de helft gegeven, hetgeen het college later inwilligde. Zonder overleg met het college kan hij geen toezegging doen voor de volgende weken, maar wel kan z.igezien ook de lof van den heer v. Stralen aan B. en W. gerust worden overgelaten wal nog moet worden gedaan. De steunregeling werk! hier uitste kend. vooral ook voor groote gezinnen. Een bijzondere aansporing hebben B. en W. niet noodig. De heer v. STRALEN is inzake de deken voorziening niet bevredigd en blijft er bij, dat in dezen anders gehandeld had kunnen worden zooals ook in hel onderhoud met den we'thouder was uiteengezet. Zeker in Delft hebben de organisaties wat gedaan, doch daar heeft de gemeente geen warm voedsel verstrekt. (Geroep: wij waren dus wel voor!) De organisatie-s kunnen hier ook niet wat elders wel is gedaan. Spr. acht het antwoord op zijn vraag wat vaag en alsnog dringt hij aan daaraan te voldoen, gelet op den nood m de gezinnen na dezen winter. De heer HEEMSKERK vraagt den wet houder eenige kleine fouten bij de voedsel voorziening te verbeteren en steunt den heer v Stralen bij zijn laatste vraag, er ook op wijzend, hoezeer vele gezinnen totaal zijn uitgeput en ook. al zou de koude verdwijnen, hulp noodig hebben. De heer WILBRINK dankt B. en W. har telijk voor hetgeen zij deden voor de armen in deze tndpn van barre koude, hetgeen nok wel op prijs i9 gesteld, gelet op vele uit latingen. Er moge dan iets aan de organisatie heb ben ontbroken, het college van B. en W. kan door deze stemming onder betrokkenen tevreden zijn over zich zelf Wat de aansporing tot B en W. betreft om voort t# gaan en toezegging le doen voor de eerstvolgende weken, spr. oordeelt deze onnoodig. 't Zou voor B. en W. zelfs beleedigend zijn. Vol vertrouwen wacht hij af. wat B. en W. zullen doen. Bij de dekenvoorziening heeft het college stimuleerend gewerkt op de liefdadigheids instellingen. die ook zelf veel deden en dat ongetwijfeld zullen blijven doen, ook in ander opzicht. Daarom onderschrijft hij vol ledig de opmerking: kunt gij zelf dan niets doen? tot de organisaties van den heer v. Stralen gericht. Dat de gemeente hier al genoeg deed. js toch geen argument, inte- gendeel en hij hoopt, dat voortaan ook van j die zijde zal worden geholpen. De heer ELKERBOUT dankt eveneens het j college zeer voor de krachtdadige hulp en een aansporing voor verderen steun acht hij ook overbodig, ten slotte de chr. pers verdedigend tegen de uitlatingen van den heer v. Stralen, de S.D.A P-pers juist be schuldigend van propaganda maken met den nood. De heer v. STRALEN komt scherp op te gen dit laatste, verzekerend, dat de soc.- dem. organisaties, al ontbraken de middelen hulp zouden hebben georganiseerd, wan neer het noodig was geweest. Propaganda is hier niet gemaakt, alleen den wethouder eenige wenken gegeven, waarmede rekening is gehouden. Wethouder GOSLINGA handhaaft ten slotte nog zijn standpunt inzake de deken voorziening. Hij kan hel niet helpen, dat de S. D. A. P. de menschen heeft losge maakt van kerk en diaconie. Jeruël en Leger des Heils zien trouwens niet naar richting, alleen naar den nood. Met het oog hierop sprak hij van zélf wal doen, niet voor wat betreft verstrekken van warm voedsel. Hij herhaalt thans geen toezegging te kunnen doen. De heer v. ROSMALEN herinnert aan zijn uitlating van vroeger waarbij hij de S.D.A.P. aanried een steuncomité „Hulp in Nood" le organiseeren en wil deze nu nog eens her halen. Hierop sluit de VOORZITTER de inter pellatie. dank brengend voor de hulde aan B. en W. die echter overgedragen moet wor den aan wethouder Goslinga, die alles heeft geregeld Vraeen van den Leer Sytsma. De heer SYTSMA stelt naar aanleiding van het nog steeds uitblijven van het in de raadsvergadering van 12 Februari 1.1. toege zegd nader rapport inzake den Stadhuis brand en in verband met de verschillende geruchten, welke over de oorzaak door de stad gaan en ook daarbuiten hun weg vinden (Zaterdag werd door ons niet tot duidelijke uitdrukking gebracht, dat de heer Sytsma aldus zijn vragen wet'igde en dat niet wij dit deden Red. L. D.) aan het College van B. en W. de volgende vragen: le1. Is het juist, dat voor het eerst op den dag vóór den brand uilbrak. last was ge geven del '9 nachts alle kachels in het ge bouw moesten aanblijven en de deuren der verschillende localiteiten open staan, opdat j ook de gangen zouden verwarmd worden? 1 2e. Is het juist, dat in sommige vertrek- ken van het gebouw, twee of meer kachels op ééne rookleiding waren aangewezen? 3. Zoo ja, wa9 aangaande den eersten maatregel vooraf een deskundig oordeel ingewonnen of daaruit in verband met het in sub 2e'. genoemde bijzonder brandgevaar kon ontstaan? 4e. Is het juist dat gedurende den nacht het toezicht over een dertigtal kachels in het gebouw 9lechts door één persoon werd uitgeoefend, aan wien wa9 toegestaan, om na elke ronde één uur te mogen rusten? 5e. Is het juist dat er betrouwbare aan wijzingen bestaan, dat de brand eerder is ontstaan dan op het tijdstip dat autoriteiten en brandweer zijn gewaarschuwd en zoo ja, wat was daarvan de reden? Interppllant zou het in het belang van de zaak achten dat nu afdoend antwoord werd gegeven en zoo mogelijk nog nadere inlichtingen werden verstrekt. De VOORZITTER zegt, dat het college gebruik zal maken van zijn recht niet da delijk te antwoorden, doch dit uit te stellen tot een volgende zitting, in afwachting van het rapport over den brand, gelijk reeds in vorige zitting als noodig uiteengezet is. De heer SIJTSMA zegt daarmede genoe gen te moeten nemen al betreurt hij het met het oog op de loopende geruchten, die z. i. zullen worden versterkt door dit uitstel, dat beantwoording achterwege blijft. De heer HUURMAN: En als or nu geant woord werd. 9tond 't Stadhuis er dan weer? De VOORZITTER herhaalt, dat hef college nu nog niet in staat is te antwoorden, ook al kan men voortgaan met geruchten. Dat spijt hem zeer. maar hij kan er niets aan doen. Een debat nu zou onvruchtbaar zijn, daar men niet over volledige gegevens be schikt. Overleg tusschen commissie en regeering. De VOORZITTER vraagt machtiging dank over le brengen aan den adjunct-directeur van het Museum, den heer Coert, voor de keurige inrichting dezer zaal voor de raads zittingen in zoo'n korten tijd. Onder applaus verleend. RONDVRAAG. De heer BAART vraagt of het bedoeling is gelegenheid lot zitten te geven op de publieke tribune. De VOORZITTER zegt, dal het bedoeling is daar banken te plaatsen. De heer GROENEVELD vraagt dan goede, bruikbare banken. De heer WILBRINK meent, dat bij brand de Dolitie eerst de politie opbelt in plaat» van direct de brandweer Hij vraagt of dat veranderd wordl? De VOORZITTER zegt, dat de instructie der politie luidt direct de brandweer op te bellen. Hierna -'uiting. Verechenen is het Verslag van het over leg tus9chen de commissie van voorberei ding en de regeering over het wetsontwerp tot herziening van de financieele verhou ding tusschen hel Rijk en de gemeenten en wijziging van eenige bepalingen der Ge meentewet De Regeering betreurt, dat zij niet beves tigend kan antwoorden op de vraag, door eenige leden gesteld, ot niet, in afwachting van een definitieve regeling, de zwaarst be laste gemeenten met een tijdelijken maat regel, welke geen duurzame verplichtingen zou 9cheppen, zouden kunnen worden ge holpen. Een meer doelmatige verdeeling van de overheidstaak tusschen de verschillende be stuursorganen, waardoor de totaal kosten da- Ion, zal uiteraard op elk terrein, waarop de mogelijkheid daarvan aannemelijk wordt ge maakt, ook na de totstandkoming van dit wetsontwerp wenschelijk blijven. Dat aan het stelsel van „nivelleering" ook bezwaren verbonden zijn, beaamt de Regeering. Dat eenige leden aan hel stelsel der Staatscommissie de voorkeur geven boven dat van het ontwerp, doel de Regeering leed. Had zij de voorstellen der Staatscommissie overgenomen, dan had zij een herziening voorgedragen, waaraan een inlegreerend deel ontbrak. Dat sommigen in de eerste breuk van art 4 als basis willen nemen hel gemiddeld be lastbaar inkomen per ingezetene, in plaats van per aangeslagene, acht de Regeering niet juist. Werd dit gedaan, dan zouden ook de inkomsten der niet-aangeslagenen welke intusschen bezwaarlijk te schatten zijn behooren le worden meegeteld. Bo vendien zou hel verschil in levensstandaard tusschen de onderscheiden gemeenten de uitkomst onjuist beïnvloeden. Men bedenke, dat in de Rijksinkomslenbelasting, evenals in de belasting van een deel der gemeenten, een bedrag van f. 800 de grens der belast baarheid vormt, terwij! daarenlegen in zeer vele andere gemeenten de levensstandaard iets lager is. Maar daarom is dan ook, bij overigens gelijke draagkracht, het gemiddeld belastbaar inkomen per ingezelene volgens de Rijksinkomslenbelasting in de laatstbe doelde gemeenten lager dan in de overige gemeenten Het is niet geraden, dezen factor geheel te verwaarloozen. Intusschen erkent de Regeering, dat ook tegen de berekening per aangeslagene ge gronde bezwaren kunnen worden aange voerd. Daarom kunnen zij er zich mede ver eenigen, het gemiddelde van beide methoden te aanvaarden, waardoor de oneffenheden en eenzijdigheden van beide worden verme den. De letters a en b in de eerste breuk zullen nu derhalve voorstellen de helft van de som van het gemiddeld belastbaar inko men per aangeslagene en datzelfde inkomen per ingezelene, respectievelijk in alle ge meenten des Rijke en in de betrokken ge meente. Daar het in hel resultaat uiteraard geen verandering brengt, indien in teller en noemer niet gesproken wordt van de helft van de som, maar van de geheele som, is de redactie in dien laalsten zin gekozen. Naar de Regeering vertrouwt, zal door deze wijziging aan verschillende beden- klingen zijn tegemoetgekomen en zal dus ook niet meer prijs worden gesteld op een opgaaf van de verschillende quotiënten bij toepassing van elk der beide aanvankelijk gedachte systemen in alle gemeenten. Vervanging van het gemiddelde belast bare inkomen door den gemiddelden aan slag zou, vooral na de aangebrachte wijzi ging, onbillijk kunnen werken voor som mige centra, waarin naast hooge inko mens zeer vele weinig draagkrachtigen ge vestigd zijn. Aan den wensch, de uitgaven, welke tot basis van de berekening zullen worden ge nomen, niet te beperken lot die van hel jaar 1927, is de Regeering tegemoet ge komen. Het in aanmerking nemen van de sala rissen van burgemeesters en secretarissen bij de berekening van het bedrag der uit keering kwam bij het mondeling overleg weer ter prake. De commissie zou, ten einde kleine plattelandsgemeenten te hei pen, het gewenscht achten om, vóórdal tot verdeel ing van het gemeentefonds wordt overgegaan, aan de gemeenten uit dat fonds uit le keeren 50 pCt. van de salaris sen dezer funclionarissen, of subsidiair die salarissen op te nemen onder de kosten welke bij de berekening van de breuk c van de formule van art. 4 inaanmer- d king worden genomen. De Regeering verklaarde zich tiereid aan eerstgenoemd denkbeeld gevolg te geven. Ten einde uitsluitend de kleine gemeenten tegemoet te komen, wenschle de Regeering de uitkeering van de halve wedden van burgemeester en secretaris voor iedere gemeente te beperken tot een gezamenlijk maximum van f. 2500. Een wijziging in dien zin ie opgenomen. Op de vraag, waarom de Regeering in art. 6 juist de aangegeven grenzen als ga rantie en als limiet heeft gekozen, zal, volgens de Regeering, wel niet een ant woord verwacht worden, waaruit de wis kunstige nauwkeurigheid dezer grenzen blijkt. Om aan de gerezen bezwaren tege moet te komen, en mede in verband met het iets hoogere bedrag dat ter uitkeering uil hel gemeentefonds ter beschikking zal komen fdoor wijzigingen in de volgende paragrafen mee te deelen). ten gevolge waarvan de kosten der garanliebepaunj: zullen dalen, is de Regeering bereid, in de minimumgrens een differentiatie aan te brengen ten behoeve van de zwaarst be laste gemeenten Zooals uil de nota van wijzigingen blijkt, zal hel percentage van 50 pCl. met 5 worden verhoogd voor iedere honderd procent, waarmee de gemiddelde opbrengst van de gemeentelijke inkom, belasting in de betreffende jaren de] middelde opbrengsl van de Kijksinkorn belasting heeft overschreden. De Regeering heeft gemeend, garantie van het eerste lid van eenige uitbreiding te moeten geven^ Bij de overgroote meerderheid gemeenlen zal uiteraard de nieuwe] grond van deze wel verkregen, uitkej een veelvoud zijn van de uitkeering e wet van 1897. Reeds het feit, dal de 20 millioenl thans 32 millioen worden, «rijst dal Intusschen ia bij sommige uilslü] zeer kleine gemeenlen dit mei hel J terwijl bij onderzoek gebleken is. dat die gemeenten veelal eenige moeite hebben, zich aan den nieuwen toe aan te passen. Door haar de dubhelj keering uit de wet van 1897 te waa gen, die aan de groote meerderheid zusters en méér dan dal aulomi toevalt, zal aan gegronde bezwaren w tegemoet gekomen. Die waarborg zal echter niet hooger moeten gaan het bedrag, waarop zulk een gem heizij ingevolge art. 4 aanspraak zou ben, zoo in casu die aanspraak nietj loren ging door de gestelde limiet, ten hoogste aanspraak zou hebben de gedifferentieerde garantie van zoo het opbrengstverschil t\ vchen meentelijke inkomstenbelasting en inkomstenbelasting hiertoe had geleid De nieuwvoorge9telde tweede nni van het eerste lid van art. 6 beoo vast te 9tellen Naast de onvoorwaan toekenning van de oude uitkeering dus staan de toekenning van een zéér verhooging van de oude uitkeering hot tweevoud toe als niet over* wat aan de gemeente, bij de gesleldg men van het ontwerp, in het gum geval uit hel fonds had kunnen loet Hoewel deze aanvulling geen groot gaaf zal vorderen van 's Rijks schalkii niettemin de juiste plaatsing van dit het voor menige kleine gemeente vani beteekenis doen zijn. De Regeering is bereid le gemoel I men aan een bezwaar, in het Verslag wikkeld legen den uniformen allrek ro vena onderhoud van f. 800 De ind van de gemeenten zal, blijkens een van wijzigingen, in drie klassen plaals tien. In hoofdzaak is daarbij gevolgd van wat thans in de gemepnlen ges met dien verstande echter, dat gemer geen lager aanvangsinkomen te aannemen dan van f. 600 voor gehi zonder kinderen De na breed onderM na overleg met de gemeentebesturen; loop van het jaar 1928 in concept i stelde classificatie voor de personeplt ting heeft tol grondslag gediend en dien zin dat de gemeenten der klassen 3 en 4 zijn ondergebracht in de eerst) van dit ontwerp, die van de klassen in de tweede klasse en die van de t 7, 8 en 9 in de derde klasse. Er is ov« niel voldoende aanleiding gevonden de zeer enkele groote gemeenten bet oogenblik een groolen aftrek dan geldt, een afzonderlijke klasse te schi Na verder overleg met de commissie klaarde de Regeering zich bereid hel gemeenten met hoogen levensstands): de gemeenten Amsterdam. 's-Grave en Rotterdam in een a/zonderlijke za te vereenigen. De regeering b bezwaar tegen deze wijziging uit te ken tot alle gemeenten, waar thans hoogeren aftrek dan f 800 beslaat. De wijziging is neergelegd in ern zesde lid van Art. 12, waarbij ben); dat in de zes genoemde gemeenten df komstenbelasting niel verschuldigd ia dien de belastbare 9om minder bedraaff f. 900, en dat zij verminderd wordt mej indien de belastbare som f 900 ol doch minder dan f. 1350 bedraagt onderscheidenlijk f.150 1.1 en f 05t de tarierklassen, welke aanvangen J 1350, f. 1400 en f. 1450. Het overleg met de commissie heeft J geering er toe geleid de wet op de persfl belasting als Rijkswet te handhaven de opbrengst aan de gemeenten ten doen komen, dooT aan elke gemeentel keeren, hetgeen binnen haaT gebied '9j ven; en aart de gemeenten, binnen grenzen, de bevoegdheid te mieenen.1 die opbrengst, welke voortaan a bee dB hAAr zal zijn. invloed te oefenpn op nol dere wijzen dan door het heffen van "r ten. waartoe haar overigens de gelegen wordt gelaten. L De opmerking, dat de betahne 1 welke aan de gemeenlen de ke,IZP e*p, 1 schen de opbrengst van de Grondt* T op het gebouwd of op het ongehouw i plattelandsgemeenten en die vaak n*p| meer dan de helft van de totale op zal verzekeren terwijl de steden percentage ontvangen, heeft volgen* geering rerht van bestaan Zij heelt -np het voorgedragen stelsel vervangen uitkeering van 75 procent van <j* H grondbelasting. De regeering heen *1 aan den wensch om ten behoeve^ v i gemeen te-fonds 50 opcenten op dP gensbelasting te heffen. Tegelijker ijo de bevoegdhe:d van de gremepnteD j heffen van 100 opepnten op die be l de helft beperkt. Aan den wensen ger belasting van de vrijgezellen ,s Jl door een getvijzigden aftrek voor o - 1 den. Tn v°rband mei de aangebrac 1 gingen in het ontwerp ziin n,p".w^ ningen gemaakt ter vas' Ijerpf financieple gevolgen van hel rtn de gemeenten. Zij worden in eeniZ* overgelegd ..J Dat het ontwerp de gpmepn' J nomie zou bedreigen betwist de uitvoerig en met nadruk De aangebrachte wijririn?PD 1 werkt in een gewijzigd wetsont*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 10