let Fransch-Belgisch geheim militair verdrag. DE OOLIJKË OESTERFAMILIE. ET GEHEIMZINNIGE GENOOTSCHAP. it Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 4 Maart 1929 Derde Blad No. 21156 Kamiel Huysmans spreekt te Amsterdam. Iövtkenningen van de echtheid VAN het „U. d." zaterdag nog afgekomen. FEUILLETON. Nadat nog diverse ontkenningen waren gegeven, is de vervalscker gearresteerd. 1 VAN diverse zijden zijn de Ontkenningen. Generaal Galet, hoofd van den generalen if van het Belgische leger, heelt de vol gde verklaring afgelegd: S heb zooeven kennis genomen van het i proces-verbaal van FranschBelgische Iferenties tusschen de legerstaven, die hjen hebben plaats gehad te Brussel van lot 12 September 1927, welk document het „Utrechtsch Dagblad" wordt ge- lliceerd. jls verklaar op de meest categorieke wijze, [dit stuk van het begin tot het einde Éeh is. ■Volgens dit document zou ik in het geheim liepige combinaties op touw zetten, van {aard om mijn land in echte avonturen betrekken, een naburig en bevriend land Taderlijk aan te vallen en den vrede te jstoren, die door alle volken diep verlangd Deze manier om mijn persoon voor te stel- I is in strijd met al de daden die ik gedu- lie en na den oorlog gesteld heb. Telkens [bet mogelijk was, heb ik ten voordeele bden vrede gewerkt. Inzonderheid ten op tie van Nederland heb ik getracht mel de derlandsche militaire overheden hartelijke &p vertrouwen gegronde betrekkingen te Lrhouden, zooals het hoort tusschen de fcagenwoordigers van twee kleine landen, )van elkaar niets te vreezen hebben. overeenkomst, die voor mijn land in- oationale verbintenissen medebrengt, heb oooit opgesteld, noch onderteekend. i heb nooit militaire maatregelen op het Nehad. tenzij enkel als verweer tegen- Jtr Duitse hl and. Deze maatregelen moesten fluitend op ons grondgebied uitgevoerd «den en wij hadden als eenig doel een Ival af te slaan, waarmede ik, naar aan- Eing van de gebeurtenissen van 1914, Lrvan mijD land het slachtoffer werd. plicht was rekening te houden. protesteer tegen de lastertaal van het Ifpchlsch Dagblad" en in behoud mij het IM voor herstel te eischen van degenen. I voor deze beleedigende publicaties ver- llvoordelijk zijn. icieus deelde het Belgische ministerie ifefensie, via buitenlandsch zaken mede, jilenant-kolonel Michem op het oogen dat het tweede document hem de 'ie geeft van souschef van den generalen Naar den rang bekleedde van majoor ial men werkelijk geen verstand van rzaken moet hebben om te veronderstel- dat een gewoon majoor een zoo hooge lip zou vervullen. [Terder wordt opgemerkt dat de bevelheb- d'r grenadiers. dien men in het tweede Nment de functie van secretaris laat Hen, niet Estienne heet, zooals het roment vermeldt, doch Etienne. ;lfe .Jndépendance" voegt hier nog aan dat het tweede stuk vol technische on- dhedpn staat. Zoo vermeldt 't hoofddocu- nt dat afkomstig is uit de derde sectie 5 hel Belgisch departement van defensie, werkelijkheid houdt de derde sectie zich j bezig met operatieplannen doch uit- itend met kwesties van materieel en des- b organisatie. De vervalschers, zegt het blad, hebben de derde sectie „materieel en organisatie" ver ward met de eerste stafsectie „operaties". Een Belgisch officier zou nooit een derge lijke vergissing begaan hebben. Het Fransche ministerie van overleg pu- bliceerd volgende nota: „Het U. D. heeft op 28 Febr. den tekst gepubliceerd van de zoogenaamde notulen van een conferentie van den generalen stat van Frankrijk en België, die plaats gehad zou hebben van 7 tot 12 Sept. 1927 De tekst, door het blad weergeven, is ondertee- ktnd door Generaal Debeney, chef van den generalen staf van het Fransche leger, gene raal Galet, chef van den staf van het Bel gische leger en de Broqueville. Belgisch mi nister van nationale verdediging. De tekst is een onhandig gestelde samenvoeging van onwaarschijnlijkheden, even hatelijk als be spottelijk, die de minister van Oorlog zoo formeel mogelijk in alle onderdeelen tegen spreekt. In het bijzonder is generaal Debe ney slechts éénmaal in zijn leven naar Bel gië gegaan, kort na den oorlog, om er een voordracht te geven, op een oogenblik. waar op hij nog geen chef van den staf was, nl. vóór Jan. 1925. De Belgische minister van buitenl. zaken Hymans zeide nog op een feestmaal, na gewezen te hebben op de deelneming van België aan het vredeswerk van den Volken bond, het verdrag van Locarno en het ver drag van Kellogg: „De Belgische regeering zet op ditoogen blik haar onderhandelingen voort met de Nederlandsche regeering teneinde lot de oplossing van moeilijke economische vraagstukken te geraken. Het zijn vriend schappelijke onderhandelingen, welke wij in den geest van verzoening wenschen te zien leiden tot een accoord ingegeven door de gemeenschappelijke belangen der twee buurstaten, die alle reden hebben om el kander te verstaan en te helpen In derge lijke omstandigheden is het dat stemmen opgaan, die steunen op valsche documen ten, en ons, ik weet nie't welke, agressieve plannen en welke verdachte manoeuvres, trachten toe te schrijven. Wij hebben for meel plechtig en op alle punten deze apo crief zijnde documenten gedementeerd en hebben het recht te vragen, dat ons woord niet in twijfel zal worden getrokken. Wie kan zich immers indenken dat België, na gedurende den oorlog de verpersoonlijking van de zaak van het Recht te zijn geweest, thans zijn patrimonium van eer zou ver spillen in geniepige handelingen die den wereldvrede zouden bedreigen? Met groote voldoening stel ik vast dat de he<?le Belgi sche opinie samen met ons protesteert. Ge sterkt door den steun van het Belgische volk zullen wij de nationale waardigheid ongeschonden weten te handhaven." Waarom werd gepubliceerd. Het „Utrechtsch Dagblad" van Zaterdag avond bevat een hoofdartikel, getiteld: Wat ons dreef. De vraagd- „Wat dreef ons", wordt al dus beantwoord: „De liefde tot Nederland, ons vaderland, dat wij dienen willen met heel ons hart en heel onze ziel." 181. Juist zullen ze allen beginnen te smullen, en moeder heeft de bordjes beladen met in het vuur gebraden kastanjes en krentenbrood, als ze rumoer in de buurt hooren. Maar ze letten er eerst niet op, ze hebben het het veel te veel naar hun zinl 182. Doch danmóéten ze er wel op lettenl Want daar komt dwars door het struikgewas een dier aangehold, recht op de kampeerplek van de Oesterfamilie af. Het is een ezel, gewoonlijk een goedaardig dier, maar ditmaal was hij zoo dom om zijn neus in een bijenkorf te steken. En dat laten bijtjes niet zóó maar toe! „Wie schreeuwt het niet uit zoo lezen wij verder wanneer hij er achter komt, dat in een naburig land het plan wordt op gemaakt, een stelsel van vierlijnige spoor wegen te richten op het hart van Neder land, en formules te vinden, waardoor bij de meest vredelievende houding van Ne derland, ons land in een oorlog zal worden meegesleept? Wij schreeuwden niet, wij toornden niet, wij gaven feiten, wij be oogden alleen de openbare meening hier te lande en elders wakker te maken bij eene bedreiging als nooit in de wereldgeschiede nis is vertoond." „Er is ondubbelzinnig aangetoond, dat er een spel van geheime oorlogscamarilla's tegen vredelievende naties als Nederland wordt gedreven, in het duister, in het ge niep, ondanks Genève en Locarno en het Kellogg-pact. De heer van der Velde zelf heeft dat er kend, toen hij het uitsprak, dat de Generale Staven wel dingen doen, waarvan de Re geeringen niets weten. Onze publicaties be oogden die dingen te vernietigen, beoogden een halt toe te roepen aan dat gekonkel. Deze leering hebben zelfs zij uit onze docu menten getrokken, die hun echtheid ten on rechte betwijfelden. Waarom bleef de stem uit Frankrijk en België uit ,die tot die lee ring maande? Omdat een vijandige pers onze bedoelin gen erger heeft vervalscht, dan naar haar inzien onze documenten waren. De echt heid van het geval is reeds bewezen door i de feiten. De versterkte spoorwegen zijn er." (Het U.D. geeft een tweetal foto's van de lijn AntwerpenEsschen, waaruit de ver- breeding tot vier sporen moet blijken). Ten slotte verklaart het blad: „Deze pu blicatie gaat niet tegen het Belgische volk. Wij willen vrede en vriendschap met Bel- I gië en anders niets Wij hopen, dat de Vla- j mingen in het bezit zullen gesteld worden van de zoozeer door hen begeerde bestuur lijke scheiding, maar dat alles ligt naast deze kwestie Geen enkel Groot-Neder- landsch motief bewoog ons. Maar wat ons telkens weer, in onze aanvallen tegen de Belgische politiek bezielt, is de innige wensch, dat de verhouding tusschen Ne derland en België gevestigd wordt op zui vere basis. Alleen zuiverheid, eerlijkheid, goede ge zindheid kan de voor beide volken en voor den Europeeschen vrede zoo uiterst nood zakelijk hartelijke verstandhouding doen ge boren worden Een publicatie als waar wij toe overgingen, en die, afgezien van alles, het Nederlandsch belang geb:edend eis^hte, mag in verband een paardermiiddel hee- ten maar naar onze overtuiging mag niets ongedaan blijven om alle agressie tusschen België en Nederland uit te branden. Zoo lang er gehejme verdragen en militaire be sprekingen zijn, zoolang er plannen zijn van annexatie en Belgische strooptochten in Limburg, zoolang is iedere toenaderingspo ging een vlechten van bloemen over een afgrond. Maar als onze publicatie, zoodra de storm is gestild, er toe kan bijdragen, dat België en Nederland elkaar klaar in de oogen zien en alle achterdocht voor goed afzweren, dan is de prijs eener Europeesche pers-beroering daarvoor niet te gering." een tegenstelling. Een van de medewerkers van het „Han delsblad" die in België is gaan kijken naar de sporen, waarvan in de interpellatie van het tractaat sprake was, schrijft aan zijn blad: Ik ben zooeven teruggekeerd van mijn kruistocht door België en haast mij u het re sultaat mijner onderzoekingen te berichten. De treinenloop was er stevig in de war en bovendien is er op de z.g. zijlijnen geen sneltrein te bespeuren. Zoodat b.v 'n reisje van Antwerpen naar Hamont, in deels on verwarmde coupés, 'n afstand van plm. 45 K M., ongeveer 4 uur duurde, in plaats van 3/4 uur. Op het baanvak EsschenAntwerpen is van eenige werkzaamheid aan de spoorbaan hoegenaamd niets te bespeuren Ik had gele genheid dit nauwkeurig op te nemen, omdat ik alleen reisde en dus rustig naar beide zij den van den weg mijn waarnemingen kon doen. Het is eenvoudig 'n verzinsel wanneer men 9preekt van strategische voorbereidin gen op dit baanvak. Alle beweringen te dezen aanzien berusten op louter fantasie. Ook in het uitgebreide raccordement bij Antwerpen duidt niets er op, dat eenige ver andering in de naaste toekomst ligt. In Antwerpen zelf heb ik mensrhen van allerlei slag gevraagd naar hun meening over de verandering in den spoorwegaanleg. Of ze wel 's ooit iets van gehoord hadden? Zonder eenigen argwaan te koesteren, ke ken ze allen verrast op. 't Was hun volko men nieuw Het baanvak AntwerpenHamontBu- delWeert is al precies even onschuldig. Ook hier duidt niets er op, dat zelfs maar gedacht wordt aan wijziging van de spoor baan. Geen biel is verlegd, geen spijker ge slagen, geen stukje rail ligt langs den weg, dat op iets zou kunnen wijzen, wat kwade vermoedens vermag te bevestigen. Voor den leek zijn er bovendien geweldige moeilijk heden aan een verbreeding van de spoorbaan verbonden. In den omtrek van Herenthals b.v. loopt de spoorbaan over verscheidene k.m. door 'n vallei van vele meters diep en tusschen Mol! en Baelesweze) is 't juist 't zelfde. Verderop verschijnen er dan weer heuvelen en zandgronden, die op groote hoogte boven de baan uitsteken. In de buurt van Lommei en Neerpelt zijn de terreinen al weinig min der gunstig gelegen. In Hamont had ik een langdurig gesprek met den rijksontvanger, die in 'n kroeg 'n pint bier kwam vatten. Hij lachte wat met 'n viersporen-baan vak. Er is nooit sprake van geweest, zeide hij en. toen hij hoorde van welke richting k gekomen was, merkte hij op: dan zuil ge zeker zelf wel hebben kunnen constateeren, hoe moeilijk de terreingesteldheid is en hoe veel jaren voor zoo'n werk noodig zouden zijn. Afgezien van de honderden millioenen francs kosten. Ten slotte het baanvak MaastrichtLa- naekenHasselt. Hier is al even weinig van veranderingen te bespeuren als in de beide andere geval len. Men spreekt van vier spoorbanen. Maar elk reiziger houdt zijn hart vast, als hij ziet, hoe vanaf EygenBilsen tot Mun-i sterBilsen en dan nog in de richting Be- verst (alles vlak bij de Limburgsche grens), 9lechts één spoorbaan het geheele verkeer moet opvangen. Alles bij elkaar over 'n lengte van ongeveer 6 k.m. De terreingesteldheid laat hier voor 'n vlotte en niet-kostbare wijziging .ook alles te wenschen over. Kortom slechts louter fantasie kan er toe leiden om te beweren, dat de drie bo vengenoemde lijnen nu reeds zijn of in de naaste toekomst worden voorzien van zoo danige verbeteringen, als waarover het ge publiceerde verdrag spreekt. Nauwkeurige en rustige waarnemingen hebben mij die overtuiging geschonken. En de Belgische gezant te Berlijn heeft Zaterdag op het rijksdepartement van bui- tenlandsche zaken in opdracht van zijn re geering uitdrukkelijk verklaard, dat de do cumenten, gepubliceerd in het Utrechtsch Dagblad, als een vervalsrhing dienen te worden beschouwd en dat een confrr-ntie, die tusschen 7 en 12 September 1927 tus schen de Belgische en Fransche generale staven zou zijn gehouden nimmer heeft plaats gehad. Bovendien bevestigde de ge zant uitdrukkelijk de verklaring door Hy- man9 op 26 Februari j.U in de Belgischs Kamer afgelegd. de vebvalscher gevat. Zaterdag werd nog uit Brussel gemeld: Het parket te Brussel heeft de instructie geopend teneinde den onbekenden vervaar diger of vervaardigers van het door het Utrechtsch Dagblad gepubliceerde ver- valsehte document op te sporen. En in aansluiting daarop kwam het gis teren door ons gebulletineerde. dat aange houden was een zekere Albert Frank Heine, foai het Engc-lsch vaD J S FLETCHER door Mej. A. T. ■Goed," zei Jimmie. „Wij zullen er in geval tot den namiddag mee wachten.'' N liep vlug naar boven, naar de zit- toer, kwam de zoogenaamde Amerikaan- dame tegen, die er uit zag, alsof zij dat oogenblik geen andere gedachten ter Md had, dan die welke betrekking heb- op hel ontbijt. Den man met de geknip- sn*>r had Jimmie dien ochtend reeds ge- hij stond bij de deur van het hotel en I** den portier iets omtrent golf-terrei- J Tij zag er zeer onschuldig uil en Jim J* had moeite te gelooven, dat hij of de M'kaansche vrouw spionnen waren. Jttnmie vond zijn dames goed en opgewekt haar niets anders overkomen dan 'ustige siaap gedurende den nacht. Hij haar ontbijten, voordat hij hH nieuws '■^e toen dit gebeurd was had hij een gesprek mpl haar over wal er ver doen viel en hij was daar midden in. kellner hem kwam zpggen dal er "wpren uit Londen gekomen waren Hij naar beneden en vond Packe in en Scrave op de stoep hezig instruc- rijn chauffeur Ie g^ven. woord, geen enkel, totdat wij al leen zijn!" riep Jimmie, toen de twee rei zigers ontelbare vragen over zijn hoofd be gonnen uit te storten. „Ik denk, dat wij dan genoeg te praten zullen hebben \'oor een heel langen tijd „Nu" ging hij voort, toen Scraye en Packe in een zitkamer gebracht en Schmidt aan hen voorgesteld had, „mis schien is het het beste, dat ik ophelderingen geef, door u te vertellen, waar ik geweest ben, waarom ik hier ben, en hoe de zaken staan. Laten wij allen om deze tafel gaan zitten en beginnen." „We tasten volmaakt in het duister," antwoordde Packe „We weten niets, van wal je gedaan hebl We begrijpen er niets van waarom je ons hier hebt laten komen." „Dal zult ge gauw genoeg" zei Jimmie „Luistert nu Den ochtend, nadat ik met u beiden in Ritz gedineerd had ging ik naar Parijs voor een particuliere zaak. Ik reisde toevallig mei een jonge dame. juffrouw Walsden die helpster was bij Valerie, in de South Molton Street. Zij had een rieten mand bij zich, waar een dikke gans in zat. De gans was een geschenk van madame Charles, van de firma Valerie aan haar schoonbroeder, monsieur Charles Zij was gewoon hem zu'ke geschenken te zenden en juffrouw Walsden bracht ze over bij haar geregelde bezoeken aan Parijs Door toeva! raakte de rieten mand bij mijn bagage, en vond ik ze in mijn slaapkamer in hpt Grand Hotel. Puur uit nieuwsgierigheid maakte ik ze open om de gans te bekijken En onder de gans vond ik enkelp dingen ingepakt, die ik niet verwacht had te vindpn Scraye ik heb je kruis van den tsaar dat getijden boek en die oude gouden ketting gevonden j Het is een feit!" Da beide nieuw aangekomenen bleven zwijgend en doodstil zitten, den verhaler van deze verwonderlijke geschiedenis strak aankijkend Het scheen lang te duren, voor Scraye kon spreken „Waar zijn ze?" vroeg hij. „Ik zal ze je binnenkort ter hand 9tellen," antwoordde Jimmie „Ik heb ze uit Parijs aangeteekend aan mijn eigen adres gezon den. Zij zullen daar gisterenmorgen be zorgd zijn en ik heb Kentover mijn be diende getelefoneerd, om ze met den eerstvolgenden sneltrein hierheen te bren gen; hij zal gauw hier zijn. Wat vindt gij beiden hier van?" „Het is het merkwaardigste, dat ik ooit in mijn leven gehoord hebl" riep Packe uit. Fantasie is niets hierbij vergeleken, Jim mie! Een vette gans! Nu Scraye wenkte, dat Packe zou zwijgen. Hij wendde zich tot Jimmie. „Vertel mij eens precies, wat er gebeurde nadat je hel kruis en de andere voorwerpen gevonden had." zei hij. „Val hem niet in de rede, Packe. Ik wil graag een duidelijk verslag hebben." „Dat zul je hebben," antwoordde Jimmie. „Ik zal je alle mogelijke dingen tot op dit oogenblik vertellen." En hij ging voort hun een volled:" en uitvoerig verslag te geven van hetgeen hij mei monsieur Charles ge daan had. van zijn bezoek aan de politie, van hel avoDtuur van het vprlaten huis in de Rue de la Paix van hel komen- te Dover en van de advertentie in .The Times „Die hebben wij gelezen," zei Scraye „We zijn ook bekend met de bijzonderheden van hel gebeurde in de South Molton Street, zooals het in „The Times" staat. Maar Packp weH nog wat mepr dan dat." „Ja," zei Packe langzaam. „Ik weet meer dan dat. Ik kreeg gisterenavond laat eenige mededeelingen van de politie. Er bestaat geen twijfel, dat het lijk, dat in de kamer achter den winkel ontdekt is, van madame Charles is, er is ook geen twijfel aan, dat zij door een revolverschot gedood is, door een ander persoon afgeschoten, omdat er geen spoor van een revolver gevonden is." „Om het kort te zeggen zij werd ver moord?" vroeg Jimmie. „Juist," antwoordde Packe. „Vermoordl" Er heerschte korten tijd stilzwijgen. „Nu, dat is alles, en dat is, waar wij voor staan," zei Jimmie eindelijk. „Ik heb je alles gezegd, wat ik weet." Scraye wendde zich tot den detective. „U heeft zeker een theorie opgebouwd met betrekking tot dit alles, mijnheer Schmidt?" zei hij. „Wilt u me zeggen, welke die is?" „Zeker, mylord," antwoordde Schmidt le vendig. „Het is deze dat deze diefstallen van curiositeiten en kunstvoorwerpen van groote waarde het werk zijn van een zeer handige gewetenlooze en machtige bende of syndicaat Een syndicaat, dat, naar ik ver onderstel, niet uit gewone beroepsmisdadi gers bestaat maar uit menschen van hooger stand, die waarschijnlijk al een rijken oogst hpbben binnengehaald. Ik zou denken, dat hun vertakkingen wijd verspreid zijn; dal zij tallooze hulpmiddelen hebben dat zij buitengewone middelen bezitten om hun plannen uit te voeren. Door toeval ontdekte mijnheer Trickett een van hun manieren om de buit hunner diefstallen in Engeland van Londen naat Parijs te brengen; een hunner agenten Charles ontdekte dit, zij de den 'onmiddellijk stappen om een inval der politie zoowel in Pa/ijs als in Londen te voorkomen in Londen hebben zij, zoo het schijnt, niet tegen moord op gezien. En nu nu waarschuwen zij mijnheer Trickettr „U denkt, dat mijnheer Trickett in per soonlijk gevaar is?" vroeg Scraye. Schmidt boog ernstig. „In hel grootste persoonlijk gevaar, my lord," antwoordde hij. „Het ernstigste per soonlijk gevaar als hij voortgaat met deze zaak verder te onderzoeken. Dat i9 mijn vaste beroepsmeening." Scraye en Packe richtten zich tot Jimmie. Jimmie glimlachte. „Ik weet eigenlijk niet, waarom ik ze verder zou vervolgen," zei hij. „Maar ik zal het toch doen!" Schmidt spreidde zijn handen uit. „Mijnheer heeft een slerken wil," zei hij met een rustigen glimlach. „Maar hel is, zooals ik zeg." „Je zult in ieder geval niets doen zonder verdere overweging, Jimmie." zei Packe, „Denk er aan, dat er nog een andere ma nier is, waarop ontdekking van deze lieden kan en bijna zeker volgen zal. De politie zal deze zaak van de South Molton Street niet maar laten rusten. Die vrouw werd koelbloedig doodgeschoten ver moordl Dat zal vervolgd worden. Waarom zouden jij en wij ons niel rustig houden en zien, wat er van hel politie onderzoek komt?" Scraye mompelde iets dat als instemming klonk, maar Jimmie lachte en schudde het hoofd. „Je vergeet, dat ik gezegend of gevloekt bpn met een onvrerzndiglijken nasporingszin, Packe zei hij „Die is tot op den bodem opgewekt en (Wordt vervolgd), j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 9