DE OOLÏJKE OESTERFAMILIE. ;p£c!aal ziekenvervoer GEHEIMZINNIGE GENOOTSCHAP. Jaargang ZATERDAG 16 FEBRUARI 1929 Derde Blad No. 21143 Buitenl. Weekoverzicht. BRIEVEN UIT BERLIJN. BOUWKUNSTIG SCHOON. FEUILLETON. a en Quirinaal De Heratelkwnstie ïflel Litwinofprotocol - Duitschland, Ipolen minderheden - Nieuwe strijd in Mexico. Ifficieele verzoening tusschen Vaticaan Lrioaal. deze historische gebeurtenis Hen eersten rang, heeft plaats gevonden. I bijkans 60-jarige strijd ts geëindigd, ij-in zullen beide partijen in volien en in volle vrijheid naast elkaar Heigeen aangekondigd is, nl. dat de fniet op groote gebiedsuitbreiding zou is bewaarheid. Het Vaticaan heeft [terecht begrepen, dat van herstel van JerkelijkeD Staat, in welken vorm ook, fprake meer kon zijn. Vandaar, dat hij lalleen van voldoende bewegingsvrij- Ikeelt verzekerd en dat zijn herrezen lroortaan zal heeten: de Vaticaansche Zooals te voorzien was, is warme t gebracht aan Mussolini, die zoozeer I bevorderd, dat tot overeenstemming tomen en deze hulde komt hem onge- l|d toe Het is nog ondoenlijk thans I |e overzien, wat het fascisme Italië ]tngen, de toekomst zal dat eerst kun- iordeelen, maar den machtigen leider [oen de eer van dit vergelijk nimmer ten. de eerste gevolgen is het uit den zaak thans eveneens ondoenlijk [ordeel te vellen. Wel laat het zich (zins aanzien, dat deze groote gebeur- i de Fransch-Italiaansche betrekkin- Irgunstig zal beïnvloeden, daar Frank- hn meening is. dat Italië zal trachten (ic munt te slaan uit de verzoening, I in het Oosten der Middellandsche |Zelfs is men op papier al aan het i over de vraag, of de Vaticaansche Ials deze toelating vraagt lot den Vol- Jnd, moet worden toegelaten, ja dan ■Men ziet hieruit opnieuw, hoe ook aan Tc.de zaak nog kwade kanten zitten 1 Kat ook zoo zal zijn bij de conferentie trijs van de financieele deskundigen? r is nog niet eens te zeggen, of men lot een zekere overeenstemming zaï De conferentie is»nog slechts in [lereerste beginstadium, m.a w. nau- begonnen. De Amerikaan Owen is tot voorzitter gekozen en heeft [deze keuze laten welgevallen. Het 1 gelijk bekend, dat president Coolidge |zoo"n Amerikaansch voorzitterschap doch recht op den man af ge- I, heeft Amerika's president zijn goed ig niet onthouden, 't Is op zichzelf want Amerika zal, komt het tot feeling, een voorname plaats moeten |en bij de verwezenlijking van heb- l stand wordl gebracht, jchland heeft echter reeds vlak na fein den eersten aanval gericht tegen liiste rapport van Parker Gilbert, den Jenen betalingsagenl der Dawes-rege- fil al zoo dikwijls van Duitsche zijde Bevochten. Hij heeft een uiteenzetting hoe hel officieele Duitschland de i positie van het land z et en gc- lian te toonen, hoe deze geenszins ferig mag heeten en lang niet zoo pais Parker Gilbert het voorstelde. In deze uiteenzetting gevolgen zal moet men afwachten, nam zullen in ieder geval de be ffen zijn. wellicht zelfs eenige malen 1 met mislukking I Mussolini een succes geboekt, ook fcische plaatsvervangende commissa- buitenlandsche zaken Litwinof Kn overwinning bevochten, daar het winnf-prolocol is geteekend door Po- femenië. Estland en Letland, terwijl i rog toezegging heeft gedaan, het fed te zullen volgen. Voor Oost- ja is dus het Kellogg-pact in werking en daarmede is vastgelegd, dat de lio Oost-Europa is uitgesloten, buiten |t verklaard. Moreel is daarmede iets Practisch? Hopen we het beste. meer beteeken is zou het protocol oook Duitschland bereid was tot een contractverklaring met Polen, fearnaar ziet het er helaas niet uit. =et, hoe Slresemann in antwoord op den aanval van Zaleski op de jongste ver gadering van den Volken bondsraad op do actie der Duitsche minderheden in Silezië een voorstel aankondigde voor de volgende zitting over de algemeene minderheids kwestie. Aan dit voornemen heeft hij ge volg gegeven, al was hem van diverse zijden zijdelings den raad gegeven, dat niet te doen. daar het groote gevoeligheden in het geding zou brengen. Polen heeft hierop reeds een indirect antwoord gegeven door over te gaan tot ontbinding van den Land dag in Opper-Sileziê, waarvan de bedoeling blijkbaar is om een vervolging te kunnen instellen tegen een paar leden van dezen Landdag die door dit lidmaatschap genoten van politieke immuniteit. Zij zijn dan ook reeds gearresteerd, huiszoekingen zijn ge daan etc. Inderdaad: de minderheidskwes- tie schijnt met al haar lasten moeilijkheden en gevoeligheden in aantocht; alsof de hui dige moeilijkheden van allerlei aard nog niet groot genoeg waren Voor nieuwe moeilijkheden ziet zich ook Mexico geplaatst Toral. de moordenaar van president Obrcgon, is terecht gesteld. Alle verzoeken tot gratie zijn geweigerd Nauwe lijks had deze executie plaats gevonden of er volgde een aanslag op den nieuw-gekozen president Portes Gil. Deze aanslag mislukte maar de strijd tusschen de partijen is in volle heftigheid ontbrand. Waar de daders ontsnapten, is een nieuwe actie ingezet tegen de partij, die als auctor intellectualis geldt, dus in de eerste plaats de partij, kortaf genoemd die der R -K. Kerk. De ge loofsstrijd dreigt in volle hevigheid te wor den hervat. En geen strijd is verbitterder en meer sloopend in een land. de geschiedenis is daar, om het te bewijzen. RECLAME. GARAGE VAN NIEUWKOOP TELEF. 2527. 5865 CVan onzen correspondent). Berlijn, Februari. Berlijn heeft dezer dagen Ernst Günther baron von Hünefeld begraven van uit de Domkerk. Want Hünefeld, die 36 jaar oud geworden is, was een zeer geloovig man. Zijn kist was gedekt met de zwart-wrt- roodc Duitsche oorlogsvlag met het zwarte kruis. Want Ernst Günther was overtuigd monarchist, vriend van keizer en kroon prins, dweper en practicus tegelijk, dichter en man van de daad tevens. Maar een uit het conservatieve kamp. Naast zijn baar stond een eerewachl van Duitsche vliegers en Duitsche ex-front soldaten. Want deze Freiherr was een man der luchten en een man der slagvelden. Een doodelijk gewonde vogel, die met den moed der vertwijfeling alle menschel ijke energie in'één korte periode van actie wist samen te dringen: over den Atlantischcn Oceaan op de moeilijkste, bijkans bovcnmensche- lijke wijze, van Oo9t naar WestJ Dezen jongen man heeft Berlijn begraven. En in gedachten heel Duitschland. Men noemt zijn naam thans in één adem met dien van Boelcke. Immermann en dien anderen, allerberoemdsten. ook eens „Frei herr". Manfred von Richlhofen. Indien Duitschland een Panthéon had. dan zou heden een marmeren plaat boven het eeregraf van Ehrenfried Günther Frei herr von Hünefeld aangebracht worden. Nu rust hij op een kerkhof een der talloos vele. van de wereldstad Berlijn; binnen welker muren ook Bichthofen zijn graf heeft. Men zal deze mannen niet spoedig vergeten. En toch, welk een afstand tusschen de drie strijders der luchten en den vierden, die een pionier der toenadering tusschen de volkeren wenschte te worden. Boelcke. Immermann en Richthofen waren gloeiende patriotten als Hünefeld. Maar ze 155. De groote wagen vliegt langs mooie boschwegen, over heuvels en aan weer door laag vlak land. De kinderen geven hun oogen goed den kost, vooral de meisjes genieten, terwijl de jongens een opwindend gesprek houden over hetgeen ze doen zouden, als er eens een ongeluk gebeurde. 156. Maar gelukkig is dat niet het gevall Tante Zeekat, die mee is om een beetje op het vijftal te passen, geniet evenzeer als de kinderen, ze komt wel héél veel voorbij dat ze niet kent, maar de jongens en meisjes, die op school toch ook al een en ander geleerd hebben, kunnen haar veel vertellen tn natuur ijk is Marinus de knapste van allen. Hij wordt met vragen bestormd. waren officieren tijdens den grooten oorlog, vechtersbazen, kerngezond, sporttype's, wars van uiterlijkheden, nuchter en waar schijnlijk zonder' veel phanlasie. Hun verbeelding had één zeer reëel doel: het dooden of tenminste onschadelijk maken van den vijandelijken lucht-strijder. En dat lukte ook. Vijftig, zestig, tot ruim tachtig tegenstan ders boekten ieder der drie op hun zege-lijst. Tot een vijandelijke kogel hen op hun beurt, nuchter, zakelijk, wegschoot. In die dagen was de magere, ziekelijke, door maagzweren en talrijke operaties reeds tot wrak gesneden Hünefeld óók aan het front. Eerzucht had hij meer dan alle drie vliegers. En toch stond men hem slechts toe, berichten rond te brengen op een motor fiets. Tot een granaat hem beide beenen zoo zwaar verwondde, dal frontdienst onmoge lijk werd en de regeering hem als Duitsch vice-consul naar Maastricht zond. Men moet over wat nu kwam, niet gering denken. Nederlanders hebben de reputatie, nuch tere menschen te zijn. (Ofschoon ik niet te vinden ben voor het elkander-napraten, dat we voor abstractheden als vaderland, moe dertaal en gelijksoortige niet warm kunnen loopen!) Misschien zal het velen van ons moeilijk vallen, zich in het leven van dit wonderlijke menschenkind Hünefeld in te denken? Hij schrijft gedichten en drama's; hij sluit zich aan bij die groep van zijn volk, welke de monarchie terugverlangt; hij be hoort tot de mannen, die zich niet in dezen nieuwen republikeinschen staat met zijn neiging tot pacifisme en gelatenheid kunnen en willen indenken. Maar dit alles is hem niet genoeg. Hij wil een groot strijder voor een herboren vaderland worden. Hij. de kleine vice-consul in Maastricht met de maagzweren en de kapot geschoten beenenl Men voert zijn drama's niet op. Zijn mid delmatige gedichten worden buiten vrien denkring nauwelijks gelezen. Dan komt het toeval. (Komt het eerder, als men het zoo innig verwacht?) Eerst Keizer en Kroonprins op het perron in Eysden. Bannelingen beiden. En Hüne feld wordt voorgesteld. Hij verhuist naar Wieringen, blijft twee jaren bij den Keizers- zoon Nu volgen de connecties. Propaganda- chef bij den Norddeutschen Lloyd in Bremen die ook stoer-reactionnair is. Een blik in wereldverkeer. Duizend nieuwe mogelijk heden. Stoomschip en vliegtuig. Transatlan tische luchtverbinding. En nu ziet deze jonge dichter zijn kans! Als eerste door de luchten van Europa naar Amerika. Dat is 'n ding. Dat brengt wereldberoemdheid. Dat brengt onschatbaar veel eer voor hel vaderland. Zelfvertrouwen. Nieuwe politieke kansen. Nieuwe vrienden. Slaat een bres in de isolatie. Daarbij bedenke men, dat nieuwe, vree- selijke operaties komen en dal hem ten slotte nog slechts een halve maag blijft. Dan vliegt Lindbergh van New-York naar Parijs. Ail Dan volgt Chamberlain van New-York naar Kotlbus-Berlijn. Ai, ail Een nieuwe darm-operatie. Maar de omgekeerde route! Nungesser en Colli en vele anderen verdrinken. Men noemt het in vakkringen tot nader order een krankzinnigheid. Dat is de laatste kans. Lukt dit dan is Duitsch lands roem ver zekerd. Natuurlijk is het op leven en dood. Tach tig procent en meer kans. dat het mislukt. Maar is het leven niet toch reeds verspeeld? Na een mislukking volgt dti tweede reis met Koehl en Fitzmaurice. Die lukt. En New-York raast. De milliarden papier snippers besneeuwden drie helden. De we reld spreekt over Hünefeld, maar ook over Duitschland. Hier had de groote rust kunnen komen. Fitzmaurice keerde naar zijn vlieger troepen terug en werd van majoor tot ko lonel bevorderd. Koehl zocht zijn huiskamer weer op en genoot van een wegduiken in het allednagsche leven. Maar Ernst Günther von Hünefeld? Pardon dat we hem niet begrepen, en dat hij ons verre van sympathiek was. Hij was overal. En overal op den voor grond. Zoo oppervlakkig gezien opdringerig, hinderlijk-Duitsch met z'n monocle en z'n grijnslach, met z'n auteursijdelheid en z'n eeuwig poseeren. Maar lieve hemel: die man vocht met den Dood. Wereldnaam had hij nu; maar Duitsch land? roem zou kunnen verbleekenl Goed, dat een vreeselijke record van Oost naar West over den Atlantischen stond op Duit- schen naam. Made bij Germany. Maar hij wilde zijn zwart-wit-rood om de aarde win den. Dus: BerlijnChinaJapan, en dan JapanAmerika. Door de luchten. En dan: sterven. Als 't zijn moest Tot Tokio heeft hij 't nog gehaald. Denkt u zich in: krimpend van de maag pijnen. vegeteerend op pillen cn drankjes. Zelf vlieger geworden. Lichamelijk uitgeput Wie doet hem dat na? In 't voorjaar zou nu de sprong Tokio— San Francisco volgen. Dan zou Duitschland gered zijn. De Duitsche jeugd zou geloqf herwinnen in de kracht der natie. Het buitenland zou in be- I wondering staren naar dat vernederd en verloren gewaande Rijk. Ik geloof, dat men hier van een helden leven spreken kan. We moeten de herinnering aan die sto rende zichtbare dingen aan en om Hüneft-ld uitwisschen. Alleen den heldenslrijd zien. Van den jongen man met het doodzieke lichaam. Duitschland kan, meen ik, tevreden zijn. Wie zonen heeft, die zoo vechten kunnen voor een idee, behoeft niet te wanhopen. Zelf6 al moet men socialistische en commu nistische redacties, die het niet eens noodig vonden over Hünefeld's uitvaart te berich ten, als ballast meesleepen. De tijden dat we ons warm maakten voor iets anders dan geld en goed, schijnen 'dan toch niet uitgestorven. Belangrijker viel er ditmaaJ uit Berlijn waarlijk niet te berichten ROLAND. 9E ST. LODEW1JKSKAPEL. Het is onze bedoeling, om na de Gothiek een en ander in herinnering te brengen over de veelbesproken Marekerk, en daar voor in de eerste plaats uit te gaan van het ruimtebegrip der Renaissance. Toch meenen we goed te doen, eerst een artikel te wijden aan de vernieuwing der Gothiek, volgens anderen een herfstlijke nabloei, welke valt in de eerste helft der 16de eeuw. We hebben daarvan, behalve de Westgevel der Pieterskerk, een voorbeeld dat nog duidelijker spreekt, n.l. den gevel cn het torentje van de Sint Lodewijkskapel. Oorspronke'ijk was dit de kapel van het Sint Jacobsgasthuis en het jaartal 1538 licht ons nauwkeurig in omtrent den bouw. dien we al zou niet een sluitsteen in den gevel het jaartal vermelden, toch moesten deter- mineeren tot de eerste helft der lBde eeuw. In 1567, dus al spoedig na den beelden storm, werd het gebouw diensfhaar ge mankt aan de Leidsche nijverheid en inge richt tot saaihal. Tijdens de regeering van' Lodewijk herkreeg hel zijn oude bestem ming en thans is het een hulpkerk van de Sint Petrusparorhie. Maar nu het karakteristieke van gevel en toren. In de eerste plaats merken we np. dat het formaat der baksteenen kleiner is geworden dan in de 14de en 15de eeuw Dit kleinere formaat liet meer gelegenheid om in baksteen sierende elementen aan te brengen. Met name. om het bouwkundig profiel te verfijnen, Men ziet dan ook, hoe |*be! Engeïsch van J. S FLETCHER door Mej. A. T peinsde over de diepzinnige 3 juist het tegenovergestelde bij merkte hij op. „Ons doel is, zoo- gelijk gelijk gekleed te zijn er be- |'D hel geheel geert onderscheid in on- r"'|e hoeden Ik vermoed," ging hij 1 j4al madame Charles de dame in sa- ^5 ik gisteren zag?" fh'l zij de beide zaken?" j^'s u zegt". Ze' Jimmie. „Ik vermoed, dat zij a'8 een kunstenares beschouwd?" 'per' Het vereischt kunst, om zul- -n als de onze te maken". T elijki" riep Jimmie uit „Nu, ik ■piet. Ik herinner mij, dat ik eens IIlh 1ar' Waar 'eman<* heenge- 1 1.moest meedoen aan een wed- L het opmaken van hoeden. Zij ga- I,zij een vorm noemden en kant i andere dingen en een naald en *on den eersten prijs eea aar- ,tl«Délui was het'i „En wat", vroeg juffrouw Walsden ern stig, „deden zij met den hoed?" „O, dat weet ik niet", antwoordde Jim mie. „Hij werd, geloof ik, bij opbod ver kocht. Hij zag er heusch aardig uit, toen ik er mee klaar was. er waren lathyrus en chrysanten in, heel kunstig. En 'n paar ro se veeren met gele punten". „Laat ik nu eens zien, een, twee, drie, vier, vijf, ik heb altijd zooveel kleine dingen bij me," ging zij voort. „Op 't laatste oogen- blik komen zij voor den dag. Ik moet dat in het oog houden", voegde zij er bij, naar een van haar eigendommen knikkend, een klein rieten mandje. „Het zou heel lastig zijn, als dat toevallig weg raakte". „Wat is het?" vroeg Jimmie onverschil lig. „Een lunchmand?" „Een lunchmand, neen zeker niet", ant woordde juffrouw Walsden. Neen, die mand'" ging zij voort, het bewuste voor werp met een nadenkend gezicht bekijkend, „die mand heeft ik weet niet hoe dikwijls tusschen Londen en Parijs, en Parijs en Londen met mij gereisd". „Goede hemel 1" riep Jimmie uit, de mand met plotseling ontwaakte belangstelling be kijkend. „Dat meent u toch niet! Waarom? „Oh!' zei juffrouw Walsden. „Nu wordt u nieuwsgierig. Ik wed met u om een paar handschoenen, dat u in geen drie malen kunt raden, wat er in die mand zit"! „Aangenomen!" zei Jimmie. „Een kat!" Juffrouw Walsden schudde het hoofd. „Dat is slecht geraden zei zij. „Een kat zou u al wel gehoord hebben". „Bloemen", raadde Jimmie. „Heel erg mis". Jimmie wierp «yen langen biik op de mand. Zij deed hem aan niets anders den ken dan aan de picnics, waaraan hij deelge nomen had. „Kasdruiven", zei hij. „Nu?" „Nu, dat gaat er iets op lijken", gaf juf frouw Walsden toe, „want het is in ieder geval iets. om te eten Maar u zou het nooit raden, daarom zal ik het u maar zeggen. Het is een St. Michielsgans!" „Een St. Michielsgans!" riep Jimmie uit. „Goede hemel, waarom neemt u een St. Michielsgans mee naar Parijs?" „Ik dacht wel, dat u dat zou willen we ten", zei juffrouw Walsden. „Het i9 een ge- schenk een speciaal Engelsch. zeer voor den tijd passend geschenk, zooals u zult toe stemmen. Voor den zwager van madame Charles. Zij lachte vroolijk, en Jimmie Trickett werd verrukt. „Het maakt me werkelijk hongerig!" zei hij ik verlang naar mijn diner. Gaat u met mij mee eten. Ik ken aan het eind van 1 de Rue Royale een bijzonder aardig klein restaurant, daar zullen we heen gaan Nu?" Juffrouw Walsden overwoog de zaak. „Het klinkt verleidelijk," zei ze. „Nu goed, heel graag. Maar ik moet precies tien uur in de Rue de !a Paix zijn." Daarna was het niets dan natuurlijk, dat zijn reisgezellin al haar zaken door Jim- 1 mie 'iet beredderen Zij liet hem naar haar I eigendommen aan de Gare du Nord zien; i zij aanvaardde zijn verzekering, dat rij ze alle veilig en wel in de Rue de la Paix zou vinden, als zij daar kwam. Er, nadat Jimmie zijn bevelen gegeven en aan gedienstige km iers fooien uitgedeeld had reed hij triom- fant» ijk rne' haar naar de Rue Royale Het was middernacht, toen Jimmie, zeer tevreden over zijn dagwerk, zijn kamer in het Grand Hotel binnentrad En daar zag hij, boven op zijn valies, het rieten mandje van de vette St. Michielsgans voor den on bekenden monsieur Charles bevatte. HOOFDSTUK IX. De rieten mand. Toen Trickett deze ongewone vermeerde ring van zijn persoonlijke bezittingen zag, was zijn eerste gedachte, den kruier uit te schelden, die zoo dom was geweest deze fout te maken. Hij had hem niet alleen vijf franc fooi gegeven, maar daarenboven de nauwkeurigste aanwijzingen omtrent de be zorging der artikelen, die aan zijn zorg wer den toevertrouwd Deze dingen behoor lijk aangewezen en van adressen voorzien in één wagen naar het adres van made moiselle in de Rue de la Paix; de andere, ook met adres en duidelijk aangewezen, naar de kamer van monsieur in het Grand Hotel. Het kon niet eenvoudiger de kruier had het uitstekend begrepen. En toch stond hier de rieten mand bij de valiezen en het handlaschje van Jimmie, en op dat zelfde oogenblik was juffrouw Walsden zeker in onrust, dat zij het mandje niet in haar kamer vond in de zaak van Valerie en Co, Toen Jimmie de mand echter van meer nabij bekeek, zag hij. dat zij in het geheel geen adres had. Hij vergaf düs den kruier en barstte in lachen uit. ,,'t Ie de eerste maal, dat ik een St. Mi- chiels of ander soort gans in mijn slaapka mer heb gehad!' bromde hij. „Goed. dat hij dood is." Het grappige van het geval begon Jim mie aan te trekken. En hoe meer hij naar de rieten mand keek, en hoe meer hij over het zonderlinge van het geval nadac ht, des te meer werd zijn nieuwsgierigheid aange wakkerd. Hij zette de mand op 'n leege ta fel, en keek er onderzoekend naar. den kend over hetgeen juffrouw Walsden om trent de vele reizen heen en weer verteld had. Het 6cheen hem zoo vreemd, dat iemand de moeite deed, om een vette gans over het Kanaal te zenden, zelfs met St. MichieL Jimmie kende Frankrijk genoeg, daar hij er herhaaldelijk groote autotochten door ge maakt had, om te weten, dat in sommige streken ganzen even zorgvuldig vetgemest worden als in Engeland Welke bijzondere bekoring was er in een Engeische gans, vroeg hij zich af. Dit deed hem beslissen. Hij wilde een blik werpen op hel geschenk, dat madame Charles aan haar .epicurislf- schen zwager zond. De rieten mand was niet op slot. Toen hij haar opendeed, zag hij niets dan keurig ge vouwen zijdepapier, waaronder de gans, in een mooi doekje gewikkeld, zichtbaar werd, terwijl zij op nog ander zijdepapier lag. Hel was inderdaad een mooie gans. Hij be dacht verder, dat zij den /olgenden morgen vroeg behoorlijk aan juffrouw Walsden overhandigd zou worden Tot zoolang was zij hier veilig, en het was gelukkig, dat, ongeadrosseord als ze was de mand in zijn handen was gevallen in plaats van aan de Gare du Nord achter te blijven en verloren te raken Maar toen d-ze troostrijke gedachte bij hem opkwaro. volgde *en andpre, van onrustbarenden aard. er onmiddellijk op. Zou de gans goed blijven? (Wordt vervolgd). j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 9