WAALS
m
>'e Jaargang
Vierde Blad No. 21125
TANGELS EN KLEMMEN OP BELASTINGTERREIN.
GENEESKUNDIGE BRIEVEN.
De ziekte van den Koning van Engeland.
Porseleinen Theeserviezen
L. v. GEELEN, HaarLstraat 55
SCHAKEN.
E
i ts
1"*
B
llü
Hg
1
i
K
1
i
H
1
K
B
ra
)3
Trommen van het Noodlot
Waarop en hoe ai te schrijven.
L
krat. 01
Id afj<
53;» da
Bet wo:
mWL rdec
het tijdstip nadert dat in vele zaken
irbalans wordt opgemaakt, kan het zijn
[ebben eeDige aandacht te wijden aan
jip „afschrijven" in verband met de
de Inkomstenbelasting.
10 der Wet op I. B. Ie1 lid zegt hier-
,dat ,,van de onzuivere opbrengst van
bedrijf of beroep worden bovendien af-
ikken de afschrijvingen op zaken, die
[de uitoefening van het bedrijf of be-
I worden gebruikt, en tevens de afschrij-
op schuldverordeïingen, een en
r voljrens goed koopmansgebruik".
deze omschrijving volgt du9 dat af-
jving slechts is toegelaten op bedrijf s-
elen. die al9 gevolg van het gebruik, in
ledrijf zekere depreciatie hebben onder-
en dus niet op goederen welke de han-
roorraad van het bedrijf vormen,
het kort gezegd kunnen dus afschrij-
en op het zoogenaamd vastgelegd kapi-
dat gebezigd wordt voor de uitoefening
bedrijf of beroep, in mindering van de
worden gebracht.
iot ieder geval op zichzelf moet uitge-*
worden in hoeverre zeker actief be-
uwd kan worden als handelsvoorraad,
wel al9 bedrijfsmiddel: bijv. voor een
mobielfahrikant vormt een auto in zijn
Toom een onderdeel van zijn handels-
raad, terwijl diezelfde auto na aankoop
bijv. een grossier in koloniale waren
teel van diens vastgelegd kapitaal uit-
;t.
mlijds is het moeilijk uit te maken of
hoeverre eenig actief onderdeel vormt
hot bedrijf-, bijv. in het geval dat men
rinkel heeTt in zijn woonhuis, waardoor
gedeelte van. het pand dienst doet voor
iloefenins van zijn bedrijf, terwijl het
ge gedeelte niet als zoodanig kan wor-
langemerkl: hierbij zal du9 moeten wor-
rastgesteld hoe' groot de waarde is van
gedeelte van het pand, dat de winkel
omdat slechts op dit bedrag mag wor-
afjeschreven. Op dat gedeelte van het
dat als woonhuis wordt gebruikt, mag
worden afgeschreven, omdat het geen
"eel van het bedrijf vormt
en interessante quaeslie deed zich voor
beantwoording van de vraag of af-
ijving op „goodwill" in mindering der
t mocht worden gebracht. Tot voor kort
ïde de jurisprudentie van den Hoogen
d, dat afschrijving hierop niet kon wor-
toegelaten, tenzij de belastingschuldige
aantoonen, dat de „goodwill" der zaak
rdaad in waarde achteruitging. Daar het
e meeste gevallen uiler9t moeilijk is van
Ifeit overtuigende bewijzen aan de Belas
administratie over te leggen, kwam het
tisch hierop neer, dat afschrijving op
will niet plaats vond, althans niet in
dering der winst werd geboekt,
hier blijkt uit een adres v. d. H. R. van
nten datum een zekeTe verandering van
:ht in deze materie, immer9 in dit Arre9t
dm)! uitgesproken dat de „goodwill" eener
indien op de balans vermeld, een ac-
is. dat bestemd is in enkele jaren door
ijving uit de boeken te verdwijnen.
!?ns deze opvatting mag dus in ieder ge-
op de goodwill worden afgeschreven,
al gaat de zaak in gehalte vooruit,
ui'uit het volgende geval uit de praktijk
blijken, dat de scheidingslijn tusschen
lejegd kapitaal en privé-he'zit, dikwijls
'ijk tc trekken is.
i gold hier n.l. de vraag of afschrijving
d gelaten op een woonhuis, dat de eige-
r ten behoeve van zijn bedrijf veThypo-
erd had Dei Minister gaf hierop een
fDnend antwoord, aangezien het woon-
yoor de uitoefening van het bedrijf geen
jie vervulde*, immefrs een particuliere
!W wordt nog geen bedrijfsschuld door-
er een particulier gebouw voor verDon-
wordt.
t>o zullen er vele voorbeelden op te
roeD zijn, doch heden zullen wij on9
er bepalen tot de vraag hoeveel mag
den afgeschreven.
wetgeveT heeft zich in dit opzicht bij
•ractijk willen aansluiten en slechts be-
d dat de afschrijving volgens goed koop-
gebruik moet plaats vinden,
ieoretisch kan dus ieder stelsel van af-
iiven dat voldoet aan het begrip „goed
•roansgebruik" gebezigd worden met dien
verstande evenwel, dat wanneer eenmaal
een bepaald systeem is aanvaard, hiermede
in de volgende jaren moet worden voortge
gaan. Het behoeft geen betoog dat de billijk
heid door dit voorschrift ten zeerste ge
diend wordt, daar herhaald varieéren van
afschrijvingssysleem de gekste gevolgen met
zich zou sleepen.
Ofschoon de verschillende factoren, die de
depreciatie der bedrijfsmiddelen veroorzaken,
zooals slijtage, technische verbeteringen,
conjunctuurverandering enz. niet gelijkmatig
doch integendeel sprongsgewijze inwerken,
is het loch in de practijk mogelijk gebleken,
voor de afschrijving op verschillende zaken,
zekere percentages vast te stellen, die door
de belastingadministratie worden geaccep
teerd. Een afschrijving van 10 pCt. op ma
chines, gereedschappen en vaste inventaris
en van 2-pCt. op cehouwen en pakhuizen
is in de meeste gevallen wel voldoende.
Dikwijls wordt de vraag naar voren ge
bracht of naast afschrijvingen ook alle on
derhoudskosten van de bedrijfsmiddelen in
mindering van de winst mogen worden ge
bracht. Het Arrest van 28 April 1926 van
den Hoogen Raad beantwoordt de-ze vraag
bevestigend, zoodat hiermede vaststaat, dat
kosten van onderhoud in aftrek kunnen wor
den gebracht. De klemtoon dient voorna
melijk op „onderhoud" te vallen, juist in
verband met Art. 11, le lid der Wet op de
I B., waarin gezegd woTdt, dat „uitgaven
voor aankoop stichting verbetering van ge
bouwen, werktuigen, gereedschappen en
ajidere zaken die voor de uitoefening van
het bedrijf of beroep worden gebruikt", kun
nen niet als bedrijfskosten worden aange
merkt. Dikwijls is de scheidingslijn tusschen
onderhoud en verbetering zeer bezwaarlijk
le trekken, doch gelukkig voor de belasting
contribuanten, legt de Administratie in 't
algemeen het begrip „onderhoud" in ruimen
zin des woords uit.
Wordt echter eenig actief door ingrijpende
reparatie werkelijk verbeterd, dan zal met
het oog op de toe te passen afschrijving
moeten worden nagegaan, voor hoeveel jaren
deze verbetering in het bedrijf als zoodanig
zal worden gevoeld.
Bij het aanbrengen van belangrijke verbe
teringen aan gebouwen, die voor het bedrijf
worden gebruikt, bijv. bij het legden van een
nieuw dak. behoeft men volgen^ de uitspraak
van den Raad van Beroep te» Arnhem niet
de geheele vernieuwing als waardevermeer
dering te boeken, doch mag in mindering
hiervan worden gebracht de uitgaven, welke
men zou hebben moeten doen, voor 't geval
men zich tot het repareeren van het be
staande had beperkt. Bovendien mogen ook
de kosten van arbreken en stutten van
muren e.d. als onkosten in mindering der
winst worden gebracht.
Voor hen die in de oorlogsjaren gebouwen
tegen abnormale prijzen hebben aanget-
scliaft, is van belang de ministrieele reso
lutie van' 5 April 1922, waarin de Minister
een extra-afschrijving toestaat ten bedrage
van 20 pCt. der meerkosten op deze ge^
houwen.
Ten slotte nog eenige woorden betrekking
hebben op de afschrijving op schuldvorde
ringen. Ook hiervoor geldt als criterium,
dat zij geschieden moet volgens goed koop
mansgebruik, terwijl de H R. reeds meer
malen te kennen gaf, dat de afschrijving in
de opvolgende jaren moet geschieden steeds
volgens hetzelfde systeem.
Een methode die in vele zaken met suc
ces wordt toegepast, bestaat hierin, dat de
waarde van elke vordering afzonderlijk
wordt beoordeeld. Aan de hand van inge
wonnen information worden de uitstaande
vorderingen in verschillende groepen ver
deeld, overeenkomend met de gebleken
soliditeit. De bedragen van debiteuren die
failliet zijn gegaan, of van wie verwacht
kan worden dat zij spoedig zullen failleeren,
kunnen worden afgeschreven op 1015 pCt.,
terwijl de afschrijving op de overige' posten
na stuksgewijze beoordeeling geschiedt
Wanneer in de volgende jaren mocht
blijken dat de afschrijving op sommige
posten ten onrechte had plaats gevonden of
te hoog ware geweest doordat de' betaling
geheel terecht kwam, dan komt deze bate
ten goede aan- het boekjaar waarin de be
taling plaats vond.
RECLAME.
In de laatste maanden van het afgeloopen
jaar was de belangstelling van zoowat de
heele wereld gericht op het ziekbed van den
Engelschen Koning. Bij een ernstige ziekte
van een zoo hooggeplaatst persoon is groote
belangstelling de meest natuurlijke zaak.
Het verloop van het ziekenproces kan im
mers gevolgen hebben van verre strekking
op politiek, diplomatiek en economisch ge
bied. Meïi wapent zich, ieder op eigen ge
bied tegen gebeurlijkheden, welke altijd mo
gelijk, maar dan meer dan gewone kans op
verwezenlijking hebben. Naast deze direct
er bij betrokken belangen, dragen sympathie
en nieuwsgierigheid er toe bij, dat groote
meDigtcn met ongeduld de bulletins ver
wachten, welke regelmatig tweemaal per
dag uitgegeven en onmiddellijk door pers,
telegraaf en radio door de gansche wereld
verspreid worden. Voor het paleis verdringt
zich een menigte iiy afwachting, de groote
bladen geven nauwkeurig bericht van doen
en laten der geheele vorstelijke familie, zij
leveren commentaren op de geneeskundige
berichten, de een weet nog meer dan de an
der, kortom, feitelijk iedereen bemoeit
er zich mee.
Welk een verschil met den toestand, wel
ken wij waarnemen, indien een eenvoudige
burger door dezelfde ziekte wordt bezocht
en alles zich afspeelt binnen de eigen wo
ning en den kring der naaste familie of
hoogstens de verpleging in een ziekenhuis
geschiedt.
De huisarts of de dokter van het zieken
huis bewaakt het ziekteverloop, alleen bij
gebleken noodzakelijkheid wordt een enkele
maal de hulp van een specialist ingeroepen,
de buitenwereld bemoeit er zich niet ver
der mee. Een of tweemaal daags wordt de
patiënt bezocht, er is geen sprake van
urenlange, consulten van drie of meer dok
ters. En zeker is er geen sprake van een
bericht in de bladen, zoodat dc patiënt, als
hij nog eens lust heeft een courant in te
zien, zijn eigen toestand tot in finesses ge
schilderd ziet.
Wie van die beide patiënten is er nu uit
geneeskundig oogpunt het best aan toe?
Voordat we die vraag nader onder de oogen
zien, een kort overzicht van, wat wij uit
de berichten over den toestand van den
hoogen lijder kunnen opmerken.
Hij heeft blijkbaar geleden aan longont
steking, welke niet, zooals wij het liefste
zien, na 7 of 9 dagen met een crisis in
herstel overgaan, doch een meer 9lepend
karakter heeft gekregen. Longontsteking i»
een infectieziekte. Bij die sleepende vok
men kunnen de bacillen zich ergens anders
nestelen en ook daar ontsteking verwekken.
Een heel gewone plaats daarvoor is het
borstvlies, dat daar meermalen in etterige
ontsteking geraakt. De etter hoopt zich dan
in de ruimte tusschen longen en borstwand
op, waarbij niet de geheele holte betrok
ken behoeft te zijn, maar door vergroeiingen
een zeker gedeelte daarvan afgekapseld
wordt. Slechts bij hooge uitzondering kan
in zulk een geval genezing verwacht wor
den, zonder dat aan de etter kunstmatig af
voer naar buiten bezorgd wordt. Dit ge
schiedt door een weinig ingrijpende operatic,
waarbij in de borstwand een opening wordt
gemaakt. Daarbij wordt in den regel, om
te voorkomen, dat de opening spoedig weer
dicht groeit, een stukje van een rib mede
weggenomen. Zoolang aan de etter nog geen
voldoende afvoer is verschaft, kunnen de
ontstekingsproducten in het lichaam drin
gen en koorts verwekken. Is de afvoer ruim
voldoende verzekerd, dan zijn de genezings
kansen veel gunstiger. Die kans wordt de9
te grooter naarmate het hart over meer
kracht en uithoudingsvermogen beschikt.
Wie de berichten in de couranten nauw
keurig heeft gevolgd, zal begrijpen, dat de
hoofdzaak met het bovenstaande klopt. Wij
moeten daarbij bedenken, dat dergelijke of-
ficieele bulletins niet altijd de geheele waar
heid behelzen. Maar op den duur kan men
toch wel de kern onderscheiden. Zoo zijn
al die berichten over X-stralen en hoog-
tezon slechts bijzaak. Voor de diagnose kan
wel gebruik gemaakt worden van Röntgen
stralen, maar toen dezè stralen nog niet be
kend waren, stelden onze ervaren klinici de
diagnose van deze al even good. En voor de
behandeling spelen die stralen slechts een
ondergeschikte rol, al zal niemand er alle
waarde aan ontzeggen ter verbetering van
den algemcenen toestand en het uithoudings
vermogen.
Vragen wij ons nu af, wie er het beste aan
toe is, dan kan over het antwoord moeilijk
twijfel beslaan. Er komen wel eens moei
lijke gevallen voor, waar de kennis van o»
arts te kort schiet en het consult met een
desnoods met twee anderen, van nut kan
zijn. Maar hier hebben wij met eenvoudig
geval te doen, dat iedere arts zal onderken
nen. Die heeft dan het ziekteverloop te be
waken, hij weet dat het steeds met up9 en
downs gaat, daarom ziet hij ruslig toe en
grijpt alleen bij noodzaak in. Ilij zal zijn
patiënt niet vermoeien met onnoodig veel
herhaalde onderzoekingen, hij kan zijn volle
autoriteit doen gelden en zoodoende psy
chisch voor de zoozeer gewenschle rust van
de patiënt zorgen. Ook de omgeving van
den zieke werkt daartoe mee door de kalmte
welke het vertrouwen in den huisarts, dik
wijls tevens huisvriend, haar geeft. Hij volgt
een vaste lijn, de volgens zijn ervaring
proefde methode, waarmee hij reeds zoo dik
werf goede resultaten beeft behaald.
Natuurlijk kan ook een andere gedrags
lijn goede resultaten hebben. Ook hier voe
ren vele wegen naar Rome. Maar als al
tijd drie of meer medici het met elkaar eens
moeten worden, kan het niet uitblijven of
er bestaat wel eens verschil van meening,
zij het ook over ondergeschikte punten. Als
dan in tegenwoordigheid van den patiënt
soms een uur en langer word"t onderzocht en
gediscussieerd, dan kan ik niet gelooven, dat
de psychische rust van den patiënt op deze
wijze bevorderd wordt.
De gelukkigste patiënt is de eenvoudige
burger met zijn vertrouwden huisarts.
H.A.S.
D. H. R. heeft uitgemaakt dat er voor den
Fiscus geen aanleiding bestaat om in der
gelijke gevallen na te vorderen over de
jaren, waarin de ten onrechte toegepaste af
schrijving op debiteuren in mindering der
winst was gebracht
Dit standpunt was gegrond op de over
weging dat het inderdaad in overeenstem
ming is met goede koopmanszeden, dat een
afschrijving op een dubieus geachte vorde
ring wordt toegepast, ook al blijkt naderhand
dat de taxatie van de vordering te laag is
geweest
Hiermede besluiten wij deze mededec-iing
op het gebied der afschrijvingen, welke wel
licht voor de lezers van dit blad van belang
kan zijn.
RECLAME.
Theeservies, 16 deeligf. 5.25
Ontbijtservies, 19 deelig8.25
Eetservies, 24 deelig „20.50
Alle serviezen verkrijgbaar
in zelfde prachtige decors
6402 HAARLEMMERSTRAAT 130/136.
WENSCHT U EEN RADIO OF
PATHÉFOON
IN GROOTE KEUZE VOORHANDEN.
tegenover City-Theater. 6408
Do oplossing van het probleem van Sala
manca is: 1. Tf4. Er kan dan geschieden,
b4, Pc4f, del:, Dd4f. Of c4, Te4f, de4:t
Pc4:f. Of dl, Td4:, cd4*, Pc4f. Do oplos-
sing van het probleem van Tucker is*
1. Dal. De varianten zijn eenvoudig.
M. FRANKEN*
G. C. 1923.
m///,
T-7\
'/Y/A;/'
W4,
fi;
Wit begint en geeft mat in drie zetten*
Wit. Ke7, Db2, Pc7 en d3, pi bö en c5.
ZwartKc6, Ta4, Pd*2, pi b3, b7, dö en e5.
Dc volgende partij is uit de onlangs ge
houden wedstrijd te Berlijn.
Rubinstein. Niemzowits-
1.
d4
Pfó
2.
c4
e6
3.
Pc3
Lb4
4.
Dc2
d6
Door Niemzowits veel gespeeld.
5.
e3
cö
6.
Ld3
Pc6
7.
Pe2
€5
8.
d5
Lc3:f
Met do
bedoeling Pb4.
0.
Dc3:
Pg7
10.
Dc2
O-O
11.
0-0
Pg6
12.
Pg3
Te8
Na Pf5
volgt nu e4.
13.
f3
Ld7
14.
Ld3
a6
15.
h3
b5
16.
b3
Db6
17.
Kh2
a5
18.
Tbl
Na a4 volgt ba4:, Ta4:, eu
Da4
19.
f4
ef4:
20.
ef4:
PfS
21.
Lel
Dd*
09»
Df2
a4
23.
I.b2
Pg6
24.
Tadl'
ab3:
25.
ab3:
Ta7
26.
Tdet
Tel:
27.
Tel:
PfgS
28.
Lf6:
Df6:
Inleiding tot do winst.
29.
Pe4
Dh6
30.
f5
Ta.3
31.
Tbl
Tn6
32.
g4
f6
33.
KgS
Lc8
34.
Tol
Lb7
35.
De2
Pd7
36.
Pd6:
Td6:
Een fraai offeT.
37.
DeSf
Pf8
38.
Te7
g*
Er dreigde Df7+ en Df8*.f.-
39.
Df7f
KhS
40.
Te8
Td8
Na Td8
volert eeuwig schaak.
41.
Df6 :t
Kg*
42.
De6t
K*7
43.
fet
'opgegeven.
Dr. P. FEENSTRA KUIPEB.
Naar het Engel9ch van
OTTWELL B1NNS.
pr was nog niet veel wind en daar was
Jankbaar voor. Een maal sloop ze naar
li°ang .van tent en ^eek naaf bui-
Een bliksemflits verlichtte het Iand-
pp vóór haar, maar ze zag niets dan
Pnwijdigo grijze stralen water, die de
pervlakte van het meer tot een dikke laag
juim striemden. Ze sloop weer terug,
f.nat Seworden in die eene minuut en
tit"16* ^a*uma naast Rimington zitten
pnten tot het onweer voorbij zou zijn.
Ü_hf Bc"een uren te duren. Toen begon het
,pen fie*3 f9 verminderen, do donder
£n af te drijven en hoewel de regen nog
a gestadig doorroffelde op het linnen
kJ3 ze het onweer begon
[bedaren.
J? ,üaar Fatuma, die in een nogal
K a(ïke'iike houding in slaap was geval-
KBL'i- 9I?9r hep naar Rimington, die den
Krzichu ^eel rus^2 **ad gelegen, trok
fEL .lg dekens wat hooger op en
'hem Stl1^ zehdoek recht, dat ze over
-toien ho? &e,eSd hadden als bescherming
lekte Tn VVater <h>or het linnen heen-
Emg ze in een ^ehstoel zitten om
nep viif11 nao^ rï°or waken. Maar bin-
m Wast *>?uten vielen haar oogen dicht
^Pn „1D °?n onrU9ticen slaap gezonken.
£n uur ging voorbij.
kt aan den dwarsstang van de
°PCehangeii# begon flauwer te
branden bij gebrek aan olie, toen plotseling
hui ten zachte voetstappen klonken. Ze
hoorde het in haar droomen en schrikte
wakker door het bijna geruischlooze stappen
van een sluipend dier.Ze keek haastig
om zich heen. Rimington lag nog rustig te
slapen. Fatuma was van houding veranderd,
maar sliep ook nog. De regen had opge
houden heel ver weg klonk nog een dof ge
rommel. Maar het geluid dat ze in haar
droomen gehoord had was er nog.... ze
luisterde scheTp en trachtte in het half
duister in de tent rond te kijken zonder zich
in haar stoel te bewegen.
Weer hoorde ze het geluid, deze keer bij
den gesloten ingang van de tent, waar de
man schc-'en te blijven, staan. Ze bleef vol
komen stil zitten, maar hoewel ze scherp
uitkeek, zag ze niets. Een minuut ging
voorbij, twee minuten, toen hoorde ze de
zachte voetstappen weer. Ze schenen om
de tent heen te gaan Dadelijk glipte ze1 uit
haar stoel en greep het geweer, dat in een
drooggebleven hoek van de tent stond. Toen
maakte ze' haastig de klep van de tent
open en slipte onhoorbaar naar buiten. Bij
het licht van een verre bliksemstraal kon
ze het heele slapende kamp 'zien. Maar den
indringer, dien ze gehoord had zag ze ner
gens. Haastig liep ze met een vrij groote
bocht naar don achterkant van de tent,
tevergeefs trachtend het geluid, dat haar
voeten in den doorweekten grond maakten,
te vermijden.
Toen bereikte ze een bloeiende struik, die
zoel en sterk geurde na den regen, en van
waar z? het heele kajnp bon overzien Deze
keer vond ze den man. die- ze zocht dadelijk
en zelfs zonder het licht van den bliksem.
Tegen het lichte linnen van de tent tee-
kende zich vaag de gestalte van een man af,
die met iels aan de tent scheen bezig te zijn.
Een zacht scheurend geluid bereikte haar
en toen begreep ze wat hij deed hij was
bezig een gat in de tent te snijden.
Ze' wachtte metingespannen adem, ter
wijl ze zich afvroeg of hij van plan was naar
binnen te gaan. Maar dat scheen zijn bedoe
ling niet te zijn. Plotselinq 9traalde flauw
licht naar buiten, door de opening die hij
gemaakt had, maar een oogenblik later ver
dween het weer, doordat de man zich naar
voren boog, hoewel de bovenste lichtstraal
haar even den rand van een zonnehelm
deed zien Het was dus een blanke.
Maar wie? En die vraag werd meteen
opgc-volgd door een andere: Wat deed hij
daar?
Het antwoord op de tweede vraacr kwam
bijna dadelijk. Uit die hoek waar hij bezig
was had ze haar geweer genomen en er
stond daar nog een tweede. Dat was het, wat
hij zocht. Een oogenblik later werd haar
vermoeden bevestigd. De' man richtte zich
op, hief zijn arm omhoog en het licht glin
sterde even op het metaal van een geweer,
dat hij naar byiten trok.
Ze stond als geboeid naar hera te staren.
Was hij alleen maar een dief of had hij
een andere bedoeling niet den diefstal van
dat geweer? Ze herinnerde zich plotseling
hoe haar schot van dien morgen het wapen
van hun achtervolger onbruikbaar had ge
maakt.
Klik!
Zacht, maar duidelijk drong dit geluid tot
haar door. de bekende klank van het span
nen van den haan. Onhoorbaar ging ze
overeind staan in 'haar schuilplaats, terwijl
haar hart heftig klopte, toen bleef ze als ge
hypnotiseerd toekijken, terwijl de man naar
den anderen hoek van do tent sloop den
hoek waar Rimington lag te slapen en
zijn geweer aanlegde. N^i wist ze wat zijn
duivolsch plan was en ze trachtte te roepen.
Maar do klank die zich door haar droge keel
WTong, wg.9 bijna onhoorbaar, maar de man
scheen het toch gehoord te hebben. Even
keek hij in haar richting, toen draaide hij
zich weer om, om zijn plan snel te vol
voeren.
Maar Honor Donlhorne was vlugger dan
hij. Elke andere overweging week voor het
bewustzijn, dat Rimington's leven op het
spel stond. In een ondeelbaar oogenblik had
ze haar geweer aangelegd, gericht en ge
vuurd en haar schot viel 6én moment vóór
dat van den moordenaar. De man bij de tent
uitte een luiden kreet, hief zijn hand om
hoog en liet zijn geweer vallen: toen zette
hij het op e'en loopen.... regelrecht in
haar richting; terwijl van uit de hutten en
de tent luid gepraat en geroep klonk. Het
meisjo bleef onbeweeglijk op haar plaats
slaan, dwars in den weg van de vluchte
ling. De man scheen haar plotseling te zien,
toen hij op een paar meier afstand was,
want hij uitte wéér een kreet en week van
zijn pad af, terwijl zij even een glimp kon
zien van zijn doodsbleek vertrokken gezicht.
Ze bewoog zich nog niet, toen de man het
dichte struikgewas achter de tent invluchtte;
ze was bijna versteend door een plotselinge
vrees. Was ze te laat geweest? Had de
man zijn doel bereikt? Uit het bosch klonk
het doffe geluid van een vallend lichaam,
gevolgd door een wilden gil, die bijna ver
loren ging in het rumoer van het kamp. Ze
hoorde het, maar draaide zich niet om. Ze
wachtte, trillpnd van angst Toen klonk uit
de tent een stem, zwak mnj»r bevelend:
r Verdraaid, Jumal Scnei uit met dat
lawaai! Waar is Ba-mama? Vooruit, gauw;
of
Toen zij die woorden hoorde, rende zij
naar de tent als iemand die uit een too-
verban verlost is.
XX,
Toen ze bij den ingang kwam, kon ze dia
bijna niet binnenkomen, doordat alle dra
gers haar in den weg stonden. Ze duwde ze
opzij en toen ze binnen wa9, zag ze Alec Ri
mington met een angstige uitdrukking op
zijn gezicht in zijn kampbed zitten, terwijl
Fatuma, met het kind in haar armep ge*
klemd, met verschrikte oogen naar den in
gang van de tent staarde.
Honor! Honor! Goddank dat jo er bentl
Op het zelfde oogenblik zag hij het geweer
in haar hand en riep: Wat is er? Ik
hcorde schieten en iemand schreeuwen.
Ze begon haastig te vertellen. Hij luister
de zwijgend, mstar toen ze halverwege was,
riep hij Juma een kort bevel toe. De drager
ging een beetje schoorvoetend de tent uit en
kwam na een minuut terug met het geweer
dat de indringer uil de tent gehaald had,
Toen hij het zag. knikte Rimington even en
Honor vertelde het slot van haar verhaal.
Ik kon niet roepen, toen heb ik gescho
ten.
Alec Rimington draaide zijn hoofd om en
ontdekte in het linnen van de tent een klei
nen scheur Toen keek hij haar weer aan:
Je hebt mijn leven gered lieveling En
hij voegde er bij: Heb je hem geraakt?
Ik wee! het niet, ik denk van wel Hij
riep iets en toen kwam hij naar me toe loo
pen. recht naar me toe Hij was vlak bij mo
en toen zag hij me en liep een anderen
kan^ 11 (Wordt vervQlsf).