WAALS m >'e Jaargang Vierde Blad No. 21125 TANGELS EN KLEMMEN OP BELASTINGTERREIN. GENEESKUNDIGE BRIEVEN. De ziekte van den Koning van Engeland. Porseleinen Theeserviezen L. v. GEELEN, HaarLstraat 55 SCHAKEN. E i ts 1"* B llü Hg 1 i K 1 i H 1 K B ra )3 Trommen van het Noodlot Waarop en hoe ai te schrijven. L krat. 01 Id afj< 53;» da Bet wo: mWL rdec het tijdstip nadert dat in vele zaken irbalans wordt opgemaakt, kan het zijn [ebben eeDige aandacht te wijden aan jip „afschrijven" in verband met de de Inkomstenbelasting. 10 der Wet op I. B. Ie1 lid zegt hier- ,dat ,,van de onzuivere opbrengst van bedrijf of beroep worden bovendien af- ikken de afschrijvingen op zaken, die [de uitoefening van het bedrijf of be- I worden gebruikt, en tevens de afschrij- op schuldverordeïingen, een en r voljrens goed koopmansgebruik". deze omschrijving volgt du9 dat af- jving slechts is toegelaten op bedrijf s- elen. die al9 gevolg van het gebruik, in ledrijf zekere depreciatie hebben onder- en dus niet op goederen welke de han- roorraad van het bedrijf vormen, het kort gezegd kunnen dus afschrij- en op het zoogenaamd vastgelegd kapi- dat gebezigd wordt voor de uitoefening bedrijf of beroep, in mindering van de worden gebracht. iot ieder geval op zichzelf moet uitge-* worden in hoeverre zeker actief be- uwd kan worden als handelsvoorraad, wel al9 bedrijfsmiddel: bijv. voor een mobielfahrikant vormt een auto in zijn Toom een onderdeel van zijn handels- raad, terwijl diezelfde auto na aankoop bijv. een grossier in koloniale waren teel van diens vastgelegd kapitaal uit- ;t. mlijds is het moeilijk uit te maken of hoeverre eenig actief onderdeel vormt hot bedrijf-, bijv. in het geval dat men rinkel heeTt in zijn woonhuis, waardoor gedeelte van. het pand dienst doet voor iloefenins van zijn bedrijf, terwijl het ge gedeelte niet als zoodanig kan wor- langemerkl: hierbij zal du9 moeten wor- rastgesteld hoe' groot de waarde is van gedeelte van het pand, dat de winkel omdat slechts op dit bedrag mag wor- afjeschreven. Op dat gedeelte van het dat als woonhuis wordt gebruikt, mag worden afgeschreven, omdat het geen "eel van het bedrijf vormt en interessante quaeslie deed zich voor beantwoording van de vraag of af- ijving op „goodwill" in mindering der t mocht worden gebracht. Tot voor kort ïde de jurisprudentie van den Hoogen d, dat afschrijving hierop niet kon wor- toegelaten, tenzij de belastingschuldige aantoonen, dat de „goodwill" der zaak rdaad in waarde achteruitging. Daar het e meeste gevallen uiler9t moeilijk is van Ifeit overtuigende bewijzen aan de Belas administratie over te leggen, kwam het tisch hierop neer, dat afschrijving op will niet plaats vond, althans niet in dering der winst werd geboekt, hier blijkt uit een adres v. d. H. R. van nten datum een zekeTe verandering van :ht in deze materie, immer9 in dit Arre9t dm)! uitgesproken dat de „goodwill" eener indien op de balans vermeld, een ac- is. dat bestemd is in enkele jaren door ijving uit de boeken te verdwijnen. !?ns deze opvatting mag dus in ieder ge- op de goodwill worden afgeschreven, al gaat de zaak in gehalte vooruit, ui'uit het volgende geval uit de praktijk blijken, dat de scheidingslijn tusschen lejegd kapitaal en privé-he'zit, dikwijls 'ijk tc trekken is. i gold hier n.l. de vraag of afschrijving d gelaten op een woonhuis, dat de eige- r ten behoeve van zijn bedrijf veThypo- erd had Dei Minister gaf hierop een fDnend antwoord, aangezien het woon- yoor de uitoefening van het bedrijf geen jie vervulde*, immefrs een particuliere !W wordt nog geen bedrijfsschuld door- er een particulier gebouw voor verDon- wordt. t>o zullen er vele voorbeelden op te roeD zijn, doch heden zullen wij on9 er bepalen tot de vraag hoeveel mag den afgeschreven. wetgeveT heeft zich in dit opzicht bij •ractijk willen aansluiten en slechts be- d dat de afschrijving volgens goed koop- gebruik moet plaats vinden, ieoretisch kan dus ieder stelsel van af- iiven dat voldoet aan het begrip „goed •roansgebruik" gebezigd worden met dien verstande evenwel, dat wanneer eenmaal een bepaald systeem is aanvaard, hiermede in de volgende jaren moet worden voortge gaan. Het behoeft geen betoog dat de billijk heid door dit voorschrift ten zeerste ge diend wordt, daar herhaald varieéren van afschrijvingssysleem de gekste gevolgen met zich zou sleepen. Ofschoon de verschillende factoren, die de depreciatie der bedrijfsmiddelen veroorzaken, zooals slijtage, technische verbeteringen, conjunctuurverandering enz. niet gelijkmatig doch integendeel sprongsgewijze inwerken, is het loch in de practijk mogelijk gebleken, voor de afschrijving op verschillende zaken, zekere percentages vast te stellen, die door de belastingadministratie worden geaccep teerd. Een afschrijving van 10 pCt. op ma chines, gereedschappen en vaste inventaris en van 2-pCt. op cehouwen en pakhuizen is in de meeste gevallen wel voldoende. Dikwijls wordt de vraag naar voren ge bracht of naast afschrijvingen ook alle on derhoudskosten van de bedrijfsmiddelen in mindering van de winst mogen worden ge bracht. Het Arrest van 28 April 1926 van den Hoogen Raad beantwoordt de-ze vraag bevestigend, zoodat hiermede vaststaat, dat kosten van onderhoud in aftrek kunnen wor den gebracht. De klemtoon dient voorna melijk op „onderhoud" te vallen, juist in verband met Art. 11, le lid der Wet op de I B., waarin gezegd woTdt, dat „uitgaven voor aankoop stichting verbetering van ge bouwen, werktuigen, gereedschappen en ajidere zaken die voor de uitoefening van het bedrijf of beroep worden gebruikt", kun nen niet als bedrijfskosten worden aange merkt. Dikwijls is de scheidingslijn tusschen onderhoud en verbetering zeer bezwaarlijk le trekken, doch gelukkig voor de belasting contribuanten, legt de Administratie in 't algemeen het begrip „onderhoud" in ruimen zin des woords uit. Wordt echter eenig actief door ingrijpende reparatie werkelijk verbeterd, dan zal met het oog op de toe te passen afschrijving moeten worden nagegaan, voor hoeveel jaren deze verbetering in het bedrijf als zoodanig zal worden gevoeld. Bij het aanbrengen van belangrijke verbe teringen aan gebouwen, die voor het bedrijf worden gebruikt, bijv. bij het legden van een nieuw dak. behoeft men volgen^ de uitspraak van den Raad van Beroep te» Arnhem niet de geheele vernieuwing als waardevermeer dering te boeken, doch mag in mindering hiervan worden gebracht de uitgaven, welke men zou hebben moeten doen, voor 't geval men zich tot het repareeren van het be staande had beperkt. Bovendien mogen ook de kosten van arbreken en stutten van muren e.d. als onkosten in mindering der winst worden gebracht. Voor hen die in de oorlogsjaren gebouwen tegen abnormale prijzen hebben aanget- scliaft, is van belang de ministrieele reso lutie van' 5 April 1922, waarin de Minister een extra-afschrijving toestaat ten bedrage van 20 pCt. der meerkosten op deze ge^ houwen. Ten slotte nog eenige woorden betrekking hebben op de afschrijving op schuldvorde ringen. Ook hiervoor geldt als criterium, dat zij geschieden moet volgens goed koop mansgebruik, terwijl de H R. reeds meer malen te kennen gaf, dat de afschrijving in de opvolgende jaren moet geschieden steeds volgens hetzelfde systeem. Een methode die in vele zaken met suc ces wordt toegepast, bestaat hierin, dat de waarde van elke vordering afzonderlijk wordt beoordeeld. Aan de hand van inge wonnen information worden de uitstaande vorderingen in verschillende groepen ver deeld, overeenkomend met de gebleken soliditeit. De bedragen van debiteuren die failliet zijn gegaan, of van wie verwacht kan worden dat zij spoedig zullen failleeren, kunnen worden afgeschreven op 1015 pCt., terwijl de afschrijving op de overige' posten na stuksgewijze beoordeeling geschiedt Wanneer in de volgende jaren mocht blijken dat de afschrijving op sommige posten ten onrechte had plaats gevonden of te hoog ware geweest doordat de' betaling geheel terecht kwam, dan komt deze bate ten goede aan- het boekjaar waarin de be taling plaats vond. RECLAME. In de laatste maanden van het afgeloopen jaar was de belangstelling van zoowat de heele wereld gericht op het ziekbed van den Engelschen Koning. Bij een ernstige ziekte van een zoo hooggeplaatst persoon is groote belangstelling de meest natuurlijke zaak. Het verloop van het ziekenproces kan im mers gevolgen hebben van verre strekking op politiek, diplomatiek en economisch ge bied. Meïi wapent zich, ieder op eigen ge bied tegen gebeurlijkheden, welke altijd mo gelijk, maar dan meer dan gewone kans op verwezenlijking hebben. Naast deze direct er bij betrokken belangen, dragen sympathie en nieuwsgierigheid er toe bij, dat groote meDigtcn met ongeduld de bulletins ver wachten, welke regelmatig tweemaal per dag uitgegeven en onmiddellijk door pers, telegraaf en radio door de gansche wereld verspreid worden. Voor het paleis verdringt zich een menigte iiy afwachting, de groote bladen geven nauwkeurig bericht van doen en laten der geheele vorstelijke familie, zij leveren commentaren op de geneeskundige berichten, de een weet nog meer dan de an der, kortom, feitelijk iedereen bemoeit er zich mee. Welk een verschil met den toestand, wel ken wij waarnemen, indien een eenvoudige burger door dezelfde ziekte wordt bezocht en alles zich afspeelt binnen de eigen wo ning en den kring der naaste familie of hoogstens de verpleging in een ziekenhuis geschiedt. De huisarts of de dokter van het zieken huis bewaakt het ziekteverloop, alleen bij gebleken noodzakelijkheid wordt een enkele maal de hulp van een specialist ingeroepen, de buitenwereld bemoeit er zich niet ver der mee. Een of tweemaal daags wordt de patiënt bezocht, er is geen sprake van urenlange, consulten van drie of meer dok ters. En zeker is er geen sprake van een bericht in de bladen, zoodat dc patiënt, als hij nog eens lust heeft een courant in te zien, zijn eigen toestand tot in finesses ge schilderd ziet. Wie van die beide patiënten is er nu uit geneeskundig oogpunt het best aan toe? Voordat we die vraag nader onder de oogen zien, een kort overzicht van, wat wij uit de berichten over den toestand van den hoogen lijder kunnen opmerken. Hij heeft blijkbaar geleden aan longont steking, welke niet, zooals wij het liefste zien, na 7 of 9 dagen met een crisis in herstel overgaan, doch een meer 9lepend karakter heeft gekregen. Longontsteking i» een infectieziekte. Bij die sleepende vok men kunnen de bacillen zich ergens anders nestelen en ook daar ontsteking verwekken. Een heel gewone plaats daarvoor is het borstvlies, dat daar meermalen in etterige ontsteking geraakt. De etter hoopt zich dan in de ruimte tusschen longen en borstwand op, waarbij niet de geheele holte betrok ken behoeft te zijn, maar door vergroeiingen een zeker gedeelte daarvan afgekapseld wordt. Slechts bij hooge uitzondering kan in zulk een geval genezing verwacht wor den, zonder dat aan de etter kunstmatig af voer naar buiten bezorgd wordt. Dit ge schiedt door een weinig ingrijpende operatic, waarbij in de borstwand een opening wordt gemaakt. Daarbij wordt in den regel, om te voorkomen, dat de opening spoedig weer dicht groeit, een stukje van een rib mede weggenomen. Zoolang aan de etter nog geen voldoende afvoer is verschaft, kunnen de ontstekingsproducten in het lichaam drin gen en koorts verwekken. Is de afvoer ruim voldoende verzekerd, dan zijn de genezings kansen veel gunstiger. Die kans wordt de9 te grooter naarmate het hart over meer kracht en uithoudingsvermogen beschikt. Wie de berichten in de couranten nauw keurig heeft gevolgd, zal begrijpen, dat de hoofdzaak met het bovenstaande klopt. Wij moeten daarbij bedenken, dat dergelijke of- ficieele bulletins niet altijd de geheele waar heid behelzen. Maar op den duur kan men toch wel de kern onderscheiden. Zoo zijn al die berichten over X-stralen en hoog- tezon slechts bijzaak. Voor de diagnose kan wel gebruik gemaakt worden van Röntgen stralen, maar toen dezè stralen nog niet be kend waren, stelden onze ervaren klinici de diagnose van deze al even good. En voor de behandeling spelen die stralen slechts een ondergeschikte rol, al zal niemand er alle waarde aan ontzeggen ter verbetering van den algemcenen toestand en het uithoudings vermogen. Vragen wij ons nu af, wie er het beste aan toe is, dan kan over het antwoord moeilijk twijfel beslaan. Er komen wel eens moei lijke gevallen voor, waar de kennis van o» arts te kort schiet en het consult met een desnoods met twee anderen, van nut kan zijn. Maar hier hebben wij met eenvoudig geval te doen, dat iedere arts zal onderken nen. Die heeft dan het ziekteverloop te be waken, hij weet dat het steeds met up9 en downs gaat, daarom ziet hij ruslig toe en grijpt alleen bij noodzaak in. Ilij zal zijn patiënt niet vermoeien met onnoodig veel herhaalde onderzoekingen, hij kan zijn volle autoriteit doen gelden en zoodoende psy chisch voor de zoozeer gewenschle rust van de patiënt zorgen. Ook de omgeving van den zieke werkt daartoe mee door de kalmte welke het vertrouwen in den huisarts, dik wijls tevens huisvriend, haar geeft. Hij volgt een vaste lijn, de volgens zijn ervaring proefde methode, waarmee hij reeds zoo dik werf goede resultaten beeft behaald. Natuurlijk kan ook een andere gedrags lijn goede resultaten hebben. Ook hier voe ren vele wegen naar Rome. Maar als al tijd drie of meer medici het met elkaar eens moeten worden, kan het niet uitblijven of er bestaat wel eens verschil van meening, zij het ook over ondergeschikte punten. Als dan in tegenwoordigheid van den patiënt soms een uur en langer word"t onderzocht en gediscussieerd, dan kan ik niet gelooven, dat de psychische rust van den patiënt op deze wijze bevorderd wordt. De gelukkigste patiënt is de eenvoudige burger met zijn vertrouwden huisarts. H.A.S. D. H. R. heeft uitgemaakt dat er voor den Fiscus geen aanleiding bestaat om in der gelijke gevallen na te vorderen over de jaren, waarin de ten onrechte toegepaste af schrijving op debiteuren in mindering der winst was gebracht Dit standpunt was gegrond op de over weging dat het inderdaad in overeenstem ming is met goede koopmanszeden, dat een afschrijving op een dubieus geachte vorde ring wordt toegepast, ook al blijkt naderhand dat de taxatie van de vordering te laag is geweest Hiermede besluiten wij deze mededec-iing op het gebied der afschrijvingen, welke wel licht voor de lezers van dit blad van belang kan zijn. RECLAME. Theeservies, 16 deeligf. 5.25 Ontbijtservies, 19 deelig8.25 Eetservies, 24 deelig „20.50 Alle serviezen verkrijgbaar in zelfde prachtige decors 6402 HAARLEMMERSTRAAT 130/136. WENSCHT U EEN RADIO OF PATHÉFOON IN GROOTE KEUZE VOORHANDEN. tegenover City-Theater. 6408 Do oplossing van het probleem van Sala manca is: 1. Tf4. Er kan dan geschieden, b4, Pc4f, del:, Dd4f. Of c4, Te4f, de4:t Pc4:f. Of dl, Td4:, cd4*, Pc4f. Do oplos- sing van het probleem van Tucker is* 1. Dal. De varianten zijn eenvoudig. M. FRANKEN* G. C. 1923. m///, T-7\ '/Y/A;/' W4, fi; Wit begint en geeft mat in drie zetten* Wit. Ke7, Db2, Pc7 en d3, pi bö en c5. ZwartKc6, Ta4, Pd*2, pi b3, b7, dö en e5. Dc volgende partij is uit de onlangs ge houden wedstrijd te Berlijn. Rubinstein. Niemzowits- 1. d4 Pfó 2. c4 e6 3. Pc3 Lb4 4. Dc2 d6 Door Niemzowits veel gespeeld. 5. e3 cö 6. Ld3 Pc6 7. Pe2 €5 8. d5 Lc3:f Met do bedoeling Pb4. 0. Dc3: Pg7 10. Dc2 O-O 11. 0-0 Pg6 12. Pg3 Te8 Na Pf5 volgt nu e4. 13. f3 Ld7 14. Ld3 a6 15. h3 b5 16. b3 Db6 17. Kh2 a5 18. Tbl Na a4 volgt ba4:, Ta4:, eu Da4 19. f4 ef4: 20. ef4: PfS 21. Lel Dd* 09» Df2 a4 23. I.b2 Pg6 24. Tadl' ab3: 25. ab3: Ta7 26. Tdet Tel: 27. Tel: PfgS 28. Lf6: Df6: Inleiding tot do winst. 29. Pe4 Dh6 30. f5 Ta.3 31. Tbl Tn6 32. g4 f6 33. KgS Lc8 34. Tol Lb7 35. De2 Pd7 36. Pd6: Td6: Een fraai offeT. 37. DeSf Pf8 38. Te7 g* Er dreigde Df7+ en Df8*.f.- 39. Df7f KhS 40. Te8 Td8 Na Td8 volert eeuwig schaak. 41. Df6 :t Kg* 42. De6t K*7 43. fet 'opgegeven. Dr. P. FEENSTRA KUIPEB. Naar het Engel9ch van OTTWELL B1NNS. pr was nog niet veel wind en daar was Jankbaar voor. Een maal sloop ze naar li°ang .van tent en ^eek naaf bui- Een bliksemflits verlichtte het Iand- pp vóór haar, maar ze zag niets dan Pnwijdigo grijze stralen water, die de pervlakte van het meer tot een dikke laag juim striemden. Ze sloop weer terug, f.nat Seworden in die eene minuut en tit"16* ^a*uma naast Rimington zitten pnten tot het onweer voorbij zou zijn. Ü_hf Bc"een uren te duren. Toen begon het ,pen fie*3 f9 verminderen, do donder £n af te drijven en hoewel de regen nog a gestadig doorroffelde op het linnen kJ3 ze het onweer begon [bedaren. J? ,üaar Fatuma, die in een nogal K a(ïke'iike houding in slaap was geval- KBL'i- 9I?9r hep naar Rimington, die den Krzichu ^eel rus^2 **ad gelegen, trok fEL .lg dekens wat hooger op en 'hem Stl1^ zehdoek recht, dat ze over -toien ho? &e,eSd hadden als bescherming lekte Tn VVater <h>or het linnen heen- Emg ze in een ^ehstoel zitten om nep viif11 nao^ rï°or waken. Maar bin- m Wast *>?uten vielen haar oogen dicht ^Pn „1D °?n onrU9ticen slaap gezonken. £n uur ging voorbij. kt aan den dwarsstang van de °PCehangeii# begon flauwer te branden bij gebrek aan olie, toen plotseling hui ten zachte voetstappen klonken. Ze hoorde het in haar droomen en schrikte wakker door het bijna geruischlooze stappen van een sluipend dier.Ze keek haastig om zich heen. Rimington lag nog rustig te slapen. Fatuma was van houding veranderd, maar sliep ook nog. De regen had opge houden heel ver weg klonk nog een dof ge rommel. Maar het geluid dat ze in haar droomen gehoord had was er nog.... ze luisterde scheTp en trachtte in het half duister in de tent rond te kijken zonder zich in haar stoel te bewegen. Weer hoorde ze het geluid, deze keer bij den gesloten ingang van de tent, waar de man schc-'en te blijven, staan. Ze bleef vol komen stil zitten, maar hoewel ze scherp uitkeek, zag ze niets. Een minuut ging voorbij, twee minuten, toen hoorde ze de zachte voetstappen weer. Ze schenen om de tent heen te gaan Dadelijk glipte ze1 uit haar stoel en greep het geweer, dat in een drooggebleven hoek van de tent stond. Toen maakte ze' haastig de klep van de tent open en slipte onhoorbaar naar buiten. Bij het licht van een verre bliksemstraal kon ze het heele slapende kamp 'zien. Maar den indringer, dien ze gehoord had zag ze ner gens. Haastig liep ze met een vrij groote bocht naar don achterkant van de tent, tevergeefs trachtend het geluid, dat haar voeten in den doorweekten grond maakten, te vermijden. Toen bereikte ze een bloeiende struik, die zoel en sterk geurde na den regen, en van waar z? het heele kajnp bon overzien Deze keer vond ze den man. die- ze zocht dadelijk en zelfs zonder het licht van den bliksem. Tegen het lichte linnen van de tent tee- kende zich vaag de gestalte van een man af, die met iels aan de tent scheen bezig te zijn. Een zacht scheurend geluid bereikte haar en toen begreep ze wat hij deed hij was bezig een gat in de tent te snijden. Ze' wachtte metingespannen adem, ter wijl ze zich afvroeg of hij van plan was naar binnen te gaan. Maar dat scheen zijn bedoe ling niet te zijn. Plotselinq 9traalde flauw licht naar buiten, door de opening die hij gemaakt had, maar een oogenblik later ver dween het weer, doordat de man zich naar voren boog, hoewel de bovenste lichtstraal haar even den rand van een zonnehelm deed zien Het was dus een blanke. Maar wie? En die vraag werd meteen opgc-volgd door een andere: Wat deed hij daar? Het antwoord op de tweede vraacr kwam bijna dadelijk. Uit die hoek waar hij bezig was had ze haar geweer genomen en er stond daar nog een tweede. Dat was het, wat hij zocht. Een oogenblik later werd haar vermoeden bevestigd. De' man richtte zich op, hief zijn arm omhoog en het licht glin sterde even op het metaal van een geweer, dat hij naar byiten trok. Ze stond als geboeid naar hera te staren. Was hij alleen maar een dief of had hij een andere bedoeling niet den diefstal van dat geweer? Ze herinnerde zich plotseling hoe haar schot van dien morgen het wapen van hun achtervolger onbruikbaar had ge maakt. Klik! Zacht, maar duidelijk drong dit geluid tot haar door. de bekende klank van het span nen van den haan. Onhoorbaar ging ze overeind staan in 'haar schuilplaats, terwijl haar hart heftig klopte, toen bleef ze als ge hypnotiseerd toekijken, terwijl de man naar den anderen hoek van do tent sloop den hoek waar Rimington lag te slapen en zijn geweer aanlegde. N^i wist ze wat zijn duivolsch plan was en ze trachtte te roepen. Maar do klank die zich door haar droge keel WTong, wg.9 bijna onhoorbaar, maar de man scheen het toch gehoord te hebben. Even keek hij in haar richting, toen draaide hij zich weer om, om zijn plan snel te vol voeren. Maar Honor Donlhorne was vlugger dan hij. Elke andere overweging week voor het bewustzijn, dat Rimington's leven op het spel stond. In een ondeelbaar oogenblik had ze haar geweer aangelegd, gericht en ge vuurd en haar schot viel 6én moment vóór dat van den moordenaar. De man bij de tent uitte een luiden kreet, hief zijn hand om hoog en liet zijn geweer vallen: toen zette hij het op e'en loopen.... regelrecht in haar richting; terwijl van uit de hutten en de tent luid gepraat en geroep klonk. Het meisjo bleef onbeweeglijk op haar plaats slaan, dwars in den weg van de vluchte ling. De man scheen haar plotseling te zien, toen hij op een paar meier afstand was, want hij uitte wéér een kreet en week van zijn pad af, terwijl zij even een glimp kon zien van zijn doodsbleek vertrokken gezicht. Ze bewoog zich nog niet, toen de man het dichte struikgewas achter de tent invluchtte; ze was bijna versteend door een plotselinge vrees. Was ze te laat geweest? Had de man zijn doel bereikt? Uit het bosch klonk het doffe geluid van een vallend lichaam, gevolgd door een wilden gil, die bijna ver loren ging in het rumoer van het kamp. Ze hoorde het, maar draaide zich niet om. Ze wachtte, trillpnd van angst Toen klonk uit de tent een stem, zwak mnj»r bevelend: r Verdraaid, Jumal Scnei uit met dat lawaai! Waar is Ba-mama? Vooruit, gauw; of Toen zij die woorden hoorde, rende zij naar de tent als iemand die uit een too- verban verlost is. XX, Toen ze bij den ingang kwam, kon ze dia bijna niet binnenkomen, doordat alle dra gers haar in den weg stonden. Ze duwde ze opzij en toen ze binnen wa9, zag ze Alec Ri mington met een angstige uitdrukking op zijn gezicht in zijn kampbed zitten, terwijl Fatuma, met het kind in haar armep ge* klemd, met verschrikte oogen naar den in gang van de tent staarde. Honor! Honor! Goddank dat jo er bentl Op het zelfde oogenblik zag hij het geweer in haar hand en riep: Wat is er? Ik hcorde schieten en iemand schreeuwen. Ze begon haastig te vertellen. Hij luister de zwijgend, mstar toen ze halverwege was, riep hij Juma een kort bevel toe. De drager ging een beetje schoorvoetend de tent uit en kwam na een minuut terug met het geweer dat de indringer uil de tent gehaald had, Toen hij het zag. knikte Rimington even en Honor vertelde het slot van haar verhaal. Ik kon niet roepen, toen heb ik gescho ten. Alec Rimington draaide zijn hoofd om en ontdekte in het linnen van de tent een klei nen scheur Toen keek hij haar weer aan: Je hebt mijn leven gered lieveling En hij voegde er bij: Heb je hem geraakt? Ik wee! het niet, ik denk van wel Hij riep iets en toen kwam hij naar me toe loo pen. recht naar me toe Hij was vlak bij mo en toen zag hij me en liep een anderen kan^ 11 (Wordt vervQlsf).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 13