Bij Scheren
PUROL
Krabbels uit Zwitserland.
UIT RUSLAND.
RECHTZAKEN.
VOOR DE HUISVROUW
EEN LANDBOUW-CRISIS.
Als het den boer voor den wind gaat, dan
gaat hel iedereen goed. Wanneer dit gezegde
onder alle omstandigheden opging, dan zag
hel er op het moment voor Zwitserland niet
al te best uit. Waar thans terecht van een
„crise agricole" gesproken wordt
De bodem en hel klimaat van Zwitserland
leenen zich meer voor de cultuur van vee
voeder dan voor die van graan. Dientenge
volge was 9teeds de veefokkerij de hoofd
zaak van het landbouwbedrijf, zoowel wat
betreft het fokken van eigen vee in engeren
zin, als de productie van vet slachtvee en
de bereiding van kaas. boter en andere melk
producten, samengevat onder de benaming
„industrie laitière". Hoofdzaak van deze in
dustrie was de kaas. oorspronkelijk slecht9
in hel gebergte bereid, ten deele voor eigen
gebruik, ten deele bes'emd voor export Pas
veel later begonnen de boeren in de vlakte
hiervan werk te maken. Daardoor werd dit
bedrijf minder winstgevend voor de berg-
bevolking. Deze ging zich toen speciali-
sec-ren in de veefokkerij, waarin ze bij
zonder slaagde dank zij de uitstekende en
uitgebreide Alpen-weiden. Met vee daarbo
ven gefokt is een zeer krachtig, gezond en
gehard ras, dal niet alleen in het binnenland
maar ook buiten de grenzen en in overzee-
sche gewesten gretig aftrek vindt De laatste
jaren vóór den oorlog werd echter aan die
fokkerij niet meer zoo goed de hand ge
houden, wijl in het buitenland gemakkelijk
flinke prijzen te maken waren voor kaas,
gecondenseerde melk en andere melkproduc
ten Tijdens den oorlog waren de boeren ge
noodzaakt te zorgen voor de graanvoorzie-
ning van hun eigen land, met het gevoig,
dat veel weiden aan hun oorspronkelijke be
stemming ontrokken werden en omgezet in
bouwland. In diezelfde jaren was natuurlijk
de uitvoer van vee en van melkproducten
aanzienlijk geslonken, waardoor ten slotta
een deel van de wereldmarkt voor Zwitser
land verloren ging. En nu tien jaren na den
oorlog is het verloren terrein nog niet weder
herwonnen.
Het vleesch nam hier steeds een voorna
me plaats in bij de volksvoeding. Vóór den
oorlog werd per hoofd jaarlijks ongeveer 55
K G. vleesch verbruikt, bijna evenveel als in
Engeland, hot land der vleescheters bij uit
nemendheid. 'Maar tijdens het wereldcon
flict moest ook hier de buikriem een beplie
aangehaald worden en daalde het vleeseh-
verbruik met meer dan de helft En thans
is de hoeveelheid geconsumeerd vleesch be
langrijk minder dan vroeger, zoodat uit dien
hoofde een der belangrijkste bronnen van
inkomsten voor den landbouw minder vloeit
dan voorheen.
In den loop der jaren is de samenstelling
van de Zwitsersche veestapel zeer gewijzigd.
Geilen en schapen zijn in aantal afgenomen,
hoornvee en varkens daarenlegen toege
nomen. Opvallend is dal. waar tegenwoordig
de auto zulk een belangrijk deel van het
transport tot zich heeft getrokken, de paar
den niet beginnen te verdwijnen, maar hier
zelfs in aantal zijn vermeerderd. De eigen
lijke veestapel is dus grooler geworden,
maar dit toename heeft geen gelijken tred
gehouden met de aanwas der bevolking Niet
tegenstaande douanerechten en andere pro-
tectioneele maatregelen blijkt, dal er or> de
binnenlandsche markt nog steeds plaats is
voor vleesch, afkomstig uit landen, waarop
het moment het leven onderhoud minder
eischt dan in Zwitserland.
Het meeste wordt ingevoerd uit Italië,
Hongarije en Tsechoslowakije. Frankrijk,
de grootste leverancier vóór den oorlog, is
thans vrijwel uitgeschakeld. Voor zoover mij
bekend heeft de invoer op dit gebied van uit
Holland evenmin iets te beteekenen.
Door de stijging van de vleeschprijzen is
sinds de laatste jaren het verbruik van visch
vooral van zeevisch zeer toegenomen. Bazel
i9 thans een centrum geworden voor de in-
voerhandel in zeevisch De Zwitsers bewe
ren zelf. dal het een der voornaamste mark-
ton van Europa is, welke bewering ik gaar
ne voor hun rekening laat. Maar het kan
niet ontkend worden, dat de handel in dal
artikel daar heel wal beteekent en dat men
er prima is ingericht voor de ontvangst, het
bewaren en het vlugge vervoer naar alle
plaatsen van het binnenland van dit veel
zorg veruischend voedingsmiddel. Het groot
ste deel van de visch, vooral schelvisch en
tong komt uit Duitschland. terwijl de fijnere
en kostbare soorlen meest door Frankrijk ge
leverd worden Ook uit Holland wordt visch
geïmporteerd, maar ons land neemt slechts
een bescheiden plaats in bij dien invoer
(7 pCt.) en wordt zelfs overvleugeld door
België (8 pCt.). Me dunkt met een beetje
activiteit zou voor Nederland, het land van
zei-vaart en visscherij. toch wel een grooter
aandeel in dezen handel te veroveren zijn.
Dal dit meerdere verbruik van visch. het
vleeschverbruik een knauw geeft, ligt voor
de hand.
De beteekenis van de veeteelt voor Zwit
serland blijkt uil het feit. dat 70 pCt van
het inkomen uit den landbouw te danken
is aan de industrie laitière (5/o) en aan
de veeteelt in engeren zin. Ongeveer 120
millioen CIO pCt. van het nationale inko
men! wordt besleed aan vleesch- en melk
producten van binnenlandsche origine En
niettegenstaande dit aanzienlijk bedrag, dat
geheel in de zakken der boeren terecht komt
klagen deze toch nog steen en been. Dat
de boeren hel niet bolwerken kunnen ligt
niet daaraan, dal de prijzen van vleesch-
en van melkproducten hier zoo bijzonder
laag zijn. zoodat het publiek profiteert ten
koc,e van de boeren bevolking.
Zelfs de regeering erkende dat de prijs
van veie produclon van den bodem hier
10 tol 20 pCt. hooger 19 dan in het buiten
land
En wat de landbouw zelve betreft, met
name de graanbouw, daarbij is het even
eens één on al misère en zou ze er stellig
reeds hel loodje bij geloei hebben wanneer
ze niet door sleunv rleening kunstmatig op
de betn was gehouden.
RECLAME.
géén Pijn en naschrijnen of stukgaan
der bntd, indien men védr bet inzeepen
de baardopperrlakte inwrijft met
Doos 30, Tnbe 80 et
Hoe komt het, waar de consument een
hoogen prijs moet besteden, dal toch de pro
ducent geen of weinig winst maakt?
De meeningeD omtrent deze vraag loopen
sterk uiteen. Dr. LauT, e«en der knapste kop
pen en een vooraanstaande persoonlijkheid
op landbouwgebied, noemt als een der'voor-
naamste oorzaken, waardoor de boeren in
het moeras zitten, het gebrek aan grond
stoffen (phosphor, kali. kunstmest rn hei
aigemeen). Ook de duurte van het geheele
leven en speciaal de hooge prijs, die voor
den handenarbeid moet besleed worden, zou
den een voordeelige exploitatie van den
bodem onmogelijk maken Daarbij zou zich
nog voegen de omstandigheid, dat de helft
der landbouwers behoort tot de kleinboeren
(bedrijven van één tot hoogstens tien H.A.)
En vooral deze rubriek van kloingrondbezit-
ters gaat gebukt onder een te zware schul
den- en rentelast. De laat9te jaren, vooral
tegen het einde van den oorlog, gingen de
prijzen van het land geweldig de hoogte in
(waarmede natuurlijk ook de pachtsommen
stegen). Na den vrede is de waarde van het
land echter sterk teruggeloopen, en thans
moeten de boeren een rente betalen onge-
evenredigd aan de tegenwoordige waarde en
opbrengst van hun terrein.
Bij dit alles komt nog, dal volgens veler
oordeel de wijze, waarop gewerkt wordt, te
ouderwelsck, te weinig rationeel is. dat er
nog te veel gebruik gemaakt wordt van han
denarbeid, te weinig van machines en
electriciteil (die hier verre van goedkoop is).
Aan die minder rationeele wijze van wer
ken is het misschien ook toe te schrijven,
dat de Deensche boter hier een zware con
current is geworden van de inlandschc. daar
deze des zomers minder lang goed blijft dan
de Deensche.
Uit een heel ander vaatje dan Laur tapt
professor Steiger, e'en gezaghebbend econoom
die in een serie artikelen tot de conclusie
komt. dal de schuld voor een groot deel te
zoeken is bij de boeren zelf, die sind6 een
tiental jaren verre boven hun middelen ge
leefd hebben. Door slapheid van de regeering
is er ontstaan een verkeerd systeem van
steunen, van misplaatste subsidies, van
kunstmatig uiteschakelen eeneT normale
concurrentie, van monopolies, in één woord
een protecliestelsel, waardoor de boeren
zouden verleerd hebben, zichzelf te redden,
maar speculeerden op de hulp van anderen.
En ook in het ..dure" leven ziet Steiger een
der oorzaken van de ellende, al heeft hij
daaromtrent ook een andere opvatting dan
velen uit de regeeringskringen, waar hij zijn
studie beëindigt met de volgende veelzeg
gende woorden: ..Het is niet ongestraft dat
men in Zwitserland de hoogste ambtenaars
salarissen en do hoogste loonen van Europa
betaalt".
Al mogen ook de diverse partijen er een
verschillende meening op nahouden, wat
betreft de oorzaak van de ellende, toch zijn
I allen het in één opzicht volkomen eens,
waar ééns'.emmig geoordeeld wordt, dat een
welvarende boerenstand een noodzakelijk
heid is voor Zwitserland, dat een verarming
en prolelarisatie- van het platte land onbe
rekenbare gevolgen zou hebben, en dat de
boeren dus geholpen dienen le worden. Min
der eensgezindheid bestaat er echter over de
wijze, waarop die hulp dient verleend te
worden. De1 regeering heeft reeds veel ge
daan door het verstrekken van rentelooze
of lage rentegevende voorschotten aan de
kleine boeren, en indertijd vooral door do
schepping van het beruchte ..korenmono-
polie". waardoor de boeren een toonenden
prijs voor hun producten gegarandeerd was,
door bemoeilijking van buitenlandsche con
currentie en door het (op de Staatssporen)
toestaan van belangrijke tariefsreductie voor
het Iransport van sommige landbouwproduc
ten. Maar nog zijn de boeren niet tevreden
en ze beweren een prijsverhooging van 10
tof 20 pCt.. op welke wijze dan ook, noodig
te hpbben om op de been te blijven, maar
dat is iets. waar de andere bevolking, v.n.l
de arbeiders en de industrieelen weinig voor
voelen. Over het algemeen oordeelt men dat
de oplossing van deze lastige puzzle moet
gezocht worden niet in verhooging van den
verkoopsprijs, maar in verlaging van den
kostprijs. Men ziet in dal dit slechts mogelijk
kan ziin door aller medewerking, waarhij
een ieder iels overneemt van de last die
thahs hoofdzakelijk op de schouders van
enkelen rust Jammer dat ieder vindt dat
hij zelf zwaar genoeg belast is. maar dat
ziin buurman er nog best een beetje bij kan
nemen!
In elk geval is 't een leerzaam vraagstuk,
dat aantoont dal in het veel geprezen protec
tionisme. zooals hier thans troef is, niet te
vinden is het panacee voor alle mogelijke
sociale- en economische ellende.
Uit al het voorafgaande le concludeeren
dat het er met Helvetia slecht voorstaat, zou
tot een onjuis'heid voeren, waar ditmaal in
het budget voor 1929. voor de eerste keer in
lange jaren goen sprake meer is van eenig
deficil maar zelfs een overschot in het voor
uitzicht is gesteld Nenn wat de Zwitsersche
Gonféderatie betreft, die is weer kerngezond.
Genève, Jan. 1929. Dr. KLAUS
RECLAME.
BIJ VEFSTOPPIWC?, spijsverteringssto-
ringen maagbranden, congesties, algemeen
gevoel van onwel zijn. neme men 's ochtends
op de nuchtere maag een glas natuurlijk
..Frnnz Josef' hitterwaler. Volgens de in
klinieken voor inwendige ziekfen opgedane
ervaringen is het Franz-Josef1-water een
uiterst weldoend afvoermiddel. 7572
(Nadruk verbodem).
EEN RUS OVER PARIJS EN ZIJN
OMSTREKEN.
D* overwinning van do bolsjewiki en de
barbaarscbe wgze, waarop de nieuwe hea-
ren var Rusland al hun tegenstanders ver
volgden er uitroeiden, hadden ten gevolge,
dat millioenen Russen uit hun vadefland
metsten vluchten om het veege lijf te red
den. Zij verspreidden zich over geheel Euro
pa, trokken naar Amerika, China, deZuid-
zee-ei!anden. Tropisch Afrika. Men kan te
genwoordig geen enkel land vinden, dat
geen Russische émigrés herbergt. Natuurlijk
Is bel aantal émigrés niet overal gelijk.
In sommige landen zijn er meer vluchte
lingen, in andere minder.
In het begin dachten de émigrés, dat hun
verblijf in het buitenland van korten duur
2c-a ztjn, dat de bolsjewiki spoedig ten
val zcuden gebracht worden en dat de ban
nelingen dan naar hun vaderland zouden
kunnen terugkeeren. De heerschappij van
de bolsjewiki bleek echter veel stabieler
te zijn dan de émigrés dachten; jaren
lang werd onder de émigrés, vooral onder
de rechtsche groepen, telkens gesproken
over den veldtocht ter verovering van Rus
land, die „in het voorjaar" zou plaatsvin
den. De émigrés vonden het toen van geen
belang, veel aandacht te wijden aan het
leven der ^volkeren, te midden waarvan zg
toefden. Zg hadden alleen belangsteling voor
Rusland, tuurden naar het Oosten en wach
ten steeds op het sein, dat de „leider" (wg-
Rn grootvorst Nikolav Nikolajewitsj) zou
I geven om naar Rusland te trekken enden
burgeroorlog te hervatten.
De jaren gingen er echter voorbij en
uit Rusland kwam geen uitnoodiging terug
te keeren, terwijl ook de vurig verbeide
vein lacht onder leiding van grootvorst Ni-
kolaj Nikolajewitsj telkens weer een her
senschim bleek te zijn. Ten 6lotte heb
ben de meeste émigrés ingezien, dat zij
zic-h moeten inrichten voor een langdurig
vc-rblijl in de landen der diaspora, dat zij
bovendien nooit die rol in de bevrijding van
Rusland zullen spelai, welke zij zich ge
dacht hadden.
Het was een bittere ontgoocheling, maar
zij werkte heilzaam. Sindsdien begonnen de
Russische émigrés meer aandacht te wij
den aan het leven, in de landen, waarheen
het noodlot hen gebracht had, begonnen zij
de taal te besludeeren (in tegenstelling
met hetgeen hier te lande algemeen gelo»fd
wordt, leeven de Russen moeilijk vreemde
talen en is het aantal Russeu, die vreemde
talen beheerschen, zeer gerin^), belang to
stollen in de geschiedenis en de beschaving
der volkeren, temidden waarvan zij leven.
Russische schrijve^ beginnen fa vreemde
talen te schrijven, Russische geleerden wij
den hun aandacht aan de bestudeering van
de landen, waar zij wonen, de politici ver
diepen zich in de maatschappelijke verhou
dingen in de landen de diaspora. Et ont
stonden op deze wijze zeer interessante Rus
sische werken pver de landen van Centraal
en West-Europa.
Bijzonder groot is de Russische literatuur
ever Frankrijk, omdat Parijs na de be
ek diging van de mf:2tieperiode inDuitsch-
land, waar in de eerste jaren na den
oorlog veel Russische vluchtelingen woon
den, het centrum van de Russische emigra-
tie werd. Te Parijs verschijnen eenige Rus.
sische dag- en weekbladen, te Parijs be
staan verschillende Russische genootschap
pen er zelfs een Russische hoogeschool. Het
is daarom begrijpelijk, dat het aant2l Russi
sche studies over Frankrijk en zijn hoofd
stad bijzonder groot moet zgn.
Naast deze ernstige werken, bestemd voor
studie, zijn echter ook werken ontstaan, die
in een vlotten vorm de Fransche hoofdstad,
het Fransche land, de Fransche literatuur
enz. beschrijven. De beste werken van dit
soort zijn die van den bekenden Russi&chen
journalist .1. Zwibak (pseudoniem: Andrej
Sedvch). Zwibak is een hartstochtelijke
fianeur en heeft Parijs en omstreken be
studeerd op een wijze als wellicht weinig
Franschen het hebben gedaan. Daarbij be
zit hij de gave om de dingen goed waar te
nemen, in het karakter van het voor hem
vreemde leven door te dringen. Voegen wij
daarhij het feit. dat hij over een vlotten stijl
beschikt, dat hij op onderhoudende wijze
kan spreken en al causeerend zijn lezers
ziin zwerftochten door Pariis en omstreken
laat meemaken, dat hg, zonder droog te
worden, veel wetenswaardige dingen over
Parijs en de omstreken weet te vertellen, dat
hij de geschiedenis van Parijs goed kent, dan
is het niet moeilijk te begrijpen, dat zijn
boekjes, die geen pretenties hebben, en als
onderhoudende lectuur bedoeld zijn, bij de
lezers veel succes hebben.
Zwibak heeft reeds 4 boekjes uitgegeven.
Het eerste wae gewijd aan het oudé Parijs
en geeft in korte, goed geschreven, gedocu
menteerde en interessante schetsen beschrij
vingen van verschillende oude straten en
pleinen van Parijs, van de belangrijke ge
beurtenissen. die zich daar afgespeeld heb
ben. Het tweede boek geeft een beschrijving
van Montmartre, zooals het zich in den loop
der eeuwen heeft ontwikkeld, over het ont
staan van den bekenden Rooden Molen, zijn
ontwikkeling tot hetgeen hij nu is. Ook hier
volgen rake typeeringen, historische feiten,
droevige gebeurtenissen en de beschrijving
van het dagelijksche leven elkaar in een
bonle rij op. Na Montmartre kwam een be
schrijving van „Parijs bij nacht", waarin
„Dichtung" en ..Wahrheit" elkaar opvolgen
en zoowel het eene als het andere den leze»
op boeiende wiize een beeld geeft van dezen
kant van het Pariische leven Het vierde
boek. dat kort geleden verschenen is. bevat
een beschrijving van de plaatsen, waar de
Fransche koningen vroeger leefden, van hun
paleizen, bosschen en kunstschatten Als in
een merkwaardig panorama trekken voor
den lezer hrokslwkken van het verleden
voorbij. Het is geen gids, geen handboek.
KANTONGERECHT TE
LEIDEN.
De Kantonrechter heeft bij verstek ver
oordeeld:
C. B. Boskoop, met een auto zondernood
zaak links van den we; rijden, vrijspraak
W H. te Noordwijkerhout, met een auto
rijden zonder licht, zonder verlicht numm.
en letter en zonder rood achterlicht, 8 x I. 4
of 8 x 2 d.; C. r. E. te Amsterdam, met een
auto rijden zonder licht, 1.6 ol 3 d.; W. v.
d. L. te Oegstgeest, burengerucht maken,
f 3 of 2 d.P. H. te Boskoop, varen zonder
vergunning, f. 10 of 6 d.; R. G. te Katwijk
fietsen zonder bel, f.2 of ld.; J. B, te
Noordwijk, met een wagen rijden zonder
licht en zonder reflector, 2 x f. 8 of 2 x 2
dagen; A, O. id., fietsen zonder licht, f. 3
of 2 d.; L F., met een auto rijden zonder
verlicht nummer en letter en zonder rood
achterlicht, 2 X I. 2 of 2 x 1 d.; J. P. v. L.
te Den Haag, geen geldig rij en nummer-
bewijs vertoonen, id.; J. P. v. L. id., met
een motor rijden zonder rood achterlicht en
zonder verlicht nummer en letter, 2 x f. 3
of 2 x 2 d.; C. v. d. Z., met een auto rijden
zonder licht, f. 3 of 2 d.; P. v. D. te Voor
burg, met een auto rijden zonder licht en
rood achterlicht, 2 x f. 2 of 2 x 1 d.J. D.
overtr. invaliditeitswet, f. 1 of 1 d.; II. de
M. te Rijnsburg, loopen op verboden grond,
2 x gepleegd, 2 x f.6 of 2 x 3 d.; J. v. M.,
fietsen zonder licht, f.3 of 2 d.; J. H. B.
id., f.1 of ld.; Fr. K. v. d. B. idem f.3 of
2d.; T. O. te Katwijk, idem, idem; P. H.
te Voorhout, idem idem; Tj. v. d V. te Den
Haag, geen nummerbewijs vertoonen. f. 2 of
1 d.; J. v. d. H., zwervende, varen zonder
vergunning, f.10 of 5 d.; B. S. te Berkel,
overtreding binnenaanvaringsreglement, 4
maal f. 2 of 4 x 1 d.L. v. G. idem, f. 1 of
1 d.; W. Fr. D., overtr. Trekhondenwet, f.6
of 3 d.; C. v. d. P. te Hazerswoude, overtre
ding verorden, van Leiden op het rijden, f 3
of 2 d.; J. C. J. le Ouder-Amstel. overtre
ding wet Spoorwegen, f. 1 of 1 d B den E.
te Stompwijk, een met een paard bespan
nen voertuig onbeheerd laten staan f. 3 of
2 dH. K. openbare dronkenschap, idem;
Chr. M. G., geen gevolg geven aan het he
vel van een verkeersagent, id. H. E. Fr B.
met een auto rijden zonder licht, zonder
verl. nummer en letter en zonder rood ach
terlicht f. 3 maal f. 1 of 3 maal 1 d C. de
R, fietsen zonder relector. f. 3 of 2 dagen;
C. M. v d. M. te Hazerswoude: Fietsen door
de Walersteeg f 2 of 1 d.: H. J. K Fielsen
door de Morsehpoort in verboden richting
id.; P. J G Fietsen op een klinkerpad id.:
M. v d O. te Katwijk: Fielsen zonder licht
f. 3 of 2 d A D Jzn. te Noordwijkerbnut:
Lcopen op verboden grond f. 5 of 3 d.: B v
d G te Leimuiden- idem f.10 of 5 dg.; Ar
v d. W zwervende, idem id J v. D. te
Nontdwijk: Een hondenkar gebruiken zon
der nummerbewijs f 1 of 1 d.; H. G Fiel
sen zonder licht f. 3 of 2 d.: R N.: Met een
driewielig motorrijtuig rijden zonder ver
licht nummer en letter en zonder rood nch-
lerliohl 2 maal f. 4 of 2 maal 2 d.; A N. te
Kalwijb: Openbare dronkenschap t. 5 of 3
d.M. C. K. le Rijnshurg: Fielsen zonder
licht f. 3 of 2 d.; J. V. V. le Nnordwijk:
Tegen een perceel leunen f.2 of 1 d.: D. K
le Katwijk. Zich zonder noodzaak ophouden
op der. hoek van eene straat 1 d W. P. te
Nomdwijk: I/mpen op verboden grond f 5
of 3 d G. Z. id. id. id.: W K. 1. v. d R:
Overtreding vernrd I.eiden op de straat-
politic I. 1 of ld; Th. v. S te Noordwiiker-
hout- Fen hond los laten loopen f. 3 of 2 d.;
A v. F) te Katwijk- Met een voertuig rijden
zondrr tirht id.; .T. V Fietsen zonder licht
f 1 of 1 d.: W. S. idem f 3 of 2 d J. C.:
Twee personen op een rijwiel vervoeren f. 2
of 1 d M D. K Fietsen zonder licht f. 1 of
1 d.P. v. d M.: Fietsen zonder licht f. 1 1 d.
J. R. Fietsen zonder licht, f. 3,—. 2 d.
P. H Met een auto rpden zonder licht, f. 5,
3 d. Overtreding leerplichtwet: J. de B.
Ncordwiik, f. 3,—, 2 d.. T. de B„ vr. J. P.
id., id., N. v. d. Z, vr. H. v. R., idem, f0,50,
1 d., E. de Z. D., idem, f. 1,1 d
J. V d. B„ Katwijk, 5,—, 3 d„ J. Th. b.,
id., Chr. v. D„ id., id., B. v. D., id, geen
straf, Kr. G., id, f. 4—, 2 d, P. J. K„ id,
i 0,"3 d, C. v. d. P, id, id, G. S, idem,
ld, F. S, id, f.3,—, 2 d, C. de V,.id
f 5.—. 3 d„ C. v. D. vr. T. 0, id, id,
0. v. D. vr. A. do V, id., id, G. v. D.
vt. M. v. D, id, id, C. v. D. vr. J.
K id, f. 2,1 d, G. v. D. vr. J. v. d.
K„ id, f. 1,—, 1 d, A. v. D. vr. C. S„ id,
f. 5.—, 3 d, H. v. D. vr. J. S, id, id, J.
v. D. vr. C. O, id, id, D. D. vr. A.
v. D, id, id, W. H. vr. A. v. L, id, idem,
T. H. vr. A. de V, id, id, M. M. vr. C.
0 id, f 3,2 d A. O. vr. M. v. D,
id, id.. A. V. vt. J. S„ id, f.5,—, 3 (1,
A. K. wed. J. de K, Rijnsburg, f. 3,2 d,
A. v. d. B, Noordwijkerhout, 1,1 d,
A. v. d. B„ id., f. 5,—, 3 d„ A. de W
id. tl,—, 1 d.; W. F. v. d. H. Met een
handwagen rijden zonder retector, f. 2,—,
1 d, Loopen op verboden grond: A. D.
Pzu, Noordwijkerhout, f.3,2 d, L. W,
Noordwjjk, f- 5,—, 3 d.; P. J. R. Fietsen
zonder licht, f. 3,—, 2 d.; D. K. Bevel
van een verkeersagent niet opvolgen, id.;
P. J. v. d. B, Noordwijkerhout. Fietsen
zoadei licht, id.
maar vluchtige schefsen, waarin voor den
lezer historische personen even verschijnen
om opnieuw te verdwijnen, waarin de tip
van den 9luier, die het verleden bedekt,
eventjes wordt opgelicht om ons een hlik in
het verborgene te gunnen, en daama weer
neergelaten wordt. De boeken van Zwihak
zijn boeiend, interessant en vermoeiden den
lozer niet. De eerste Iwee deelen zijn boven
dien op schilferende wijze door den hrkpn-
den Russischen schilder B. Grosser geïl
lustreerd, die op meesterlijke wiize de ziei
van het oude Parijs wist wee: ie geven.
Een lezeres vraagt mij ora eea
voor een spreikant in been en weerji
toeren, dus in de dwarste gewerkt
heeft u er een. Het zal u misschien i
wat vreemd lijken, maar indien i
c i e s werkt, zooals ik opgaf, dan kj
zeker goed uit. De rand springt
wijze in de breedte naar de buitenlij,
en het patroon dal ik beschrijf is jum|
een. hoek begonnen. U gaat dus, al fa
de. het hoekje oml
Opzeilen 34 lossen,
lste toer: 7 stokjes (de drie Iaati)|
34 lossen vormen het eerste stokje.
haakt u er dus nog 6)dan 8 maal 2|J
1 stokje; dan nog een stokje.
2de toer: omdraaten met 3 tosseo
stokje maken; dan nog een tweede
dan 8 maal 2 lossen 1 stokje; dan|
stokjesdeze beide eerste toeren hebhe
ieder 81 staken. Dan gaan we uilspritj|
3de toer acht lossen; de laatster
deze acht vormen het lste stokje
nieuwen uilspringenden toer Dan nojij
jes op de vijf juist gehaakte lossen; a
stokje op het laatste stokje van den n
toer; dan weer vier maal 2 lossen 1 i
6 stokjes; 4 maal 2 lossen 1 stokje;
stokje.
4de toer- drie lossen (deze
voorlaan sleeds een hoekstokje) één
vier maal 2 lossen 1 stokje;
maal 2 lossen 1 stokje; nog 6 slokjes.
5de toer: Deze wordt een herhaling vjl
Sden toer dus springt weer verder uit l
lessen, waaWan de laatste drie heli
9tokje vormen voor een nieuwen uiïj
genden toer-, dan nog 6 stokjes; en vier
2 lossen 1 stokje, nog 12 stokjes; vier
2 lossen 1 stokje; 1 stokje.
6de toer- drie lossen, 1 stokje; vierI
2 lossen 1 stokje; nog 12 stokjes; vier|
2 lossen 1 stokje; 6 stokjes.
7de toer: acht lossen (zie 3den enfl
toerl) dus drie laatste van deze achll
het eerste stokjedan nog 6 stokjes; I
maal twee lossen 1 stokje6 stokjes;
lossen 1 vaste in de derde volgende tl
drie lossen 1 stokje in de derde
steek, drie lossen in vaste in de derdfl
gende steek; drip lossen 1 9tokje in dei
volgende steek; dan nog 6 stokjes enq
maal 2 lossen 1 stokje; en nog een stol
8ste loer: drie lossen; een stokje;
twee maal 2 lossen 1 slokje; dan 6 tl
vijf lossen 1 stokje op het stokje ?u|
vorigen toer; vijf lossen; 7 stokjes
stokjes van den vorigen toer vier
lossen 1 stokje; dan nog 6 stokjes.
9de toer: halve vasten op de 7 sfokjii|
den vorigen toer (om te minderen!;
drie lossen cm een stokje te vormen etl
6 stokjes; vier maal 2 lossen 1 stokje,!
12 stokjes rde groote blokken zijn dutl
13 slokjes en de kleine 7 stokjp9); dss|
vier maal 2 lossen 1 stokje: nog een a
10de toer- drie lossen. 1 stokje: vierl
2 lossen 1 stokje; 12 stokjes, vier mail|
lossen 1 stokje; 6 stokjes.
11de toer: halve vasten op de 7
van den vorigen toer; drie lossen voorl
nieuw 9fokje; nog 6 stokjes; vier maalf
sen 1 stokje: 6 stokjes; vier maal twef
sen 1 stokje; 1 slokje.
12de toer: drie lossen 1 stokje; vierl
2 los?en 1 stokje; 6 stokjes; vier maallf
sen 1 stokje, 6 stokjes.
13de toer: halve vasten op de zeveal
jes van den vorigen toer; drie lossen e|
6 stokjes: 8 maai 2 lossen 1 stokje; n
stokje.
14de toer: drie lossen 1 stokje; 8t
lossen 1 stokje; 6 stokje6.
15de toer: als de derde; dan beg
hoek.
16de toer: vijf lossen; drie voor
stokjestokie op lste stokje van den
toer; dan nog 3 maal 2 lossen 1 slokj?|
stokjes; 4 maal twee lossen 1 stokje
stokjes.
17de toer: als de 5de.
18de loer: vijf lossen; stokje op f
gend stokje drie maal 2 lossen 1 slofr|
verder als de 6de loer,
19de loer 8 lossen waarvan drie vctil
lste stokje; dan 6 stokjes; vier maalf!
sen 1 stokje. 6 stokjes, drie lossen Ij
in de derde volgende steek; drie lotf
stokje in de 3de volgende steek; drieh
1 vasle in de 3de volgende steek: dm|
sen 1 stokje in de 3de volgende sledj
stokjes.
20?te toer: drie lossen voor een i
nog 12 stokjes. 5 lossen 1 stokje
vorigen toer; 5 lossen 1 9lokje op stoft!
rigen toer 6 stokjes; vier maal 2 l*>*j
stokie; 6 stokjes
21sfe toer halve-vasten op de 7 f
van den vorigen toer; drie lossen voorjj
6lokje; 6 slokjes. 4 maal 2 lossen 1
zes slokjes; 3 lossen 1 va9te in derde f
vorigen toer. drie lossen stokje op 1 ste4
vorigen toer; 6 stokjes; 2 maal 2 lossecl
stokje
22ste toer: vijf lossen; 1 stokje op hi
stokje van den vorigen toer; 2 loa^Jf
slokje; 6 stokjes 5 lossen, 7 stokjes^
stokjes vongen toer; 4 maal 2 loss'
stokje; 6 stokjes
23ste toer: halve vasten op de 7 3
van den vorigen toer; 3 lossen 6 stoft
maal 2 lossen 1 stokje: 6 stokjes.
24sle loer: 3 lossen 6 stokjes; vicriW
2 lossen 1 stokje-, 6 stokjes. L
25sfe toer:'halve vasten op de 7
van den vorigen toer; drie lossen; 6^
jes; vier maal twee lossen 1 stokje.
2Gsté toer: vijf lossen: 1 stokje H|
9tokje van den vorigen toer, 3 maal 2'
1 stokje: 6 stokjes.
27ste toer: halve vasten op de 7
van den vorigen toer: drie lossen vodj
lste stokje en neg 6 stokjes; 2 maal 2^
t stokje.
23?fe foor: vijf lossen; 1 stokje
slokje vongen toer; 2 lossen, 1
stokjes.
29ste toer: halve vasten op 7 stokj^l
gen toer-. 3 lossen, 6 stokjes.
30ste toer: 3 lossen voor lste
stokjes: hiermede is de iste helft
hoek klaar.
31ste toer: halve vaste steken op 7i