2 c VIRGINIA De Trommen van het Noodlot 698le Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 19 Januari 1929 Vierde Blad No. 21119 VOETANGELS EN KLEMMEN OP BELASTINGTERREIN. MODEPRAATJES VAN EEN PARISIENNE. Sapristi - mijn hoed af voor den man die Chief Whip heeft uitge vonden! Dat is met recht de beste sigaret voor mijn gezondheid! Ook met kurk en goud. FEUILLETON. autobezitters en personeele belasting. De gang van den auto is in de laatste jaren ook in Nederland een zegetocht ge worden: telde men het aantal wagens hier te lande vlak na den oorlog nog slechts op nkele tienduizenden, medio 1928 werd door evoegde zijde het aantal circuleerende auto's geschat op 60.00070.000, d. w. z. 1 auto op 100 inwoners en ongetwijfeld is de aanwas in den loop van 1928 onverminderd oortgegaan. AI is de situatie hier te lande ver verwijderd van het in dit opzicht ile N.-Amerika, alwaar men een ge- ïddelde bereikt heeft van 1 auto op zeven nwoners. de laatste verstrekte cijfers van ngeland. Duitschland en Frankrijk doen ien dat ons land in vergelijking met deze anden op dit gebied niet achteraan komt. ;,t vooropgezet, kan het bijna niet anders f den 15 Januari, dien voor heel automo- ielend- en motorfietsend Nederland zoo elangrijke datum, moet onze bespreking ge- ijd zijn aan het aangiftebiljet voor de per- neele belasting. Reeds zoovele automobilisten hebben tot adeel van hun portemonnaie ondervonden, at bet beteekent hun auto voor de per- •neele belasting niet, of onjuist aan te even, dat wij hier nog eens in vogelvlucht un rechten en verplichtingen willen be- 'ebten. Eerstens de kwestie, wie moet aangifte oen van het houden van een auto? De wet -twoordt, dat het hoofd van het gezin eacht wordt ook de motorrijtuigen van de 'en van zijn gezin te „houden". Het principe der wet is, dat de houder motorrijtuigen belast wordt. Met „houden" wordt dan bedoeld het motor ijtuig ter beschikking te hebben, met de edoeling liet te eenigeir tijd te gebruiken; eraonteerl men of bergt men zijn auto op, "an houdt men dus niet op „houder" te rijn, men houdt pas op belastingplichtig zijn tot de auto werkelijk van de hand 'aan wordt. Hiermede is dan tevens ant- oord gegeven op de vraag wie het belas- -gbiljet voor de personeele belasting moet eekenen, indien een inwonende meerder- rige zoon of dochter een auto heeft aange- haft; immers het gezinshoofd, dat is de ader, Cof de moeder, indien de vader over- eden is), moet de aangifte doen. Zelfs is dit et geval indien inwonende vreemde kin eren een auto hebben, omdat zulke kinde en als leden van het gezin beschouwd 'orden. Bewoners van gemeubelde kamers, die iet geacht kunneh worden tot het gezin an de overige bewoners vas* het huis te -hooren, dipnen het houden van €<?n auto atuurlijk zelfstandig aan te geven. De aangifte heeft betrekking op dep toe- tand van 15 Januari, terwijl gezorgd moet 'orden, dat het geteekende Biljet binnen 20 zen na de uitreiking ten kantore van den. ij!:sontvanger is ingeleverd. Aanbevelenswaard is het. indien men op Febr. nog geen aangiftebiljet heeft ont vangen, uit $jgen beweging bij den Rijks- tvanger aangifte te doen. want het na- ten hiervan wordt bij ontdekking bestraft Jet een dubbele aanslag, ongeacht de kans P strafrechterlijke vervolging. Het komt oor dat men bijv. door verblijf in het bui- enland niet in de gelegenheid is tijdige ngifle doen; in zulke gevallen is het dzaam den Rijks-ontvanger hiervan te erwittigen, ten einde het opleggen van n gepeperden aanslag of eventueel pro- es-verbaal te voorkomen. Zooals reeds opgemerkt, moet de toestand an 15 Januari aangegeven worden; bezat en op dien datum een oude auto, doch eeft men dan reeds in de wetenschap dat n Febr een nieuwe wagen zal aangeschaft orden, dan moet toch de waarde en ge- evens van de oude auto worden aangege- en. Bij ontvangst in Febr. van de nieuwe ulo, moet een nieuw aangiftebiljet worden ngevraagd, waarop wordt ingevuld bijv. Chrysler t. w. v. f. 5000 ter vervanging an de op 15 Jan. aangegeven Chevrolet t v. f.1000. De aanslag van de Chevrolet pi door tot 31 December, terwijl voor de hrysler een suppletoire aanslag wordt op gelegd, berekend naar f. 5000 min f. 1000 of f. 4000, over 11 maanden. Builde men :chter de oude Chevrolet niet in. doch behield men deze met de bedoeling hem later te ver- koopen, dan wordt men door den fiscus beschouwd als eigenaar van twee wagens en heeft de aanslag betrekking op 1 auto van f. 1000 voor 12 maanden plus één ad f. 5000 voor 11 maanden. Wordt de Che vrolet in den loop van het jaar verkocht, dan wordt na gedane mededeeling aan den Rijks-ontvanger, naar tijdsgelang afschrij ving toegestaan. Bij vervanging van een duurderen wa gen door een goedkoop merk wordt geen vermindering op de belasting van hetzelfde jaar toegestaan^In een dergelijk geval is het dus raadzaam eerst den duurderen wagen af te melden en pas daarna de goedkoopere auto aan te schaffen, daar immers dan we- gens afschaffing van de dure auto belasling- ontheffing wordt verleend. Stappen wij thans van de aangifte ver plichting af, om over te gaan tot de wijze waarop de waarde bepaling van den wagen kan geschieden. Dit is voornamelijk van be lang voor vierwielige auto's, daar driewie- lige auto's zoogenaamde ph&umobielen be last worden met een vaste som van f. 15 per jaar. Vierwielige auto's worden belast naar de verkoopwaarde, die onder normale omstandigheden op do daartoe geschikte plaats kan bedongen worden. In die ver koopwaarde moet ook begrepen worden de waarde van de bij het motorrijtuig behoo- rende onderdeden en carrosserieën. Bij de waardebepaling eener auto moeten we feitelijk twee gevallen onderschei den, t.w.: Ie. De auto is nog splinter nieuw; 2e. De auto is reeds eenige jaren oud of tweede-hands gekocht Velen meenen, dat een nieuwe wagen moet aangegeven worden voor den aan- koopsprijs. Dit is echter niet juist, want vol gens de inzichten der Rijks-deskundigen mag bij de aangifte een zeker percentage van den aankoopsprijs worden afgetrokken. Het spreekt van zelf. dat de aftTek met oor deel des onderscheids moet worden toege past. immers de verkoopwaarde van een goedkoop autotje zal niet zoo snel dalen als die van een zeer drnen wagen. Er zal dus eerder toegestaan worden, dat van een Hispano 20 pet. wordt afgetrokken, dan 10 pet. van een Ford. WanneeT men echter met oordeel een percentage kiest naar de om standigheden variêerend tusschen 5 pcL en 20 pet., dan bestaat er een groote kans dat de fiscus hiermede accoord gaat. Bij oudere of tweedehandsch-wagens in 't bij de waar debepaling lastiger, om niet in conflict met den fiscus te komen. Zelfs al heeft men de waarde van een dergelijke wagen vastge steld aan de hand van verschillende taxa ties van betrouwbare deskundigen, zoo zal men veelal kunnen constateeren, dat de aanslag wordt opgelegd over een hooger be drag. Dit komt meesten tijds daardoor, dat de fiscus, nog afgezien van het vaak toege paste piepsysteem, de waarde bepaalt door aftrek van een vast percentage berekend ov>^ den aanschaffingsprijs. Naar onze be scheiden meening is dit systeem in geenen deele ju^t. De fiscus scheert alle auto's over een kam, toont zich volmaakt onnoozel L a. van het bestas n van Fords van f. 2000 en Renaulds van f. 12000. Dit is feitelijk niet in den haak. wam het valt gemakkelijk in te zien. dat een goedk>>ope auto gemakke lijker een kooper vindt dsn een zeer dure wagen, waaruit volgt, dat het licht van de wet van vraag en aanbod mag worden vastgesteld, dat een goedkoope auto in ver houding minder snel in waarde daal* dan een zeer dure wagen. Bij gebruik van *sste afschrijvings-percentages, wordt met dit feit in het geheel geen rekening gehouden. Bovendien meenen wij, dat de persoon van den gebruiker ook nog een woordje meespreekt bij de bepaling van de waarde van een auto. Het is voldoende bekend, dat een onoordeelkundig rijder er gemakkelijk in slagen zal een prima wagen binnen het jaar naar den maan te helpen. Een doel treffende wijzo om de koopwaarde van auto's correct te bepalen, bestaat o.i. in de vergelijking met de prijzen die. onder nor male omstandigheden verkochte, gelijk waardige wagens hebben opgebracht. Het lijkt ons een veel gelukkiger systeem, dat de verkoopwaarde bepaald wordt door den handel zelf, dan dat onoordeelkundig gewerkt wordt met vaste, dikwijls onjuiste afschrijvings-percentages. Op grond hiervan meenen wij, dat het principieel onjuist is, om in een op derge lijke wijze berekende, eventueel te hooge aanslag te berusten. Doorzetten tot de Raad van Beroep zal in vele gevallen als resultaat een verminderde aanslag opleveren. De volgende keer een woordje over geheel of gedeeltelijke vrijstelling van de perso neele belasting van auto's. Dezen winter staat de mode in het teeken van de sweater of trui, nu zelis in de lage landen wintersport bedreven wordt, al blijft die tot nu toe bepaald tot schaatsen rijden en al zal ze zich ook wel niet ver der uitbreiden dan een prikslee-glijerij langs een besneeuwden heuvel. liet is trouwens heelemaa! niet noodig sportief te zijn, om zich behagelijk te voe len in een gebreide trui of cardigan (los jasje). Met een geplisseeid wollen rokje vormt een tricot sweater een gezellig morgenjurkje; met eenzelfde rokje van crêpe de Chine een iets gekleeder ensemble; en is de sweater iets verfijnder, bijv. van „soie bouclée" krullige zijde of van wol of zijde met een melaaldraadje gemengd, of met een stalen of zilverig dessin, dan kan men hem met een geplisseerd zijcen RECLAME. 6875 rokje heel goed 's middags onder een man tel aanhouden of er mee uit déjeuneeren gaan, wat in Parijs veel meer voorkomt dan in Holland, zoowel in arestaurants als bij kennissen. De wintersport-truien zijn weer andere dan de Parijsche sweaters. Zij zijn ruiger, dikker, kleuriger, d.w.z. ze hebben op een neutraal fond: wit, beige, grijs, soms een sterk afstekend dessin; zwart, geel, rood, groen, aranje. Heel sportief was een sweater die ik zag van beige wol met 'n band er in om het middel, van twee recht twee averechts gebreide zwarte wol. De onder mouwen waren ook zwart en geribd, also! het lange moffen waren. Een driehoek („pointe") er bij: beige met zwarten rand. Andere combinatie: licht-groene sweater met groote en kleine donker-groene moezen, jasje van de licht-groene wol van de sweater lange chflle met dwarsstrepen, ijsmuts, sokjes, alles van dezelfde twee tinten wol gebreid. De sweater van dit ensemble zou van fijne wol ook geschikt zijn voor de stad, bijv. op een donker-groen rokje, ter wijl de sweater was afgezet langs V-vormigs hals, onderkant en mouwen met donker groen. Op een effen sweater geen andere gar neering dan rechts onderaan vier horizon tale strepen in camée-tinten (d. z. opvol gende tinten van één kleur. De onderste reep is in de middelste tint en loopt tot bijna links voor en linksachter door, de volgende streep is donker, do daarop vol gende midden-tint, de bovenste donker, ter wijl ze trapsgewijze geplaatst zijn, dus steeds wordt een volgende streep iets kor ter, dan die eronder ligt. Samen zijn de vier strepen niet hooger dan van onder aan de sweater tot taillehoogte. In een sporttrui kan hetzelfde dessin in felle kleuren worden gebreid en dan herhaald Chief Whip ARDATrt LONDON worden aan de einden van een chAle en aan alle andere tricotages, bijv. zwart en rood of donker-bruin en rood op beige, donker-blauw en geel op wit, etc. Ook op sweater komt de diagonale mode lijn voor, in brutale kleuren op neutraal fond voor sport, in meer ineensmeitende tinten voor een sweater, die we voor de stad beslemmen. Ik geef u hier 'n receptje dat voor allerlei variatie in de kleuren vat baar is, maar dat ik u opgeef voor grijs met blauw. Het dessin bestaat uit een groote driehoek, samengesteld uit drie tinten, grijs-blauw en waarvan elke tint als een breede diagonale band met trap jes aan de volgende sluit; de lichtste tint vormt weer een kleine driehoek. De top van de groote driehoek komt onder den rechter arm, terwijl de hoeken aan de basis elkaar aan de linkerzijde onderaan ontmoeten. Er komen dus én van boven én op den rug twee schuine streepea Er is voor deze sweater noodig: 200 gram, dus 4 knotten licht-grijze zes-draads wol en 1 knot van elk der volgende tinten: licht-grijsblauw, grijsblauw, donker-grijs- blauw, verder 2 alluminium breipennen, 1 centimer in omtrek. Het volgende brei-voorschrift is voor maat 42; voor 44, 46 etc. moeten telkens 10 steken, 5 vóór en 5 in den rug worden bij geteld voor no. 40, 38 enz. 10 afgetrokken. Do sweater wordt in 4 gedeelten gebreid: vóórkant, rug, mouwen Behalve de randen onder aan de sweater en aan de mouwen, die 2 recht, 2 averecht gebreid worden, is de geheele sweater recht dus: één toer recht, terugkomend averechts. V oorkant: Zet op 28 steken donker- blauw, 28 steken blauw, 64 steken licht blauw, en brei 7 toeren 2 recht, 2 ave rechts. Begin daarna het rechte gedeelte („jersey-steek"). Brei aan het begin van de 8sto toer jersey-steken: 7 grijze, dan 29 donker-blauw, 28 blauw, de rest licht- blauw. Aan elke 7e toer komen 7 etekenl grijs erbij, maar de donker-blauwe ert blauwe steken blijven 28, schuiven dus tel kens 7 steken op, waardoor de trapjes ont. staan. Na het 16e donker blauwe trapje worden aan elkon kant van de naald 6 ste ken afgekampt en daarna het werk in twee gelijke deelen verdeeld. Knip de blauwe wollen draden af en brei één kant 15 c.M.. verder, effen grijs met om de 3 toeren eert mindering aan de halszijde en aan do 5 eerste toeren van die 15 centimeter eert mindering voor 't armsgat. Na die 15 c.M. nog 3 c.M. zonder minderfng, laat daarnal 5 maal 6 steken op de naald aan den kanÜ van de mouw, om een schuine schouder naad to krijgen en kamp dan alle steken samen af. Neem de andere helft van de voorzijde weer op en maak die precies het zelfde. De rug wordt gelijk als de voorzijde, maar in omgekeerde richting; ook daar loopt de zijde van de driehoek van rechts onder den arm naar links beneden De rug liee/t geen halsuitsnijding, dus alle stekert worden samen afgemaakt. De mouw is effen grijs, wordt met 56 ste ken opgezet, na 6 c.M. ribbels komt del effen jersey-steek. Elke 3 toeren em meer dering aan elk einde van do naald, gedu rende 55 C..M. Kamp aan elk eind van dé Naar liet Engelsch van OTTWELL BINNS. Ze bleven no; een poosje wachten terwijl scherp luisterden. Het geknetter van het uur was weggestorven en hel gekabbel van .0 rivier en het vage geritsel van den wind oor de boomtoppen waren de eenige gelui en. Toen zei hij: Ik geloof, dat we maar op weg moeten 3an Maar we moeten eerst onze flesschen bullen. Ze kropen naar de rand van het water aar ze hun dorst leschten en hun water- lessehen vulden. Toen hielp Honor hem yereind, maar hij wankelde, terwijl hij ich aan een boom vastgreep, hoewel hij ehzell uitlachte om zijn zwakheid. Ik ben een beetje topzwaar, maar dat "1 wel overgaan. Honor hoopte het van harte en liep naar e plaats waar de twee gewereö lagen, giet eene hing ze over haar schouder en "oen bleef hij met een bedenkelijk gezicht aar het andere staren. Wat is er Honor? riep hij, toen hij aar aarzeling zag. Er zijn (wee geweren. Ik kan het eene agen maar het andere. Geef het mij. zei hij bijna bevelend woer"' 'n '3n^ beginnen zonder U 'lem hel geweer over zijn niet gewonden schouder leggen; toen waadden ze door de rivier en klauterden den anderen oever weer op. Aan den anderen kant vonden zo een pad, dat blijkbaar gemaakt was door de wilde dieren, die naar do rivier kwamen om te drinken en dat maakte het loopen heel wat gemakkelijker. Maar de weg ging een heelen tijd steil naar boven en lang voordat ze op een vlakker terrein waren gekomen, had Rimington tweemaal een poosje moeten halt houden om uit te rusten. Honor maakte zich zeer ongerust. Zo zag in het maanlicht, op een plaats waar de hoo rnen minder licht waren, dat zijn gezicilt doodsbleek en vertrokken was en dat hij zijn lippen vast op elkaar geklemd had en ze begreep dat hij moedig trachtte zijn pijn te verbijten. Ze zei niets, maar toen het ge baande pad ophield en ze een open ruimte in het boseh bereikten, waar ze naast elkaar konden loopen, nam ze zwijgend zijn arm en legde die over haar schouders. Groote God, dat ik op jou moet leu nen! kreunde hij. Terwij! ze verder gingen, begon de arm op haar schouders zwaarder en zwaarder te worden, omdat hij onbewust hoe langer hoe meer op haar begon te leunen. Een paar maal had ze hel gevoel dat ze het niet lan ger vol kon houden, maar ze klemde haar tanden op elkaar en bleef voortgaan. Na een uur kwamen ze op een plaat9 waar een lange rotsige, steile helling den weg ver sperde. de stijloprijzende muur vóór hen zag er in het maanlicht uit als een onover komelijke hinderpaal Ze begreep, dat hun eenige kans was. dat ze een pad naar boven vonden, want Alee Rimington zou zeker niet in staat zijn een dergelijke ruige hel ling te beklimmen. Zo keek naar de hin dernis vóór haar met een gevoel van vol komen hulpeloosheid, toen zei ze opgewekt, hoewel ze zich allesbehalve vroolijk voelde: Rust hier even uit, Alec. Ik zal een pad naar boven zoeken. Rimington keek naar de rots. Er moet een pad zijn, zet hij. Ik ben er wel eens langs naar boven geklommen, maar ik weet niet meer of het links of rechts is. Hij streek even met zijn hand over zijn voorhoofd en merkte een beetje korzelig op: Mijn hoofd klopt als een hamer. Ze keek hem bezorgd aan. In het heldere maanlicht zag ze dat zijn gezicht niet meer bleek was, maar een hoogroode opgezette kleur gekregen had, terwijl zijn grijze oogen koortsachtig glinsterden. Het is de vermoeienis van den tocht en dan die wond, zei je geruststellend. Een beetje rust zal je goeddoen. Ga hier maar even zitten. Tot haar verbazing deed hij dadelijk wat ze zei en ze nam het geweer van zijn schou der en zette het naast hem neer. Ik ben gauw terug, zei ze opgewekt. Als ik het pad niet aan deze kant vind kom ik terug, en dan kan ik aan de anderen kant kijken. Ze liep langzaam weg, want ze was zelf doodmoe. Topn ze een groep doornige struiken be reikt had. liep ze er om heen en keek toen terug door hel groen. Rimington zat op een stuk rots. met zijn eenen elleboog op zijn knie en zijn gezicht verborgen iD zijn hand. j m een houding van volkomen moedeloos- j heid en de tranen sprongen het meisje in de oogen. Ze twijfelde er geen oogenbtik aan of i zijn zwakte was hel gevolg van opkomende koorts, en toen ze bedacht wat er nog voor hen lag, was ze de wanhoop nabij. Maar hun redding hing weer het grootste deel van i haar af en ze liep voort, scherp uitkijkend of ze ook een begaanbaar pad over den rots muur kon vinden. En na eenig zoeken slaagde ze tot haar onuitsprekelijke verlichting. Ze vond een inham in de rots, vanwaar een pad, dat klaarblijkelijk vee! gebruikt werd door wilde dieren, naar den top leidde. Ze klom een eindje naar boven om zekerheid te hebben, toen keerde ze terug. Toen ze weer beneden kwam, hoorde zo plotseling de klank van een stem. Ze hield haar geweer om te schie ten, terwijl ze snel om zich heen keek, maar ze zag niemand. En toch was het een men- schelijke stemen onduidelijk gemom pel waarvan ze de woorden niet kon ver staan. Toen begreep ze plotseling wat het was en ze begon te rennen. Ze zag weldra Rimington op het stuk rots zitten waar ze hem achtergelaten had. maar zijn gezicht was niet meer verborgen in zijn handen Hij zat nu recht voor zich uit te staren terwijl hij onsamenhangende woor den praatte. Het was een aanval van koorts. Het was niet onmogelijk, dat het een ge volg was van de inspanning na het bloed verlies. en lat een paar uur rust hem weer zouden opknappen, maar er was bijna geen gelegenheid tot rusten. Ze hadden geen tent, zelfs geen deken, en als hij geen kinine bi) zich had. zouden ze niets hebben om de koorts tot bedaren te brengen! En ergens tusschen de boomen loerde een gewapend man op hem Toen wierp ze haar sombere gedachten van zich af. en liep energiek op den gewonde toe. die niets van haar komst scheen te merken. Alecl zei ze. lerwij! ze haar hand op zijn 9chouder legde Hij gaf bijna dadelijk antwoord, terwij! hij trachtte le glimlachen. Ik geloof dat ik aan het droomen wast Zo zei hem de waarheid niet, maar ve> telde hem wat ze ontdekt had. Denk je. dat je het halen kunt. als i£ je help? vroeg ze. We zullen daar boven veiliger zijn dan hier. Zeker liefste. Ik moet welterwilte van jou. Als je liever wat langer wilt rusten... Neen dat zal mij alleen maar stijve# maken. We moeten nu gaan Heb je soms wat kinine bij je? vroeg ze quasi onverschillig. Hoopen. zei bij, terwij! hij een klein fleschje met pillen to voorschijn haalde. Geef mij er een paar. En neem zelf ook wat. We zijn nogal lang daar beneden in het bosch geweest en je kunt nooit welen. Wat een voorzorgent lachte hij. maar hij nam de kinine en een paar minuten later liepen ze langzaam langs den voet van do rotsen naar het pad dat ze gevonden hadi, Het was heel stil en voor hen lag de witte, maanverüchte wereld. Zijn arm lag weert om haar heen en een keer bleef hij plotse ling staan. lichtte haar gezicht op en kuste haar. Ze voelde dat zijn lippen brandend heet en droog waren; op zijn wangen lag een koortsige gloed en toen ze bij een gedeelte kwamen waar doornige, hooge struiken groeiden, kon hij er lernauwernood over-i heen komen. Honor hielp hem zonder een' oogenblik over zichzelf te denken en toen ze de moeilijke plaats voorbij waren, had ze een gevoe! of ze m een wespennest gezeten had. Een doren had een schram op haar wang gemaakt en een klein straaltje bloed glinsterde in het maanlicht Rimington zag het en veegde het weg, terwij! hij haar weer kuste voordat ze den tocht hervatten, (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 13