2
c VIRGINIA
De Trommen van het Noodlot
698le Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 19 Januari 1929
Vierde Blad
No. 21119
VOETANGELS EN KLEMMEN
OP BELASTINGTERREIN.
MODEPRAATJES VAN EEN
PARISIENNE.
Sapristi - mijn hoed af voor den
man die Chief Whip heeft uitge
vonden! Dat is met recht de beste
sigaret voor mijn gezondheid!
Ook met kurk en goud.
FEUILLETON.
autobezitters en personeele
belasting.
De gang van den auto is in de laatste
jaren ook in Nederland een zegetocht ge
worden: telde men het aantal wagens hier te
lande vlak na den oorlog nog slechts op
nkele tienduizenden, medio 1928 werd door
evoegde zijde het aantal circuleerende
auto's geschat op 60.00070.000, d. w. z.
1 auto op 100 inwoners en ongetwijfeld is de
aanwas in den loop van 1928 onverminderd
oortgegaan. AI is de situatie hier te lande
ver verwijderd van het in dit opzicht
ile N.-Amerika, alwaar men een ge-
ïddelde bereikt heeft van 1 auto op zeven
nwoners. de laatste verstrekte cijfers van
ngeland. Duitschland en Frankrijk doen
ien dat ons land in vergelijking met deze
anden op dit gebied niet achteraan komt.
;,t vooropgezet, kan het bijna niet anders
f den 15 Januari, dien voor heel automo-
ielend- en motorfietsend Nederland zoo
elangrijke datum, moet onze bespreking ge-
ijd zijn aan het aangiftebiljet voor de per-
neele belasting.
Reeds zoovele automobilisten hebben tot
adeel van hun portemonnaie ondervonden,
at bet beteekent hun auto voor de per-
•neele belasting niet, of onjuist aan te
even, dat wij hier nog eens in vogelvlucht
un rechten en verplichtingen willen be-
'ebten.
Eerstens de kwestie, wie moet aangifte
oen van het houden van een auto? De wet
-twoordt, dat het hoofd van het gezin
eacht wordt ook de motorrijtuigen van de
'en van zijn gezin te „houden".
Het principe der wet is, dat de houder
motorrijtuigen belast wordt. Met
„houden" wordt dan bedoeld het motor
ijtuig ter beschikking te hebben, met de
edoeling liet te eenigeir tijd te gebruiken;
eraonteerl men of bergt men zijn auto op,
"an houdt men dus niet op „houder" te
rijn, men houdt pas op belastingplichtig
zijn tot de auto werkelijk van de hand
'aan wordt. Hiermede is dan tevens ant-
oord gegeven op de vraag wie het belas-
-gbiljet voor de personeele belasting moet
eekenen, indien een inwonende meerder-
rige zoon of dochter een auto heeft aange-
haft; immers het gezinshoofd, dat is de
ader, Cof de moeder, indien de vader over-
eden is), moet de aangifte doen. Zelfs is dit
et geval indien inwonende vreemde kin
eren een auto hebben, omdat zulke kinde
en als leden van het gezin beschouwd
'orden.
Bewoners van gemeubelde kamers, die
iet geacht kunneh worden tot het gezin
an de overige bewoners vas* het huis te
-hooren, dipnen het houden van €<?n auto
atuurlijk zelfstandig aan te geven.
De aangifte heeft betrekking op dep toe-
tand van 15 Januari, terwijl gezorgd moet
'orden, dat het geteekende Biljet binnen 20
zen na de uitreiking ten kantore van den.
ij!:sontvanger is ingeleverd.
Aanbevelenswaard is het. indien men op
Febr. nog geen aangiftebiljet heeft ont
vangen, uit $jgen beweging bij den Rijks-
tvanger aangifte te doen. want het na-
ten hiervan wordt bij ontdekking bestraft
Jet een dubbele aanslag, ongeacht de kans
P strafrechterlijke vervolging. Het komt
oor dat men bijv. door verblijf in het bui-
enland niet in de gelegenheid is tijdige
ngifle doen; in zulke gevallen is het
dzaam den Rijks-ontvanger hiervan te
erwittigen, ten einde het opleggen van
n gepeperden aanslag of eventueel pro-
es-verbaal te voorkomen.
Zooals reeds opgemerkt, moet de toestand
an 15 Januari aangegeven worden; bezat
en op dien datum een oude auto, doch
eeft men dan reeds in de wetenschap dat
n Febr een nieuwe wagen zal aangeschaft
orden, dan moet toch de waarde en ge-
evens van de oude auto worden aangege-
en. Bij ontvangst in Febr. van de nieuwe
ulo, moet een nieuw aangiftebiljet worden
ngevraagd, waarop wordt ingevuld bijv.
Chrysler t. w. v. f. 5000 ter vervanging
an de op 15 Jan. aangegeven Chevrolet t
v. f.1000. De aanslag van de Chevrolet
pi door tot 31 December, terwijl voor de
hrysler een suppletoire aanslag wordt op
gelegd, berekend naar f. 5000 min f. 1000 of
f. 4000, over 11 maanden. Builde men :chter
de oude Chevrolet niet in. doch behield men
deze met de bedoeling hem later te ver-
koopen, dan wordt men door den fiscus
beschouwd als eigenaar van twee wagens
en heeft de aanslag betrekking op 1 auto
van f. 1000 voor 12 maanden plus één ad
f. 5000 voor 11 maanden. Wordt de Che
vrolet in den loop van het jaar verkocht,
dan wordt na gedane mededeeling aan den
Rijks-ontvanger, naar tijdsgelang afschrij
ving toegestaan.
Bij vervanging van een duurderen wa
gen door een goedkoop merk wordt geen
vermindering op de belasting van hetzelfde
jaar toegestaan^In een dergelijk geval is het
dus raadzaam eerst den duurderen wagen
af te melden en pas daarna de goedkoopere
auto aan te schaffen, daar immers dan we-
gens afschaffing van de dure auto belasling-
ontheffing wordt verleend.
Stappen wij thans van de aangifte ver
plichting af, om over te gaan tot de wijze
waarop de waarde bepaling van den wagen
kan geschieden. Dit is voornamelijk van be
lang voor vierwielige auto's, daar driewie-
lige auto's zoogenaamde ph&umobielen be
last worden met een vaste som van f. 15
per jaar. Vierwielige auto's worden belast
naar de verkoopwaarde, die onder normale
omstandigheden op do daartoe geschikte
plaats kan bedongen worden. In die ver
koopwaarde moet ook begrepen worden de
waarde van de bij het motorrijtuig behoo-
rende onderdeden en carrosserieën.
Bij de waardebepaling eener auto moeten
we feitelijk twee gevallen onderschei
den, t.w.:
Ie. De auto is nog splinter nieuw;
2e. De auto is reeds eenige jaren oud of
tweede-hands gekocht
Velen meenen, dat een nieuwe wagen
moet aangegeven worden voor den aan-
koopsprijs. Dit is echter niet juist, want vol
gens de inzichten der Rijks-deskundigen
mag bij de aangifte een zeker percentage
van den aankoopsprijs worden afgetrokken.
Het spreekt van zelf. dat de aftTek met oor
deel des onderscheids moet worden toege
past. immers de verkoopwaarde van een
goedkoop autotje zal niet zoo snel dalen als
die van een zeer drnen wagen. Er zal dus
eerder toegestaan worden, dat van een
Hispano 20 pet. wordt afgetrokken, dan 10
pet. van een Ford. WanneeT men echter met
oordeel een percentage kiest naar de om
standigheden variêerend tusschen 5 pcL en
20 pet., dan bestaat er een groote kans dat
de fiscus hiermede accoord gaat. Bij oudere
of tweedehandsch-wagens in 't bij de waar
debepaling lastiger, om niet in conflict met
den fiscus te komen. Zelfs al heeft men de
waarde van een dergelijke wagen vastge
steld aan de hand van verschillende taxa
ties van betrouwbare deskundigen, zoo zal
men veelal kunnen constateeren, dat de
aanslag wordt opgelegd over een hooger be
drag. Dit komt meesten tijds daardoor, dat
de fiscus, nog afgezien van het vaak toege
paste piepsysteem, de waarde bepaalt door
aftrek van een vast percentage berekend
ov>^ den aanschaffingsprijs. Naar onze be
scheiden meening is dit systeem in geenen
deele ju^t. De fiscus scheert alle auto's over
een kam, toont zich volmaakt onnoozel L a.
van het bestas n van Fords van f. 2000 en
Renaulds van f. 12000. Dit is feitelijk niet
in den haak. wam het valt gemakkelijk in
te zien. dat een goedk>>ope auto gemakke
lijker een kooper vindt dsn een zeer dure
wagen, waaruit volgt, dat het licht van
de wet van vraag en aanbod mag worden
vastgesteld, dat een goedkoope auto in ver
houding minder snel in waarde daal* dan
een zeer dure wagen. Bij gebruik van *sste
afschrijvings-percentages, wordt met dit feit
in het geheel geen rekening gehouden.
Bovendien meenen wij, dat de persoon
van den gebruiker ook nog een woordje
meespreekt bij de bepaling van de waarde
van een auto. Het is voldoende bekend, dat
een onoordeelkundig rijder er gemakkelijk
in slagen zal een prima wagen binnen het
jaar naar den maan te helpen. Een doel
treffende wijzo om de koopwaarde van
auto's correct te bepalen, bestaat o.i. in de
vergelijking met de prijzen die. onder nor
male omstandigheden verkochte, gelijk
waardige wagens hebben opgebracht.
Het lijkt ons een veel gelukkiger systeem,
dat de verkoopwaarde bepaald wordt door
den handel zelf, dan dat onoordeelkundig
gewerkt wordt met vaste, dikwijls onjuiste
afschrijvings-percentages.
Op grond hiervan meenen wij, dat het
principieel onjuist is, om in een op derge
lijke wijze berekende, eventueel te hooge
aanslag te berusten.
Doorzetten tot de Raad van Beroep zal in
vele gevallen als resultaat een verminderde
aanslag opleveren.
De volgende keer een woordje over geheel
of gedeeltelijke vrijstelling van de perso
neele belasting van auto's.
Dezen winter staat de mode in het teeken
van de sweater of trui, nu zelis in de lage
landen wintersport bedreven wordt, al
blijft die tot nu toe bepaald tot schaatsen
rijden en al zal ze zich ook wel niet ver
der uitbreiden dan een prikslee-glijerij langs
een besneeuwden heuvel.
liet is trouwens heelemaa! niet noodig
sportief te zijn, om zich behagelijk te voe
len in een gebreide trui of cardigan (los
jasje). Met een geplisseeid wollen rokje
vormt een tricot sweater een gezellig
morgenjurkje; met eenzelfde rokje van
crêpe de Chine een iets gekleeder ensemble;
en is de sweater iets verfijnder, bijv. van
„soie bouclée" krullige zijde of van wol
of zijde met een melaaldraadje gemengd,
of met een stalen of zilverig dessin, dan
kan men hem met een geplisseerd zijcen
RECLAME.
6875
rokje heel goed 's middags onder een man
tel aanhouden of er mee uit déjeuneeren
gaan, wat in Parijs veel meer voorkomt
dan in Holland, zoowel in arestaurants als
bij kennissen.
De wintersport-truien zijn weer andere
dan de Parijsche sweaters. Zij zijn ruiger,
dikker, kleuriger, d.w.z. ze hebben op een
neutraal fond: wit, beige, grijs, soms een
sterk afstekend dessin; zwart, geel, rood,
groen, aranje. Heel sportief was een sweater
die ik zag van beige wol met 'n band er
in om het middel, van twee recht twee
averechts gebreide zwarte wol. De onder
mouwen waren ook zwart en geribd, also!
het lange moffen waren. Een driehoek
(„pointe") er bij: beige met zwarten rand.
Andere combinatie: licht-groene sweater
met groote en kleine donker-groene moezen,
jasje van de licht-groene wol van de sweater
lange chflle met dwarsstrepen, ijsmuts,
sokjes, alles van dezelfde twee tinten wol
gebreid. De sweater van dit ensemble zou
van fijne wol ook geschikt zijn voor de
stad, bijv. op een donker-groen rokje, ter
wijl de sweater was afgezet langs V-vormigs
hals, onderkant en mouwen met donker
groen.
Op een effen sweater geen andere gar
neering dan rechts onderaan vier horizon
tale strepen in camée-tinten (d. z. opvol
gende tinten van één kleur. De onderste
reep is in de middelste tint en loopt tot
bijna links voor en linksachter door, de
volgende streep is donker, do daarop vol
gende midden-tint, de bovenste donker, ter
wijl ze trapsgewijze geplaatst zijn, dus
steeds wordt een volgende streep iets kor
ter, dan die eronder ligt. Samen zijn de
vier strepen niet hooger dan van onder
aan de sweater tot taillehoogte. In een
sporttrui kan hetzelfde dessin in felle
kleuren worden gebreid en dan herhaald
Chief Whip
ARDATrt
LONDON
worden aan de einden van een chAle en
aan alle andere tricotages, bijv. zwart en
rood of donker-bruin en rood op beige,
donker-blauw en geel op wit, etc.
Ook op sweater komt de diagonale mode
lijn voor, in brutale kleuren op neutraal
fond voor sport, in meer ineensmeitende
tinten voor een sweater, die we voor de
stad beslemmen. Ik geef u hier 'n receptje
dat voor allerlei variatie in de kleuren vat
baar is, maar dat ik u opgeef voor grijs
met blauw. Het dessin bestaat uit een
groote driehoek, samengesteld uit drie
tinten, grijs-blauw en waarvan elke tint
als een breede diagonale band met trap
jes aan de volgende sluit; de lichtste tint
vormt weer een kleine driehoek. De top van
de groote driehoek komt onder den rechter
arm, terwijl de hoeken aan de basis elkaar
aan de linkerzijde onderaan ontmoeten. Er
komen dus én van boven én op den rug
twee schuine streepea
Er is voor deze sweater noodig: 200
gram, dus 4 knotten licht-grijze zes-draads
wol en 1 knot van elk der volgende tinten:
licht-grijsblauw, grijsblauw, donker-grijs-
blauw, verder 2 alluminium breipennen, 1
centimer in omtrek.
Het volgende brei-voorschrift is voor
maat 42; voor 44, 46 etc. moeten telkens 10
steken, 5 vóór en 5 in den rug worden bij
geteld voor no. 40, 38 enz. 10 afgetrokken.
Do sweater wordt in 4 gedeelten gebreid:
vóórkant, rug, mouwen Behalve de randen
onder aan de sweater en aan de mouwen,
die 2 recht, 2 averecht gebreid worden, is de
geheele sweater recht dus: één toer recht,
terugkomend averechts.
V oorkant: Zet op 28 steken donker-
blauw, 28 steken blauw, 64 steken licht
blauw, en brei 7 toeren 2 recht, 2 ave
rechts. Begin daarna het rechte gedeelte
(„jersey-steek"). Brei aan het begin van
de 8sto toer jersey-steken: 7 grijze, dan 29
donker-blauw, 28 blauw, de rest licht-
blauw. Aan elke 7e toer komen 7 etekenl
grijs erbij, maar de donker-blauwe ert
blauwe steken blijven 28, schuiven dus tel
kens 7 steken op, waardoor de trapjes ont.
staan. Na het 16e donker blauwe trapje
worden aan elkon kant van de naald 6 ste
ken afgekampt en daarna het werk in twee
gelijke deelen verdeeld. Knip de blauwe
wollen draden af en brei één kant 15 c.M..
verder, effen grijs met om de 3 toeren eert
mindering aan de halszijde en aan do 5
eerste toeren van die 15 centimeter eert
mindering voor 't armsgat. Na die 15 c.M.
nog 3 c.M. zonder minderfng, laat daarnal
5 maal 6 steken op de naald aan den kanÜ
van de mouw, om een schuine schouder
naad to krijgen en kamp dan alle steken
samen af. Neem de andere helft van de
voorzijde weer op en maak die precies het
zelfde.
De rug wordt gelijk als de voorzijde,
maar in omgekeerde richting; ook daar
loopt de zijde van de driehoek van rechts
onder den arm naar links beneden De rug
liee/t geen halsuitsnijding, dus alle stekert
worden samen afgemaakt.
De mouw is effen grijs, wordt met 56 ste
ken opgezet, na 6 c.M. ribbels komt del
effen jersey-steek. Elke 3 toeren em meer
dering aan elk einde van do naald, gedu
rende 55 C..M. Kamp aan elk eind van dé
Naar liet Engelsch van
OTTWELL BINNS.
Ze bleven no; een poosje wachten terwijl
scherp luisterden. Het geknetter van het
uur was weggestorven en hel gekabbel van
.0 rivier en het vage geritsel van den wind
oor de boomtoppen waren de eenige gelui
en. Toen zei hij:
Ik geloof, dat we maar op weg moeten
3an Maar we moeten eerst onze flesschen
bullen.
Ze kropen naar de rand van het water
aar ze hun dorst leschten en hun water-
lessehen vulden. Toen hielp Honor hem
yereind, maar hij wankelde, terwijl hij
ich aan een boom vastgreep, hoewel hij
ehzell uitlachte om zijn zwakheid.
Ik ben een beetje topzwaar, maar dat
"1 wel overgaan.
Honor hoopte het van harte en liep naar
e plaats waar de twee gewereö lagen,
giet eene hing ze over haar schouder en
"oen bleef hij met een bedenkelijk gezicht
aar het andere staren.
Wat is er Honor? riep hij, toen hij
aar aarzeling zag.
Er zijn (wee geweren. Ik kan het eene
agen maar het andere.
Geef het mij. zei hij bijna bevelend
woer"' 'n '3n^ beginnen zonder
U 'lem hel geweer over zijn niet
gewonden schouder leggen; toen waadden
ze door de rivier en klauterden den anderen
oever weer op.
Aan den anderen kant vonden zo een
pad, dat blijkbaar gemaakt was door de
wilde dieren, die naar do rivier kwamen om
te drinken en dat maakte het loopen heel
wat gemakkelijker. Maar de weg ging een
heelen tijd steil naar boven en lang voordat
ze op een vlakker terrein waren gekomen,
had Rimington tweemaal een poosje moeten
halt houden om uit te rusten.
Honor maakte zich zeer ongerust. Zo zag
in het maanlicht, op een plaats waar de hoo
rnen minder licht waren, dat zijn gezicilt
doodsbleek en vertrokken was en dat hij
zijn lippen vast op elkaar geklemd had en
ze begreep dat hij moedig trachtte zijn pijn
te verbijten. Ze zei niets, maar toen het ge
baande pad ophield en ze een open ruimte
in het boseh bereikten, waar ze naast
elkaar konden loopen, nam ze zwijgend zijn
arm en legde die over haar schouders.
Groote God, dat ik op jou moet leu
nen! kreunde hij.
Terwij! ze verder gingen, begon de arm
op haar schouders zwaarder en zwaarder te
worden, omdat hij onbewust hoe langer hoe
meer op haar begon te leunen. Een paar
maal had ze hel gevoel dat ze het niet lan
ger vol kon houden, maar ze klemde haar
tanden op elkaar en bleef voortgaan. Na een
uur kwamen ze op een plaat9 waar een
lange rotsige, steile helling den weg ver
sperde. de stijloprijzende muur vóór hen
zag er in het maanlicht uit als een onover
komelijke hinderpaal Ze begreep, dat hun
eenige kans was. dat ze een pad naar boven
vonden, want Alee Rimington zou zeker
niet in staat zijn een dergelijke ruige hel
ling te beklimmen. Zo keek naar de hin
dernis vóór haar met een gevoel van vol
komen hulpeloosheid, toen zei ze opgewekt,
hoewel ze zich allesbehalve vroolijk voelde:
Rust hier even uit, Alec. Ik zal een
pad naar boven zoeken. Rimington keek
naar de rots. Er moet een pad zijn, zet
hij. Ik ben er wel eens langs naar boven
geklommen, maar ik weet niet meer of het
links of rechts is.
Hij streek even met zijn hand over zijn
voorhoofd en merkte een beetje korzelig op:
Mijn hoofd klopt als een hamer.
Ze keek hem bezorgd aan. In het heldere
maanlicht zag ze dat zijn gezicht niet meer
bleek was, maar een hoogroode opgezette
kleur gekregen had, terwijl zijn grijze oogen
koortsachtig glinsterden.
Het is de vermoeienis van den tocht
en dan die wond, zei je geruststellend. Een
beetje rust zal je goeddoen. Ga hier maar
even zitten.
Tot haar verbazing deed hij dadelijk wat
ze zei en ze nam het geweer van zijn schou
der en zette het naast hem neer.
Ik ben gauw terug, zei ze opgewekt.
Als ik het pad niet aan deze kant vind
kom ik terug, en dan kan ik aan de anderen
kant kijken. Ze liep langzaam weg, want ze
was zelf doodmoe.
Topn ze een groep doornige struiken be
reikt had. liep ze er om heen en keek toen
terug door hel groen. Rimington zat op een
stuk rots. met zijn eenen elleboog op zijn
knie en zijn gezicht verborgen iD zijn hand. j
m een houding van volkomen moedeloos- j
heid en de tranen sprongen het meisje in de
oogen. Ze twijfelde er geen oogenbtik aan of i
zijn zwakte was hel gevolg van opkomende
koorts, en toen ze bedacht wat er nog voor
hen lag, was ze de wanhoop nabij. Maar
hun redding hing weer het grootste deel van i
haar af en ze liep voort, scherp uitkijkend
of ze ook een begaanbaar pad over den rots
muur kon vinden.
En na eenig zoeken slaagde ze tot haar
onuitsprekelijke verlichting. Ze vond een
inham in de rots, vanwaar een pad, dat
klaarblijkelijk vee! gebruikt werd door wilde
dieren, naar den top leidde. Ze klom een
eindje naar boven om zekerheid te hebben,
toen keerde ze terug. Toen ze weer beneden
kwam, hoorde zo plotseling de klank van
een stem. Ze hield haar geweer om te schie
ten, terwijl ze snel om zich heen keek, maar
ze zag niemand. En toch was het een men-
schelijke stemen onduidelijk gemom
pel waarvan ze de woorden niet kon ver
staan. Toen begreep ze plotseling wat het
was en ze begon te rennen.
Ze zag weldra Rimington op het stuk rots
zitten waar ze hem achtergelaten had. maar
zijn gezicht was niet meer verborgen in zijn
handen Hij zat nu recht voor zich uit te
staren terwijl hij onsamenhangende woor
den praatte. Het was een aanval van koorts.
Het was niet onmogelijk, dat het een ge
volg was van de inspanning na het bloed
verlies. en lat een paar uur rust hem weer
zouden opknappen, maar er was bijna geen
gelegenheid tot rusten. Ze hadden geen tent,
zelfs geen deken, en als hij geen kinine bi)
zich had. zouden ze niets hebben om de
koorts tot bedaren te brengen! En ergens
tusschen de boomen loerde een gewapend
man op hem Toen wierp ze haar sombere
gedachten van zich af. en liep energiek op
den gewonde toe. die niets van haar komst
scheen te merken.
Alecl zei ze. lerwij! ze haar hand op
zijn 9chouder legde Hij gaf bijna dadelijk
antwoord, terwij! hij trachtte le glimlachen.
Ik geloof dat ik aan het droomen wast
Zo zei hem de waarheid niet, maar ve>
telde hem wat ze ontdekt had.
Denk je. dat je het halen kunt. als i£
je help? vroeg ze. We zullen daar boven
veiliger zijn dan hier.
Zeker liefste. Ik moet welterwilte
van jou.
Als je liever wat langer wilt rusten...
Neen dat zal mij alleen maar stijve#
maken. We moeten nu gaan
Heb je soms wat kinine bij je? vroeg ze
quasi onverschillig.
Hoopen. zei bij, terwij! hij een klein
fleschje met pillen to voorschijn haalde.
Geef mij er een paar. En neem zelf
ook wat. We zijn nogal lang daar beneden
in het bosch geweest en je kunt nooit welen.
Wat een voorzorgent lachte hij. maar
hij nam de kinine en een paar minuten
later liepen ze langzaam langs den voet van
do rotsen naar het pad dat ze gevonden hadi,
Het was heel stil en voor hen lag de witte,
maanverüchte wereld. Zijn arm lag weert
om haar heen en een keer bleef hij plotse
ling staan. lichtte haar gezicht op en kuste
haar.
Ze voelde dat zijn lippen brandend heet
en droog waren; op zijn wangen lag een
koortsige gloed en toen ze bij een gedeelte
kwamen waar doornige, hooge struiken
groeiden, kon hij er lernauwernood over-i
heen komen. Honor hielp hem zonder een'
oogenblik over zichzelf te denken en toen
ze de moeilijke plaats voorbij waren, had ze
een gevoe! of ze m een wespennest gezeten
had. Een doren had een schram op haar
wang gemaakt en een klein straaltje bloed
glinsterde in het maanlicht Rimington zag
het en veegde het weg, terwij! hij haar
weer kuste voordat ze den tocht hervatten,
(Wordt vervolgd).