DE GESTRAFTE SNOEPER.
vcrkleeden moesten, namen zij met be
schaamde gezichten afscheid van mevrouw
Van den Heuvel en liepen vlug naar den
overkant Gelukkig konden zij de voordeur
aan den buitenkant openmaken en hoefden
ze dus niet te bellen. Maar 't kon hun nu
eigenlijk niet schelen, of Juf 't merkte of
niet en heimelijk moesten zij bekennen, dat
ze eigenlijk veel liever gewild hadden, dat
Juf 't maar wist 't Zou hun benauwde ge
voel misschien wat weggenomen hebben.
Maar Juf was op zolder eD merkte niets.
Ze moesten zich nog haasten om op tijd
op school te komen.
O, wat werd dat een emdelooze dag! Het
was alsof de lessen nooit afgeloopen zou
den zijn Dien middag en avond waren
Hans en Dora wat men noemt: onder een
hoedje te vangen en Juf begreep maar
niet, hoe het kwam, dat ze zoo rustig wa
ren. Ze was dat niet van hen gewend. Ver
beeldde zij 't zich, of zagen zij wat bleek 1
Jufs verbaziDg steeg echter ten top, toea
de kinderen reeds eeD half uur vóór het
tijd was muisstil naar bed gingen. Zij
maakte zich nu werkelijk ongerust en sliep
er zelfs slecht van dien Dacht.
Pas toen Juf deD volgenden morgen
vroeg, of ze toch niet ziek waren en tevens
zei, dat zij zooeveD vaD mevrouw Van den
Heuvel gehoord had, dat Liesje geen water
pokken had zooals mevrouw eerst vrees
de en het alleen gevatte kou bleek te
zijn. werd de spanning verbroken en
biechten de bengels Juf eerlijk alles op.
Wat hadden ze in angst gezeten, dat ze
Oma's feest niet zouden kunnen medevie
ren I En toen ze hoorden, dat Juf zich op
haar beurt over hen oneerust had gemaakt,
hadden ze nog meer spijt.
„We zullen nooit meer iets stilletjes
'doen", beloofde Dora en Hans voegde er
aan toe:
,,'t Leek eigenlijk veel leuker dan 't in
werkelijkheid was."
Juf strafte hen niet en toen de kinderen
hooTden, dat ze dol op konijnen was en
zeker huD voorspraak bij Moeder geweest
zou zijn, als zij haar in het geheim hadden
genomen, kregen zij nog meer spijt over
het gebeurde. Liesie had nu eenmaal heb
koniiD en moest het hondendaar was
niets meer aan te doen Hierover waren
Juf. Dora en Hans het heelemaal eens.
„Maar dat weet ik wel voortaan vertel
ik Juf alles", zei Dora, toen zij later weer
met Hans alleen was.
„Ik ook!'' zei Hans. die veel van geschie
denis hield. „Zij wordt de derde in on9
Driemanschap."
En met dien titel was Juf meer dan te
vreden.
BEP K.
„Timmy, zul je niet aan mijn bordje soep
komen?" riep kleine Nel, terwijl ze de
deur uitvloog om haar beide broertjes Jan
en Karei, die juist uit school kwamen,
ppen te doen!
„Ga je met ons wandelen", riepen ze.
„Ik moet mijn soep eerst eten", zei Nel;
„ik wilde er juist aan beginnen, toen ik
jullie 't hek binnen zag komen."
„Gauw dan maar" eD de jongens gooi
den hun tasschen neei en gingen op ver
zoek van de kinderjuffrouw naar boven,
'om zieh een beetje op te knappen, voor ze
uitgingen.
Nel was pas erg ziek geweest en werd r.u
door de heele familie zoo'n beetje verwend.
Ten eerste, omdat allen zoo heel blij
waren dat ze weer beter was en ten tweede
Omdat 't noodig was dat ze nog eens een
extraatje gebruikte om op krachten te
komen.
Vandaar 't heerlijke bordje soep, dat,
met een stukje brood er naast, op een ser
vetje voor haar was klaar gezet.
Timmy was een allerliefst klein hondje
met mooie lange haren, donkere oogjes efl
een langen staart met een mooie pluim er
aan, een 60ort leeuwtje
Hij was een geschenk van Nel's ouders
op haar zesden verjaardag.
Zij hield veel van hem en verwende het
kleine beest zóó, dat hij alleen nog maar
van heel lekkere beetjes hield.
't Is winter en het wordt al koud
En zie: in éénen nacht
Ligt overal van fijne- sneeuw
Een deken blank en zacht.
De kind'ren hebben dolle pret
En sleden met een vaart;
Ze juichen; Lieve Wintervorst,
Blijf maar gerust tot Maart!
Voor een stukje brood, waar niet veel
boter op zat, bedankte hijvoor een aard
appeltje zonder saus eveneens... maar zoo'n
heerlijk bordje soep van 't vrouwtje: dat
viel nu juist in zijn 6maakl
Toen Nel de kamer uitging en nog even
tegen hem riep: „Timmy, zul ie niet aan
mijn bordje soep komen 1" keek hij voor
zich, of hij er niet over dacht om zoo iets
ongehoords te doen, doch nauwelijks had ze
de deur achter zich dicht getrokken, of
Timmy sprong op een stoel en van den
stoel op de tafel.
Heel voorzichtig rook hij aan de soep en
probeerde toen met zijn rose tongetje of ze
niet te warm voor hem was. Neen, gelukkig
niet! Diep stak hij er zijn snoetje in. Heer
lijk, overheerlijk!
Zijn lange golvende haren raakten in de
soep en toen hij van deD bodem van het
diepe bordje de balletjes wilde ophappen en
daartoe even met zijn rechterpootje op den
rand er van steunde, wipte 't en de soep
plaste er aan alle kanten over heen.
Daar ging de deur open en Nel kwam
binnen. Te gelijkertijd sprong Tim boven
van de tafel; hij gunde zich geen tijd om
eerst op den stoel te springen ...en daarna
op den grond. Wat deden zijn pootjes pijn
van dien hoogen sprong Even jankte hij.
„Maar Tim, wat heb je nu gedaan. Stou
terd, die je bent!" bromde Nel.
„Daar, daar", en ze gaf den ongchoor-
zamen Timmy een paar flinke tikken met
haar kleine handje.
Gelukkig voelde Timmy er niet veel van*
Met natte haren en zijn staart tusschen
de beenen holde hij langs den muur, de
gang door naar den tuin.
Wat had hij een spijt van zijn bordje
soep! Meer dan de helft had hij er aan
gegeven.
't Was zonde 1
Wat waren zijn haren nat.
Eerst maar een poosje in 't zonnetje gaaü
liggen, dacht hij.
„Kom nu eens kijken wat Timmy gedaan
heeft!" riep Nel tegen Juf en d© broer-
tjes, die juist naar beneden kwamen, en
ze liet hun 't bemorste servet en 't half
leeg gegeten bord zien. Overal had Tim
sporen achtergelaten: op 't kleed en in de
gang.
Precies op de plaats, waar hij had ge-
loopen, stonden kleine, natte pootjes.
„Je kunt 't nu niet meer op eten", zei
Juf. „we zulleD Jt vanmiddag maar ver
der aan hem geven."
„Hij mag 't niet hebben", zei Nel half
huilende; „die stoute hond, hrj heeft 't niet
verdiend."
„Eigenlijk heb je gelijk* hij js stout
Maar d'arme, kleine vogeltjes,
Die- sjilpen droevig; Och,
Ik wou maar. dat het zomer was;
'k Had toen geen honger nog!
Twee kleuters fluist'ren: Kom, ga
mee!
Aan Moes wat brood gevTaagd!
Ik denk: als zóó veel kind'ren doen.
Geen vogeltje meer klaagtl
geweest, hij krijgt 't niet", en Juf nam 't
bord meer naar de keuken en gooide 't in
den gootsteen leeg.
Timmy zou er niet meer van genieten.
„En nu zullen we maar gauw gaan wanp
delen, anders wordt het te laat."
Timmy's haren waren langzamerhand
droog geworden. Zorgvuldig likte hij zijn
pootje nog eens af en ging een wandelin
getje in den tuin maken.
Achter 't huis, bij de keuken had Sientje,
't keukenmeisje, de leege boterpotjes neer
gezet.
Timmy zag ze staan. Eeven snuffelde hij
er aan. Wacht, in 't ééne zat werkelijk nog
een klein kriebeltje boter.
't Snoetje er in steken was 't werk van
een oogenblik. Wat ging 't lastig, wat kon
hij er slecht bij.
Komaan, een beetje dieper, nog een
beetje dieper..., daar proefde hij 't kluitje
boter.
Toen bij 't had, wilde hij met zijn kopje
weer terug, maar o wee, 't potje bleef cr
aan hangen.
Hij probeerde 't er met zijn pootje af
te trekken, maar te vergeefs.
Vast zat hij er in; er was geen verwik-1
ken of verwegen aan.
Niets kon hij zien, wanhopig begon hij
rond te loopen.
De kinderen, die nu juist op 't punt wa
ren om uit te gaan, wisten niet wat ze
zagen en vlogen naar hem toe, doch toen
hij ze hoorde, wilde hij hard wegloopen.
In den wilde holde hij rond met deit
boterpot over zijn ooren, al harder en har
der tot hij eindelijk met 't potje tegen
een dikken boom aanliep, waar 't in wel
twintig stukken vloog.
Arme, arme Timmy I
Wat had hij in angst gezeten, maar gé
lukkig was hij nu toch het potje kwijt.
De kinderen hielpen hem, waschten zjgsJ
gekwetste oortjes af en deden er een ver-1
bandje om.
Toen legden ze hem in zijn mandje en
bleven bij hem zitten. Knorren wilden ze
niet. Ze hadden nu zoo erg medelijden mefj
hem.
Hij was er ditmaal slecht afgekomen,;
maar 't was een goede les voor hem.
Nooit meer snoepte hij, en als hij iets
lekkers zag staan en er was niemand in.
de kamer, dan keek hij er maar niet naar,
en stak zijn neus diep in 't kussentje van
zijn mandje om 't niet te ruiken.
Langzamerhand verleerde hij zijn snoep
lust geheel en iedereen roemde hem als
't liefste, gehoorzaamste hondje van de
wereld*