HET JAAR DAT VOORBIJ GING
Overzicht over Stad, Land en Buitenland.
69ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 31 December 192S
Derde Blad
No. 21103
LEIDEN IN 1928.
BINNENLAND.
Wanneer het jaar ten einde is gespoed
en men alvorens het nieuwe te beginnen
zich zet tot het beschouwen der dingen die
in het afgeloopen jaar zijn gebeurd, de din-
geD die gezien in bet licht der -historie
van beteekenis schijnen te zijn, en daarom
verdienen in dit beschouwend verband te
worden gememoreerd, en men maakt dan
een balans op, dan kan men bij het over
zien vaD die balans oordeelen, wat het jaar
aan heugelijks of betreurenswaardigs
bracht.
Indien wij dit doen met betrekking bot
1928 dat over eenige uren niet meer zijn
zal, en wij bepalen ons tot hetgeen
in Leiden tot de bijzondere en daardoor
vermeldenswaardige gebeurlijkheden be-
boorde, dan komen wij tot de conclusie
'dat er vee] geschied is in dit jaar. V ;el
waarover wij reden hebben tot dankbaar
heid en opreohte vreugde, maar ook veel
waarover kommer mag heerschen, waar
over het past te rouwen.
Eén alles overschaduwende gebeurtenis
Valt er te vermelden, die 1928 ons bracht.
Toen het jaar nog joDg was. En toen als
een bittere tijding uit Haarlem het bericht
tot ons kwam, dat daar was overleden de
man op wiens bezit Leiden gedurende een
gezegende reeks van jareD heeft mogen
roemen. Op het bezit van prof. dr. H. A.
Lorentz, een van de allergrootste en meest
begaafde mannen welke in de laatste tien
tallen jaren geleefd hebben.
Hem moesten wij missen en op 7 Februari
moesten wij zijn stoffelijk overschot te
Haarlem aan den schoot der aarde toever
trouwen.
Lorentz, de bescheiden mensch met de
rijke talenten, met den zeldzamen geest
Van een genie en het nobele karakter van
den algemeenen geachten wereldburger, de
aristocraat van den geest, de democraat
fcooals hij zich als mensch in heel zijn lange
en zeldzaam welbesteed leven heeft doen
kennen.
Het zou ijdel zijn te trachten woorden
te vinden voor den omvang van het verlies
dat de wereld en ons land, doch bovenal
onze stad waar hij gewerkt beeft, door zijn
dood heeft geleden. Aan zijn groeve is zijp
beteekenis geschetst door vertegenwoordi
gers der wetenschap uit alle beschaafde
landen. Prof. Einstein heeft het later nog
eens gedaan in het Groot Auditorium van
ónze Universiteit.
Laten wij Shakepëare's woorden tot de
ónze maken, zeggende: „Zijn oog ziet nim-
mers zijns gelijke weer."
Al het andere dat in het afgeloopen jaar
geschiedde was van een beteekenis die niet
kan en mag vergeleken worden bij die
welke het verlies van een man als Lorentz
voor ons was.
Maar niettemin hadden er nog twee ge
beurlijkheden plaats, die van op den voor
grond tredende beteekenis mogen worden
genoemd.
In den zomer is onze stad de plaats ge
weest waar het eerste Internationaal Astro
nomisch Congres na den wereldoorlog werd
gehouden. Dit congres dat bijgewoond werd
door eenige honderden geleerden is een
volmaakt succes geworden. Een succes dat
wij danken aan de organisatoren, prof. dr.
W. de Sitter en dr. C. Hins in de eerste
plaats.
Tijdens bet congres hadden in het groot-
auditorium twee eerepromoties van buiten-
landsche geleerden plaats. Het waren die
van den Franschman pTof. Deslandres uit
Pariis en van den Duitscher prof. Küstner
Uit Bonn.
Zonder eenigen twijfel heeft het Astrono
misch Congres in belangrijke mate bijge
dragen tot verhooging van het prestige van
onze Universiteit en tot verbooging van de
kennis van onze 6choone en roemruchtige
stad.
Van geheel anderen aaTd is de derde bij
zondere gebeurtenis waaraan bet in dit ver
band voegt te herinneren.
Wij hebben in 1928 een mijlpaal bereikt.
En wij hebben daarom gejuicht. Leiden is
een stad van niet minder dan 70.000 inwo
ners geworden. En daarmede de elfde in
de rij der Nederlandsch© steden.
Lang, zeer lang hebben wij de komst
van den zeventigduizendste verbeid. Doch
eindelijk tusschen Sinterklaas en Kerstmis,
op den 12den December, werd het cijfer
bereikt.
Twee gebeurtenissen zijn er die wij nog
vooraf wenschen te noemen aleer wij de
anderen groepsgewijze gaan samenvatten in
deze oudejaarsbescbouwing Ten eerste de
opening van bet Rijks-Asyl voor Psycho
paten dat in het voormalig Pesthuis weTd
gevestigd en dat op den eersten November
in tegenwoordigheid van een aanzienlijk
getal autoriteiten uit regeerings- en jui:-
disfche en medische kringen, door minister
Donner werd geopend. Wii prijzen ons ge
lukkig dat de keuze der Regeering bij de
bepaling van de plaats voor het nieuwe
instituut op onze stad mocht vallen, ue
andere gebeurtenis ligt nog in het ver-
echiet, en 1928 bracht ons slechts het be-
eluit dat de stoot tot de oprichting en ves
tiging zal geven van het Natuurwetenschap
pelijk Museum, waarop wij doelen.
Dat de zeer gewaardeerde plannen spoe
dig verwezenliikt moge worden, zij onze
oprechte wensch*.
In 't leven aan de Leidscho Universiteit,
aan de Hoogeschooi die zich welbewust de
onderscheiding welke haar ten deel valt,
doordat zij zich nog steeds er in verheugen
mag Prinses Juliana onder haar studenten
te tellen, hebben in 1928 vele en velerlei
gewichtige gebeurtenissen plaats gehad.
In het college van curatoren kwam een
belangrijke wijziging door het aftreden van
jhr. mr. dr. N. C. de Gijselaar als presi
dent en als curator.
Hoe noode men hem heeft zien vertrek
ken, algemeene instemming heerschte er
toen 't K. B. bekend werd, meldende de be
noeming van onzen burgemeester mr. A.
van de Sande Bakhuyzen in zijn plaats,
als president van het college waarvan hij
reeds sedert eenigen tijd lid was.
De andere benoeming, tot curator betrof
mr. P. E. Briët alhier die als zoodanig werd
benoemd in de vacature ontstaan door
het overlijden van E. C. baron Sweerts de
Landas Wyborgh.
In Januari had op plechtige wijze de her
denking van prof. J. Th. Buys plaats, waar
voor een groot huldigingscomitó waarvan
vele vooraanstaande staatslieden en hoog
leeraren deel uitmaakten, naar Leiden kwa
men. Drie gezaghebbende sprekers belicht
ten de eminente figuur van den man Buys
op indrukwekkende wijze.
Van een viering van den Dies Natalis der
Hoogeschooi, was wegens den rouw over het
verscheiden van prof. dr. H. A. Lorentz
geen sprake.
Een gebeurtenis waarover veel vreugde
geheerscht heeft in academisch-medische
kringen al kon deze vreugde nog lang
niet door alle bewoners van het Oude Acod.
Ziekenhuis worden gedeeld had op Za
terdag 17 Maart aan gene zijde van den
overweg plaats, toen de minister van On
derwijs, mr. Waszink, het Nieuwe Acade
misch Ziekenhuis opende met een plechtige
redevoering, waarin hij getuigde van do
vreugde der regeering over het gereedko
men van dit belangrijke deel van het com
plex van nieuwe gebouwen, dat thans aan
zijn bestemming kon worden overgegeven.
Prof. dr. J. van der Hoeve was de man,
die de goede gedachte ontwikkelde het
nieuwe gebouwencomplex „Boerhaavekwar-
tier" te doopen, in de hoop, dat de man
nen en vrouwen die daar hun studiën zul
len voltooien, „Boerhaave's Kinderen" zul
len worden, mannen en vrouwen naar Boer
haave's geest.
Verschillende docenten namen afscheid
van de Leidsche Universiteit, anderen ont
vielen haar door den dood. En natuurlijk
hadden ook wederom een aantal benoemin
gen plaats, van hoogleeraren en lectoren
en door dit alles missen wij bij den aan
vang van het nieuwe kalenderjaar een aan
tal namen op de naamlijst van het onder
wijzend personeel onzer academie, die ge
durende tal van jaren als een sieraad daar
op hebben geprijkt, terwijl deze lijst weer
met de namen van anderen aangevuld werd.
Een naam die wij gehoopt hadden te zul
len mogen toevoegen aan de bedoelde lijst
komt daarop nochtans niet voor. Hoe wei
nig het ook gescheeld heeft. Die n.l. van
pTof. dr. J. W. van der Valk uit Groningen,
die op 18 Maart benoemd werd tot hoog-
ïeeraar in de medische faculteit, om onder
wijs te geven in de huid- en geslachtsziek
ten. De Groningsche hoogleeraar hield zijn
benoeming geruimen tijd in beraad, maar
verzocht tenslotte zijn benoeming te willen
intrekken. In de vacature is nog niet voor
zien.
Door den dood ontviel de Academie prof.
dr. J. J. G. Vürtbeim, hoogleeraar in de
Grieksche taal- en letterkunde en de Griek-
sehe Oudheden, van wiens onderwijs een
grooten roep uitging en van wiens groot©
verdiensten voor de wetenschap aan zijn
groeve op Rhijnhof is getuigd.
In de vacature prof. dr. Lorentz werd
voorzien door de toelating van prof. dr. A.
A. Fokker als bijzonder hoogleeraar in de
theoretische natuurkunde, benoemd van
wege Teyler's Stichting te Haarlem.
Zeer groot was de droefenis die cr ge
heerscht heeft over het ontslapen van prof.
mr. \V. van der Vlugt in het begin van
November.
In hem heeft onze Universiteit en het
land een groot man. van zeer bijzondere
talenten en een man met een nobel karak
ter bovendien verloren De groote belang
stelling ook van Finsche zijde bij zijn ter
aardebestelling te Lunteren was een bewijs
van de groote achting en bewondering die
er al voor zijn arbeid werd gekoesterd.
Ook door 't overlijden van dr. V. F. Büch-
ner die in de kracht van zijn ieven door den
dood werd weggenomen van zijn moeilijken
arbeid aan de Rijks Universiteitsbiblio
theek, leed de Leidsche Academie een
zwaar verlies. Met dr. Büohner is een zeld
zame en moeilijk vervangbare figuur heen
gegaan.
Gememoreerd zij tenslotte nog het ver
trek van prof. dr. Leo Polak die tot gewoon
hoogleeraar te Groningen werd benoemd,
en de benoemingen van de heeren dr Buf-
fin eD dr. Berg, tot hoogleeraar resp. in de
Romaansehe taal- en letterkunde en in de
Javaansche taal en letterkunde, de laatst©
als opvolger van den afgetreden hoog
leeraar prof. dr. Hazeu
Het leven in de verschillende Studenten
corporaties teekende zich ook in het afge
loopen jaar door groote opgewerktbeid af.
De groentijd van het L. S. O. waaraan
wederom een groot aantal nieuw aangeko
men studenten deelnam, bad plaats zonder
dat naar buiten van bijzonderheden iets
bleek.
Het studentengezelschap „Lugdunum
Batavorum" vierde op 8 December met een
luisterrijk feest dat begonnen werd in „In
den Bierbengel" en dat op de Sociëteit
Minerva" werd voortgezet, haar 70-jarig
bestaan, bij welke gelegenheid des avonds
om elf uur een plechtige kranslegging bij
het standbeeld van burgemeester Van der
Werff plaats rond.
Reeds in Februari was intusschen in het
Stedelijk museum „De Lakenhal" door den
toenmaligen praeses-collegii jhr. De Ranitz
een tentoonstelling geopend van bescheiden
relekwieën afkomstig uit het oud-archief
van het Leidsch Studenten-Corps. Deze ten
toonstelling die zeer groote belangstelling
trok mag als bijzonder geslaagd worden
opgeteckend in de geschiedenis van het af
geloopen jaar.
Voor de Vereeniging van Vrouwelijke Stu
denten zal 1928 een gloriejaar blijven Niet
slechts omdat zij ook dit jaar Prinses
Juliana onder haar leden mocht tellen en
wederom onder die leden welke zeer actief
aan het vereenigingsleven deelnamen. Doch
ook omdat in 1928 het nieuw© eigen Club
gebouw aan het Rapenburg kon worden
betrokken, het voormalig woonhuis van jhr.
De Gijselaar, waarvan do V V.S.L. door
door aankoop eigenaresse werd, en dat zij
liet inrichten tot een clubgebouw vee] meer
waardig tot haaT zetel te dienen dan de
lokalen in bet Nutsgebouw aan het Steen-
schuur die op Dinsdag 11 September in
plechtigen optocht voorgoed werden ver-
Laten. Alle vrouweliike studenten die dezen
vreugdevollen middag, waarop men in een
cortège waarin ook de Prinses meescbreed
van het Steenschuur naar het Rapenburg
toog, hebben meebeleefd, zullen daaraan
zeker haar leven lang een dierbare herin
nering bewaren. Prins Hendrik gaf op
dezen dag van zijn belangstelling in het
clubleven van Zijn Dochter blijk, en be
zocht naar men zich zal heiinneren de re
ceptie van het bestuur.
Ook dit than9 afgeloopen jaar mocht onze
9tad eenige malen bezoek van verschillende
leden der Koninklijke familie ontvangen.
De Koningin-Moeder die in April een be
zoek bracht aan 't Rijks Museum van Oud
heden, liet zich reeds op 2 Mei d. a. v. rond
leiden door de ingebruik genomen gebouwen
in het Boerhaavekwartier.
In den persoon van den Aartshertog
Albrecht van Hongarije die in een daartoe
belegde bijeenkomst in den foyer van de
Stadszaal den dank van de vele Hongaarsche
ouder9 kwam vertolken jegens de Leidsche
families die gedurende lal van jaren pupillen
tot zich hadden genomen, mochten wij de
onderscheiding van het bezoek van een
Vreemden gast van vorstelijken bloede
smaken.
Na een langen tijd van waarneming van
het Commissariaat van Politie door den heer
Balfoort, werd in het midden van de Lente,
toen men hier ter stede reeds meende dat
men in Den Haag geen opvolger voor den
heer Stapel zou benoemen, bekend dat" de
Koningin den heer R. J- Meyer hoofdinspec
teur van politie te Utrecht voor dit ambt had
uitverkoren.
Op den 2den Juli werd hij door den bur
gemeester plechtig geïnstalleerd en deze
bracht bij die gelegenheid dank aan den
heer Balfoort voor de wijze, waarop hij zich
gedurende zulk een langen tijd van waarne
ming van het commissariaat van zijn dub
bele functie had gekweten.
Mevrouw Van Itallïevan Embden eer
tijds lid van den Leidschen Gemeenteraad
werd in den loop van dit jaar zeroepen om
zitting te nemen in de Tweede Kamer der
Staten Generaal, waar zij den zetel bezet die
vrij was gekomen door het overlijden van
haar partijgenoot mr. S J. L. van Aalten uit
Rotterdam..
Onze stadgenoot dr. J. Roos sedert vele
jaren een bekend veearts werd door de
Ulrechtsche Hoogeschooi lot 't hoogleeraars-
ambt geroepen en gaf in den loop van het
jaar gevolg aan de«e bestemming en vertrok
naar de Domstad.
Door den dood ontviel ons rc'eds in Januari
de heer C. Korteweg, die een groot en ge
waardeerd voorman 19 geweest in de Midden
standsbeweging, welke veel aan hem ver
schuldigd is, voor de enthousiaste wijze
waarop hij haar gediend en haar belangen
bevorderd heeft.
De Remonstrantse lie Gemeente verloor in
de eerste maand des jaar9 in den persoon
van dr. W. Lente meer dan haar Voorgan
ger. Hij was een man die zijn gemeente in
ieder opzicht met al de kracht die in hem
was op onvolprezen wijze heeft gediend.
In Maart verloren wij den man die gedu
rende een reeks van veertig jaren zijn beste
krachten gegeven had aan de verzorging van
het redactioneel© gedeelte van ons Blad,
collega P. J. Coffrie die- te korten tijd heeft
mogen genieten van de welverdiende rusi aie
hij in Den Haag waar hij zich metterwoon
had gevestigd had gehoopt te vinden.
In April overleden de heeren S. Gaaster-
land, hoofd eener Geref. School alhier en
de heer A. Mulder, welke laatste behalve
voor de Kerkelijke Gemeenschap waarvan
hij deel uitmaakte en die hij vele jaren
met onbaatzuchtige toewijding diende, ook
voor de burgerlijke gemeente van Leiden
waarvan hij vele jaren raadslid en wethou-
der was, groote verdiensten heeft gehad.
Op 22 Augustus kwam uit Katwijk geheel
onverwacht de droeve tijding van het over
lijden van den heer H. W. Cahen, oprich
ter en oud-voorzitter van de „L.A.W.E.T.',
die in de kracht van zijn leven, uit het
leven en daarmede aan zijn gezin werd
ontrukt.
Mej. Engelmann oud-directrice van de
H. B. S. voor meisjes en een paedagoge
aan wie vele Leidsche dames haar vorming
I te danken hebben, overleed nog in dezelfde
maand.
Het overlijden van ds. G. H. Beeken
kamp op een der laatste dagen van Novem
ber ligt ons nog versch in het geheugen.
Onvergetelijk is de indruk die wij meenar
men van de teraardebestelling van zijn stof-
felijk overschot op Rhijnhof, waar een vele
honderden koppige menigte de laatste eer
was komen bewijzen aan de nagedachtenis
van den predikant wiens stem duizenden
stadgenooten nog zoo gaarne nog lange
jaren Gods woord hadden hooren prediken
De vele duizenden die de kerken vulden als
hij een predikbeurt vervulde!
Nog slechts kort geleden ook trok ander
maal een droeve stoet naar Rhijnhof. Dit
maal goldt het de teraardebestelling van
dr. A. K. Horst, die in de kracht van het
leven plotseling stierf, weggerukt uit zijn
gezin en uit zijn wetenschappelijk werk, dat
hij warme liefde toedroeg.
Ieder jaar brengt zijn zorgen en zijn
smarten.
Ook 1928 heeft velen stadgenooten oogen-
blikken van vreugde gebracht. Er is weer
heel wat gejubeld in dit jaar. Wij denken
aan het jubileum van den heer S. A. Wer-
nink als werkgever in het begin van Januari
en aan 't zilveren artsjubileum van de hee
ren H. P. Veldhnyzen en Schreuder; aan de
hartelijke huldiging van den heer J. B
Meynen, het raadslid en oud-wethoucfer
die op 28 Juni zijn zeventigsten verjaardag
in welstand mocht vieren. Ook prof. dr.
Van Nes vierde een prachtig jubileum, n.L
dat van zijn 40-jarige Evangeliebediening.
Op het Groot-Seminarie te Warmond
was het mgr. Taskin die op Woensdag 15
Augustus zijn veertigjarig priesterfeest
vierde.
Maar tot zoover..., het zou ondoenlijk
zijn alle jubilarissen nog eens te noemen
die in het afgeloopen jaar bejubeld werden.
De heer H. W. Blote, sedert een lange
reeks van jaren een bekend arts en een ge
zien ingezetene van onze stad, legde op
Zondag 22 Juli zijn praktijk neer.
Toen het jaar reeds bedenkelijk ten
einde spoedde werd op eenvoudige wijze
nog een fraai jubileum gevierd door den
directeur der Kon. Ned. Grofsmederij, den
heer A. M. Touw, die gedurende veertig
jaren aan deze vennootschap was verbon
den.
In het Kerkelijke leven was in 1928 even
eens veel beweging.
Gememoreerd zij de zeer plethtige onthul
ling van een gedenksteen ter eere van de
nagedachtenis aan John Robinson, in de
Pieterskerk, op 8 September, vanwege de
Pilgrim Father Society. De Koningin lie't
zich bij deze onthulling door een Harer
Kamerheeren vertegenwoordigen en in de
kerk werd gesproken door den uit Amerika
overgekomen predikant Rev Romig.
Aan de restauratieplannen voor de Mare-
kerk werd met energie gewerkt en de in 1928
behaalde resultaten wpttigen het vertrouwen
dat de restauratie in '29 zal kunnen worden
ter hand genomen en wellicht voltooid. In
de' Pieterskerk had op 7 Februari een plech
tigheid plaats, waarbij een gedenksteen werd
onthuld voor Jan Steen, de Leidsche meester
die in deze kerk ligt begraven. Op deu
dag van deze' plechtigheid had tevens de
aanbieding aan de Commissie voor de Laken
hal van eenige schilderijen plaats.
In den loop van het jaar kreeg de alhier
opgerichte Gereformeerde Gemeente in Her
steld Verband in den persoon van ds. H. C.
van den Brink haar eersten voorganger.
De belangstelling voor de verschillende
uitingen van kunst, was ook in het afgeloo
pen jaar vrij bevredigend.
Voor tooncel en muziek als ook voor de
o. a. in De Lakenhal gehouden tentoonstel
lingen (van kant. en de Haverman tentoon
stelling), bestond over het algemeen vol
doende belangstelling.
Ook het dilettanten-lnnneel weerde zich
duchtig en de talrijke liefhebberij-muziek
gezelschappen en zangkoren concerteerden
veel cn gaven zonder onderscheid blijk van
een streven naar het bieden voor hooger
kunstgenot.
Uit het vereenigingsleven, zii herinnert
aan het zilveren feest van den Chr. Metaal-
bewerkersbond dat in Maart op opgewekte
wijze werd gevierd en aan het feest van den
Leidschen Voetbalbond dat eveneens op
waardige wijze gevierd werd
Gejubileerd is er ook en op gepaste
opgewekte wijze aan het Openbaar
Slachthuis dat op den lsten Mei vijf-en-
twintig jaar bestond. Niet alleen de ver
diensten van den tegenwoordigen directeur
dr Stuurman, maar ook die van zijn groo
ten voorganger prof. De Jong werden bij die
gelegenheid aan de vergetelheid ontrukt.
Tot de gebeurtenissen van verscheiden
aard. waaraan het afgeloopen jaar wederom
rijk was. behoort o.a. de kleine paniek die
de tijding van het tekort aan de Boazbank
in Januari verwekte en waardoor een aan
tal lot de kleine luiden behoorende stadge
nooten werden gedupeerd.
De liquidatie van de L.A.W.E.T., die op
het einde van Maart een feit werd, is met
stille trom voltrokken.
Het toenemend verkeer eischte wederom
tal van slachtoffers. En ook andere gewone
gevaren eischten menschenlevens. Met droe
fenis denken wij aan den brand op de Lam
mermarkt op een Zondagmorgen, waarbij
een kindje het leven verloor; aan het auto
ongeval, waarbij twee R -K. priesters uit
Delft, die op weg waren naar Warmond,
jammerlijk om het leven kwamen; aan het
geval van verdrinking van twee knapen in
het Rijn- en Schiekanaal en de verkeers
ongevallen op den onbewaakten spoorweg
overgang, op de Steenstraat en op het Kort-
Rapenburg, die respectievelijk den dood vor
derden van een huisvader, een bejaarde
visschersvrouw en een schoolgaand knaapje.
Doch gelukkig behoorden tot de diverse
gebeurlijkheden in 1928 ook heugelijke din
gen.
Wij denken aan den eersten avond, waar
op uit Leiden een radio-uitzending plaats
had, in Februari in de Stadsgehoorzaal, on
der de auspicie van de L. Chr. Radtover.
Het was onze burgemeester mr. A. van de
Sande Bakhuyzen. die bij die gelegenheid
een warme propagandarede hield voor de
stad. welker magistraal hij is.
Vreugde was er ook over de opening op
2 April van de eerste gecombineerde vei
ling van „De Eendracht", die door wethou
der Reimeringer werd bijgewoond, en die
een einde maakte aan den wantoestand, die
te lang bestendigd was gebleven.
Van geheel anderen aard was de vreugde
over het bezoek van prof Schweitzer aan
onze stad, waar hij talrijke vereerders voor
zijn menschlievend werk telt. Een verecring,
die hem ondubbelzinnig gebleken is door de
milde gaven, waarmede men hem verblijd
heeft.
De bewoners van hot Kooipark en van
Tuinstadwijk alsmede die van Oegstgeest en
den Rijnsburgerweg werden verblijd toen
een nieuwe onderneming de exploitatie van
de autobussen in het Stadsverkeer ging on
dernemen, met beter materiaal dan de oude
opgeheven dienst. En eenige maanden, later
verraste de directie van de N. Z. II. T. M.
door de instelling van een doorgaanden
dienst RijndijkOegstgeest, waarmede
eveneens in een lang bestaande verkeers-
behoefte werd voorzien.
Wij zijn thans aan de diverse gebeurlijk
heden genaderd en men vergeve ons dus
als wij van den hak op den tak springen.
In dit overzicht mag evenwel niet ont
breken een herinnering aan den brand bij
de firma Kat op 7 Augustus, die gelukkig
goed afliep, doch waarbij niettemin aan
zienlijke matericele schade geleden werd.
De brand in de magazijnen van de firma
Vroom en Dreesmann liep eveneens wonder
boven wonder goed af en kon in den kiera
gesmoord worden.
Minder gelukkig was de afloop van den
feilen uitslaanden brand die omstreeks mid
dernacht uitbrak in een heerenhuis aan de
Oegstgee9terlaan, waarbij wegens den tijd
die verloren g^ng eer de brandweer krach
tig ingreep veel meer materieele schade
werd aangericht dan noodig geweest ware*
Van Leiden's wallen richt de blik zich
thans over het gehecle land, om er den
toestand van to overzien gedurende het
jaar, dat met zoo duizelingwekkende snel
heid aan ons is voorbijgegaan; dat jaar,
met zijn vele gebeurtenissen van soms in
grijpenden aard, met zijn oogenblikken
van levensblijheid en levensvreugde, met
zijn humor..., maar helaas ook met zijn
donkerte eD zijn tragiek...
„Stemmen van vervlogen dagen
Klagen, somber in het rond,
Als 't geruisch der gele blaêren
Over dorren kerkhofgrond."
Ja, veel droefenis en veel matelooze el
lende is er gebracht in het jaar, dat nu al
bijna weer historie is geworden, maaf
boven alles uit glanst toch het vele goede,
dat die reeks van 306 dagen heeft mede
gevoerd, als een belofte voor dat wat
komen gaat; boven alles ook schittert d©
rijkdom aan geluk en aan liefde, waarin
het in de afgeloopen periode toch even
min heeft ontbroken, en pralen de tallooz©
successen, als lichtende symbolen van de
kracht en do energie van het land en
zijn nijvere bevolking; symbolen, die hoop
geven, voor komende tijden 1
„Blinkt niet over 'fc puin van Eden,
Over 't stof van ons verleden
Nieuwe lentemorgengloed
O, land der Toekomst, wees gegroet
Talrijk, als de sneeuwvlokken op een
grauwen winterdag, zijn de voorvallen en
besluiten uit het afgeloopen jaar, die der
vermelding waard zijn, en het kost moeit©
in dien chaos van gedachten een lichtstraal
te doen binnendringen. Het is als met di©
sneeuwvlokken, die danseD en dwarrelen
en jagen, zonder dat ge ze grijpen kunt,
en die gij pas kunt kneden en vormen,
zoodra zij geworden ziin tot een compacte
massa, waarin gij kunt delven en WToeten
naar hartelust.
Welnu danoverzien wij de ondwschrif-