HET JAAR DAT VOORBIJ GING Overzicht over Stad, Land en Buitenland. 69ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 31 December 192S Derde Blad No. 21103 LEIDEN IN 1928. BINNENLAND. Wanneer het jaar ten einde is gespoed en men alvorens het nieuwe te beginnen zich zet tot het beschouwen der dingen die in het afgeloopen jaar zijn gebeurd, de din- geD die gezien in bet licht der -historie van beteekenis schijnen te zijn, en daarom verdienen in dit beschouwend verband te worden gememoreerd, en men maakt dan een balans op, dan kan men bij het over zien vaD die balans oordeelen, wat het jaar aan heugelijks of betreurenswaardigs bracht. Indien wij dit doen met betrekking bot 1928 dat over eenige uren niet meer zijn zal, en wij bepalen ons tot hetgeen in Leiden tot de bijzondere en daardoor vermeldenswaardige gebeurlijkheden be- boorde, dan komen wij tot de conclusie 'dat er vee] geschied is in dit jaar. V ;el waarover wij reden hebben tot dankbaar heid en opreohte vreugde, maar ook veel waarover kommer mag heerschen, waar over het past te rouwen. Eén alles overschaduwende gebeurtenis Valt er te vermelden, die 1928 ons bracht. Toen het jaar nog joDg was. En toen als een bittere tijding uit Haarlem het bericht tot ons kwam, dat daar was overleden de man op wiens bezit Leiden gedurende een gezegende reeks van jareD heeft mogen roemen. Op het bezit van prof. dr. H. A. Lorentz, een van de allergrootste en meest begaafde mannen welke in de laatste tien tallen jaren geleefd hebben. Hem moesten wij missen en op 7 Februari moesten wij zijn stoffelijk overschot te Haarlem aan den schoot der aarde toever trouwen. Lorentz, de bescheiden mensch met de rijke talenten, met den zeldzamen geest Van een genie en het nobele karakter van den algemeenen geachten wereldburger, de aristocraat van den geest, de democraat fcooals hij zich als mensch in heel zijn lange en zeldzaam welbesteed leven heeft doen kennen. Het zou ijdel zijn te trachten woorden te vinden voor den omvang van het verlies dat de wereld en ons land, doch bovenal onze stad waar hij gewerkt beeft, door zijn dood heeft geleden. Aan zijn groeve is zijp beteekenis geschetst door vertegenwoordi gers der wetenschap uit alle beschaafde landen. Prof. Einstein heeft het later nog eens gedaan in het Groot Auditorium van ónze Universiteit. Laten wij Shakepëare's woorden tot de ónze maken, zeggende: „Zijn oog ziet nim- mers zijns gelijke weer." Al het andere dat in het afgeloopen jaar geschiedde was van een beteekenis die niet kan en mag vergeleken worden bij die welke het verlies van een man als Lorentz voor ons was. Maar niettemin hadden er nog twee ge beurlijkheden plaats, die van op den voor grond tredende beteekenis mogen worden genoemd. In den zomer is onze stad de plaats ge weest waar het eerste Internationaal Astro nomisch Congres na den wereldoorlog werd gehouden. Dit congres dat bijgewoond werd door eenige honderden geleerden is een volmaakt succes geworden. Een succes dat wij danken aan de organisatoren, prof. dr. W. de Sitter en dr. C. Hins in de eerste plaats. Tijdens bet congres hadden in het groot- auditorium twee eerepromoties van buiten- landsche geleerden plaats. Het waren die van den Franschman pTof. Deslandres uit Pariis en van den Duitscher prof. Küstner Uit Bonn. Zonder eenigen twijfel heeft het Astrono misch Congres in belangrijke mate bijge dragen tot verhooging van het prestige van onze Universiteit en tot verbooging van de kennis van onze 6choone en roemruchtige stad. Van geheel anderen aaTd is de derde bij zondere gebeurtenis waaraan bet in dit ver band voegt te herinneren. Wij hebben in 1928 een mijlpaal bereikt. En wij hebben daarom gejuicht. Leiden is een stad van niet minder dan 70.000 inwo ners geworden. En daarmede de elfde in de rij der Nederlandsch© steden. Lang, zeer lang hebben wij de komst van den zeventigduizendste verbeid. Doch eindelijk tusschen Sinterklaas en Kerstmis, op den 12den December, werd het cijfer bereikt. Twee gebeurtenissen zijn er die wij nog vooraf wenschen te noemen aleer wij de anderen groepsgewijze gaan samenvatten in deze oudejaarsbescbouwing Ten eerste de opening van bet Rijks-Asyl voor Psycho paten dat in het voormalig Pesthuis weTd gevestigd en dat op den eersten November in tegenwoordigheid van een aanzienlijk getal autoriteiten uit regeerings- en jui:- disfche en medische kringen, door minister Donner werd geopend. Wii prijzen ons ge lukkig dat de keuze der Regeering bij de bepaling van de plaats voor het nieuwe instituut op onze stad mocht vallen, ue andere gebeurtenis ligt nog in het ver- echiet, en 1928 bracht ons slechts het be- eluit dat de stoot tot de oprichting en ves tiging zal geven van het Natuurwetenschap pelijk Museum, waarop wij doelen. Dat de zeer gewaardeerde plannen spoe dig verwezenliikt moge worden, zij onze oprechte wensch*. In 't leven aan de Leidscho Universiteit, aan de Hoogeschooi die zich welbewust de onderscheiding welke haar ten deel valt, doordat zij zich nog steeds er in verheugen mag Prinses Juliana onder haar studenten te tellen, hebben in 1928 vele en velerlei gewichtige gebeurtenissen plaats gehad. In het college van curatoren kwam een belangrijke wijziging door het aftreden van jhr. mr. dr. N. C. de Gijselaar als presi dent en als curator. Hoe noode men hem heeft zien vertrek ken, algemeene instemming heerschte er toen 't K. B. bekend werd, meldende de be noeming van onzen burgemeester mr. A. van de Sande Bakhuyzen in zijn plaats, als president van het college waarvan hij reeds sedert eenigen tijd lid was. De andere benoeming, tot curator betrof mr. P. E. Briët alhier die als zoodanig werd benoemd in de vacature ontstaan door het overlijden van E. C. baron Sweerts de Landas Wyborgh. In Januari had op plechtige wijze de her denking van prof. J. Th. Buys plaats, waar voor een groot huldigingscomitó waarvan vele vooraanstaande staatslieden en hoog leeraren deel uitmaakten, naar Leiden kwa men. Drie gezaghebbende sprekers belicht ten de eminente figuur van den man Buys op indrukwekkende wijze. Van een viering van den Dies Natalis der Hoogeschooi, was wegens den rouw over het verscheiden van prof. dr. H. A. Lorentz geen sprake. Een gebeurtenis waarover veel vreugde geheerscht heeft in academisch-medische kringen al kon deze vreugde nog lang niet door alle bewoners van het Oude Acod. Ziekenhuis worden gedeeld had op Za terdag 17 Maart aan gene zijde van den overweg plaats, toen de minister van On derwijs, mr. Waszink, het Nieuwe Acade misch Ziekenhuis opende met een plechtige redevoering, waarin hij getuigde van do vreugde der regeering over het gereedko men van dit belangrijke deel van het com plex van nieuwe gebouwen, dat thans aan zijn bestemming kon worden overgegeven. Prof. dr. J. van der Hoeve was de man, die de goede gedachte ontwikkelde het nieuwe gebouwencomplex „Boerhaavekwar- tier" te doopen, in de hoop, dat de man nen en vrouwen die daar hun studiën zul len voltooien, „Boerhaave's Kinderen" zul len worden, mannen en vrouwen naar Boer haave's geest. Verschillende docenten namen afscheid van de Leidsche Universiteit, anderen ont vielen haar door den dood. En natuurlijk hadden ook wederom een aantal benoemin gen plaats, van hoogleeraren en lectoren en door dit alles missen wij bij den aan vang van het nieuwe kalenderjaar een aan tal namen op de naamlijst van het onder wijzend personeel onzer academie, die ge durende tal van jaren als een sieraad daar op hebben geprijkt, terwijl deze lijst weer met de namen van anderen aangevuld werd. Een naam die wij gehoopt hadden te zul len mogen toevoegen aan de bedoelde lijst komt daarop nochtans niet voor. Hoe wei nig het ook gescheeld heeft. Die n.l. van pTof. dr. J. W. van der Valk uit Groningen, die op 18 Maart benoemd werd tot hoog- ïeeraar in de medische faculteit, om onder wijs te geven in de huid- en geslachtsziek ten. De Groningsche hoogleeraar hield zijn benoeming geruimen tijd in beraad, maar verzocht tenslotte zijn benoeming te willen intrekken. In de vacature is nog niet voor zien. Door den dood ontviel de Academie prof. dr. J. J. G. Vürtbeim, hoogleeraar in de Grieksche taal- en letterkunde en de Griek- sehe Oudheden, van wiens onderwijs een grooten roep uitging en van wiens groot© verdiensten voor de wetenschap aan zijn groeve op Rhijnhof is getuigd. In de vacature prof. dr. Lorentz werd voorzien door de toelating van prof. dr. A. A. Fokker als bijzonder hoogleeraar in de theoretische natuurkunde, benoemd van wege Teyler's Stichting te Haarlem. Zeer groot was de droefenis die cr ge heerscht heeft over het ontslapen van prof. mr. \V. van der Vlugt in het begin van November. In hem heeft onze Universiteit en het land een groot man. van zeer bijzondere talenten en een man met een nobel karak ter bovendien verloren De groote belang stelling ook van Finsche zijde bij zijn ter aardebestelling te Lunteren was een bewijs van de groote achting en bewondering die er al voor zijn arbeid werd gekoesterd. Ook door 't overlijden van dr. V. F. Büch- ner die in de kracht van zijn ieven door den dood werd weggenomen van zijn moeilijken arbeid aan de Rijks Universiteitsbiblio theek, leed de Leidsche Academie een zwaar verlies. Met dr. Büohner is een zeld zame en moeilijk vervangbare figuur heen gegaan. Gememoreerd zij tenslotte nog het ver trek van prof. dr. Leo Polak die tot gewoon hoogleeraar te Groningen werd benoemd, en de benoemingen van de heeren dr Buf- fin eD dr. Berg, tot hoogleeraar resp. in de Romaansehe taal- en letterkunde en in de Javaansche taal en letterkunde, de laatst© als opvolger van den afgetreden hoog leeraar prof. dr. Hazeu Het leven in de verschillende Studenten corporaties teekende zich ook in het afge loopen jaar door groote opgewerktbeid af. De groentijd van het L. S. O. waaraan wederom een groot aantal nieuw aangeko men studenten deelnam, bad plaats zonder dat naar buiten van bijzonderheden iets bleek. Het studentengezelschap „Lugdunum Batavorum" vierde op 8 December met een luisterrijk feest dat begonnen werd in „In den Bierbengel" en dat op de Sociëteit Minerva" werd voortgezet, haar 70-jarig bestaan, bij welke gelegenheid des avonds om elf uur een plechtige kranslegging bij het standbeeld van burgemeester Van der Werff plaats rond. Reeds in Februari was intusschen in het Stedelijk museum „De Lakenhal" door den toenmaligen praeses-collegii jhr. De Ranitz een tentoonstelling geopend van bescheiden relekwieën afkomstig uit het oud-archief van het Leidsch Studenten-Corps. Deze ten toonstelling die zeer groote belangstelling trok mag als bijzonder geslaagd worden opgeteckend in de geschiedenis van het af geloopen jaar. Voor de Vereeniging van Vrouwelijke Stu denten zal 1928 een gloriejaar blijven Niet slechts omdat zij ook dit jaar Prinses Juliana onder haar leden mocht tellen en wederom onder die leden welke zeer actief aan het vereenigingsleven deelnamen. Doch ook omdat in 1928 het nieuw© eigen Club gebouw aan het Rapenburg kon worden betrokken, het voormalig woonhuis van jhr. De Gijselaar, waarvan do V V.S.L. door door aankoop eigenaresse werd, en dat zij liet inrichten tot een clubgebouw vee] meer waardig tot haaT zetel te dienen dan de lokalen in bet Nutsgebouw aan het Steen- schuur die op Dinsdag 11 September in plechtigen optocht voorgoed werden ver- Laten. Alle vrouweliike studenten die dezen vreugdevollen middag, waarop men in een cortège waarin ook de Prinses meescbreed van het Steenschuur naar het Rapenburg toog, hebben meebeleefd, zullen daaraan zeker haar leven lang een dierbare herin nering bewaren. Prins Hendrik gaf op dezen dag van zijn belangstelling in het clubleven van Zijn Dochter blijk, en be zocht naar men zich zal heiinneren de re ceptie van het bestuur. Ook dit than9 afgeloopen jaar mocht onze 9tad eenige malen bezoek van verschillende leden der Koninklijke familie ontvangen. De Koningin-Moeder die in April een be zoek bracht aan 't Rijks Museum van Oud heden, liet zich reeds op 2 Mei d. a. v. rond leiden door de ingebruik genomen gebouwen in het Boerhaavekwartier. In den persoon van den Aartshertog Albrecht van Hongarije die in een daartoe belegde bijeenkomst in den foyer van de Stadszaal den dank van de vele Hongaarsche ouder9 kwam vertolken jegens de Leidsche families die gedurende lal van jaren pupillen tot zich hadden genomen, mochten wij de onderscheiding van het bezoek van een Vreemden gast van vorstelijken bloede smaken. Na een langen tijd van waarneming van het Commissariaat van Politie door den heer Balfoort, werd in het midden van de Lente, toen men hier ter stede reeds meende dat men in Den Haag geen opvolger voor den heer Stapel zou benoemen, bekend dat" de Koningin den heer R. J- Meyer hoofdinspec teur van politie te Utrecht voor dit ambt had uitverkoren. Op den 2den Juli werd hij door den bur gemeester plechtig geïnstalleerd en deze bracht bij die gelegenheid dank aan den heer Balfoort voor de wijze, waarop hij zich gedurende zulk een langen tijd van waarne ming van het commissariaat van zijn dub bele functie had gekweten. Mevrouw Van Itallïevan Embden eer tijds lid van den Leidschen Gemeenteraad werd in den loop van dit jaar zeroepen om zitting te nemen in de Tweede Kamer der Staten Generaal, waar zij den zetel bezet die vrij was gekomen door het overlijden van haar partijgenoot mr. S J. L. van Aalten uit Rotterdam.. Onze stadgenoot dr. J. Roos sedert vele jaren een bekend veearts werd door de Ulrechtsche Hoogeschooi lot 't hoogleeraars- ambt geroepen en gaf in den loop van het jaar gevolg aan de«e bestemming en vertrok naar de Domstad. Door den dood ontviel ons rc'eds in Januari de heer C. Korteweg, die een groot en ge waardeerd voorman 19 geweest in de Midden standsbeweging, welke veel aan hem ver schuldigd is, voor de enthousiaste wijze waarop hij haar gediend en haar belangen bevorderd heeft. De Remonstrantse lie Gemeente verloor in de eerste maand des jaar9 in den persoon van dr. W. Lente meer dan haar Voorgan ger. Hij was een man die zijn gemeente in ieder opzicht met al de kracht die in hem was op onvolprezen wijze heeft gediend. In Maart verloren wij den man die gedu rende een reeks van veertig jaren zijn beste krachten gegeven had aan de verzorging van het redactioneel© gedeelte van ons Blad, collega P. J. Coffrie die- te korten tijd heeft mogen genieten van de welverdiende rusi aie hij in Den Haag waar hij zich metterwoon had gevestigd had gehoopt te vinden. In April overleden de heeren S. Gaaster- land, hoofd eener Geref. School alhier en de heer A. Mulder, welke laatste behalve voor de Kerkelijke Gemeenschap waarvan hij deel uitmaakte en die hij vele jaren met onbaatzuchtige toewijding diende, ook voor de burgerlijke gemeente van Leiden waarvan hij vele jaren raadslid en wethou- der was, groote verdiensten heeft gehad. Op 22 Augustus kwam uit Katwijk geheel onverwacht de droeve tijding van het over lijden van den heer H. W. Cahen, oprich ter en oud-voorzitter van de „L.A.W.E.T.', die in de kracht van zijn leven, uit het leven en daarmede aan zijn gezin werd ontrukt. Mej. Engelmann oud-directrice van de H. B. S. voor meisjes en een paedagoge aan wie vele Leidsche dames haar vorming I te danken hebben, overleed nog in dezelfde maand. Het overlijden van ds. G. H. Beeken kamp op een der laatste dagen van Novem ber ligt ons nog versch in het geheugen. Onvergetelijk is de indruk die wij meenar men van de teraardebestelling van zijn stof- felijk overschot op Rhijnhof, waar een vele honderden koppige menigte de laatste eer was komen bewijzen aan de nagedachtenis van den predikant wiens stem duizenden stadgenooten nog zoo gaarne nog lange jaren Gods woord hadden hooren prediken De vele duizenden die de kerken vulden als hij een predikbeurt vervulde! Nog slechts kort geleden ook trok ander maal een droeve stoet naar Rhijnhof. Dit maal goldt het de teraardebestelling van dr. A. K. Horst, die in de kracht van het leven plotseling stierf, weggerukt uit zijn gezin en uit zijn wetenschappelijk werk, dat hij warme liefde toedroeg. Ieder jaar brengt zijn zorgen en zijn smarten. Ook 1928 heeft velen stadgenooten oogen- blikken van vreugde gebracht. Er is weer heel wat gejubeld in dit jaar. Wij denken aan het jubileum van den heer S. A. Wer- nink als werkgever in het begin van Januari en aan 't zilveren artsjubileum van de hee ren H. P. Veldhnyzen en Schreuder; aan de hartelijke huldiging van den heer J. B Meynen, het raadslid en oud-wethoucfer die op 28 Juni zijn zeventigsten verjaardag in welstand mocht vieren. Ook prof. dr. Van Nes vierde een prachtig jubileum, n.L dat van zijn 40-jarige Evangeliebediening. Op het Groot-Seminarie te Warmond was het mgr. Taskin die op Woensdag 15 Augustus zijn veertigjarig priesterfeest vierde. Maar tot zoover..., het zou ondoenlijk zijn alle jubilarissen nog eens te noemen die in het afgeloopen jaar bejubeld werden. De heer H. W. Blote, sedert een lange reeks van jaren een bekend arts en een ge zien ingezetene van onze stad, legde op Zondag 22 Juli zijn praktijk neer. Toen het jaar reeds bedenkelijk ten einde spoedde werd op eenvoudige wijze nog een fraai jubileum gevierd door den directeur der Kon. Ned. Grofsmederij, den heer A. M. Touw, die gedurende veertig jaren aan deze vennootschap was verbon den. In het Kerkelijke leven was in 1928 even eens veel beweging. Gememoreerd zij de zeer plethtige onthul ling van een gedenksteen ter eere van de nagedachtenis aan John Robinson, in de Pieterskerk, op 8 September, vanwege de Pilgrim Father Society. De Koningin lie't zich bij deze onthulling door een Harer Kamerheeren vertegenwoordigen en in de kerk werd gesproken door den uit Amerika overgekomen predikant Rev Romig. Aan de restauratieplannen voor de Mare- kerk werd met energie gewerkt en de in 1928 behaalde resultaten wpttigen het vertrouwen dat de restauratie in '29 zal kunnen worden ter hand genomen en wellicht voltooid. In de' Pieterskerk had op 7 Februari een plech tigheid plaats, waarbij een gedenksteen werd onthuld voor Jan Steen, de Leidsche meester die in deze kerk ligt begraven. Op deu dag van deze' plechtigheid had tevens de aanbieding aan de Commissie voor de Laken hal van eenige schilderijen plaats. In den loop van het jaar kreeg de alhier opgerichte Gereformeerde Gemeente in Her steld Verband in den persoon van ds. H. C. van den Brink haar eersten voorganger. De belangstelling voor de verschillende uitingen van kunst, was ook in het afgeloo pen jaar vrij bevredigend. Voor tooncel en muziek als ook voor de o. a. in De Lakenhal gehouden tentoonstel lingen (van kant. en de Haverman tentoon stelling), bestond over het algemeen vol doende belangstelling. Ook het dilettanten-lnnneel weerde zich duchtig en de talrijke liefhebberij-muziek gezelschappen en zangkoren concerteerden veel cn gaven zonder onderscheid blijk van een streven naar het bieden voor hooger kunstgenot. Uit het vereenigingsleven, zii herinnert aan het zilveren feest van den Chr. Metaal- bewerkersbond dat in Maart op opgewekte wijze werd gevierd en aan het feest van den Leidschen Voetbalbond dat eveneens op waardige wijze gevierd werd Gejubileerd is er ook en op gepaste opgewekte wijze aan het Openbaar Slachthuis dat op den lsten Mei vijf-en- twintig jaar bestond. Niet alleen de ver diensten van den tegenwoordigen directeur dr Stuurman, maar ook die van zijn groo ten voorganger prof. De Jong werden bij die gelegenheid aan de vergetelheid ontrukt. Tot de gebeurtenissen van verscheiden aard. waaraan het afgeloopen jaar wederom rijk was. behoort o.a. de kleine paniek die de tijding van het tekort aan de Boazbank in Januari verwekte en waardoor een aan tal lot de kleine luiden behoorende stadge nooten werden gedupeerd. De liquidatie van de L.A.W.E.T., die op het einde van Maart een feit werd, is met stille trom voltrokken. Het toenemend verkeer eischte wederom tal van slachtoffers. En ook andere gewone gevaren eischten menschenlevens. Met droe fenis denken wij aan den brand op de Lam mermarkt op een Zondagmorgen, waarbij een kindje het leven verloor; aan het auto ongeval, waarbij twee R -K. priesters uit Delft, die op weg waren naar Warmond, jammerlijk om het leven kwamen; aan het geval van verdrinking van twee knapen in het Rijn- en Schiekanaal en de verkeers ongevallen op den onbewaakten spoorweg overgang, op de Steenstraat en op het Kort- Rapenburg, die respectievelijk den dood vor derden van een huisvader, een bejaarde visschersvrouw en een schoolgaand knaapje. Doch gelukkig behoorden tot de diverse gebeurlijkheden in 1928 ook heugelijke din gen. Wij denken aan den eersten avond, waar op uit Leiden een radio-uitzending plaats had, in Februari in de Stadsgehoorzaal, on der de auspicie van de L. Chr. Radtover. Het was onze burgemeester mr. A. van de Sande Bakhuyzen. die bij die gelegenheid een warme propagandarede hield voor de stad. welker magistraal hij is. Vreugde was er ook over de opening op 2 April van de eerste gecombineerde vei ling van „De Eendracht", die door wethou der Reimeringer werd bijgewoond, en die een einde maakte aan den wantoestand, die te lang bestendigd was gebleven. Van geheel anderen aard was de vreugde over het bezoek van prof Schweitzer aan onze stad, waar hij talrijke vereerders voor zijn menschlievend werk telt. Een verecring, die hem ondubbelzinnig gebleken is door de milde gaven, waarmede men hem verblijd heeft. De bewoners van hot Kooipark en van Tuinstadwijk alsmede die van Oegstgeest en den Rijnsburgerweg werden verblijd toen een nieuwe onderneming de exploitatie van de autobussen in het Stadsverkeer ging on dernemen, met beter materiaal dan de oude opgeheven dienst. En eenige maanden, later verraste de directie van de N. Z. II. T. M. door de instelling van een doorgaanden dienst RijndijkOegstgeest, waarmede eveneens in een lang bestaande verkeers- behoefte werd voorzien. Wij zijn thans aan de diverse gebeurlijk heden genaderd en men vergeve ons dus als wij van den hak op den tak springen. In dit overzicht mag evenwel niet ont breken een herinnering aan den brand bij de firma Kat op 7 Augustus, die gelukkig goed afliep, doch waarbij niettemin aan zienlijke matericele schade geleden werd. De brand in de magazijnen van de firma Vroom en Dreesmann liep eveneens wonder boven wonder goed af en kon in den kiera gesmoord worden. Minder gelukkig was de afloop van den feilen uitslaanden brand die omstreeks mid dernacht uitbrak in een heerenhuis aan de Oegstgee9terlaan, waarbij wegens den tijd die verloren g^ng eer de brandweer krach tig ingreep veel meer materieele schade werd aangericht dan noodig geweest ware* Van Leiden's wallen richt de blik zich thans over het gehecle land, om er den toestand van to overzien gedurende het jaar, dat met zoo duizelingwekkende snel heid aan ons is voorbijgegaan; dat jaar, met zijn vele gebeurtenissen van soms in grijpenden aard, met zijn oogenblikken van levensblijheid en levensvreugde, met zijn humor..., maar helaas ook met zijn donkerte eD zijn tragiek... „Stemmen van vervlogen dagen Klagen, somber in het rond, Als 't geruisch der gele blaêren Over dorren kerkhofgrond." Ja, veel droefenis en veel matelooze el lende is er gebracht in het jaar, dat nu al bijna weer historie is geworden, maaf boven alles uit glanst toch het vele goede, dat die reeks van 306 dagen heeft mede gevoerd, als een belofte voor dat wat komen gaat; boven alles ook schittert d© rijkdom aan geluk en aan liefde, waarin het in de afgeloopen periode toch even min heeft ontbroken, en pralen de tallooz© successen, als lichtende symbolen van de kracht en do energie van het land en zijn nijvere bevolking; symbolen, die hoop geven, voor komende tijden 1 „Blinkt niet over 'fc puin van Eden, Over 't stof van ons verleden Nieuwe lentemorgengloed O, land der Toekomst, wees gegroet Talrijk, als de sneeuwvlokken op een grauwen winterdag, zijn de voorvallen en besluiten uit het afgeloopen jaar, die der vermelding waard zijn, en het kost moeit© in dien chaos van gedachten een lichtstraal te doen binnendringen. Het is als met di© sneeuwvlokken, die danseD en dwarrelen en jagen, zonder dat ge ze grijpen kunt, en die gij pas kunt kneden en vormen, zoodra zij geworden ziin tot een compacte massa, waarin gij kunt delven en WToeten naar hartelust. Welnu danoverzien wij de ondwschrif-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 9