PANDVERBEUREN.
OPLOSSINGEN.
Van een Poes, die de
bemanning van een schip
het leven redde.
van der Waals op, die nog in de gym
nastiekzaal was.
Aarzelend ging hij naar hem toe en met
neergeslagen oogen vertelde hij, wat hij op
het hart had
„Je bent een ferme Hollandsche jongen."
zei meneer van der Waals, die wel be
greep. wat die bekentenis Wim gekost had.
„Waarheid bovenalle?1 Ik bpn blij, dat je
het mij uit lezelf bent komen vertellen."
Een heel andere Wim dan te voren ver
liet daarop de gvmnastiek-zaal.
't Kon hem niet schelen, wat de jongens
zouden zeggen Piet de Groot, die de waar
heid vermoedde riep wel:
„Hij heeft zeker verteld, dat de brug
niet op was'"
Maar Piet was een geniepig, valsch
jóng Zijn woorden lieten hem volslagen
koud.
„Ik vind 'm een held!'" zei Jaap de
Zaaier, een echte bengel ,,'k Weet niet,
of ik 't wel gedurfd had'"
Die woorden klonken Wim als muziek
in de ooren Zij trilden nog na. toen hij
dien dag voor de tweeden keer over de
bewusle brug liep 't Was alsof zijn voet
stappen op het houten - dek duidelijk her
haalden ..een held' een heldl en de
bruggewachler hem tevreden toeknikte.
Dien middag mocht hij Kees, die weer
beter was. maar nog huisarrest had. op
zoeken De Moeders hadden er 's morgens
over getelefoneerd en mevrouw van Vuren
had gezegd dat Kees eerder beter was dan
aanvankelijk vermoed werd
fn een vertrouwelijk oogenblik biechtte
Wim alles van dien morgen aan Kees op.
Jij bont mijn vriend." was alles wat deze
zei. maar voor Wim was dit de grootste
voldoening
Bij vcrscüiliende spelletjes moet bij
wijze van boete een pand worden ge
geven. Deze panden worden dan later in
gelost. Men gaat daarbij als volgt te werk:
De leidster van het spel heeft alle pan-
dcD verzameld, legt er een doekje over en
neemt nu één der panden onder het doekje
(niet zichtbaar dus; id de hand. Zij vraagt
daarbij op de rij af:
„Wat moet degene doen, van wie dit
paüd is V'
We willen nu eens eenige voorbeelden
geven, hoe men de panden kan inlossen en
daar dit meestal door meisjes geschiedt
zullen we dus van ,,zij'* spreken. Zij moet:
lo Vlug achter elkaar zes spreekwoor
den zeggen
2o Haar naam in één letter schrijven.
(In een groote O).
3o. Zich door de dichte deur beenwer-
ken. (Dit geschiedt door een stukje papier
waarop „zich" of de naam van de eigena
res van het pand staat, onder de deur te
steken).
4o Vijf minuten doodstil en met een
ernstig gezicht zitten, terwijl de anderen
alles mogen doen, wat zij willen.
5o. In één hoek der kamer lachen, in den
tweeden huilen, in den derden zingeü en
in den vierden dansen
60. Tot één uit het gezelschap een vraag
richten, die niet anders dan door »,Ja"
beantwoord kan worden. (De eenige goede
vraag is- ..Hoe wordt j en a samen uitge
sproken
7o. Zonder te lachen de dieren naboot
sen, die door drie barer medespeelsters ge
noemd worden.
80. Tegen iemand uit het gezelschap vijf
vleiende dinoren zegken, zonder de letter
I te gebruiken
9o. Op een versregel, die haar opgege
ven wordt,- een goed rijmenden regel vin
den.
tOo. Op ééD voet drie maal door de
kamer hinken
llo. Uit een glas drinken zonder het aan
ie raken. (Door een rietje of pijpesteel).
12o Een volzin van zevea woorden zeg-
«en, waarin de letter f niet voorkomt.
Als nu de winteravondspelletjes gespeeld
worden, kun jp dus op verschillend© wijzen
panden inlossen.
C. E.
door
DE LILLE HOGERWAARD.
O jongens, kijk, een spoortrein
Kreeg ik van Sinterklaas,
Met wissels en een seinpaal,
De chef ben ik: Jan Maas.
Als jullie dus cp reis wilt,
Kom dan maar bij me, hoor I
Instappen kun je daad'lijk
De spoortrein rijdt ai voor.
OPLOSSINGEN DER RAADSELS
UIT HET VORIGE NUMMER:
1. Aalsmeer, aal, smeer.
2. Lijster, lijst, ijs.
3. Een slak.
i. Baan. gaan, haan, laan, maan.
5. Vliegmachine, vlieg, maag, China, e.
6 O
olm
adder
rekenen
Oldenzaal
amazone
zwaar
dak
1
7. Inktkoker, eik, kikker, tin, koe, tien,
kort.
S. De rook.
Dat de dieren ons dikwijls van veel nut
kunnen zijn, is bekend. Er zijn zelfs heel
wat voorbeelden van gevallen, waarin zij
één of meer menschen het leven redden.
De schoener „De Zeevogel" had brand
aan boord en daar de bemanning niet in
staat was dien te blusschen. hadden zij het
schip veriaten in de eenige reddingboot, die
niet door het vuur was aangetast Reeds
waren zij een eindje van het brandende
schip verwijderd, toen de kapitein plotse
ling bevel gaf terug te keeren om een groote
zwarte kat die zich nog aan boord bevond,
te gaan halen.
Weinig vermoedde de kapitein in dit
oogenblik, hoe Poes deze vriendelijke daad
bcloonen zou
De reddingboot had kort daarna met
storm te kampen en was gedurende twee
dagen een speelbal der golven en wel in de
onmiddellijke nabijheid van een onbewoond
eiland
Bij het aan wal gaan sloeg de boot om
en zonken alle levensmiddelen en het zoete
water, dat zij meegenomen hadden, in zee.
De bemanning kwam ongedeerd op het
eilandje de Kapitein met Poes. Groot
was echter hun teleurstelling, toen zij ner
gens een spoor van zoet water ontdekten.
Uitgeput van vermoeienis doorweekt en
ontmoedigd, gingen zij eindelijk slapen.
Den volgenden morgen in alle vroegte
werd de Kapitein gewekt door Poes. die
hem kopjes gaf Hij dacht niet anders, dan
dat hel dier angstig was en haalde het
daarom aan.
Poes liep nu een klein eindje weg,
miauwde en keek den Kapitein zóó smee-
kend aan. dat deze haar volgde Zij ging
naar eenige dichte struiken, krabde in het
zand en spon daarbij luid.
De Kapitein kon het dier niet volgen in
de dichte struiken en wilde terugkeeren,
maar Poes wist zóó overtuigend te miau
wen. dat hij eindelijk op handen en voe
ten kroop naar de plok, waar Poes stond
diein een heel smal beekje haar
dorst leschte.
De Kapitein volgde haar voorbeeld en
ging daarop terug naar de manschappen
om hun van de ontdekking van het dier
verslag te doen.
Maar dit was nog niet alles, want een
paar uur later kwam Poes met een half ge
opende oester in haar bek aanloopen. De
mannen vonden er daarna massa's. Ge
heel bemoedigd en verkwikt gingen zij nu
de boot herstellen en toen de storm den
volgendon dag was gaan liggen, zetten zij
koers naar den vasten wal.
Het spreekt vanzelf, dat Poes door allen
als om strijd vertroeteld werd, terwijl de
Kapitein en zij in het vervolg onaischeide-
lijk waren.