3AMMEN.
SCHAKEN.
UIT ONZE STAATSMACHINE
VARIA.
zwartbruinen, werden door Mellema sr. zelf
voorgereden, terwijl zyn zoon, de landdi\jke
ruiter, het span vossen Hedon en Eans men
de. Beide spannen wareD met te verslaan,
wanneer men zooals dat bij ons te lande
hei geval is, alleen op type en wijze van
gaan beoordeelt. De Duitschers' dachten er
echter anders over en konden dc- spannen
niet plaatsen omdat de aanspanning niet
volgens de bij ben geldende regels was.
Wanneer er toen correct gehandeld ware zou
meD den heer Mellema hebben moeten disqua.
lificeeren. Men was echter teveel onder den
indruk van de geweldige actie en fraaie hou
ding der Hollandsche paarden dan dat men
ze er zoo maar uit wilde sturen, met het ge
volg dat den heer Mellema resp. een derden
en vijlden prijs werd toegekend, betgeen ten
gevolge zou kunnen gehad hebben dat het
publiek zou denken dat de Nederlanders
slechter waren dan de Duitschers. Van de
zijde der leiding werd hierin echter eenigs-
zir.s voorzien door bekend te maken bij de
pers, dat de paarden verre superieur waren,
maar alleen tengevolge van de niet-voor
schriftmatige aanspanning lager waren ge
plaatst. Dit is natuurlijk buitengewoon jam
mer ,maar toonde wederom opnieuw hoe goed
het zou zijn wanneer er een internationale
regeling van zulke wedstrijden tot stand
kwam.
Het concours voor hackney-spannen werd
een strijd, een felle strijd, tusschen despan
nen van Gebr. v. d. Haar en den heer v. d.
Koppql, beiden uit Zeist Ook hier hadden do
Duitschers niets te beweren. De heer v. d.
Haar had een heele toer om met Donny-
brook Squire en Histon Leopard het tegen
Orctid en zijn nieuwe spangencote Greysto-
ne Primrose te bolwerken.
Het laatste span ging buitengewoon goed
met veel actie en de dieren pasten keurig
bij elkaar. Het sipan v. d. Haar ging niet
zooals wij het wel eens ten onzent zagen en
we gelooven dat de schuld daarvan bij His
ton Leopard moet gezocht worden die zioh
niet zoo gaf als op een barden bodem.
De plaatsing werd ten slotte zoo dat het
span van v. d. Haar eerste werd en' dat van
v. d. Koppel tweede (gelijk reeds in bet kort
door ons vermeld. Red. L. D.). Evengoed had
bot omgekeerd kunnen zijn; zij gaven elkaar
niets toe.
Ais derde succes mogen we niet onvermeld
laten de zevende prijs die werd gewonnen
door mevrouw van Hoboken in de dressuur-
proef der klasse M op baar bekende schim
mel Hassan. De concurrentie was buitenge
woon zwaar en moest zelfs tegen den Olym
piade-winnaar Draufganger worden opgeno
men. Ook de heer YVatjen, een van Duitsch-
Jands beroemdste ruiters, was met twee paar
den van de partij. Hg bezette de eerste en
derde plaats^ terwijl de heer Staeck op
Draulgiinger tweede werd.
Hassan, die keurig werd voorgereden, is
voor deze klasse nog niet geheel klaar. Hij
moet nog wat „bijgewerkt" worden. Zoo nu
en dan vielen er kleino foutjes. Voor deze
kundige amazone is het echter bij eem derge.
lijk zware concurrentie een prachtig succes,
temeer omdat mevrouw v. Hoboken geheel
alleen baar paard moet dresseerem.
De d.d. 30 NoV. wordt ons uit Keulen' ge.
seind dat ritmeester De Kruijff op Radja van
den lieer Van Hoboken den eersten prijs, en
op zijn eigen paard den derden prijs won in
het zware springconcours, waaraan de beste
Duitsche paarden deelnamen.
BILJARTEN.
LEIDSCHE BILJARTBOND.
De uitslag van den wedstrijd 't Vier
kantjeR.A.V. voor de le klasse L. B. B.
luidt:
pnt.
brt.
h.s.
gem.
Jc. J, v. d. Meer (R.A.V.
165
29
24
5.69
B. de Roo ('t Vierk.)
200
29
28
6.89
P. v. Ruiten
200
43
24
4.65
B. de Roo
148
42
19
3.52
P. v. Ruiten
154
39
19
3.94
J. Siera
200
39
26
5.12
Jac. J. v. d. Meer
200
43
24
4.65
H. v. d. Nat'
186
42
24
4.42
172
34
23
5.08
H. v. d. Nat
200
34
29
5.88
R.A.V. 2 gew .partijen,
't Vierkantje 3 idem.
Het resultaat van FloraPoort v. Cleef
voor de 1ste klasse is:
G. M Tegelaar (P.v.Cl.)
200
32
28
6.25
H. v. d. Voort (Flora)
158
31
21
5.09
G. Tegetaar res
72
32
12
2.25
Jer. Koelewijn
200
32
24
6.25
G. M. Tegelaar
128
40
20
3.20
Jer. Koelewijn
200
40
22
5—
G. Tegelaar res
104
39
13
2.66
P. H. v. d. Voort
200
39
31
6.12
J. Koster
79
42
7
1.88
P. II. v. d. Voort
200
42
27
4.76
Flora 3 gew. partijen.
P. v. Cleef 1 idem.
Totaal: Flora G idem.
Poort v. Cleef 3 idem.
Voor de 3e klasse
werd
gespeeld De
BallonTOG
J. Bouman (T.O.G.)
100
43
16
2.32
J. v. d. B. res (Ballon).
67
42
10
1.39
J. Fuks
61
25
23
244
M. de Bolster
100
25
15
4.—
J. Mulder
100
26
17
3.84
63
25
12
2.52
11. den Hertog
97
48
17
2.10
J. v d. B. res
100
46
11
2.17
H. Beij
80
59
7
1.35
A. Boot
100
59
8
1 69
T.O.G. 2 gew partijen.
De Ballon 3 idem.
Totaal' T.O.G 1 idem.
De Ballon 6 idem.
BEKERWEDSTRIJDEN POORT V. CLEEF
pnt brt li.s. gem.
G M. Teegelaar (P. v. C. I) 85 17 16 5
H. Jongeling (K.D.O. D.125 17 31 6 94
B. Teegelaar 55 21 16 261
C. G. Scholten 125 22 22 5.68
J Koster 108 49 9 2.20
N. Zalm 125 50 12 2.50
H. Koet 125 47 14 2.65
J. B. Al 90 47 9 1.91
B Wijngaard (P. v. C. Hj 98 41 9 2.39
R. v. Meizen (K.D.O. ID 100 42 10 2.38
K. Criepijn 100 43 9 2 32
W v. d. Linden84 43 11 1.95
B Melet 100 52 14 1.92
R Stekelenburg90 52 15 1.73
D v. Tongeren (res.)87 32 11 2 71
A. P.oozenburg (res.)100 33 17 3.03
B Wijngaard (P. v. C. II) 100 47 12 2.12
K. v. d. Burg Ct Vierkantje 80 47 10 1.70
K. Crispijn 63 40 7 1.75
J Relit100 41 8 2 43
B- Melet 100 36 12 2.77
P. v. d. Heiden 69 36 7 1.91
Melet (res.) 100 44 7 2.27
K°PS 81 44 9 1.84
Alle correspondentie betreffende deze
rubriek te zenden aan het Bureau van ons
Blad of aan den Red. C. do Nie, Joris v.
d. Haagenstraat 20, 's-Gravenhage. Op
lossingen binnen drie weken na publicatie.
PROBLEEM 443. P. KLEUTE Jr.
Zwart 15 schijven op: 1, 2, 8, 12 13, 15
17, 18, 21, 24, 29, 30, 34, 39 en 40.'
(ZwarO.
(Wit).
Wit 17 schijven op: 14, 19, 23, 25, 26, 31,
32, 36, 37, 38, 41, 42, 43, 45, 46, 49 en 50.
PROBLEEM No. 414.
Zwart 10 schijven op1, 12 13, 14, 18 19,
24, 25, 30 en 34.
(Zwarl).
Wit 9 schijven op: 28, 31, 32, 35, 38, 43,
46, 49 en 50,
PROBLEEM No. 445.
Zwart 9 schijven op8, 9, 10, 13, 15, 17,
18, 25 en 27.
(Zwart).
l2 a 4 5
(Wit).
Wit 9 gehijv&n op: 24, 28, 33, 36, 38, 41,
43, 47 en 49.
Wit begint en wint.
Probleem No. 443, ontvingen wij van den
heer Kleute met de mededeelmg, dat de
stand niet fraai, maai de afwikkeling moei
lijk is De. oplossiDg is veertien zetten diep
en is dan ook werkelijk iets bijzonders. De
twee volgende zijn slagzetten, door hem
samengesteld, die als probleem voor begin
ners kunnen gelden. No 444 is meer bij
probleem. 445 iets dieper, de standen zijn
zeer natuurlijk.
De volgende partij is gespeeld tusschen
B. Springer mot wit en W. O. J. Polman
met zwart, in het tournooi te Amsterdam.
1. 32—28 19 23 2. 28x19 14z23; 3. 37—32
10-14; 4. 34— 30 14—19; 5. 30—25 17—21;
6. 25x14 19x10; 7. 31—26 21—27 8. 32x21
16x27; 9. 41—37 10—14; 10 40—34 14—19;
11. 45—40 5—10; 12. 35-30 10-14; 13. 46—41
11—17; 14 40—35 7—11, 15. 33—29 1—7; 16.
37—31 14—20; 17 31x22 18x27; 19. 41—27
8—13; 20 37—31 19—23 21. 44—40 9—14;
22. 38—33 11—16 23. 33—29 13—18 24.
39—33 23—23 25. 29 -23 18x38 26. 43x21
16x27; 27. 30—24 20x29 - 28 34x21 6—11; 29.
21—16 22—27 30. 31x22 17x28 31. 42—38
2—8; 32. 50—44 8—13, 33. 44—39 3—8; 34.
40—34 14—19; 35. 36—31 19- 24 36. 31—27
4—9; 37. 47—41 12—18; 38. 33—33 16—22;
39 27x18 13z22; 40. 26—21. Zwart gaf op.
Een leerzame partijZwart is begonnen
met schijven uit te ruilen aan zijn sterken
vleugel, doelende op flankspel rechts;
doordat wit had geopend met 3228 was
het grootst aantal schijven aan diens rech
tervleugel tegenover den verzwakten lin
ker van zwart. Wanneer men dit in 't oog
houdt, zal men bij het naspelen bemerken
dat wit daarmede degelijk rekening heeft
gehouden, de reohtervieugel van zwart
machteloos heeft gemaakt en de aanval ge
opend op den verzwakten linkervleugel. De
uitruil bij den Ten zet van zwart, waar
door een schijf op 27 werd gebracht, was
dan ook te vroeg. In 1912 hebben Springer
en De Haas daar al een studie van ge
maakt, doch speelden deze opening op an
dere wijze, nimmer door eerst 1923 uit
te ruilen, en brachten 18 naar 22, waarna
op 't juiste moment de uitruil naar 27 kan
volgen Zwart had geen gelukkige keus om
tegen Springer een opening te spelen die
men wel de Springer-opening kan noemen.
Ook met wit heeft Springer daarvan een
studie gegeven, door het brengen van een
schijf, met wit, op 24. Een zeer moeilijke
opening.
Goede oplossingen van de problemen de
Jong en Jordan van de heer Van der Linden
De oplossing van de driezet van Shink-
tnan zal ik de volgende maal geven. Bij
gaand probleem is een bijzonder aardige
changed-mate, die welverdiend een eerste
prijs won.
F. W. NANNING.
le .prijs Grantham Journal 1927
Wil begint en geeft mat in twee zeiten.
Wit: Kcl Dg4, Te3 en 13. Pa3 en aó, p i
a6, b4 en h3
Zwart: Kd4. Ldl en f4, Fc7 en d8, pi a-1
a7, c2, d5, g5 en h4.
De volgende partij ia van de kampioens
wedstrijd te Utrecht in 1926.
J L Kersten J. H. Pannekoek
1 d4 Pf6
2 d eö
De Buda-Pesler verdediging.
3 de5 Pf6
4 a3 Pe5
Wit doet beter, de pion niet te verdedigen.
e4 is de gewone zet. Zwart dan ook Le7
spelen.
5
e3
Le7
6
Pc3
d6
7
PI3
Pc6
8
Le2
0-0
9
0-0
Lf6
10
De2
Te8
was
eerst g6 beter.
11
Pd5
g6
12
Pf6
Dt6
13
Pe5
Pe5:
Wil kan beter direct b.3 en Lb2 spelen.
Zwart deed beter de5: te spelen.
14
f3
Pc6
Waarom f37
15
Tf2
Ld7
16
Ld2
Te7
17
Lc3
Dg5
18
e4
Tae8
19
Tadl
15
Zwnrl neemt
het initiatief.
20
14
Ph6
21
ef5
Lf5
Ook c5 was sterk.
22
Ld3
Dh5
Dd2 was beter
23
Lf6
Df5
24
Del
Te2
25
Td5
De4
26
f5
Tf2:
Er dreigt Dh6
van wit.
27
Kf2
Dc4:
28
Dd2
De4
29
fg6
Tf8:
30
Kgl
Dbl:
31
Del
Del:
32
Lel
hg6
33
Td3
Tf5
34
Lf2
a6
35
Tb3
Pa5
36
Tc3
Pc6
37
Tb3
Tbó
Dit is beter.
38
Tbó
ab5
38
Kfl
Pe5
39
Le3
Kf7
41
Ke2
Ke6
4-2
h3
Kd5
43
E-i
Ke4
44
b3
c5
45
Lg5
c4
46
b4
d5
en zwart won
door de d pion.
Dr P. FEENSTRA KUIPER.
DE ONDERLINGE WEDSTRIJDEN VAN
M. T. G. S.
De uitslagen van de eerste rende luiden
als volgt:
P. Krijnen verliest van J. E. Stol; J. E.
Stol wint van J. Nicaise, W. Engberts wint
van J. Meijeraan; J. Nicaise verliest van
L. van HamJ. Meijeraan verliest van J.
Nicaise; zoodat J. E .Stol de eerste ronde
wint met 8*/j uit 9, tweede is thans M. le
Poole met 4 uit 5.
Tweede ronde- L. van Ham wint van J.
Meijeraan; E. Ifoogenstraaten wint van L.
van Ham.
In de massakamp, dien de Leidsche
Schaakbond georganiseerd heeft op 7 Dec.
tegen de Residentie-Schaakclub, komen uit
de spelers; J. E. Stol, W. Engberts en M. le
Poole, terwijl op de nationale wedstrijden
van „Philidor", voor M.T.G.S. de spelers
Stol en Engberts uitkomen.
VERLAGING VAN DEN ACCIJNS OP
GEDISTILLEERD.
Den zesden Januari van het jaa^ 1921
trad een wet in werking, die een verdub
beling bracht van den accijns op gedistil
leerd, welke daardoor kwam op f. 300 per
H.L. van vijftig percent sterkte, terwijl bij
dit bedrag nog gevoegd moesten worden de
tien opcenten, die volgens de Leenfngwet
op dien accijns werden geheven. In het
jaar, dat deze wet tot stand kwam (1920),
bedroeg de opbrengst van dezen accijns
bijna twee en vijftig en een half millioen
gulden. In het jaar, dat ceze wet weid in
gevoerd (1921), steeg dit bedrag tot 611 mil
lioen gulden. Sedert trad een daling van
deze opbrengst in, die voortdurend aan
houdt. Van de 61 millioen gulden in het
laatstgenoemde jaar daalde ze tot 46 mil
lioen in 1927, terwijl de acht eerste maan
den van dit jaar weder een daling van
pl.m. 1 millioen gulden aanwijzen tegen de
opbrengst over dat tijdvak van 19£7. We
zien dus dit mc-rkwaardige verschijnsel:
een sterke vermindering van de totale Op
brengst tegen een verdubbeling van het
heffingspercentage. Men zou dit toe kun
nen schrijven aan een sterke uitbreiding
der geheel-onthouders- en matigheidsbewe
ging of aan een vermindering van weelde,
aangezien ook toilet- en reukwater onder
dezen accijns valt.'Het zijn echter niet deze
factoren geweest, welke geleid hebben tot
dezen achteruitgang van de totale op
brengst. Wel heeft de vervanging van ge
distilleerde dranken door niet- of zwak-al-
coholhoudende dranken eenigen invloed ge
had, doch vaststaat, dat de smokkelarij als
de hoofdoorzaak van den achteruitgang is
te beschouwen. Zij heeft, volgens den mi
nister, zulk een omvang aangenomen, dat
zij als een groot kwaad moet worden be
schouwd en als een oorzaak van demorali
satie voor breede kringen der bevolking.
Door den bona-fide-handel en de industrie
is over deze zaak meermalen in adressen
geklaagd. Eerst zijn pogingen aangewend
om den smokkelhandel met meer energie
te bestrijden, doch het resultaat was niet
groot. Uit de feiten is duidelijk gebleken,
dat de verhooging van den accijns de grens
van het nuttig effect heeft overschreden. Als
vaststaande kan worden aangenomen, dat
bij ongewijzigde handhaving van den
ouden accijns de opbrengst zeker niet lager,
eerder hooger zou zijn geweest.
Reeds eerder had de minister willen ko
men met het voorstel, dat hij nu doet, om
n.l. de accijns op het gedistilleerd te verla
gen, maar hij is daarvan teruggehouden
door de overweging, dat een verlaging van
den accijns eenvtoeneming van het drank
misbruik tengevolge zou kunnen hebben.
Ten slotte werd een commissie ingesteld,
die moest onderzoeken of verlaging van den
accijns op gedistilleerd uil een oogpunt
van drankbestrijding moest worden ontra
den en zoo neen, hoever dan in dezen
moest worden gegaan. Van dit onderzoek is
het wetsontwerp de vrucht, dat thans bij de
Tweede Kamer is ingediend en verlaging
van den accijns op het gedistilleerd met
veertig percent wil.
De minister toch nam met de commis
sie aan, dat bij een verlaging van 40 per
cent de winstmarge zoodanig zal verminde
ren, dat een redelijke kans bestaat, dat de
risico van het smokkelen tot de te behalen
winst te groot zal worden.
Niet alleen op het gedistilleerd rust ech
ter deze accijns en de opcenten, ook op
houtgeest van binnenlandsche herkomst,
welke lasten evenals het invoerrecht op
houtgeest, ten doel hebben te voorkomen,
dat methyl-alcohol ter vervanging van ge
distilleerd zou worden gebruikt. Als gevolg
daarvan zal deze nu uok deelen in de
voorgestelde verlaging. Ook de toilet- en
reukwaters zullen van de verlaging genie
ten. Toen de accijns in 1921 werd verdub
beld, werd deze verhooging niet geheven,
wanneer de z.g.n. denatureering werd toe
gepast. Daartegen hadoen tal van fabrikan
ten bezwaar. Ze betaalden nog liever den
vollen accijns. Nu zullen zoowel* voor de
gedenatureerde als voor de niet-gedenatu-
reerde toilet- en reukwaters dezelfde bedra
gen betaald moeten worden, zoodat ook de
concurrentie in dezen uit de wereld is.
Nu zal de verlaging van den accijns na
tuurlijk zijn invloed doen gelden op den
handel in gedistilleerd. Wie weet, dat hij
binnenkort tegen een verlaagden prijs zal
kunnen koopen, stelt den aankoop zooveel
mogelijk uit. Daardoor zouden de handela
ren, die voorraden hebben, in geen geringe
mate gedupeerd worden. Billijkheidshalve
moet dit bezwaar ondervangen worden Dit
zou kunnen geschieden door een langen
termijn te leggen tusschen de totstandko
ming en de uitvoering van de wet. maar
ook door een teruggaaf van den accijns, die
reeds betaald werd voor nog niet verbruikt
gedistilleerd. Iels in dien trant geschiedde
destijds, maar dan in gewijzigden vorm,
ook bij de invoering der verhooging door
middel van navordering De memorie van
toelichting geeft aan de wijze, waarop de
minister zich de controle van den fiscus ter
bepaling van het bedrag der teruggave
voorstelt. Voor groote voorraden zal de
mogelijkheid worden onderzocht om een
ander ter plaatse, waar deze opgesla^
zijn, te doen plaats vinden Kleinere be
raden moeten worden opgezonden naar 0
publieke en algemeene entrepots en n^
lokalen, die daartoe ten getale van één r
meer in iedere provincie zullen worde;
aangewezen. Verder zal één percent vaj
het bedrag der teruggave voor de koste;
van onderzoek worden gekort.
DE SMEERLAP.
Smeerlap is de benaming van een lap, eg
stak stol, geheel met vet doortrokken, ec ej
onmisbaar voorwerp in vroegeren tijd.
Tegenwoordig zijn wjj ons leven ges
oogenblik zeker op straat. Het hedendai:
scho verkeer maakt dat we als 't ware u
voren en van achteren oogen moeten hebk
Hoe geheel andera was het twee h dr,
eeuwen geleden. Toen geen getoeter r.
auto's, geen fietsers, geen ronkende motors;
Toen kon men veilig langs de straten want
ien. Zelfs de rijtuigen, die en- maan wein
waren, mochten in de stad alleen maar sta
voets rijden, om te voorkomen, dat de pa
den op hol zouden slaan enom den et-;
men burgers geen overlast aan te doen dn.
geraas en gedreun in de huizen.
Van 1634 tot 1656 verbood de Amsterdat
sche vroedschap zelfs, met koetsen door
stad te rjjden. Daarna werd het wel weer tn
gestaan, maar onder bepaalde voorwaard::
Zoo verkreeg prof. Nïcolaas Tulp, üoogleerat
ja de ontleedkunde, vergunning, zjjn parite
tsu in een koetsje te bezoeken, maar oude
do nadrukkelijke bepaling, dr.t hij niet and;;
dat: zeer langzaam mocht rijden.
Het rijden met een koets was zelfs i
het begin der negentiende eeuw nog niet vr
te Amsterdam. Men meende dat de huize:
the op palen zijn gebouwd er niet tegen k
den en om zouden kunnqa vallen. Met va
loven, om toch met een koets te mogen rijde
was men altijd zeer spaarzaam, en de voa
waarden bleven steeds streng.
Men kon natuurlijk niet zonder vervoerurii
dei en als zoodanig deed in dien tijd d
slede dienst. Goederen en menschen werd;
over de straten gesleept. Dat gaf niet zoj'
gedreun en achtte men blijkbaar minder gi
vaarlijk voor de huizen.
Jaren later noemde men een stalhoudt
nog een sleeper en de namen sleeperswagt
en sleeparspaarden zijn nu nog in gebruil
Do voerman, de sleeper, hep gewoonljj
naast zijn slede. Hij mocht er, volgens i
stadskeuren, niet cy staan of ritten, mee
minstens 21 jaar oud zijn en het tabakrook,
was hem, volgens diezelfde oude keuren vu
boden.
De overheid was ook ten opzichte van de
sleeper bijzonder streng. De slede 6choof dc-.
do straten der stad en om het glijden te vei
gemakkeiijken, maakte men gebruik van dt
smeerlap, waarmede de onderzijde der gli,
ijzers glad werd gehouden. De sleeper wie;
van tijd tot tijd den smeerlap voor de gij
ijiers, die er overheen schoven en de noodi:
vettigheid overnamen, waardoor het stool,
op de oneffenheden van de straat verminderd
en het glijden zelf gemakkelijker ging, dm
ook minder zwaar werd voor de paarden.
EIGENAARDIGHEDEN VAN SCHRIJVERS
Verscheidene beroemde schrijvers hielde:
er eigenaardige middelen op na, om hun ji
spiratie op te wekken.
Flaubert kon niet beginnen met te werke-
zonder 'n pijp of 'n sigaar aangestoken li
hebben. Chlteaubriand hep bij het dicteert-:
blootvoets op een steenen vloer. Bossuet al
bij het schrijven in een koude kamer md
warme doeken om het hoofd. Rousseau ge:
bloothoords in den zonneschijn wandelen* noe
neer hij zich voor een werk wilde inspireer»
Muziek is een bekend en ook reeds var
de oudste tijden af een veelvuldig toegep-
middel, om de inspiratie op te wekken, li
den nieuweren tijd maakten er o.a. Bacon
Milton en Stuart Mill gebruik van.
Anderen moesten iets te knabbelen hebbc:
Fenimore Cooper zocht de inspiratie in c
vellen en stroopballen, lord Derby in kW
sen op brandewijn. Byron moest zijn zakker
vol truffels hebben.
Weer anderen moesten hun reukorgan::
bevredigen. Zoo brandde Théophile Gauiifl
pastilles du sérail, terwijl Baudelaire in eet
sterk geparfumeerde kamer schreef.
Ook de stilte van den nacht bracht men:
schilder de begeerde ecctase. Girodet, éi'
behalve schilder, ook schrrjver was, wei
meestal door de inspiratie overvallen, a
hij te bed lag. Dan stond hg g lings op, zei
een hoed met een krans van brandende kaai
sen op het hoofd en begon te werken.
George Sand schreef meestal 's naeht-
Edmond de Goucourt verhaalt, dat zg eer.
te een uur 's nachts een roman voltouiii:
en nog denzelfden nacht een nieuwen begon-
Méeeray en Barthélemy Saint-Hilaire schie
peu zioh een kunstmatigen nacht, door k
blinden van hun kamer te sluiten, de gordij
nen neer te laten en de lamp op te stekel
Honoré de Balzac ging gewoonlgk te 6 of I
uur naar bed, liet zich te middernacht wek
ken, nam dan een kop sterke koffie, zette
zich aan het werk en werkte 1* het licht
van twee kaarsen en gesloten vensterluiken
dikwerf tot den middag door.
EEN VOORDEELIGE RONDE.
In vroegere eeuwen ontvingen de kost»,
de dominee, de pastoor en de onderwijzer
van het dorp zoo nu en dan iets vaD de
dorj)9genuoten, hetzij wat eieren, een slut
spek, worst of iets dergelijks Te Voortbui
zen was het gewoonte, dal de koster me'
Paschen met een groote mand bij de boeree
rondging
Waar hij binnenging, zette hij zijn maw
middenin het vertrek op den vloer en
maakte een praatje met den boer. ee"
praatje over koetjes en kalfjes. Onder.us-
srhen leg de dc- vrouw eenige eieren in
mand en dekle ze toe met wat haksel; és'
was voor het breken De kostei deed aldos
de ronde bij zijn klanten en wist bij zij®
thuiskomst niet. hoeveel hij er bij elk In
kregen had Gewoonlijk haalde hij er 300 i
400 op Hij verkocht ze op de markt e®
vulde aldus zijn salaris aan.