3AMMEN. SCHAKEN. UIT ONZE STAATSMACHINE VARIA. zwartbruinen, werden door Mellema sr. zelf voorgereden, terwijl zyn zoon, de landdi\jke ruiter, het span vossen Hedon en Eans men de. Beide spannen wareD met te verslaan, wanneer men zooals dat bij ons te lande hei geval is, alleen op type en wijze van gaan beoordeelt. De Duitschers' dachten er echter anders over en konden dc- spannen niet plaatsen omdat de aanspanning niet volgens de bij ben geldende regels was. Wanneer er toen correct gehandeld ware zou meD den heer Mellema hebben moeten disqua. lificeeren. Men was echter teveel onder den indruk van de geweldige actie en fraaie hou ding der Hollandsche paarden dan dat men ze er zoo maar uit wilde sturen, met het ge volg dat den heer Mellema resp. een derden en vijlden prijs werd toegekend, betgeen ten gevolge zou kunnen gehad hebben dat het publiek zou denken dat de Nederlanders slechter waren dan de Duitschers. Van de zijde der leiding werd hierin echter eenigs- zir.s voorzien door bekend te maken bij de pers, dat de paarden verre superieur waren, maar alleen tengevolge van de niet-voor schriftmatige aanspanning lager waren ge plaatst. Dit is natuurlijk buitengewoon jam mer ,maar toonde wederom opnieuw hoe goed het zou zijn wanneer er een internationale regeling van zulke wedstrijden tot stand kwam. Het concours voor hackney-spannen werd een strijd, een felle strijd, tusschen despan nen van Gebr. v. d. Haar en den heer v. d. Koppql, beiden uit Zeist Ook hier hadden do Duitschers niets te beweren. De heer v. d. Haar had een heele toer om met Donny- brook Squire en Histon Leopard het tegen Orctid en zijn nieuwe spangencote Greysto- ne Primrose te bolwerken. Het laatste span ging buitengewoon goed met veel actie en de dieren pasten keurig bij elkaar. Het sipan v. d. Haar ging niet zooals wij het wel eens ten onzent zagen en we gelooven dat de schuld daarvan bij His ton Leopard moet gezocht worden die zioh niet zoo gaf als op een barden bodem. De plaatsing werd ten slotte zoo dat het span van v. d. Haar eerste werd en' dat van v. d. Koppel tweede (gelijk reeds in bet kort door ons vermeld. Red. L. D.). Evengoed had bot omgekeerd kunnen zijn; zij gaven elkaar niets toe. Ais derde succes mogen we niet onvermeld laten de zevende prijs die werd gewonnen door mevrouw van Hoboken in de dressuur- proef der klasse M op baar bekende schim mel Hassan. De concurrentie was buitenge woon zwaar en moest zelfs tegen den Olym piade-winnaar Draufganger worden opgeno men. Ook de heer YVatjen, een van Duitsch- Jands beroemdste ruiters, was met twee paar den van de partij. Hg bezette de eerste en derde plaats^ terwijl de heer Staeck op Draulgiinger tweede werd. Hassan, die keurig werd voorgereden, is voor deze klasse nog niet geheel klaar. Hij moet nog wat „bijgewerkt" worden. Zoo nu en dan vielen er kleino foutjes. Voor deze kundige amazone is het echter bij eem derge. lijk zware concurrentie een prachtig succes, temeer omdat mevrouw v. Hoboken geheel alleen baar paard moet dresseerem. De d.d. 30 NoV. wordt ons uit Keulen' ge. seind dat ritmeester De Kruijff op Radja van den lieer Van Hoboken den eersten prijs, en op zijn eigen paard den derden prijs won in het zware springconcours, waaraan de beste Duitsche paarden deelnamen. BILJARTEN. LEIDSCHE BILJARTBOND. De uitslag van den wedstrijd 't Vier kantjeR.A.V. voor de le klasse L. B. B. luidt: pnt. brt. h.s. gem. Jc. J, v. d. Meer (R.A.V. 165 29 24 5.69 B. de Roo ('t Vierk.) 200 29 28 6.89 P. v. Ruiten 200 43 24 4.65 B. de Roo 148 42 19 3.52 P. v. Ruiten 154 39 19 3.94 J. Siera 200 39 26 5.12 Jac. J. v. d. Meer 200 43 24 4.65 H. v. d. Nat' 186 42 24 4.42 172 34 23 5.08 H. v. d. Nat 200 34 29 5.88 R.A.V. 2 gew .partijen, 't Vierkantje 3 idem. Het resultaat van FloraPoort v. Cleef voor de 1ste klasse is: G. M Tegelaar (P.v.Cl.) 200 32 28 6.25 H. v. d. Voort (Flora) 158 31 21 5.09 G. Tegetaar res 72 32 12 2.25 Jer. Koelewijn 200 32 24 6.25 G. M. Tegelaar 128 40 20 3.20 Jer. Koelewijn 200 40 22 5— G. Tegelaar res 104 39 13 2.66 P. H. v. d. Voort 200 39 31 6.12 J. Koster 79 42 7 1.88 P. II. v. d. Voort 200 42 27 4.76 Flora 3 gew. partijen. P. v. Cleef 1 idem. Totaal: Flora G idem. Poort v. Cleef 3 idem. Voor de 3e klasse werd gespeeld De BallonTOG J. Bouman (T.O.G.) 100 43 16 2.32 J. v. d. B. res (Ballon). 67 42 10 1.39 J. Fuks 61 25 23 244 M. de Bolster 100 25 15 4.— J. Mulder 100 26 17 3.84 63 25 12 2.52 11. den Hertog 97 48 17 2.10 J. v d. B. res 100 46 11 2.17 H. Beij 80 59 7 1.35 A. Boot 100 59 8 1 69 T.O.G. 2 gew partijen. De Ballon 3 idem. Totaal' T.O.G 1 idem. De Ballon 6 idem. BEKERWEDSTRIJDEN POORT V. CLEEF pnt brt li.s. gem. G M. Teegelaar (P. v. C. I) 85 17 16 5 H. Jongeling (K.D.O. D.125 17 31 6 94 B. Teegelaar 55 21 16 261 C. G. Scholten 125 22 22 5.68 J Koster 108 49 9 2.20 N. Zalm 125 50 12 2.50 H. Koet 125 47 14 2.65 J. B. Al 90 47 9 1.91 B Wijngaard (P. v. C. Hj 98 41 9 2.39 R. v. Meizen (K.D.O. ID 100 42 10 2.38 K. Criepijn 100 43 9 2 32 W v. d. Linden84 43 11 1.95 B Melet 100 52 14 1.92 R Stekelenburg90 52 15 1.73 D v. Tongeren (res.)87 32 11 2 71 A. P.oozenburg (res.)100 33 17 3.03 B Wijngaard (P. v. C. II) 100 47 12 2.12 K. v. d. Burg Ct Vierkantje 80 47 10 1.70 K. Crispijn 63 40 7 1.75 J Relit100 41 8 2 43 B- Melet 100 36 12 2.77 P. v. d. Heiden 69 36 7 1.91 Melet (res.) 100 44 7 2.27 K°PS 81 44 9 1.84 Alle correspondentie betreffende deze rubriek te zenden aan het Bureau van ons Blad of aan den Red. C. do Nie, Joris v. d. Haagenstraat 20, 's-Gravenhage. Op lossingen binnen drie weken na publicatie. PROBLEEM 443. P. KLEUTE Jr. Zwart 15 schijven op: 1, 2, 8, 12 13, 15 17, 18, 21, 24, 29, 30, 34, 39 en 40.' (ZwarO. (Wit). Wit 17 schijven op: 14, 19, 23, 25, 26, 31, 32, 36, 37, 38, 41, 42, 43, 45, 46, 49 en 50. PROBLEEM No. 414. Zwart 10 schijven op1, 12 13, 14, 18 19, 24, 25, 30 en 34. (Zwarl). Wit 9 schijven op: 28, 31, 32, 35, 38, 43, 46, 49 en 50, PROBLEEM No. 445. Zwart 9 schijven op8, 9, 10, 13, 15, 17, 18, 25 en 27. (Zwart). l2 a 4 5 (Wit). Wit 9 gehijv&n op: 24, 28, 33, 36, 38, 41, 43, 47 en 49. Wit begint en wint. Probleem No. 443, ontvingen wij van den heer Kleute met de mededeelmg, dat de stand niet fraai, maai de afwikkeling moei lijk is De. oplossiDg is veertien zetten diep en is dan ook werkelijk iets bijzonders. De twee volgende zijn slagzetten, door hem samengesteld, die als probleem voor begin ners kunnen gelden. No 444 is meer bij probleem. 445 iets dieper, de standen zijn zeer natuurlijk. De volgende partij is gespeeld tusschen B. Springer mot wit en W. O. J. Polman met zwart, in het tournooi te Amsterdam. 1. 32—28 19 23 2. 28x19 14z23; 3. 37—32 10-14; 4. 34— 30 14—19; 5. 30—25 17—21; 6. 25x14 19x10; 7. 31—26 21—27 8. 32x21 16x27; 9. 41—37 10—14; 10 40—34 14—19; 11. 45—40 5—10; 12. 35-30 10-14; 13. 46—41 11—17; 14 40—35 7—11, 15. 33—29 1—7; 16. 37—31 14—20; 17 31x22 18x27; 19. 41—27 8—13; 20 37—31 19—23 21. 44—40 9—14; 22. 38—33 11—16 23. 33—29 13—18 24. 39—33 23—23 25. 29 -23 18x38 26. 43x21 16x27; 27. 30—24 20x29 - 28 34x21 6—11; 29. 21—16 22—27 30. 31x22 17x28 31. 42—38 2—8; 32. 50—44 8—13, 33. 44—39 3—8; 34. 40—34 14—19; 35. 36—31 19- 24 36. 31—27 4—9; 37. 47—41 12—18; 38. 33—33 16—22; 39 27x18 13z22; 40. 26—21. Zwart gaf op. Een leerzame partijZwart is begonnen met schijven uit te ruilen aan zijn sterken vleugel, doelende op flankspel rechts; doordat wit had geopend met 3228 was het grootst aantal schijven aan diens rech tervleugel tegenover den verzwakten lin ker van zwart. Wanneer men dit in 't oog houdt, zal men bij het naspelen bemerken dat wit daarmede degelijk rekening heeft gehouden, de reohtervieugel van zwart machteloos heeft gemaakt en de aanval ge opend op den verzwakten linkervleugel. De uitruil bij den Ten zet van zwart, waar door een schijf op 27 werd gebracht, was dan ook te vroeg. In 1912 hebben Springer en De Haas daar al een studie van ge maakt, doch speelden deze opening op an dere wijze, nimmer door eerst 1923 uit te ruilen, en brachten 18 naar 22, waarna op 't juiste moment de uitruil naar 27 kan volgen Zwart had geen gelukkige keus om tegen Springer een opening te spelen die men wel de Springer-opening kan noemen. Ook met wit heeft Springer daarvan een studie gegeven, door het brengen van een schijf, met wit, op 24. Een zeer moeilijke opening. Goede oplossingen van de problemen de Jong en Jordan van de heer Van der Linden De oplossing van de driezet van Shink- tnan zal ik de volgende maal geven. Bij gaand probleem is een bijzonder aardige changed-mate, die welverdiend een eerste prijs won. F. W. NANNING. le .prijs Grantham Journal 1927 Wil begint en geeft mat in twee zeiten. Wit: Kcl Dg4, Te3 en 13. Pa3 en aó, p i a6, b4 en h3 Zwart: Kd4. Ldl en f4, Fc7 en d8, pi a-1 a7, c2, d5, g5 en h4. De volgende partij ia van de kampioens wedstrijd te Utrecht in 1926. J L Kersten J. H. Pannekoek 1 d4 Pf6 2 d eö De Buda-Pesler verdediging. 3 de5 Pf6 4 a3 Pe5 Wit doet beter, de pion niet te verdedigen. e4 is de gewone zet. Zwart dan ook Le7 spelen. 5 e3 Le7 6 Pc3 d6 7 PI3 Pc6 8 Le2 0-0 9 0-0 Lf6 10 De2 Te8 was eerst g6 beter. 11 Pd5 g6 12 Pf6 Dt6 13 Pe5 Pe5: Wil kan beter direct b.3 en Lb2 spelen. Zwart deed beter de5: te spelen. 14 f3 Pc6 Waarom f37 15 Tf2 Ld7 16 Ld2 Te7 17 Lc3 Dg5 18 e4 Tae8 19 Tadl 15 Zwnrl neemt het initiatief. 20 14 Ph6 21 ef5 Lf5 Ook c5 was sterk. 22 Ld3 Dh5 Dd2 was beter 23 Lf6 Df5 24 Del Te2 25 Td5 De4 26 f5 Tf2: Er dreigt Dh6 van wit. 27 Kf2 Dc4: 28 Dd2 De4 29 fg6 Tf8: 30 Kgl Dbl: 31 Del Del: 32 Lel hg6 33 Td3 Tf5 34 Lf2 a6 35 Tb3 Pa5 36 Tc3 Pc6 37 Tb3 Tbó Dit is beter. 38 Tbó ab5 38 Kfl Pe5 39 Le3 Kf7 41 Ke2 Ke6 4-2 h3 Kd5 43 E-i Ke4 44 b3 c5 45 Lg5 c4 46 b4 d5 en zwart won door de d pion. Dr P. FEENSTRA KUIPER. DE ONDERLINGE WEDSTRIJDEN VAN M. T. G. S. De uitslagen van de eerste rende luiden als volgt: P. Krijnen verliest van J. E. Stol; J. E. Stol wint van J. Nicaise, W. Engberts wint van J. Meijeraan; J. Nicaise verliest van L. van HamJ. Meijeraan verliest van J. Nicaise; zoodat J. E .Stol de eerste ronde wint met 8*/j uit 9, tweede is thans M. le Poole met 4 uit 5. Tweede ronde- L. van Ham wint van J. Meijeraan; E. Ifoogenstraaten wint van L. van Ham. In de massakamp, dien de Leidsche Schaakbond georganiseerd heeft op 7 Dec. tegen de Residentie-Schaakclub, komen uit de spelers; J. E. Stol, W. Engberts en M. le Poole, terwijl op de nationale wedstrijden van „Philidor", voor M.T.G.S. de spelers Stol en Engberts uitkomen. VERLAGING VAN DEN ACCIJNS OP GEDISTILLEERD. Den zesden Januari van het jaa^ 1921 trad een wet in werking, die een verdub beling bracht van den accijns op gedistil leerd, welke daardoor kwam op f. 300 per H.L. van vijftig percent sterkte, terwijl bij dit bedrag nog gevoegd moesten worden de tien opcenten, die volgens de Leenfngwet op dien accijns werden geheven. In het jaar, dat deze wet tot stand kwam (1920), bedroeg de opbrengst van dezen accijns bijna twee en vijftig en een half millioen gulden. In het jaar, dat ceze wet weid in gevoerd (1921), steeg dit bedrag tot 611 mil lioen gulden. Sedert trad een daling van deze opbrengst in, die voortdurend aan houdt. Van de 61 millioen gulden in het laatstgenoemde jaar daalde ze tot 46 mil lioen in 1927, terwijl de acht eerste maan den van dit jaar weder een daling van pl.m. 1 millioen gulden aanwijzen tegen de opbrengst over dat tijdvak van 19£7. We zien dus dit mc-rkwaardige verschijnsel: een sterke vermindering van de totale Op brengst tegen een verdubbeling van het heffingspercentage. Men zou dit toe kun nen schrijven aan een sterke uitbreiding der geheel-onthouders- en matigheidsbewe ging of aan een vermindering van weelde, aangezien ook toilet- en reukwater onder dezen accijns valt.'Het zijn echter niet deze factoren geweest, welke geleid hebben tot dezen achteruitgang van de totale op brengst. Wel heeft de vervanging van ge distilleerde dranken door niet- of zwak-al- coholhoudende dranken eenigen invloed ge had, doch vaststaat, dat de smokkelarij als de hoofdoorzaak van den achteruitgang is te beschouwen. Zij heeft, volgens den mi nister, zulk een omvang aangenomen, dat zij als een groot kwaad moet worden be schouwd en als een oorzaak van demorali satie voor breede kringen der bevolking. Door den bona-fide-handel en de industrie is over deze zaak meermalen in adressen geklaagd. Eerst zijn pogingen aangewend om den smokkelhandel met meer energie te bestrijden, doch het resultaat was niet groot. Uit de feiten is duidelijk gebleken, dat de verhooging van den accijns de grens van het nuttig effect heeft overschreden. Als vaststaande kan worden aangenomen, dat bij ongewijzigde handhaving van den ouden accijns de opbrengst zeker niet lager, eerder hooger zou zijn geweest. Reeds eerder had de minister willen ko men met het voorstel, dat hij nu doet, om n.l. de accijns op het gedistilleerd te verla gen, maar hij is daarvan teruggehouden door de overweging, dat een verlaging van den accijns eenvtoeneming van het drank misbruik tengevolge zou kunnen hebben. Ten slotte werd een commissie ingesteld, die moest onderzoeken of verlaging van den accijns op gedistilleerd uil een oogpunt van drankbestrijding moest worden ontra den en zoo neen, hoever dan in dezen moest worden gegaan. Van dit onderzoek is het wetsontwerp de vrucht, dat thans bij de Tweede Kamer is ingediend en verlaging van den accijns op het gedistilleerd met veertig percent wil. De minister toch nam met de commis sie aan, dat bij een verlaging van 40 per cent de winstmarge zoodanig zal verminde ren, dat een redelijke kans bestaat, dat de risico van het smokkelen tot de te behalen winst te groot zal worden. Niet alleen op het gedistilleerd rust ech ter deze accijns en de opcenten, ook op houtgeest van binnenlandsche herkomst, welke lasten evenals het invoerrecht op houtgeest, ten doel hebben te voorkomen, dat methyl-alcohol ter vervanging van ge distilleerd zou worden gebruikt. Als gevolg daarvan zal deze nu uok deelen in de voorgestelde verlaging. Ook de toilet- en reukwaters zullen van de verlaging genie ten. Toen de accijns in 1921 werd verdub beld, werd deze verhooging niet geheven, wanneer de z.g.n. denatureering werd toe gepast. Daartegen hadoen tal van fabrikan ten bezwaar. Ze betaalden nog liever den vollen accijns. Nu zullen zoowel* voor de gedenatureerde als voor de niet-gedenatu- reerde toilet- en reukwaters dezelfde bedra gen betaald moeten worden, zoodat ook de concurrentie in dezen uit de wereld is. Nu zal de verlaging van den accijns na tuurlijk zijn invloed doen gelden op den handel in gedistilleerd. Wie weet, dat hij binnenkort tegen een verlaagden prijs zal kunnen koopen, stelt den aankoop zooveel mogelijk uit. Daardoor zouden de handela ren, die voorraden hebben, in geen geringe mate gedupeerd worden. Billijkheidshalve moet dit bezwaar ondervangen worden Dit zou kunnen geschieden door een langen termijn te leggen tusschen de totstandko ming en de uitvoering van de wet. maar ook door een teruggaaf van den accijns, die reeds betaald werd voor nog niet verbruikt gedistilleerd. Iels in dien trant geschiedde destijds, maar dan in gewijzigden vorm, ook bij de invoering der verhooging door middel van navordering De memorie van toelichting geeft aan de wijze, waarop de minister zich de controle van den fiscus ter bepaling van het bedrag der teruggave voorstelt. Voor groote voorraden zal de mogelijkheid worden onderzocht om een ander ter plaatse, waar deze opgesla^ zijn, te doen plaats vinden Kleinere be raden moeten worden opgezonden naar 0 publieke en algemeene entrepots en n^ lokalen, die daartoe ten getale van één r meer in iedere provincie zullen worde; aangewezen. Verder zal één percent vaj het bedrag der teruggave voor de koste; van onderzoek worden gekort. DE SMEERLAP. Smeerlap is de benaming van een lap, eg stak stol, geheel met vet doortrokken, ec ej onmisbaar voorwerp in vroegeren tijd. Tegenwoordig zijn wjj ons leven ges oogenblik zeker op straat. Het hedendai: scho verkeer maakt dat we als 't ware u voren en van achteren oogen moeten hebk Hoe geheel andera was het twee h dr, eeuwen geleden. Toen geen getoeter r. auto's, geen fietsers, geen ronkende motors; Toen kon men veilig langs de straten want ien. Zelfs de rijtuigen, die en- maan wein waren, mochten in de stad alleen maar sta voets rijden, om te voorkomen, dat de pa den op hol zouden slaan enom den et-; men burgers geen overlast aan te doen dn. geraas en gedreun in de huizen. Van 1634 tot 1656 verbood de Amsterdat sche vroedschap zelfs, met koetsen door stad te rjjden. Daarna werd het wel weer tn gestaan, maar onder bepaalde voorwaard:: Zoo verkreeg prof. Nïcolaas Tulp, üoogleerat ja de ontleedkunde, vergunning, zjjn parite tsu in een koetsje te bezoeken, maar oude do nadrukkelijke bepaling, dr.t hij niet and;; dat: zeer langzaam mocht rijden. Het rijden met een koets was zelfs i het begin der negentiende eeuw nog niet vr te Amsterdam. Men meende dat de huize: the op palen zijn gebouwd er niet tegen k den en om zouden kunnqa vallen. Met va loven, om toch met een koets te mogen rijde was men altijd zeer spaarzaam, en de voa waarden bleven steeds streng. Men kon natuurlijk niet zonder vervoerurii dei en als zoodanig deed in dien tijd d slede dienst. Goederen en menschen werd; over de straten gesleept. Dat gaf niet zoj' gedreun en achtte men blijkbaar minder gi vaarlijk voor de huizen. Jaren later noemde men een stalhoudt nog een sleeper en de namen sleeperswagt en sleeparspaarden zijn nu nog in gebruil Do voerman, de sleeper, hep gewoonljj naast zijn slede. Hij mocht er, volgens i stadskeuren, niet cy staan of ritten, mee minstens 21 jaar oud zijn en het tabakrook, was hem, volgens diezelfde oude keuren vu boden. De overheid was ook ten opzichte van de sleeper bijzonder streng. De slede 6choof dc-. do straten der stad en om het glijden te vei gemakkeiijken, maakte men gebruik van dt smeerlap, waarmede de onderzijde der gli, ijzers glad werd gehouden. De sleeper wie; van tijd tot tijd den smeerlap voor de gij ijiers, die er overheen schoven en de noodi: vettigheid overnamen, waardoor het stool, op de oneffenheden van de straat verminderd en het glijden zelf gemakkelijker ging, dm ook minder zwaar werd voor de paarden. EIGENAARDIGHEDEN VAN SCHRIJVERS Verscheidene beroemde schrijvers hielde: er eigenaardige middelen op na, om hun ji spiratie op te wekken. Flaubert kon niet beginnen met te werke- zonder 'n pijp of 'n sigaar aangestoken li hebben. Chlteaubriand hep bij het dicteert-: blootvoets op een steenen vloer. Bossuet al bij het schrijven in een koude kamer md warme doeken om het hoofd. Rousseau ge: bloothoords in den zonneschijn wandelen* noe neer hij zich voor een werk wilde inspireer» Muziek is een bekend en ook reeds var de oudste tijden af een veelvuldig toegep- middel, om de inspiratie op te wekken, li den nieuweren tijd maakten er o.a. Bacon Milton en Stuart Mill gebruik van. Anderen moesten iets te knabbelen hebbc: Fenimore Cooper zocht de inspiratie in c vellen en stroopballen, lord Derby in kW sen op brandewijn. Byron moest zijn zakker vol truffels hebben. Weer anderen moesten hun reukorgan:: bevredigen. Zoo brandde Théophile Gauiifl pastilles du sérail, terwijl Baudelaire in eet sterk geparfumeerde kamer schreef. Ook de stilte van den nacht bracht men: schilder de begeerde ecctase. Girodet, éi' behalve schilder, ook schrrjver was, wei meestal door de inspiratie overvallen, a hij te bed lag. Dan stond hg g lings op, zei een hoed met een krans van brandende kaai sen op het hoofd en begon te werken. George Sand schreef meestal 's naeht- Edmond de Goucourt verhaalt, dat zg eer. te een uur 's nachts een roman voltouiii: en nog denzelfden nacht een nieuwen begon- Méeeray en Barthélemy Saint-Hilaire schie peu zioh een kunstmatigen nacht, door k blinden van hun kamer te sluiten, de gordij nen neer te laten en de lamp op te stekel Honoré de Balzac ging gewoonlgk te 6 of I uur naar bed, liet zich te middernacht wek ken, nam dan een kop sterke koffie, zette zich aan het werk en werkte 1* het licht van twee kaarsen en gesloten vensterluiken dikwerf tot den middag door. EEN VOORDEELIGE RONDE. In vroegere eeuwen ontvingen de kost», de dominee, de pastoor en de onderwijzer van het dorp zoo nu en dan iets vaD de dorj)9genuoten, hetzij wat eieren, een slut spek, worst of iets dergelijks Te Voortbui zen was het gewoonte, dal de koster me' Paschen met een groote mand bij de boeree rondging Waar hij binnenging, zette hij zijn maw middenin het vertrek op den vloer en maakte een praatje met den boer. ee" praatje over koetjes en kalfjes. Onder.us- srhen leg de dc- vrouw eenige eieren in mand en dekle ze toe met wat haksel; és' was voor het breken De kostei deed aldos de ronde bij zijn klanten en wist bij zij® thuiskomst niet. hoeveel hij er bij elk In kregen had Gewoonlijk haalde hij er 300 i 400 op Hij verkocht ze op de markt e® vulde aldus zijn salaris aan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 20