Z NUTTIGE GESCHENKEN Z H. M. PIERROT CADEAUX VAN BLIJVENDE WAARDE HORLOGEMAKER 69ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 1 December 1928 Vierde Blad No. 21080 UIT HET PARLEMENT. Prov. Staten v. Zuid-Holland RECHTZAKEN. BOUWKUNSTIG SCHOON. "rheumatiel RECLAME. herinneren lang aan hun gever, koopt daarom iets practisch bij MAARSMANSSTEEG 7-14-21. TELEFOON 630 - 1293. Uurwerken, Byouterieën, Luxe Artikelen. Lederwaren, Reisartikelen, Damestasschen. Tafel-, Thee-, Ontbijt en Drinkserviezen. Glas, Kristal. (Van onzen parlementairen medewerker). Den Haag, 30 November 1028. Waterstaat can de orde De kwestie der tollen en der autobussen De maiden speech van mevr. Van Itsllie- Van Embden. Toen hedenmiddag de Voorzitter der Tweede Kamer. dr. de Visser, de beraad slagingen opende over de Begrooling van Waterstaat, stonden wij voor een rijstebrij berg van sprekers. Immers niet minder dan 31 afgevaardigden hadden opgegeven bij de afdeeling „Waterstaat" het woord te- willen voeren en nademaal aan eiken spreker een maximumspreeklijd van 20 minuten was toegekend, mochten wij reke nen op een tijd van tien uren enkel Ie besteden aan één afdeeling der begroolinjri Men kan zich dus wel voorstellen, dat de Voorzitter niet al te veel gevoelde voor het verzoek van enkele leden om op Sinler- klaasdag, 5 December, niet te vergaderen ten einde de afgevaardigden in de gelegen heid te stellen dien dag in familiekring te vieren. Maar de voorzitter is een man, die een ander gaarne wat gunt en nu had hij er dit op gevonden, dat de Kamer op dien dag in plaats van om één uur, gelijk gewoonlijk, reeds om elf uur bijeen zou komen om dan des middags om drie uur de vergadering te doen eindigen. Dat vond de Kamer be9t, maar bij wijze van surprise werd de Voorzitter in den loop van de vergadering verrast met de mededeeling van een aantal sprekers, dat zij ter wille van een spoedig afdoen van de zaken van het woord afzagen. Er bleven dientengevolge niet meer dan 24 sprekers over en som migen hunner waren zoo vriendelijk zoo groote beknoptheid in acht te nemen, dat om zes uur de minister van Waterstaat nog aan het woord kon komen om de hoeren van antwoord te dienen. Maar hij heeft zijn rede tot Dinsdag opgezouten wat algemeene instemming vondop de perstribune. Het was dan ook wel wat saai om tel kens en telkens weer over dezelfde onder werpen te moeten hooren. Wij noemen als voorbeeld de door minister Van der Vegte gevolgde politiek tegenover de auto bussen. waarover heel wat ontevredenheid heerscht Vooral de opheffing van de auto- diensten van Utrecht op Zeist heeft erger- ris gewekt, omdat nergens zoo duidelijk is gebleken, wat die politiek beheerscht: de vrees, dat de autobussen de stoomtrams zullen nekken en aan de spoorwegen te groote concurrentie zullen berokkenen. Wie daarvan nog niet overtuigd mocht zijn. zou dit hebben kunnen afleiden uit het beloog van den sociaal-democratischen af gevaardigde v. Braambeek, die nadrukke lijk voor de politiek van den minister in de bres sprong omdat hij tot plicht had de spoorwegen met hun meer dan 650 millioen kapitaal te beschermen. In den mond van een sociaal-democraat een eenigszins ongewoon betoog. Van geen der andere sprekers, de heeren Beumer (A.R.\ Van Voorst tot Voorst (R.- K.), Bakker (C.H.) enz. is een woord tot verdediging van de ministerieele politiek gehoord en we zijn benieuwd naar wat de minister zelf tot rechtvaardiging van zijn houding zal zeggen. Een ander onderwerp dat telkens om den hoek kwam kijken vormden de tollen. De heer Van Voorst drong aan op af schaffing daarvan en zoo deed ook de heer StaaJman (Vrijheidsb.) gevolgd door ande ren. Dan is er gesproken ten gunste van het kanalennet in Friesland (door de heeren Bakker OCH.), en Leenstra (A.R.), over spoed bij de verbetering van de verbinding van Amsterdam met den Rijn, door de heeren Staalman (Vrijheidsb.), dr. Van der Waerden (S.D.A.P.), Dr. Vos (Vrijheidsb.), mr. Van Rappard (Vrijheidsb.) en dr. Van den Temple (S.D A.P.), over de reorgani satie van den Waterstaat door de heeren Krijger (C.H.) en Ebeis (V D.) enz. Een nieuw geluid deed het jongste lid der Kamer, mevr. Van rtal lieVan Ènibden (V D.) hooren. niet alleen omdat zij haar maidenspeech hield, doch ook omdat zij opkwam voor een asschepoetsterfiguur in dc hedendaagsche samenleving, den voet ganger. De spreekster drong in een aardige, beknopte rede er op aan ook voor hem te zorgen en niet enkel te denken aan de voerluigpn. die den voetganger den lust tot wandelen doen vergaan Dat was werke lijk aangenaam om aan te hooren. De replieken. (Zitting van gisteren). Gisteren werd de zitting van de Prov. Staten van Zuid-Holland voortgezet. Voortgegaan wordt met de replieken inzake de begrooting. '\lej. Groeneweg (S.D.) achtte het onjuist, het huwelijk voor de vrouw als een broodwin ning te beschouwen. Zjj aoht daarvoor het huwelijk te heilig en wenscht de vrouw zoo onafhankelijk dat deze uitsluitend uit overwe gingen die voor het huwelijk grondslag he- hocren te zijn, daartoe overgaat. Er is in vele gezinnen geen plaats meer voor vol wassen dochters, die geen werkkring hebben en het gaat toch ook niet aan, gelijk dertig jaren geleden gebruikelijk was, haar te laten wachten, tot er eens 'n man komt opdagen. De eenige methode om moreele gevaren voor ir.eisjee lo weren ,is arbeid. Haar daartoe gelegenheid te geven, is plicht, ook van het provinciaal bestuur. De heer Trouw (V.B.) drong er op aan, dat de concessie van de R.T.M. op Flak- kee nog eens zal worden nagegaan, omdat hij had vernomen, dat ook het Rijk daarin nog wel een woordje heeft mee te spreken. De heer Werker (V.D.) uitte de hoop, dat in het college van Gedeputeerden sympathie zal worden gevonden voor een principieele re geling inzake kunst-subsidiëering. De heer Mandersloot (C.H.) bepleitte een meer moderne administratie der provinciale middelen. Aan de orde kwam alsnu stemming over de motie-Van Eek om f. 200.000 tor beschik king van gemeentebesturen te stellen voor werkloosheidsbestrijding. De heer Ter Laan (S.D.) deelde mede, dat zijn fractie aan de motie toevoegt de woorden: „indien daartoe aanvragen zijn in gekomen". De gewijzigde motie werd met 39 tegen 26 stemmen verworpen. Vóór do sociaal-de mocraten, de vrijzinnig-democraten, de nec-r braaf (Plattel.) en de heeren Mooijman en Van Duin (beiden R.K.). De provinciale begrooting en de voorga, stelde heffing van opcenten werden z.h.st. goedgekeurd. ft Ingekomen waren eenige adressen tegen de droogmaking der Reeuwijksche en Sluip- wijksche plassen. Voorgesteld werd, deze in handen te stellen van Gedeputeerde Staten om praeadvies. Dr. Hoffman (R.K.) drong er op aan, om bii het uitbrengen van hun prae-advies ook rekening te houden met de historische gege vens van vroegere droogmakerijen, die ten deele onder moeilijke Staats- en sociale om standigheden waren tot stand gekomen. Im mers, de in de adressen geopperde bezwaren zijn bijna alle ook bij vroegere droogmakerg- en gehoord. Zij werden bijna alle opgelost ten bate van landaanwinning en handha ving op eigen bodem van onzen voornaam- sten cultuurstand, den land- en tuinbouw en de veeteelt. Overigens refereerde spr. zich opnieuw aan zijn reeds meermalen te dezc-r plaatse geuite factoren ten gunste dezer drooglegging. Gaarne zou hij zoo spoedig mogelijk een afzonderlijke Statenzitting voor deze plannen wenschen. De adressen werden in handen van Gedep. Staten gesteld. De voorzitter sloot om vier uur de zitting. POLITIERECHTER. OudershnisVeenhuizen. Zwak, moe, energieloos, met verschrikte uitdrukking in zijn oogen, kwam M. F. binnenhij werd geleid door een veldwach ter die hem neerplantte in de verdaebten- bank, waar hij, wegens zijn zwakte, mocht blijven zitten. In September had hij te Leiden zonder middelen van bestaan rondgezworven. Hij had zich gemeld bij de politie en daar had men hem geverbaliseerd wegens landloo- perij. De beste oplossing voor hem. „Nou, Martinus", animeerde mr. Klomp hem, „vertel maar eens, is dat zoo?" ,,Ja, Edelachtbare", zei hij, met een kleine flikkering in zijn moede oogen en met een stem die breed en zwaar klonk bij zijn zwakke gestalte. En hij vertelde hor tend en stootend, hoe hij vToeger ziekelijk was geweest, buiten verpleegd was gewor den, maar later weer thuis was gekomen. „Maar toen ik 21 jaar was, heeft m'n moe der me de deur uitgezet, omdat ik niks verdiende.'* ,,En toen heeft een juffrouw J. meelij den met je gehad", vulde mr. Klomp het verhaal aan, ,,en die heeft jou bij zich thuis genomen Maar daar heb je wat geld ge stolen, hèV4 -V. St. Pieterskerk met toi Trouwe bezoekers van de Lakenhal en dat zijn we natuurlijk allemaal kennen het mooie gezicht op Leiden, dat Jan van Goyen ia 1650 schilderde. Hg heeft in zijn drocme- rige tonaliteit de stad gezien van den kant van de Vliet onder wapperende wolkenluch ten tintelend doorlicht aan den horizon. Al les trilt en vibreert in de eenigszins vochtige atmosfeer. Heel mooi is de bewogen karte- ling van het silhouet der stad tegen den li/.telenden horizon. Afgezien van tallooze fabriekspijpen, die er bjj zijn gekomen en eenige molens en een ].aar torentjes die verdwenen zijn, is het silhouet der stad sinds 1650 niet zoo he9l veel veranderd. Men kan er van den Vliet- kaï.t nog op dezelfde wyze zijn vreugde aan brieven, als van Goyen dat deed. Een ander aardig stadsaspect opent zich van deKwaak- brug ,maar mooier is het wellicht van den kant der Zijl, terwigl het beslist heel mooi is van den straatweg, halverwege de Haagsche Schouw en de boerderij „De Slaagh". U hebt dat natuurlijk zelf ettelijke malen opgemerkt. En wellicht is het U meermalen gegaan als mij. Wij hebben het betreurd, cat Ledden een hoogen toren mist, die zoo als te Utrecht, Amersfoort, Zwolle, Kampen^ Delft en een aantal andere plaatsen, het beeld beheerscht en grooter eenheid sugge reert. En dan spijt het ons, dat de toren van de Pieterskerk, die zich verhief tot een hoog te van 110 M., op 5 Maart 1513 is ingestort en niet in zijn oude statie werd herbouwd. Dat laatste pleizier hadden onze voorvaderen ons nu moeten doen. Wij missen het idealisme^ om louter voor het mooie gezicht er nog eens een toren neer te zetten. De toren ,die aan de Westzijde van de kerk stond was ingebouwd, had ongeveer de breedte van het middenschip en besloeg daarvan waarschijnlijk nog twee traveeën. De toren sprong uit den voorgevel slechts weinig naar voren, zooals men nog kan zien aan een oude gravure. In aanleg zal deze toren Romaansch zijn geweest. Tegelijk met het schip werd hij in 1400 herbouwd en later (1412?) verhoogd en bekroond met een sierlijken Gothischen spits. Eens strekte dit gewrocht, de „Co- rinck der See" den kustschippers tot baken. Do bodem schijnt evenwel niet vast genoeg en, naar oude afbeelding. te zijn geweest, om het gevaarte te dragen. Herhaaldelijk komen in de 15de eeuw klach ten ovqr de wankele constructie. Jammer, dat het gebouw instortte en zooals vanzelf spreekt, groote verwoestingen aanrichtte aan liet schip der kerk. Men ruimde deu rommel evenwel gauw weer op, en reeds het vol gende jaar, 1513, werd de nieuwe Westgevel opgericht, zooals we dien nu nog kennen. De kloksleeg ontleent haar naam aan den klok kenstoel die werd opgericht ten behoeve der nieuwe luidklok. Maar deze werd in 1745 weer verwijderd, zoodat we ons daarbij niet Gehoeven te bepalen. Men had in de 18de eeuw absoluut geen geld meer en vond het voormalige angelusklokje voldoende om do scharen ter kerke te roepen. Hij is zooals U weet, geflankeerd door twee traptorens, van onderen achtkantig en even boven het dak der zijbeuken overgaand in ronden vorm. Aardig is, hoe tusschen het roestbruine metselwerk banden van zand steen zijn aangebracht, wat het geheel iets levendigs geeit. En dat levendige wordt nog verhoogd door de spitsjes. Deze zijn weer achtkant en hun basis, die grooter is dan het boveneinde van den toren, vormt om zoo te zeggen een kraag, die evenwel op hoogst gelukkige wijze wordt gesteund. De oude bouwmeesters zochten altijd logische oplos singen en afsluitingen. Zoo mooi fiankeeren die ranke spitsjes den geveltop, bekroond met het laat-Gothische kruis, dat op 't oogen- blik echter tijdelijk verwijderd is. We hebben natuurlijk heel vaak gezien, dat in den top gevel twee blinde vensters zijn aangebracht en tusschen de spitsbogen daarvan een rond venster met traceeringen. En verder hoe levendig ook hier weer de afwisseling is van roestrooden baksteen met grijze zandsteen- blekken. Onder die blinde vensters moet nog een balustrade hebben gezeten, waarvan de sporen nog aanwezig zijn. En onder die ba lustrade bevond zich een laat-Gotliisch, nu weer dichtgemetseld raam, waarvan de spits boog begint ter plaatse, waar de flanktoreus van achtkant in rond overgaan. We voelen in den toestand, zooals die nu is, iets onlo gisch. Dat lessenaardak boven het portaal behoort daar bouwkunstig niet te zijn, wat ieder zelf kan waarnemen. Het verbergt het raam. Inderdaad bestond het portaal van 1513 ook slechts uit twee verdiepingen. Het derde stuk werd er bovenop gezet, toen het groots nieuwe orgel in 1637 zou worden gebouwd. Er moest een plaats gevonden worden voor den orgeltrapper en zijn windinstrument Het oude kleinere orgel, waarvan de blaasbalg plaats kon vinden in den toren, verhuisde later naar de Marekerk. Geldgebrek was ook al de oorzaak ge weest, dat de toren na de ramp niet werd herbouwd. Juist in de eerste helft der zes tiende eeuw bestond er over het heele land een streven, om mooie hooge torens ie bouwen. We denken maar aan den Dom to Utrecht, de Cu ren a te Rhenen, den toren te Amersfoort en andere en ook aan zoo vele onvoltooide torenrompen als de Olde- hove te Leeuwarden en andere die de lezer zich zelf herinnert. De tegenwoordige Westgevel werd gebouwd in betrekkelijk eenvoudige laat-Gothiek. Maar hij is typeeiend voor het tijdvak. Nu moeten we trachten, dat derde ver diepinkje even weg te denken. Dan hebben we den gevel van 1513 voor ons. a Er is in 't laatst der 15de en 't begin der 16de eeuw een streven, om van het prin cipe der Middeleeuwsc.he symboliek en ver geestelijking af te wijken Dat staat in ver band met den werkelijkheidszin, die in dat tijdvak van overgang de West-Europeesche menschheid ging beheerschen. Evenals de Gothiek drie eeuwen vroeger een zinnebeeld is van den zin voor geeste lijke vrijheid, zoo brengt de overgang van de M. E. naar den Nieuwen Tijd opnieuw verruiming en bevrijding. De ontdekkings tochten hebben de wereld nu veel grooter gemaakt. Handelsrelatiën ontstaan met verre gewesten. In ander verband moet ik hierop terugkomen in 't volgende opstel. Nu dus kort. Men krijgt zin voor de dingen der natuur om huns zelfs wil: mèn let op dc schoonheid der werkeliikheid, niet meer als' in de M.E. als symbool maar om eigen schoonheid gezien. De buitenwereld er langt voor den mensch een zelfstandige schoonheidswaarde. We herinneren er in dit verband aan, hoe in de heele kunstwe reld het abstracte plaats maakt voor het levensvolle en werkelijke. Zoo is er on danks de symboliek in het beroemde al taarstuk van Lucas van Leyden een krach tig realisme. Zoo brengen tiidens de wen ding der eeuw mannen als Jacob Obrecht en Josquin de Prés uit de beslotenheid van het klooster de toonkunst in het volle leven En gelijk alles heenwijst. naar de verschei- derheid van het leven buiten de kerk. en men het schilderliike wil beleven, zoo streeft ook de bouwkunst naar picturale effecten. Het afwisselen van rooden bak steen met natuursteen is hiervan een ty pische uiting, die juist aan den Westgevel van de Pieterskerk zoo heel kenmerkend is. Daardoor maakt dat geveloppervlak met ziin ranke geledingen zulk een tintelend en vibreerend effect, vooral als men het ziet op ecnigen afstand links naar achteren. De huidige St. Pieterskerk.. Traceering Westportaal. Aan de Oostelijke muren en steunberen van de zijbeuken ontdekken we hetzelfde verschijnsel omdat deze door de ramp hci- steld moesten worden. RECLAME. oplossing, I beste middel 1 dringt in de spieren en verdrijft L$c, de pijn na enkele inwrijvingen. -■ Bij apothtkm «o drogUt® Twkrijgbatr.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 13