Sint Nicolaas Geschenken Aspirin- LEON SENFS GOUDEN JUBILEUM BIJ „DE PORCELEYNE FLES" TE DELFT. Ruime keuze VESTEN-PULL-OVERS SHAWLS HANDSCHOENEN Slobkousen over de knie 69sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 30 November 1928 Vierde Blad No. 21079 A. PARMEN1IER - BREESTRAAf 128 UIT HET PARLEMENT. Tabletten De pionier voor het Nieuw Delftsch. Dr. EL E. van Gelder vertelt in de in leiding tot zijn boekje over Pottenbakkers- kunst, dat de concurrentie van het Duit- sche poroelein en het Engelsch aardewerk, de algemeene rampspoeden van oorlog en vreemde overheersching een einde maakten pan alle ceramische productie in ons land. Hij begint zijn historisch overzicht iu ditzelfde boekje, met de vermelding, dat van de dertig fabrieken die er weleer alleen te Delft hebben bestaan, slechts een en kele overbleef „De Porceleyne Fles." Ad Le Comte als de kunstenaar en Joost Thooft ais de eigenaar, idealisten, die droomden van de mogelijkheid om op de oude Delftsehe tradities te kunnen voort bouwen en zoodoende de wedergeboorte van de Nederlandsche ceramische kunst te kunnen komen, waTen het, die met deze edele bedoelingen in 1876 aan den arbeid togen. Niet lang zou het duren of de beide genoemden mannen kregen de medewer king van twee anderen, de beeren Leon Senf (1878) en A .Labouehere, welke laatste in 1S34 tot de directie van de fabriek toe trad. Leon Senf de man die morgen zijn gou den jubileum bij de Porceleyne Fles zal vieren, deed er zijn intrede als jong teeke- naar, als schilder en ontwerper en uitvoer der van de ontwerpen van andere meesters vier stukken men, dat was de bedoeling met het z.g. nieuw Delftsch, op het pot- tenbakkerswerk ging oopieeren. Le Comte moge dan de eerste kunstenaar geweest zijn die zijn schouders gezet heeft onder het belangrijke werk dat men met den moed der wanhoop bezield doch vol ran idealen in 1876 te Delft is begonnen, Senf is de man die twee jaar later reeds naast hem stond en hem betrekkelijk spoe dig vervangen heeft op de leidersplaats in de Delftsehe werkplaatsen van de Porce- le.vne Fles Ter gelegenheid van zijn aanstaand ju bileum hebben wij den man die morgen een wel zeer zeldzaam jubileum gaat vieren en die reeds sinds tal van jaren in de om geving van onze stad, te Noordwijk-aan- Zee, aan den Duinweg zijn vriendelijke wo ning heeft, opgezocht, om een praatje met hem te maken over zijn arbeid. Althans dat was onze bedoeling toen wij op een van deze stormachtige da-gen naar Noordwijk togen en in de heerlijke omge ving van zijn prachtig atelier, tegenover deD man zaten, aan wie de Nederlandsche kunstnijverheid zoo onzegbaar veel ver schuldigd is ,Wij hadden Senf gaarne het een en ander hooren vertellen van zijn eigen werk in den loop der vijftig jaren. Doch slechts nu en dan noemde hij in het gesprek waarin wij weldra waren gewikkeld zijn eigen naam. Onvergelijkelijk beschei den als hij is, oprecht kunstenaar die zijn kunst dient omdat hij haar liefheeft, niet omdat hij met hetgeen hij wrocht, naar roem streeft, vertelde hij ons van zijn voor ganger Le Comte voor wie hij diepe achting en warme genegenheid heeft gevoeld en van de heeren Joost Thooft en Labouehere, die hij ons schilderde als de mannen zonder wier toewijding en volharding Nederland zijn laatste fabriek van Delftsch potten- bakkerswerk stellig had moeten zien ver dwijnen. En nadat hij ons over hun ver diensten voldoende had ingelicht, tracht Senf de aandacht van zijn eigen aandeel in den wederopbloei van de Delftsehe fabriek af te leiden en begint hij de groote ver diensten van den tegenwoordigen directeur den heer Mauser te 6chetsen. En hij ver telt hoe deze den stoot gaf tot het maken van bouwaardewerk, een massaproduct van de Porceleyne Fles, maar waarmede zij eveneens een goeden naam verworven heeft. En dan eindelijk als wij vragen hoe het in de eerste jaren gegaan is, hoe men de wereld veroverd heeft voor het z.g. nieuwe Delftsch, ziet Senf waarempel kans het weer over een anderen boeg te gooien en wijst hij er op hoe men het succes te dan ken had aan de bereidwilligheid van toen levende groote Nederlandsche schilders die ontwerpen afstonden om op het porceleyn te schilderen. Mauve, Maris, Toorop en Israëls en vele anderen waren het, wier werk wij begonnen te vereeuwigen op bor den en vazen. En dit werk ging er direct goed in vertelt Senf, in ons eigen land zoowel als in den vreemde. Het werd naar tentoonstellingen gezon den en overal werd het met hooge onder scheidingen 'bekroond. Parijs, Chicago, Brussel, Saint Louis. Het was prettig werken met deze schil ders, vertelt Senf. Zij hadden schik in de wijze waarop wij hun teekeningen bezig den en wij kregen ruimschoots ont'werpen ter bewerking. Toch gevoelden wij dat wij ook eens iets anders moesten brengen, dat wij meer konden maken dan enkel dit genre werk en reeds 6poedig legden wij ons toe op de uitvoering van tegelversie ringen in groote gebouwen enz. Zoo nadert bij dan eindelijk aan het werk waaraan hij zich met geheel zijn kunstenaarsziel ge geven heeft en waarover hij met merkbaar genoegen spreekt. Aan de machtige reus achtige werkstukken die hij, Senf, en nie mand anders vervaardigde in opdracht van prof. Van der Steur voor het Vredespa leis; aan dat voor het nieuwe Stadhuis te Botterdam en in het Ministerie van Kolo niën, in het gebouw van de S. H. V. te Bot terdam en in dat van De Schelde te Vlis- singep.. En dan eindelijk komt hij los en haalt hij ergens uit een hoekje van zijn atelier foto's en teekeningen van dit werk die hij ons zwijgend voorlegt, maar die hij zelf mee bekijkt, met een blik waaruit de liefde die bij voor dit werk koestert on«> duidelijk wordt. Men kent dit werk natuurlijk. Doch wist men eigenlijk wel dat het specimen van Senf's arbeid zijn Wist men dat hij al vorens prof. Van der Steur's opdracht uit RECLAME. v. Dames, Heeren en Kinderen '3 DB GLASBLAZER. te voeren, een studiereis gemaakt heeft naar Bavenna, vanwaar hij met verrijkten geest huiswaarts keerde Later als wij het gesprek brengen, op de verschillende gelegenheidsuitgaven van de Porceleyne Fles blijkt het, dat Senf ook de man is die daartoe het initiatief nam. Dat was in de moeilijke dagen toen de uit voer door de gevolgen van den oorlog stil stond en het bedrijf een van de vele moei lijke perioden genaderd was die het alleen dank zij de eendrachtige en doelbewuste samenwerking tussohen directie en artis tieke leiding vermocht te overleven. Men herinnert zich nog wel de bordjes die in ieder der mobilisatiejaren uitkwamen, fijn van teekening en uitvoering, maar fijn van gedachte vooral die ten grondslag lag aan de ontwerpen, en waarvan ook de opschrif ten welke zij vertoonen getuigen. Het is alles product van den geest en de kunste naarshand van Leon Senf. En men kent ook de ontelbaar vele an dere gelegenheidsborden, vazen, enz., ver vaardigd bij bijzondere Oranjefeesten of als geschenk van Nederland aan buiteu- landsche vorstenhuizen. Senf heeft ook het overgroote deel van dit werk zijn stempel gegeven. En even laat hij zich gaan hij erkent dat hem de waardeering welke hij zoo talrijke malen uit den mond van onze Landsvrouwe en van Hare familie leden, vooral ook van de Koningin-Moeder en van den Prins die allen herhaalde malen in zijn werkplaats te Delft op bezoek wa ren, hem wel evenvele gelukkige oogen- blikken hebben bezorgd. Het gesprek komt als vanzelf op het al lernieuwste werk van Delft, de Unica's, Senf schijnt daarover gaarne tet spreken. Men voelt dat dit werk zijn volle liefde heeft, dat hij de kunstenaar pursang, zich daartoe veel meer aangetrokken voelt dan tot het blauw, waarvan de techniek hem meer dan die van de vervaardiging der Unica's aan banden legt. Wij zijn daartoe gekomen door den heer Mauser zoo vertelt Senf. Hij had de goede gedachte om het was in 1910 een reis te maken naar München, waarbij ik hem vergezelde en waarbij ik de gelegenheid kreeg in de Pynapotheek een grondige stu die te maken van het oud Perzisch cera miek en het vele andere zeer oude en kos telijke werk dat daaT te bewonderen is. De heer Mauser slaagde er in een nieuwe techniek te vinden en zoo werd het moge lijk met wat wij onze Unica's noemen voor den dag te komen. Ook dit werk, met ge- stvleerde motieven aan dieren en planten wereld veelal ontleend, in mysterieus diepe en krachtige kleuren gewoonlijk, die soms door een glanzend lustre prachtig worden versterkt, werd gunstig ontvangen en be oordeeld en aangemoedigd door bet suc ces dat wij er van den aanvang mede be reikten, zetten wij vooral de vervaardi ging van dit werk krachtig door, Gemak kelijk is het niet, want het procédé is uiterst broos, vereischt dat het werk vier maal in den oven gaat, en de praktijk heeft ons geleerd dat niet zelden de vierde maal het werkstuk waaraan wij onze krach ten gaven te niet gaat, eenvoudig barst. Het is de risico van ons vak, die wij even wel gaarne aanvaarden en waardoor wij ons nimmer uit het veld laten slaan. WaaroveT wij ons verheugen zegt de heer Senf, dat is dat wij niet alleen de eenige overgebleven der dertig Delftsehe fabrie ken hebben, maap dat wij ook de baanbre kers voor het nieuwe werk zij'n geweest. Later, veel later eerst zijn de andere werkplaatsen als die van Achterberg, La- nooij. Colenbrander, Brouwer, Bozenburg en anderen gekomen. En het is onze trots dat- wij lang reeds voor 1900, lang reeds voor er in ons land ook maar in het minst sprake was van een kunstnijverheid op het gebied der pottenbakkerij zijn voorgegaan. Zoo tracht Senf ons andermaal te ver schalken en de aandacht af te leiden van zijn eigen persoonlijkheid. Doch als wij hem vTager wie zijn medewerkers thans zijn, komt hij in het goede spoor. Hij ver telt dan hoe er dagen zijn geweest, dat de fabriek met twintig schilders werkte. Por- celeinschilders, menschen, die nu en dan slecht® een eigen ontwerp verwezenlijkt EEN OUDE MAAIER. zagen, doch als hoofdarbeid de motieven van Senf en anderen op het porcelein over brachten. U begrijpt dat het mij niet doen lijk is een paar honderd maal hetzelfde motief te schilderen. Daarvoor hebben wy onze menschen genomen e»n zoo kreeg ik meer en meer tijd om mij aan ontwei pen te wijden. Ja zelfs bleef er altijd tijd over voor mijn ander werk waaraan ik mij zoo met hart en ziel altijd gegeven heb, aan mijn teeken- en schilderwerk en etsen. Ook daarmede heb ik altijd wel succes ge had. Er waren altijd en er zijn gelukkig nog steeds kooperB voor, menschen die er iets in zien en die op het bezit van mijn werk, dat ook in enkele musea hangt, prijs stellen. Een bepaald genre beb ik niet ver telt Senf, en de kostelijke doeken die in zijn atelier om ons heen hangen en die het vertrek zulk een weldadige warmte geven, een krachtig portret van mevrouw Senf in olie, naast een aquarel en een orayontee- kening naast een ets, een kleurig stilleven op den ezel bij het raam aan den duinkant zeggen ons meer, dan de bescheiden kun stenaar zou kunnen vertellen. Senf is ook lid van den Haagschen Kunst kring, waar h'ij wel een enkele keer expo- I seert. Evenals vroeger in Sint Lucas te Amsterdam. En ook van die tentoonstellin gen heeft hij gewoonlijk pleizier beleefd, evenals van de critiek die hem, hij ver klaart dit met genoegen, steeds welwillend is geweest. En wat Senf ons in dit verband vertelt, is teekenend voor den waarachti- gen, hoogstaanden kunstenaar die hij is. Het was in het begin van 1900, tijdens een tentoonstelling van den Kring in Den Haag, toen Jozef Israëls van een kunstlief hebber opdracht kreeg een doek te koo- pen. Hij had de voornaamste stukken die op de meest in het oogloopende plaatsen hingen gezien, doch kon geen keuze ma ken. Dan gaan we maar eens in de hoekjes kijken zeide Israels, die het Senf later ver telde. tot ziin vriend! En uit een van die verscholen hoekjes, waar de ,,hang-com- missie" het een zeer bescheiden plaatsje had toebedacht, koos Israels een doek dat hem terstond beviel. Het was het portret van een ouden glasblazer, een meester stukje van Leon Senf's talent en vaardige band. Die mededeeling van Israels en het briefje dat een anderen kunstenaar, de groote toonkunstenaar A. B H. Verhey mij zond, toen ik in opdracht, van lieden die hem huldieden. een tableau voor hem ge maakt had. en waarin bij mij schreef, „als er ooit een ramp gebeuren mocht, ais „er brand zou uitbreken in raiin huis, dan „weet ik wat. ik het eerste redden moet", die waardeering van zijn broeders in de kunst, is het welke Senf, de bescheiden mensch die morgen wel op andere wijze nog gehuldigd zal worden en wien Zondag als hij in zijn naar eigen ontwerp gebouw de villa te Noordwijk recepieert, stellig talloos velen en onder hen vele kunstenaars zullen bomen gelukwenschen, het dier baarst is. Moge men in breeden kring beseffen dat het jubileum van Leon Senf den thans achtenzestig-jarigen kunstenaar, is te be schouwen als het feest van een van Neer- land's zonen aan wie het land wegens de propaganda die hij voor onze kunstnijver heid over de gansche wereld heeft mogen maken, veel. onschatbaar veel verschul digd is. Hij, die in duizenden woningen van land- genooten en vreemdelingen gebracht heeft a thing of beauty, a joy for ever! (Van onzen parlementairen medewerker)# Den Haag, 29 Nov. 1928. De bevordering van het Incht« verkeer. De begrooting van Jn8titie aangenomen. De Tweede Kamer is heden begonnen met haar goedkeuring te schenken aan en kele belangrijke wetsvoorstellen zonder zicli in een debat eT over te begeven en zonder er over te stemmen. Vooreerst is aldus aangenomen het voor stel om met twee ton deel te nemen in het kapitaal der Kon. Luchtvaartmaat schappij ter bevordering van het postver-» voer naar en van Ned.-Indië. Goedgekeurd is ook het ontwerp om een leening aan te gaan van 42 millioen ter aflossing van dë 6 percents leening van 1923. Aangehouden is echter een wetsontwerp, krachtens het welk ook havenrechten zouden worden ge heven van de vissehers te LJmuiden. Van| onderscheiden zijden o.a. door de heeren Tilanus (C.-H.) en Van Gijn (Vrijheidsb.) werden bezwaren daartegenover geopperd cn minister Van der Vegte vond het toen, maar op raad van den heer Schouten (A.-R.), raadzamer de zaak ter nadere overweging en toelichting a-an te houden. Het wetsontwerp tot uitkeering van de volle bezoldiging aan op non-activiteit ge stelde officieren werd na een korte gedach- tenwisseling goedgekeurd. (Reeds in 't korfi door ons gemeld. Red. „L. D.") De Kamer is daarop voortgegaan met de behandeling van de Begrooting van Justitie en zij heeft haar afgehandeld gekregen# Eerst toen de klok kwart over zessen wees, gingen de heeren en dames huiswaarts, teni einde haastig nieuwe krachten op te doeö voor de avondvergadering van acht uur# Dat de degelijkheid wel eens iets geleden; heeft onder dergelijk haastige afhandeling, kan men zich voorstellen, maar gelnkkig was het debat, niet al te belangrijk; waar bij nog kwam, dat de minister hardnekkig onverstaanbaar was op de perstribune, zoo dat enkelen der daar zittende journalisten RECLAME. met sneeuw en ijs en de daarop volgende dooi is een vermaan tot bijzondere voozichtigheid. Verkoudheid, katarrh, en niet in de laatste plaats griep treden als gevolg van koude, natte voeten in verhoogde mate op. Ter bescherming tegen zulke verraderlijke vijanden Uwer gezondheid bestaat er geen beter cn afdoender wapen dan de Zij doen de koorts afnemen en verdrijven snel alle pijnen. Weiger namaak en tet er op, f 8 dat op elke tablet het woord f A ingestempeld ta.l®AYER Prijs 75 ets. 8393

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 13