LANGS GLIBBERIGE WEGEN
695te JAARGANG
DONDERDAG 22 NOVEMBER 1928
No. 21072
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van heden.
FEUILLETON.
LEIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
30 Cta per regel voor advertentiën uit Leiden eD plaatsen waar
agentschappen ran ons Blad gevestigd zijn Voor alle andere
advertentiên 85 Cts. per regeL Kleine Advertentiën uitsluitend
bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bij een
maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht Voor eventueele opzending van brieven
10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cts.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 25C0 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden 12.35. per week 0 18
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week 0.18
Franco per post 2.35 portokosten.
Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen
EERSTE BLAD.
Dr. J. KNAPPERT f
Te Heemstede is op de middaghoogte van
zijn leven, 40 jaar oud, na een ongesteld
heid van slechts enkele dagen, overleden
dr. Jan Knappert, arts.
J. Knappert, zoon van den bekenden Leid-
schen hoogleeraar. ontving zijn opleiding
aan de Universiteit alhier.
Xa zijn studiën voltooid te hebben, was
hij eenigen tijd werkzaam als scheepsdokter
en vervolgens als arts in Nederlandsch
Oost-Indië. Daarna vestigde hij zich achter-
Eenvolgens als psychiater te Middelburg,
Kageningen en Amsterdam, totdat een long-
landoening hém noodzaakte deze praktijk
neer te leggen en zijn eerste beroep weer op
!e vatten. Kort na zijn thuiskomst van een
naar Indiö is hij plotseling overleden.
r
INDISCHE WEEK.
Om kwart over drie is hedenmiddag van-
irege de Senaatscommissie voor de Indische
ITeek in het Trianontheater aan de Bree-
ilraat alhier een vertooning gegeven van de
„Bedevaart naar Mekka", die nog
ilechts kort geleden in den foyer van de
itadszaal voor genoodigden was vertoond.
)ok ditmaal heelt prof. mr Snouck Hur-
ironje voor de aanwezige studenten en an-
lere belangstellenden een korte inleiding
ol de film gegeven.
HANDELSREGISTER.
[AMER VAN KOOPHANDEL VOOR FABR.
VOOR RIJNLAND.
Opgericht: N.V. Vereenigde Schelpkalk-
sbrieken, Apothekersdijk 2-1 Leiden. Pres.
lomm.: J A. J. Trip, Coevorden; vice-pres.
»mm.: P. F. van der Wallen, Brielle;
:omm. seer.: P. W. de Vries, Leeuwarden.
fice-Kg Gga van den anderen
N.V. Schelpkalk, Apothekersdijk 3i, Lei-
icn. Pres. comm.: J. A. J. Trip. Coevorden;
rice pres. comm.: P .F. van der Wallen,
Brielle; comm. seer.: P. W. de V^es,
Leeuwarden.
Overleden commissaris P. Versieeven, te
's-Gravenhage, van de Dakpannen- en Klei-
nrenfabriek v.h. D. van Oordt en Co.,
Ifoubrugscheweg 10, Alphen a. d. Rijn.
Fa. Maarse en Kroon, Dorpstraat 237,
Leimuiden; benoemd tot gevolmachtigde
net beperkte volmacht: II. J. Keja Jr., te
Amsterdam.
DE NUTSTUINTJES OP STAALWIJK.
Misschien zijn deze nog nooit ter sprake
;ekomen onder 't publiek en toch bestaan
te al 16 jaren en hebben ze al dien tijd
'cel en velerlei nut gesticht. Heden is er
lanlciding er melding van te maken. Toen
tenige huurders dezer dagen er achter
twamen, dat hun voorman, H. C. Kohier,
leerenstraat 143, een krasse 70-er, den
!2en Nov., dus heden, 12jaar op den tuin
tou zijn, was er in minder dan geen tijd
ten commissie gevormd, bestaande uit de
heeren De Wolf, Bodenstaff en Waldkötter,
die maatregelen zou nemen om den jubila
ris te huldigen.
De heer H. C. Kohier.
De heer Kohier heeft zijn functie uitge
oefend tot tevredenheid van de pl.m. 90
huurders en tot genoegen van H.H. Com
missarissen. En wat een taak om de
grootere en kleinere belangen van zooveel
leden te behartigen, hun grootere en klei
nere ruzietjes te beslechten, tusschen
Bestuur en Leden een waar stootblok te
zijn. Onze geridderde getf politie-brigadier
met zijn stentorstem, heeft altijd orde,
vrede en rust weten te handhaven tot aller
tevredenheid.
Hedennamiddag gingen vier huurders
behalve de drie bovengenoemde nog de heer
W. Prins en de heeren Commissarissen
van 't Nut, van der Heide en Kuiper, hun
opwachting maken bij den jubilaris,
't Spreekt van zelf, dat 't aan cadeautjes,
bloemen en toespraken niet ontbrak en dat
de „eerewijn" niet vergeten was. De kleine
geschenken van de leden spraken van
groote hartelijkheid, omdat allen, niet één
uitgezonderd, er aan meegedaan hadden.
Alles getuigde van groote belangstelling en
waardeering; de bedoeling den dag tot een
blijden te maken was geslaagd Moge de
algemeen geachte voorman nog een poos op
hun tuin zijn is de wensch van alle
leden.
„GEMEENTELIJK GRONDBEDRIJF
LN HET ERFPACHT"
De Haagsche wethouder Vrijenhoek spreekt
in het Vclksgehouw.
Op uilnoodiging van het bestuur van de
Leidsche afdeeling der S. D. A. P. heeft in
het Volksgebouw aan de Heerengracht gis
teravond de Haagsche wethouder, de heer
M. Vrijenhoek, gesproken over bovenstaand
J onderwerp.
Mr. Van Eek opende de bijeenkomst met
te herinneren aan hel herhaaldelijk uilen
van den wensch der S.d a.p.'ers om gronden
in erfpacht uil te geven, in stede van deze
te verkoopen. Nooit is daarover nog in den
breede gesproken in den raad. maar met
het oog op de nadeTende behandeling van de
begrooting in den Raad. achtte men het
nuttig een man als den heer Vrijenhoek uit
te noodigen, iets over dit systeem naar aan
leiding van zijn ervaringen in de praktijk te
vertellen.
De heer Vrijenhoek vroeg bij de aanvang
van zijn betoog verontschuldiging dat wat hij
zou gaan vertellen, ook al omdat hij daarbij
I van cijfers zou moeten gebruik maken, droog
1 zou zijn.
Hij merkte daarna op dat de instellingen
van de grondbedrijven pas mogelijk ge
maakt was na de inwerkingtreding van art.
114 bis van de gemeentewet. De art. 113 en
114 spreken slechts van de daden en van
den gemeente-ontvanger.
Door het van kracht worden van 114 bis
werd het mogelijk bedrijfsverordeningen in
te stellen, die als een soort gemeente-grond-
wetjes zijn te beschouwen. In den Haag
heeft men in 1922 de verschillende bedrijfs
verordeningen tot ren samengevoegd.
De gemeente die gronden bezit, aldus spr.,
heeft behoefte aan een grondbedrijf voor
het beheer hareT gronden.
Spr. gaat na hoe de gemeente aan grond
bezit komt en constateert dat een der om
standigheden is onteigening. Voorts door
aankoop, hetzij in openbare veiling, door
onderhandsche aankoop, of op initiatief van
dei gemeente.
Heeft de gemeente eenmaal gronden, dan
rijst de vraag hoe ze moeten worden beheerd.
Aankoop van groote stukken kan ook fi-
namcieele moeilijkheden tengevolge hebben
voor de gemeente.
De gemeente wachtte nooit te lang met
het koopen van gronden. De gemeentewet
schrijft voor aflossing in rentebetaling van
de geleende gelden.
Het in leven roepen van een afzonderlijk
grondbedrijf levert hetv oordeel dat men alle
grondzaken afzonderlijk kan beheeren.
Aanvaardt men het principe, dan kan
het grondbedrijf worden beheerd zonder dat
de belastingbetaler gebukt behoe't te gaan
onder de lasten die voortspruiten uit het
bezit van gronden.
Dit wordt door de oppositie betwist. Spr. is
evenwel van het tegendeel overtuigd, en
hoopt van harte dat spoedig ook hier ter
stede B. en W. zullen overgaan tot het in
stellen van een grondbedrijf.
Mc-n dient bij de instelling daarvan na
tuurlijk met voorzichtigheid te werk te gaan,
moet de gronden die men kooDt degelijk
laten taxeeren, enz. Maar de voordeelen van
het Gem. Grondbedrijf schuilen niet alleen
in het principe dat men de gronden gemeen
schappelijk bezit maakt. Gemeenten welke
zich uitbreiden hebben in stijgende mate
gronden noodig, voor openbare doeleinden,
voor scholen, voor gas- electriciteitsbedrijven
enz., voor slachtplaatsen, sportterreinen en
begraafplaatsen, enz.
Men kan gronden daartoe benoodigd ook
verkrijgen door onteigening of door aankoop,
maar deze vormen van eigendomsovergang
zijn altijd min of meer in het belang van
den particulier en de gemeenten doen beter
gronden als 't ware ..in te slaan".
Het eigendomsrecht verschaft de gemeente
de absolute macht over de terreinen. Zij kan
er ongewenschte induslriën weren. enz. De
gemeenten moeten vooral aan de buitenkan
ten zooveel moge-lijk gronden koopen. Zij
kunnen daardoor dan de uitbreidingsplannen
geheel beheerschen. Ook dus met het oog
op stadsuitbreiding meent spr. dat gemeen-
I telijk grondbezit van groot belang is En
I verder in verband met goede volkshuisves-
1 ting.
Spr. gaat daarop na de noodzakelijkheid
van een meer actieve grondpolitiek door de
gemeente. Hij wijst op voorbeelden in het
buitenland die doen zien dat zij zich daar
van niet langer kunnen onthouden. Men
heeft immers ook tc waken voor het aesthe-
tisch aanzien van de moderne steden, enz.
Gelukkig ontwaakt dit bewustzijn onder den
invloed der Sd.a.p. ook meer en meer in
ons land. aldus spr. Hij noemt het eischen,
dal men gezond kan wonen en dat de waarde
vermeerdering der gronden tem goede komt
aan de gemeenschap, die onbewust heeft
medegewerkt tot die waardevermeerdering.
Prof. Treub in Vragen des Tijds. wees op
het belang van gemeentelijk grondbezit. Ook
de R.K. ir. Zoetmulder liet zich in gelijken
zin uit.
Spr. gaat vervolgens ma. hoe de grond be
schikbaar gesteld moet worden voor parti
culieren. En hij beveelt dan aan. niet ver
koop, maar erfpachtsuitgifte. Hij geeft ver
schillende voorbeelden waaruit bet nadeel
van verkoop blijkt en .wijst erop dat erf-
pachlsuitgifte h e t systeem is.
Na bepaalde lijd. b.v. 75 jaar. krijgt de
gemeente weer de vrije beschikking over den
uitgegeven grond. De' canon is intusschen
belangrijk verhoogd en de schuld op den
grond rustende afgelost.
Spr. citeert vervolgens de Nwe. Haagsche
Crt. tem bewijze dat ook Anti-llevolutio-
nairen het principe zonder bezwaren kunnen
aanvaarden. Een voordeel is ook. dat tus-
schentijdsche erfpachtsbeëindiging mogelijk»
is, waardoor bovendien onteigening over
bodig wordt. Er zijn lieden die vragen of
invoering .wel mogelijk is. omdat de hypo
theekbanken geen of slechts weinig hypo
theek zullen willen verstrekken op erfpachts-
gronden en opstallen op erfpachtsgrond ge
bouwd. Indien de gemeente evenwel zo»gt
evenveel of meer grond te bezitten dan de
particulieren, worden de hypotheekbanken
wel gedwongen. Men wake er slechts voor
in stelselloosheid te vervallen, en verkoop©
nimmer grond meer als eenmaal het prin
cipe van erfpachtsuitgifte is aanvaard.
En wil men er niet aan. dan kan de
Gemeente zelf een Hypotheekbank oprichten
en deze kan een best zaakje voor haar wor
den. Als de stok achter de deur kan deze
maatregel in reserve worden gehouden. Spr.
wijst er daarna op dat men in Den Haa*
twee potjes gemaakt heeft, waarin een be
paald percentage van de canon wordt ge
stort. Het eene is bestemd om na afloop van
den eTfpachtlermijn de aankoop van de op
stallen te betalen en het andere is een re
servefonds van uitgegeven gronden om de
gekochte gronden schuldvrii te maken. Door
een en ander wordt de credietwaardigheid
van de gemeente slechts verhoogd.
Voortgaande wijst de heer Vrijenhoek er
nog op. hoe de gemeente 's-Gravenhage 1/6
van alle gronden binnen haar grenzen in
het grondbedrijf heeft ondergebracht. De
stad Wcenen bezit 1/4- van alle gronden in
haar territoir.
De boekwaarde van het Haagsche gemeen
telijk grondbezit bedraagt thans volgens de
laatste vijfjaarlijksche taxatie f. 62.000.000;
de laatste begroloing sluit op f.59.000.000. De
schuld op de gronden bedraagt slechts
f 43.000.000, zoodat men een overwaarde
bezit van f. 19.000.000. Bovendien zit in de
pot voor opstalaflo9simg thans f. 725.000. in
de andere pot f. 930.000. Het batig saldo
komt natuurlijk in mindering van de (in
Den Haag nog 283 H.A.) niet uitgegeven
gronden. Het vloeit natuurlijk niet im de
BINNENLAND.
Ingediend is een wetsontwerp tot herzie
ning der Gemeentewet. (Binnenland. 2e BI.).
Verschenen is de memorie van antwoord
van den minister aan de Tweede Kamer
inzake de begiooting voor Jnstitie. (Bin
nenland. 2c Blad).
De verhondina tnsschen Nederland en
België. (Binnenland, 2e Blad).
De zigeunerplaag langs onze Znidelijke
grens. (Gemengd, 2e Blad).
Bij het Maasstation te Rotterdam zijn twee
wagons nit de rails geloopen. (Gemengd, 2e
Blad).
De uitspraak in de meineedzaken in ver
band met de moord te Cnlemborp. (Recht
zaken, 1ste Blad).
BUITENLAND.
De besprekingen over de ontwapening ter
zee worden voortgezet. (Buitenl. Ie Blad).
De Dnitsche schrijver Herman Sndermann
is overleden. (Kunst le Blad).
Bmtale diefstal te Marseille. (Buitenl.
Gem. 2e Blad en Tel. le Blad).
Gemeentekas, maar dient voor dekking van
rente van bouwgronden, enz. Het blijft dus
in het Grondbedrijf en f. 570.000 komt ten
goede van de gewone' gemeenterekening, als
een cadeautje dus voor de belastingbetalen-
den.
Met deze opsomming van cijfers en met
de opmerking dat hij hoopte daardoor en
door zijn geheelo betoog een einde mocht
hebben gemaakt aan de legende dat het
Grondbedrijf de Gemeente Den Haag niet
voordeelig zou zijn, besloot de heer Vrijen
hoek zijn inleiding.
Nadat hij de heeren Kooistra en Schüller
op eenige vragen had geantwoord, sloot mr.
Van Eek onder dankzegging aan den inleider
voor zijn leerzame voordracht en aan de
aanwezigen voor hun belangstelling, de
vergadering, met de verklaring dat het door
den heer Vrijenhoek gesprokene diepen in
druk op hem had gemaakt.
De vergadering werd behalve door de Soc.
leden van den Raad ook bijgewoond door
wethouder mr. Tepe en de Raadsleden ir.
A. G. Bosman. Van der Reyden en Ros
malen en door den Dir. der Gemeentewerken
Ir. A. M. de Blauw.
De wethouders Splinter en Goslinga had
den bericht van verhindering gezonden.
ACADEMISCHE EXAMENS.
Geslaagd is voor het candidaatscxamen
rechtsgeleerdheid de heer D. Mettzer van
Gulik (Hilversum).
Door R. L. de W.
43)
„Lola, wat heb je gedaan?"
„Ik ze keek onrustig om zich heen.
•Jk geloof, dat ik-ke je gevraagd heb." Toen
lachte ze een vreemd, koud lachje.
Beresford ging naar haar toe en bracht
Laar naar den stoel, dien Drewith juist ver
laten had. „Ga zitten," zeide hij vriende
lijk ,,lk begrijp er niets van."
Hij was weer volkomen meester over
hch zelf.
•.Ik geloof dat je het heelemaal niet
*oed vindt." ze slikte op een manier, die
deed vermoeden, dat tranen niet veraf
*aren.
..Waarom vertelde je dat aan Drew?"
Troeg hij. „Je weet, dat het niet waar is."
•Ja, maar het moet, 't Zij hield plot
seling op en keek hem in zijn oogen, terwijl
Jij op haar neer stond te kijken. „Iemand
heeft me hier gisteravond ujt zien komen."
..Beware mei" riep hij verpletterd van
J ^hrik.
..En dus was ik wel verplicht ten koste
I 7311 jou, mijn reputatie te redden." Haar
s'em klonk onnatuurlijk, in hooge mate
zenuwachtig.
...Wi* heeft je gezien?" vroeg Beresford
hijna ruw.
„Sir Alfred en Lady Tringe; ze reden
voorbij toen wij op een taxi stonden te
wachten."
Kreunend zonk Beresford terug in zijn
stoel.
„Waarom heb je me niets gezegd?"
vroeg hij.
„Och, ik wilde je er niet vervelend mee
maken." zeide ze zenuwachtig.
„Misschien hebben ze je niet gezien,"
zeide hij mei een gevoel van hoop.
„Ja, dat deden ze wel." zeide zij met
neergeslagen oogen. „Hun taxi stopte om de
mijne voorbij le laten gaan en toen zag ik,
dat Lady Tringe ons aanwees aan Sir Al
fred. Tegen etenstijd weet half Londen het.
Van onder haar oogharen keek ze naar
hem, zooals hij daar als een beeld van wan
hoop zat met- zijn armen aan weerszijden
van den stoel naar beneden hangend.
„Het spijt me erg; maar maar ik kon
niet anders Ben je heel boos?" vroeg ze
met bevende stem.
„Boos! Ik?" vroeg hij dof.
Tevergeefs trachtte hij zich alles le her-
1 inneren wat hij haar den vorigen avond had
verteld, 't Kwam allemaal doordat zij zijn
brieven en zijn telefonische boodschappen
j niet had ontvangen. De plolselinge reactie
had hem uit zijn evenwicht gebracht. Ze
hadden weinig gezegd over den toevalligen
samenloop, waardoor twee brieven haar niet
hadden bereikt. Beiden hadden gevoeld, dat
mrs. Crisp er de verantwoording van had.
„Toe wees niet boos op me," zeide ze.
even later liet ze zich van haar stoel glijden
en knielde bij hem neer Haar aanraking
scheen hem uit zijn verdooving te doen ont
waken. Me' een plotselinge beweging greep
hij haar vast en drukte haar tegen zich aan.
„O, mijn God. Lola, wat doe je. Je o,
mijn lieveling." Hij bukte zich en kuste
haar hartstochtelijk.
Met welgevallen nestelde zij zich tegen
hem aan. Op eens werd hij weer ongenaak
baar. „Zie je dan niet. dat het volstrekt
dat het beslist onmogelijk is'
„Zou je niet denken dat je na verloop
van tijd wel een beetje van me zoudt kun
nen gaan houden," informeerde ze schalks.
„Lola, begrijp je dan niet? Ik heb niets,
letterlijk niets om je aan te bieden. Als
Drewith niet komt opdagen, kan ik zelfs
de lunch niet betalen. Ik kan geen taxi be
kostigen. Gisteravond hebben ze mijn porle-
i feuille gestolen. Ik ontdekte het pas van-
morgen. Ik ben op, op en weg," besloot hij
j met iels in zijn stem dat op een snik leek.
„En toch kocht je nog voor mij die pracht-
bloemen." zeide ze.
Ze leunde voorover en begroef haar ge
zicht in de anjers. Beresford keek naar haar.
Langzamerhand begon hij alles in te zien
en hij moest wel toegeven dal het noodlot
inderdaad de zaak in handen had genomen.
Hoe kon nu juist die concierge een vriend
hebben in Bellevue. Waarom moest die
1 vriend nu juist bij hem komen even nadat
Beresford hem de brieven had overhan
digd om te posten? Waarom moest nu juist
die man uit Bellevue zijn oog laten vallen
op Lola's brief en waarom moest hij dan
nog bovendien aanbieden om dien brief mee
terug le nemen? Weer, waarom had Lola
haar verblijf in Surrey opgegeven en was
ze teruggekomen naar Londen? Verder
nog Hij sprong op en ging door de kamer
loopen.
„Weet je niet. wat ik doe?" Zij stond op
en kroop in een hoekje van den stoel, dien
hij juist verlaten had.
„Wat je doet?" herhaalde hij. terwijl hij
voor haar staan bleef.
„Ja," hakkelde ze. „Ik gooi me ge
woon aan je voeten en ze wierp vluch
tig een angstigen blik op hem, „en je helpt
me niets, niet een klein beetje." zij beet op
haar lip, toen even later bedekte ze weer
haar gezicht met haar handen en dook weg
in een hoek van den stoel.
Het volgend oogenblik lag Beresford ge
knield voor haar.
„Mijn lieveling: o, mijn liefste; fluis
terde hij, pogend haar handen te verwij
deren. „Je weet wel. je weet toch wel je
begrijpt toch, is het niet? voel je niet, hoe
onmogelijk het is, hoe hoe wanhopig
hield hij op
„Je hebt me gecompromitteerd en nu ver
neder je me," snikt ze. steeds met haar
handen voor het gezicht.
„Mijn lieve schat Lola toe, zeg dat
niet." Hij hield op. sprakeloos in zijn wan
hoop. „Neen, neen." Weer poogde hij haar
handen weg te krijgen, maar zonder suc
ces. Zij draaide alleen haar gezicht nog ver
der van hem af.
Beresford keek met een wilden blik om
zich heen, ergens om een ingeving of hulp
zoekend. Wat moest hij beginnen? Wat
Opeens deed ze haar handen weg
lachte, ja zo lachte hem vlak in zijn oogen.
In zijn verbazing ging hij achterover en
zat op zijn hurken en staarde, onbewust
van de koddige vcrlooning, die hij maakte.
„O. wat doe je gek," riep ze zenuwachtig.
„Toe sta op."
Langzaam deed hij het, in zijn waardig
heid gekwetst, maar twee tranen ziende, die
langs haar wangen biggelden, ging hij op
de armleuning van haar stoel zitten en trok
haar naar zich toe.
„Mijn lieveling," zeide hij ernstig. „Ik ben
zoo alles is. het is een beroerde boel. Ik
weet niet waar ik ben waartoe ik besta.
Soms geloof ik. dat ik krankzinnig ben
misschien ben ik het inderdaad."
Zij keek naar hem op. een vermoeid lachje
verhelderde even haar gezichtje, waar
droeve lijnen op geleekend stonden.
„Ik ben zoo op, Jerry," zeide ze. „Ik heb
geen oog dicht gedaan, geen oogenblikje,
geen secondetje," voegde ze toe met een
flauwe poging voor een grapje. „Wees nu
eens lief voor me. 't Was zoo moeilijk,"
meesmuilde ze; „moeilijk om te maken dat
je van me hield. Vermoeid sloot ze haar
oogen.
„Lieveling."
Hartstochtelijk drukte Beresford haar
tegen zich aan.
„Mijn lieveling," herhaalde hij en zich
buigend kuste hij heur haar.
Toen vertelde hij haar met een vloed van
woorden alles. Dat hij naar Londen terug
was gegaan om haar te zoeken, dat hij in
het Ritz Carlton had gelogeerd in de ver
wachting haar daar aan te treffen, dat hij
overal rond geloopen had, waar maar kans
was haar te ontmoeten, dat hij haar naar
Folkestone had achtervolgd en ten laalste,
j dat hij den weg om uit de moeilijkheden te
raken en dien hij nu bijna niet onder oogen
durfde zien. had aangegrepen.
„Lieveling." zeide zij, toen hij had uit
gesproken. „Lieve Jerry!"
(Wordt vervolgd).