DE OOLIJKE OESTERFAMILIE. 69sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 21 November 1928 Derde Blad No. 21071 Installatie van den nieuwen Burgemeester van Woubrugge. ■CikfL tïuai Wollen Dekens Satinet Dekens Voor elk onzer klanten een geschenkn61 FEUILLETON. LANGS GLIBBERIGE WEGEN Burgemeester J. E. Boddens Hosang. Den 27sten October j.l. werd bij Kon. Besluit benoemd tot burgemeester van Woubrugge en de grondbeerlijkheid Hoog- raade de heer J. E. Boddens Hosang, vo- 'intair op de secretarie te Bussum, wo nende te Laren, een joDgeman van nauwe- lijke 28 jaar, en alzoo de jongste van aJlo burgemeesters in Zuid-Holland. Toen de tijd van de installatie naderde, itaken vooraanstaande burgers de hoofden bijeen om te overleggen hoe men van de zijde der burgerij den nieuwen burgervader „een blyde incomfite" zou kunnen berei den. Er werd een ontvangstcommissie be noemd, bestaande uit de heeren A. van 't Riet, A. D. Hussel Henk, C. van Rijn en J. P. van Leeuwen. Het Raadhuis werd keurig versierd, en in de gemeente waren van de meeste particuliere woningen zoo vel als van de openbare gebouwen de drie kleur uitgestoken Twee kostbare bloemenmanden, wan Woubrugge en Hoogmade, prijkten op het podium in het Raadhuis en ook het se-are- tariepeTsoncel had voor een .bloemenhulde gezorgd. Met een vijftal auto's werd gistermiddag de heer Hosang met zijn verloofde en fa milieleden ©n vrienden, van het station te Leiden door de commissie afgehaald en al vast werd de verloofde van den nieuwen burgemeester een ruiker aangeboden. In Hoogmade aangekomen werd de nieu we burgemeester met gezang van school kinderen en met een bloemenhulde begroet en bij de aankomst met gejuich ontvangen. Intusschen werd het ook steeds drukker en om het knusse Raadhuis, waar de gemeen tearchivaris de wakkere heer Van Heines sen thans den scepter voerde. Spoedig was het vol menschen en autoriteiten, ambte naren en andere genoodigden uit de ge meente zelve en uit Laren en Bussum en omliggende gemeenten. Zoo waren er o.m. de oud-burge.meester der gemeente, de heer Bouwman en de burgemeesters van Laren, Koudekerk en Leiderdorp, ihr. mr. A. E. Humalda van Eysingha uit Laren, de pre dikanten der Herv. Gemeente en der Geref. Kerken ds. Lijsen, ds. Nauta, en de pastoor C. J. A. Borsboom, mr. Sormani, rent meester van de Vrije Grondbeerlijkheid Hoogmade mr. Heringa en de heer Venerea uit Laren, en de hoofden en het onderwij zend personeel der openbare en Christelijke scholen. Ook in Woubrugge zongen de leerlingen der verschillende scholen den nieuwen bur gervader het Wilhelmus", .,Wien Neer- lands Bloed" en enkele andere liederea toe. Nadat ook de zeven raadsleden hun plaatsen hadden ingenomen, verzocht de heer C. W. Lieverse, wethouder-loco-bur gemeester de leden Van Dam en De Vetten den nieuwen burgemeester binnen te lei den. Bij het binnentreden van den burge meester, gevolgd door zijn verloofde, reej. Van Dishoek, stonden de aanwezigen van hun zitplaatsen op. De loco-burgemeester opende de verga dering met gebed en verzocht den loco- secretaris den heer Van Reenen het Kon. Besluit der benoeming van den heer Hosang tot burgemeester voor te lezen. Nadat dit was geschied, richtte de heer L. zich ongeveer in dezer voege tot deD burgemeester en diens verloofde. In deze eerste door u bijgewoonde ver gadering wensch ik u van harte geluk met uw eervolle benoeming en heet u beiden hartelijk welkom in ons midden. Ofschoon de last uwer jaren nog licht genoemd mag worden, ziet gij u reeds geroepen tot de vervulling van een hoogst belangrijke, doch ook moeilijke taakhet verantwoordelijk ambt van burgemeester. 11. Daar heb je de vier kinderen Oester dan in hun nieuwe pakken. Otto is een matroos, Oscar een sportjongen en Oesje's vlechten komen veel mooier uit op haar nieuwe geruite ]urk, terwijl Oelie een keurig blousje draagt. Ze bewonderen zichzelf en elkander erg en ze gelooven niet dat ze ooit nog méér van die keurig-nette oesters tegengekomen zijn. Het gaat hun net als kinderen, die iets nieuws hebben: het maakt een beetje verwaand! 12. En wat zeg je wel van vader en moeder Oester? Meester Kreeft zelf is opgetogen over het werk zijner handen men. zijner scharen! „U ziet er allebei twintig jaar jonger uit dan toen U zooeven bij mij kwam," verzekert hij, „en op het vaste land gaat men op dit oogenblik juist zoo gekleed, dat heb ik nog kort geleden gehoord, toen ik eens luisterde bij den grooten telegraafkabel, die het modenieuws overbrengt van Parijs naar New York!" Ja, hij is een kundig man, die kleermaker Kreeft. Dit ambt toch, gij weet het, eischt niet alleen kunde en inzicht, doch ook voorzich tigheid en wijs beleid. Waar gij thans met deze gewichtige be stuursfunctie door Hare Majesteit onze ge- eerbiedigde Koningin begiftigd zijt, daar wenschen wij alleen u ook vol vertrouwen tegemoet te treden. Het is orhs reeds be kend, dat het behartigen van de l °langen der gemeentelijk huishouding u, naast zoo veel ander maatschappelijk werk, niet vreemd is. Bij hebt daarin reeds vrucht baar werk en arbeid mogen verrichten en i waar gij nu gereed staat het eerste burger schap onzer uitgestrekte gemeente te aan vaarden, daar hoop ik, dat het ook u ge geven mag worden, onder inwachting van den zegen Gods, werkzaam te zijn tot den bloei onzer weliswaar kleine, doch welva rende gemeente. Bij het streven naar dit schoon© doel moge ik u, sprekende uit naam dezer ver gadering, volgaarne de verzekering geven, dat. wij u steeds zullen steunen en terzijde staan, zooveel als in ons vermogen is. Ik begroet u hiermede als onzen nieuwen burgemeester en toekomstige burgemees tersvrouw en dTaag u bij dezen het voorzit terschap van onzen Raad over. Terwijl de loco-burgemeester hierna den Foto Bleuzé. In het Raadhuis te Woubrugge had gistermiddag de plechlige installatie plaats van den nieuwen burgemeester dier gemeente, den heer J. E. BODDENS HOSANG. Hierboven de nieuwe burgervader met zijn verloofde te midden van de leden der commissie van ontvangst en van den gemeenteraad. ambtskelen aan den nieuwen titularis over handigde, klonk warm applaus door de Raadzaal. Het oudste raadslid, de heer T. v. Ruyten, nam daarop het woord om namens den ge- heelen Raad den heer Hosang te feliciteeren, evenals diens a.s. echtgenoote. Spr. noemde den heer Hosang niet slechts burgemeester, maar ook burgervader en vader tc zijn van 2500 kinderen, groot en klein, is niet gemakkelijk (Gelach). Spr. is er echter van overtuigd, dat er een goede eensgezinde en dus gemakkelijk te leiden geest onder deze groote kinderen heerscht, die het besturen den burgemeester gemak kelijk maken zal (Applaus). De heer Tondu, het jongste raadslid, sloot zich met betrekking tot het welkom bij de vorige sprekers aan en constateerde, dat de omstandigheden den heer Hosang gunstig zijn geweest. Immers gij vindt hier twee fraaie dorpen met een betrekkelijke wel vaart, althans geen uitgesproken armoede, een goedgezinde bevolking, een financieel en administratief beheer, dat naar mijn be scheiden meening in goede orde is en ten slotte een raad, die naar het oordeel van velen, niet al te lastig is. Zoo wensch ik, Mijnheer de Burgemees ter, dat u, en ook de aanstaande Mevrouw Hosang, hier een werkkring en een familie leven moogt vinden, dat mede tot heil van Woubrugge en Hoogmade, naar uw beider voldoening is. (Applaus). Hierna was het woord aan den nieuwen ambtsdrager zelf. Na eenige inleidende woorden en de ge bruikelijke woorden van eerbiedigen dank aan H. M. de Koningin, Z,Ex. den Minister en den Comm. der Koningin in Z.H. ging spr. voort. M. H. Leden van den Raad. Gij die hier zit als vertrouwensmannen van Woubrugge en Hoogmade, gij ontmoet hier uw nieuwen Voorzitter die u verklaart dat het zijn op rechte begeerte is in de toekomst met u te mogen mede-arbeiden, die u verzekert de belangen der gemeenten met al zijn ver mogen te zullen behartigen. Een gemeente als deze met een verleden, wat door onzen ingezetene den heer van Hemessen zoo treffend is beschreven met een heden, heel in het land bekend en ge zocht kan niet anders of gaat een toekomst tegemoet tan voorspoed en welvaart. In het verleden waren veenderij en visch- vangst de hoofdbronnen van bestaan. Men bracht turf voort welke als de beste in het land bekend stond, beter zelfs dan de Frie- sche. Daarna werden landbouw en veeteelt zoo intens beoefend dat in 1903. volgens de vermelding in het boek van den heer van Hemessen, het bouwland in deze gemeente 140 HA. en het weiland 1950 H.A. besloeg waarop in dat jaar 6350 stuks vee graasden. De Hoogmadesche Leidsche kaas en boter waren overbekend. En dan de scheepvaart t In 1574 lezen we reeds dat Valdez met zijn voorhoede op weg naar Leiden met tal van schepen door de Woudwatering voer en later dat in 1657 de Woubruggenaren per jaarschuit reeds naar Leiden en Haarlem konden reizen; nog later in 1888 moest do brug over de Woudwatering voor 23 300 schepen gewipt worden en nu varen jaar lijks duizenden schepen voorbij. Met de scheepvaart staat scheepsbouw en scheepsmakerij in nauw contact, zij zocht grooler arbeidsveld, is het wonder dat de thans bestaande industrie door geheel het land bekend is? Deze gemeente, waarschijnlijk daleerend van 5 Augustus 1505, heeft een schitterend verleden, een welvarend heden, geve Gode ons kracht en wijsheid om te werken aan een welvarende toekomst. Moge het ons gegeven zijn eendrachtig samen te werken aan die toekomst. Hoe zal dit kunnen geschieden? Alleen, maar ook slechts alleen indien B. en W. en de Raad elkander wederzijds volkomen begrijpen cn waardeeren, maar bovenal elkander ver trouwen. Een blik op de wanden van deze verga derzaal bewijst dat men in Woubrugge in eere weet te houden wiens arbeid men waardeert. De historie van Woubrugge ziet als het ware op ons neer, bij onze bespre kingen, ons aansporende hun werk voort lo zetten, ons voorhoudende hoe door samen werking gegrond op toewijding en vertrou wen veel kan worden verricht tot heil van de geheele gemeente. Na hartelijke woorden van waardeering te hebben gewjjd aan zijn ambtsvoorganger en in RECLAME. Door R. L. de W. 42) „Weet je niet vroeg lord Drewith, toen hij langzaam en alles behalve lustig 2'jn beenen van onder het dek zwaaide op den rand van het bed ging zitten. „Weet je fret. dat a!!e vooruitgang, materieel zoowel intellectueel uit ontevredenheid voor komt?" ..Ja. mylord. dat kan wel," zeide Hoskins. .Ik heb uw nieuwe gekleede jas en veel meer klaar gelegd, mylord." ..Hoskins. je bent hopeloos." Lord Dre with stond op en rekte zich nog eens uit. JJan praat ik me over hoogere zedenkunde üj kunt je niet boven de gekleede jassen vesten verheffen Hoskins glimlachte en lord Drewith ver dween in de badkamer, waar in het eerste kwartie zijn monoloog begeleid werd door Plassen en ruischen van water. -Ik herinner me," zeide hij toen hij terug kwam en de kamerjapon omsloeg, die Hos kins voor hem ophield, „dat je eens be- *^rd hebt, dat er belooningen in het leven z,in Ik ken er maar één. jou koffie, en met- zette hij zich neer bij het kleine ont- Jj'if kleed je naast het bed. Het is het eenige dai in staat is de brooze draad mijns levens 0Dzeschonden te houden. Hoskins glunderde tegen zijn meester. '9 een krief nu. Beresford, my- er staat op: „spoed." „Je weet, dat ik nooit brieven open maak, waar „spoed" of „belangrijk" op staat," beide Lord Drewith verwijtend, ,,'t Betee- kent altijd, dat ze van belang zijn voor de afzenders, niet voor den geadresseerde. Je wereldkennis moest je dat geleerd hebben. Maar hoe het zij, maak maar open en lees me voor." Hoskins opende den brief en las: Beste Drew, Morgen bij het krieken van den dag ga ik weg naar ie koloniën, misschien ook verder, wie kan het zeggen Vertel jij het maar aan tante Caroline. Tot mijn spijt had ik geen tijd jullie persoonlijk goedendag te zeggen. Mijn beste wenschen voor je huwelijk. t. t. R. B." „Huwelijk, wat een opgepermitteerde aan tijging." mopperde Lord Drewith, toen een oogenblik later, alsof de inhoud pas tot hem doordrong, zeide hij nog: „Verder dan de koloniën. Wat is verder dan de koloniën?" zich tot Hoskins wendende. „Verder dan Australië is er niets, mylord.' „Niets? Ben je dan een atheïst? Hier, geef me die pantalon." Lord Drewith begon zich aan te kleeden. Zijn geest was plotseling ontwaakt, er was iets in den brief, dat hem bezighield, vooral in verband met eenige opmerkingen van den taatsten tijd van Beresford over de toekomst. Met ongekende haast voltooide hij zijn toilet Hoskins had hem nooit vlugger en beslister in zijn bewegingen gekend en was meer dan verbaasd over zijn ongewone stil zwijgendheid. Meestal bereikte Lord Dre with tijdens het kleedingsproces het hoogte punt van zijn ..doorslaan", maar vandaag was hij zóó stil, de eenige opmerking, die hij maakte was aan Hoskins om den con cierge te bestellen om een taxi te telefo- neeren. Den schijn van zich te vervelen, dien Lord Drewith als regel aannam, was ver dwenen. In zijn plaats was iets doelbewusts en tevens iets wat door angst gesuggereerd werd. Toen hij eindelijk stil hield voor St. Ja mes' Mansions, zag hij vlak voor zich een klein jongetje met een buitengewoon groote pet, gewikkeld in bruin vloeipapier. „Mr. Richard Beresford," piepte de knaap. De portier kwam te voorschijn en nam het pak vaD hem aan. „Hier, pas op," zeide de jongen," „het zijn bloemen," maar de concierge scheen het niet te hooren, want hij had opeens Lord Drewith in het oog gekregen. „Is mr. Beresford thuis?" vroeg hij. „Ja, mylord Wilt u maar in de lift gaan, dan zal ik u boven brengen." De concierge volgde met het pak. „Mr. Beresford is toch thuis?" „Ja, mylord," zeide de concierge. „Hij heeft pas ontbeten." Hij kende Lord Drewith goed en had order hem altijd direct boven te laten zonder eerst belet voor hem te vragen. Daarom maakte hij de deur van de flat open met zijn sleu tel en diende den bezoeker aan, gelijkertijd legde hij het pak op tafel, waarna hij ver dween. Een oogenblik staarden beiden elkaar aan, toen zonk Drewith met een zucht in een stoel tegenover zijn neef. ,,'t Is me altijd een raadsel." verkondigde hij, „hoe jij het toch klaar speelt zonder Hoskins." BeresfoTd gaf geen antwoord; maar schoof de sigaretten naar Drewith toe, die met veel zorg er één uitkoos, ze opstak en beiden rookten zwijgend door. „Moet je hier of daar lunchen?" infor meerde Drewith. Beresford schudde van neen en ging ver der met het pak van het papier te ontdoen. Met groote zorg ontvouwde hij het papier en vertoonde een pracht bouquet witte en kaneelkleurige anjers, saamgehouden door een breed myrte-groen lint. Hij had den bloemist getelefoneerd ze naar zijn kamers te laten brengen inplaats van naar Bellevue. Drewith keek zijn neef aan alsof het de gewoonste zaak van de wereld was voor een heer om zich zelf een buitensporig bou quet bloemen te zenden. Een andere ciga rette uitzoekend, stak hij ze aan met degene die hij maar half had opgerookt. Terwijl hij zich omdraaide om de afgedankte cigarette in den haard te werpen, ging de deur open en diende de concierge aan „Miss Craven. Bij het gezicht van Drewith ontstelde Lola even, een oogenblik hield zij haar adem in. Toen keek ze van den een naar den ander. Opeens vielen haar oogen op de bloemen. „O wat heerlijk," riep ze, zich toen tot Drewith wendend, informeerde ze ondeu gend: „Hebt u die meegebracht. Lord Dre with?" „Sinds onheugelijke tijden is het de ge woonte van Richard en mij," zeide Drewith, „om elkaar nooit te bezoeken zonder der gelijke prachtstukken Ik heb herr juist ge- inviteerd met me te lunchen. Zoudt u ons misschien gezelschap willen houden, miss Craven?" Een oogenblik stond Lola besluiteloos, toer. rich tof Beresford wendend, zeide ze at vindt je, Richard?" Beresford keek verwonderd op, dat zij met zoo'n gemak hem bij den naam noemde. „Weet u," ging ze door, zich eenigszins geweld aandoend, om de woorden er uit te krijgen, „het is feitelijk een feest. We we zijn geëngageerd. Ze staarde onafgpbro-» ken op de bloemen, haar wangen purper. „Ik ik begon Beresford, in de stel lige overtuiging, dat dit wel de wonderlijkste droom was. dien hij ooit gehad had. „Dan wil ik van geen bedanken weten,'1 zeide Drewith kalm. in niets blijk gevende van den chaotischen toestand van zijn her senen na zooveel mokerslagen van verras singen. „Ik moet nog even naar mijn kleer maker en zal en passant een tafeltje in het Ritz Carlton beslellen. En als ik soms wat laat mocht zijn .wacht dan niet op mij. H^b je het gehoord, Richard? Met mijn geluk- wenschen zal ik wachten tot dan." Toen hij zich omdraaide om naar de deur te gaan. keek Lola op. „U u is de eerste aan wien we het verteld hebben," zeide ze wat hakkelend. Met een glimlach, waar niet het minsfe cynisme in lag, stak hij zijn hand uit. „Ik denk dat u heel gelukkig zult wor den," zeide hij. Even later vervolgde hij, „als u eerst Richard hebt opgevoed; maar hij heeft een uitstekenden 9maak," zijn. oogen over de tafel gaan latend, .wat bloe men betreft," en met die woorden verliet hij de kamer. Wel een minuut lang stonden ze beiden elkaar aan te kijken. Beresford verbrak de stilte. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 9