LANGS GLIBBERIGE WEGEN 69!te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 10 November 1928 Derde Blad No. 21062 ROOKT TABAK VAN LUB BRIEVEN UIT BERLIJN. Londensch Aanteekenboek. FEUILLETON. i Buitenl. Weekoverzicht. Een week vol crises. Het lijkt wel of in deze week, nu de kerdenkiDg begint van tal van historische gebeurtenissen, overal eeD crisis moest uitbreken. Ln Frankrijk, in Roemenië, in Zuid-Afrika, in Portugal is de regeering afgetreden in België dreigt een val der regeering. Het lijkt ons ruim voldoende I En een crisis in Letland laten we dan nog maar rusten. In Portugal betreft het een van die nor male gebeurlijkheden, waarvan men weinig of geen notitie behoeft te nemen, dat is daar 6chenng en inslag en daarop zullen we dan ook niet verder ingaan Id Zuid-Afrika was tusschen den premier Hertrog en den minister van Posterijen Madeley een conflict gereaen. Minister Ma- deley weigerde echter af te treden. Daarop heeft Hertzog eenvoudig het ontslag van het heele kabinet aangeboden en zoo werd door hem toch zijD zin doorgedreven, want hij vormde natuurlijk het nieuwe kabinet, nu zonder Madeley 1 De crisis in Roemenië komt op een on verwacht moment, maar was reeds lang verwacht. Bekend is, hoe direct na den dood van Jonel Bratianu de oppositie den kop opstak en speciaal Maniu, de leider der Boerenpartij, op het aftreden der re- gecring aandrong. Vintiila Bratianu, de broeder van den overleden premier, in diens kabinet reeds minister van financiën, aam echter de leiding der liberale partij op zich en stoorde zich niet aan het geroep der oppositie, boe deze ook mocht demon- streeren. Plots is er evenwel verandering gekomen, hetgeen wij aan een tweetal oor zaken willen toeschrijven. Ten eerste moet binnenkort worden herdacht, dat Zeven burgen 10 jaren deel uitmaakt van het Roe- meensche koninkrijk en dat gaat toch heel moeilijk, wanneer Zevenburgen zelf wei gert, aan die feestelijkheden deel te nemen. En dat was het geval, daar de vooral juist in Zevenburgen zoo machtige Boerenpartij beslist onder een kabinet-Bratianu alle deelneming opzegde. Ten tweede was tus schen den premier en prins Nikolaas een geschil ontstaan, zijn oorsprong vindend in een liefdesavontuur van genoemden prins, die door Vintiila Bratianu heel beleefd, doch daarom niet minder dringend, was ge dwongen te PariiB afstand te doen van zijn herdersuurtje. Prins Nikolaas, voorzitter van den regentschapsraad, bracht Bratianu aan het verstand, dat zijn tijd van gaan gekomen was en detze moest zijn ontslag aanbieden. Vintiila Bratiann. De regentschapsraad zou het liefst een concentratie-kabiDet aan het roer zien ko men, doch Maniu houdt vast aan een re- georing, alleen door zijn partij gevormd. Door de opdracht tot kabinetsformatie te verleenen aaD den hals over kop uit Londen teruggeroepen Titulescu tracht de regent schapsraad zijn zin te krijgen, maar kans van slagen schijnt uitgesloten. Zonder den Boerenbond gaat het niet en daarom is Maniu thans oppermachtig. Hij weet dat en zal er zijn voordeel mee doen Bedriegen de voorteekenen niet, dan zal Maniu weldra het bewind kunnen aanvaar den om door nieuwe verkiezingen, die in Roemenië altijd uitvallen ten gunste van de partij, die het heft in handen heeft, ook in het parlement zich een meerderheid te verzekeren. De vrees, dat Maniu ex kroonprins Carol weer ten trone zou bren gen, is zoo goed als afgeloopen, gelet op hetgeen er gebeurd is! dit ten overvloede. Do ernstigste crisis, ook vanuit een alge meen standpunt bekeken, is echter het af treden van het Fransche kabinet-Poincare, terwijl juist de gevaren afgewend lekenIn het kabinet zelf waTen de artikelen 70 eD 71 tot eeD bevredigende oplossing gebracht Op het congres der radicalen eD soc. radi calen te Angers wisten de vier radicale ministers uit het ministerie-Poincaré even eens het gevaar ai te wenden zoolang zij zelf aanwezig waren. Nauwelijks had den zij echter hun biezen gepakt om deel te nemen aan een kabinetsraad, of de achtergebleven extremisten, met Caillaux aan het hoofd, sloegen hun slag en deden de eerst verworpen motie, die het aanblij ven der radicale ministers onmogelijk zou maken, aannemen. Dat beteekende de val van het ministe- rie-Poincaré, het kabinet der nationale eenheid, dat voor Frankrijk, zeer lang aan het bewind was, n.l. 2 jaar en 3 maanden. Een lichaam als een partijcongres (en dan nog een verloopen congres) durfde het bestaan, om midden in het nog niet voleindigde saneeringswerk van den franc een kabinet ten val te brengen, dat steun de op een parlementaire meerderheid! Ter wijl bovendien zulke belangrijke besprekin gen als de herziening der Dawesplannen in na verschiet liggen, staande eveneens in nauw verband met de veiligstelling van de Fransche munteenheid! Het toont weer eens de politiek op haar kleinst Door eeD en ander is men in Frankrijk in een zeeT netelige inwendige positie ge komen. Algemeen hoort men roepen om een terugkeer van Poincaré, doch gemak kelijk gaat dat niet. Is men eenmaal zoo ver gegaan als nu in Frankrijk, dan is er niet licht een terugweg voor een partij en zonder een opnieuw toetreden van de radi calen zal Panicoré zich zeker niet weer als premier beschikbaar stellen. Welke meerderheid echter dan gevormd moet en kan worden 1 Mogelijk dat bij ontstentenis van zoo'n mogelijkheid Poincaré weer op den voorgrond treedt I Naast deze regeeringscrises staat voorts nog de crisis in de Duitsche metaalnijver heid, die ongewijzigd voortduurt en zeker zal voortduren, zoolang niet de rechtsgel digheid der arbitrale uitspraak, waarvan <Je bindend-verkiarina de uitsluiting for ceerde, is vastgelegd. Wordt bevestigd, dat de arbitrale uitspraak wettig was, dan lijkt de zaak der werkgevers verlorenook door de moreele zijde van het geval. De stem ming in Duitschland is nu reeds zeer ten gunste der arbeiders In Amerika is de strijd voor het presi dentschap gestreden. Hoover heeft Smith geslagen met een onverwachte meerder heid. 't Is meer een strijd tusschen perso nen dan tusschen partijen geweest! Op buitenl. terrein zou niets veranderd zijn, wie er ook gekozen was. Het eenig ver schil is de binnenl. politiek. In dit opzicht is aan den bekenden econoom Hoover de voorkeur gegeven boven den strijdeT tegeD het droogleggen en den R K., die Smith was. VeraDdereD zal er ten aanzien der Amerik politiek niets RECLAME. Het bekende Amsterdamsche fabrikaat verkrijgbaar in Leiden bij: 866 H. G. J. WOLF, Breestraat 88. (Van onzen correspondent). Berlijn, 4 November. Vandaag is een wondere na-zomer blijk baar ten einde. En men mag er niet eens kwaad om zijnWant wie had er recht op, zulke heerlijke echte zomerweken eind October en begin November te beleven als we zoo juist achter ons hebben. Berlijn was niet te herkennen. In, weken, als iD normale tijden de ,,overgangskleeren" al bijna te koud ge worden zijn en de dames 's middags in de Tauenzienstrasse en op den Kurfür- stendamm haar nieuwe kostbare pelsen plegen te vertoonen, zaten we vóór de restaurants in de open lucht op de ter rassen. In November 1 Tot na middernacht ...Is 't te gelooven 1 Het leven in een wereldstad ziet er on der zulke omstandigheden dan toch heusch een beetje anders uit. Meü voelt de druk kende zorgen minder en ziet het steeds toe nemend verkeer met andere oogen aan. Ja, vooral het verkeer... Spreekt men daal met een waschechten Berlijn er over (er zijn 'r niet zoo heel veel!) dan probeert hij u te overtuigen, dat het in deze stad drukker is daD in Parijs, LondeD of New- York. Zijn trots schrijft hem die houding voor, ook al weet hij bij ervaring, dat „de concurrentie" toch nog heel wat meer ver keer heeft. Maar goed! toegegeven, dat de laatste twee jaren 6ommige deelen van Berlijn de „city" rondom Friedricb- en LeipzigerstTassede winkelbuurteD rond om den Alexanderplatzhet „Westen", waarvan de Kurfürstendamm het steeds stralender middelpunt vormt al aardig op de grands boulevards" of Piccadilly Circus" beginnen te gelijken. Toch is Ber lijn nog niet zóó'n wereldcentrum als de drie genoemde metropolen. En ik weet niet, of men daarginds soortgelijke erva ringen opgedaan heeft als hier; dat het meer dan drukke autoverkeer deze wijken ten slotte vrijwel onbewoonbaar zal maken 1 Niet alleen het onzinnige getoeter en geblèr der claxons maakt het leven in zulke stratencomplexen tot een kwelling, ook de blauwgrijze gassen., die uit de uitlaatklep pen omhoog stijgen (ik geloof, als niet- deskundige. dat we hier immers met een der gevaarlijkste, het koolmonoxvde. te doen hebben 1) hebben al onnoemlijk veel schade aan de gezondheid der omwonen den, en ook der voorbijgangers, op zijn ge- weten. j We merken het vooral als we in de veci gezondere stillere buitenwijken wonen en dan voor ons werk naar de city moeten. Na een half uur krijgen we een eieenaar- dig drukkend gevoel ïd het hoofd, dan barstende hoofdpijn. Ten slotte worden we niet zelden onpasselbk on moeten snel n^ar een zuiverder omgeving vluchten. Wie in die wijken woont, merkt natuur lijk niet in die mate de schadelhke gevol gen. Hij is tot op zekere hoogte immuura geworden. Maar het ;s een eevaarlijke immuniteit! Men slaapt moeilijk in en wordt 's ochtends half uiteerust wakker. Na twep, drie uren werken komt een luste loosheid. die vaak aan alle mogelijke oor zaken toegeschreven wordt en die toch alleen maar het gevolg deT auto-gnssen is. En merkwaardig genoeg willen de meeste geneesheeren dat nog altijd niet toegeven. Men doet geweldig geleerd, „onderzoekt" de lucht in drukke zoowel als in stille stra ten en stelt dan „wetenschappelijk" vast. dat die overal dezelfde is en nauwelijks nimmer goed dan aan zee of in het ge bergte. Een „opgemelde Berlijner" wil van zulke nadeelige invloeden van zijn geliefde stad al evenmin iets weten als de geleerde vak man. Maar de leek merkt heel andere dingen en vraagt zich af, hoe het er in de toe komst met de gezondheid en de werk kracht van ons arme stadsbewoners zal gaan uitzien als straks het aantal auto's in Berlijn de honderdduizend bereikt zal hebbeD en eT intusscben niet iets op ge vonden wordt om deze schadelijke invloe den te neutraliseeren. Ja, over zulke sombere dingen gaan we nadenken nu de heerlijke n^omerzon ons in den steek laat, een motregen dag en nacht ononderbroken het asfalt glibberig maakt en de steenkolen weer uit de kelders j naar boven gebracht worden. En dan te bedenken, dat het bij dit sombere weer morgen nog wel groot feest zal zijn in de Duitsche Rijkshoofdstad I De burgervader heeft gisteren een op roep in alle kranten laten zetten, waarin hij ons verzocht, de vlag uit te steken omdat de groote zilveren sigaar, die „Graf Zeppelin", gedoopt is en die de laatste weken heen cn terug over den Oceaan naar Amerika gevlogen is, ons ditmaal een meer officieel bezoek wil brengen. De nieuwste „Zep" was kort voor de groote reis al eenmaal boven de huizenzee van Berlijn, en toen hebben we vanaf balcons, pleinen en zelfs daken het gevaarte met bewondering nagestaard. Maar van dichtbij konden we ,,Zep" toch niet zien. Hij bleef nog een half uur boveD ons kruisen, want hij moest dienzelfden dag voor donker al weer in Friedrichshafen aan het meer van Constanz op stal staan. De Duitschers zijn terecht trotsch op hun „Zeppelin" en natuurlijk speelt daar bij de RToote politiek ook een rol van be lang. Men heeft nog altijd geen vrienden van beteekenis onder de grccte mogend heden en is in vele opzichten wel zeei af hankelijk van het overrijke en machtige Amerika. Men weet ook, dat men op de Vereenigde Staten alleen door technische wonderdaden indruk kan maken. En het moet erkend worden, dat men de laatste jaren in die richting ook een schitterende propaganda gemaakt heeft. Vier jareD geleden stuurde dr. Eckener, de opvolger van den ouden gTaaf Zeppe lin, zijn luchtschip „Z.R, III" vin Fried richshafen naar New-York, en sindsdien is het op grond der „herstelleveranties" als „Los Angelos" Amerikaansch bezit ge bleven. Die aankomst van de „Z. R. Ill" was reeds een onbetaalbare reclame voor Lhiitschland, waarbij niet vergeten raag worden, dat ongeveer 1/3 van de bewoneTs der „States" uit Duit-sch-AmerikaDen be staat, die over het algemeen reer sterk aan de oude ..Heimat" zijn bl'ivon hangen en die het hunne er toe bijgedragen heb ben om het Duitsche succes in Yankee kringen blijvend te doen zijn. De wijze waarop daarna eenige maan den geleden Koehl en Hiraefeld ontvangen zijn, toeD zij met hun „Bremen" voor het eerst den overtocht per vliegtuig van Ier land naar het vasteland van Amerika ge- gewaagd niet alleen maar ook uitgevoerd hadden, bewees hoe juist de Duitschers gezien hebben toen ze, ook ter wille vaD de internationale politiek, hun technische wonderprestatics juist naar de Nieuwe We reld richtten En nu kwam de „Graf Zeppelin", vloog door geweldige stormen heen en door niet minder geweldige terug en zorgde voor een geestdrift, die stellig Duitschland nog op geheele andere wijze tot voordeel zal strekken. En toch is het eindresultaat eenigszins anders dan men het zich oorspronkelijk voorgesteld had. Men had tot voor weinige weken gedroomd van een toekomstige Zep pelin-verbinding Berlijn—New-York, over eenige jaren natuurlijk nadat eerst een voldoend aantal luchtschepen gereed zou zijn, waarbij dan elke week zoo'n gevaarte met 20 tot 30 passagiers eD goed betaalde post de groote reis aanvaarden zou. Maar de ondervindingen van den tocht van de „Graf Zippelin" hebben in Fried richshafen en Berlijn reeds de overtuiging gevestigd, dat het er niet van komen zak Men meende ditmaal een geweldig schi]>. der-wolken gebouwd te hebben eD ontdekt nu, dat het voor de practijk... veel te klein is. Zelfs dr Eckener was de eerste om te erkennen, dat zijn luchtschip te geringen omvang heeft, dat de motoren te zwak zijn en niet voldoende snelheid bij tegep- storm mogelijk maken, eD dat onder zulke omstandigheden de reis thans hoogstens 1% k 2 dagen sneller zal gaan dan per schip, en als de zoo even te water gelaten schepen in de vaart zijn, zelfs (onder voor Zeppelins ongunstige omstandigheden) nau welijks eenige uren korter dan op de be proefde oude manier. En dan het verschil aan comfort! Men mag de „gemakken" voor de rei zigers van de „Graf Zeppelin" niet over schatten. Ik heb onmiddellijke inlichtingen ontvangen van Amei kanen, die de heen reis meegemaakt hebben en die dus eer lijker oordeelden dan de paar Duitsche journalisten, die uit overdreven patriottis me de zeer groote ontberingen verzwegen hebben. De waarheid is, dat het in de kajuiten ijzig-koud was, de kookgelegen heid primitief is, de bedden zoo klein, dat men zich nog minder kan bewegen daD m de vierde-klas8e-kooien van een landver huizersschip. Men schijnt bij slecht weer groote angsten uitgestaan te hebben, en het is wel teekenend, dat eenige Duitsche officieele gasten er de voorkeur aan gaven, per stoomschip terug te keeren, waardoor dan ook voor betalende passagiers (ruim 7Mj duizend gulden peT biljet!) enkele plaatsen vrij werden. Op dit traject zal dus stellig géén Zep pelin-verkeer komen. Maar men wil nu Europa op deze wijze met Zuid-Amerika verbindeD en onderhan-, delt met alle mogelijke instanties om er de duiten voor bijeen te krngen Stellig: de technische resultaten zijn ge weldig en de grootste bewondering waard. Maar voor bet pract-iscb verkeer blijft er weinig over. Tenzij de heeren ingenieurs weer iet-s uitvinden, dat alle voorspellin gen te schande maakt... ROLAND. RECLAME. H. P. H. KEEREWEER BEGRAFENISSEN THedl AUTO-TRANSPORT Aalmarkt 16 CREMATIE 7426 (Van onzen Londenschen Correspondent) DE A.S. TENTOONSTELLING VAN NEDERLANDSCHE EUNST. Burlington House, het tehuis van de Royal Academy in Piccadilly, zal naar elko Nederlander reeds moet weten in het be gin van 1929 een keurverzameling van Ne- derlandsche oude en nieuwe schilderkunst bevatten. De Tentoonstelling is reeds goed op weg naar haar verwezenlijking Dat bleek toen dezer dagen de Anglo-Batavian Society hier een receptie hield, waar men kennis kon maken met de leden van het Comité en waar over de voorbereidingen een en ander werd geze-ri co-ri door pen Britsch lid van het comité, Sir Robert Wilt, daarna door Dr. Martin van het Maurits- huis. De Anglo-Batavian Society is de grootste drijfkracht achter deze schoone be weging. Daarvan getuigde ter receptie de Door R. L. de W. 33) „Nooit als het van mij afhangt." Toen zich plotseling naar haar toebuigend zeide hij: „Goed, ik zal in ernst zijn. Ik ben in vollen ernst, wanneer ik u vertel, dat ik ge durende de laatste negen dagen gelukkiger ben geweest dan ooit tevoren. Ik ben in vol len ernst als ik zeg, dat ik uw gezelschap buitengewoon op prijs stel," even haperde zijn stem. „Ik ben in vollen ernst, wanneer ik u vertel, dat ik heel dankbaar ben voor het vertrouwen, dat u in mij gesteld heb. O L0I3, je bent buitengewoon geweest, meer buitengewoon dan ik wist dat ooit een vrouw kon zijn. Je bent een prachtexem plaar." Glimlachend keek hij haar recht in de oogen. <Jie zij dadelijk neersloeg. ..Ik ben klaar." zeide hij luchtig, ,,'t Ge beurt niet dikwijls. „Toe wees niet zoo." De woorden kwa bijna als een snik van haar lippen. Hij keek naar haar en leunde over de tafel en even legde hij zijn hand op de hare. >.Wat is er?" ..Och ik ben dom, dat is alles," riep ze opspringend „O. daar heb je het poesje WePr" zeide ze. met haar parasol wijzend ..Laten we maar gaan." riep ze. vroolijk Daar het hek gaand. Zwijgend reden ze lerug naar Folkestone, voelden zich teleurgesteld. Beres lord over zichzelf, omdat hij, al was het maar voor een oogenblik, de reserve, waar achter hij zich had verschanst, had laten varen. Lola over iets, dat zij niet met woor den kon noemen. „Krijg ik geen antwoord op mijn vraag?" vroeg hij schertsend, toen hij haar voor den ingang van het hotel hielp uitstappen. „Dat zal ik u na het eten zeggen." glim lachte ze „als we langs de „Lea9" wande len. We krijgen vanavond een prarhtmaan." vervolgde ze, hem alleen latend met de overtuiging, dat naar alle waarschijnlijk heid de middag niets zou zijn vergeleken bij den avond. Naar boven gaand om zich te kleeden besloot hij aan tafel geen wijn te drinken. 2. Toen Beresford 's avonds de eetzaal bin nen ging. stond de oberkellner te draaien, zeker op Lola wachtende, dacht hij. Tot zijn verrassing echter kwam hij glimlachend en handenwrijvend naar hem toe. „Ik ben maar zoo vrij geweest over uw tafeltje te beschikken, sir, nu u toch samen met miss Craven dineert." zeide hij op den zoetsappigen zalvenden toon dien hij steeds tegen Beresford aansloeg na hun laa'stc schermutseling over mr. Montagu Gorden, wiens Schotsche naam zoo'n merkwaardige tegenstelling vormde mei zijn neus. In het zalige vooruitzicht van een tête a tête met Lola knikte Beresford zijn toe stemming met een onverschilligheid, die hij allesbehalve gevoelde-, hij ging naar haar tafeltje en nam den sloel tegenover dien waarop zij gewoonlijk zat Hij bemerkte dat aller oogen speriaal de vrouwelijke, op hem gevestigd waren Waarom zou zij hem niet gezegd hebben, dat hij bij haar mocht eten? 4 Mogelijk een plotselinge inval. Het vooruit zicht maakte hem uitgelaten. Al zijn vroe gere gewetensbezwaren waren verdwenen. Niets lelde meer. Allen nog dit wonder baarlijk groote geluk en dan de ontknoo ping. Er was niets aan te doenl Zalig toch om te leven De komst van Lola stoorde hem in zijn gedachtengnng; zij werd voorafgegaan door den onafscheidenlijken oberkellner. Ze had -*en eenvoudige zwarle japon aan, met als ■enige versiering een toef roode rozen Hij trilde toen hij begreep dat het de rozen wa ren. die hij haar den vorigen dag had ge zonden. „Wat denkt u wel van me?" informeer de ze „Mag ik het zeggen?" vroeg Beresford „Ik ben vanavond, geloof ik. in een dolle bui," riep ze uit. intusschen haar servet ovpr haar schoot uitspreidend „Ben ik de saus. die bij uw dolheid ge ilend moet worden?" vroeg hij. Zij lachte. „En u?" vroeg ze. „Nuchterder dan ooit," glimlachte hij. Zij trok een gezicht. „U ziet er zoo stralend en gelukkig uil." nompeldp hij half in zich zelf. „dat....", plotseling brak hij af. „Aardiger dan op een hek?" vroeg ze uit dagend. „Niets kan aardiger zijn dan dat." zeide hij ernstig, bedankend voor den wijn. dien de kellner op het punt stond in te schen ken. Zijn bedanken opmerkend keek ze naar hem met vraiend opgetrokken wenkbrau- ïrauwen. Hij trok zijn weigering in de kellner deed den hals van de flesch naar omlaag gaan en de wijn vloeide in het glas. „Waarom niet?" vroeg ze, op het wijn glas wijzend „Ik ben vanavond heusch in een dolle bui." liet ze weer volgen. „Op dat punt hebt u me al in uw vertrou wen genomen „Zoo, heb ik dat!" ,,'t Komt vermoedelijk door een gevoel van verlatenheid onder uw sekse." Ondeu gend keek hij over zijn lepel soep haar aan. ,.Een gevoel van „Iedere dame hier in de zaal heeft haar op- of aanmerkingen op u," zeide hij. „Met andere woorden, u staat volkomen alleen tusschen uw sekse, de vrouwelijke sekse." „Hel kan me niets schelen lachte zij. „Aan den anderen kant ging Beresford door. „is het mannelijk geslacht als één man op uw hand. Dat maakt den toestand feitelijk nog erger. Een poosje alen ze zwijgend door. „Als ik in uw omstandigheden was zij hield op om te zien of hij haar begreep. „Ik geloof, dat ik u wel door het doolhof kan volgen." glimlachte hij. „Dan zou u opgewondener zijn," vol tooide zij flauwtjes „Opgewondener?" vroeg hij verward. „Opgewondener dan nu." Uitdagend keek zij hem aan. „Tenzij u die opmerking onmiddellijk terugneemt." zei hij waarschuwend, „sta ik er op. dat u mij den pols voelt „Ik neem ze terug." zeide ze gejaagd. „Voor de koffie komt zou ik graag eens met 11 billen klinken." „Klinken?" herhaalde ze met schitteren de ooien. „O. zeg waarop?" „Will u er anders niet op drinken?" „Toe, zeg 't nu" smeekte ze. „Op sen zeker hek aan den weg in Sur rey" zeide hij ernstig, zijn glas opnemend. „OTeleurstelling lag in haar stem; toch nam ze lachend haar gla9 op en dronk. Later, even voor ze van tafel opstonden, zeide Beresford: „En nu heb ik u nog niet eens bedankt dat u mij te dineeren hebt gevraagd „Ik heb u niet gevraagd", zeide ze, op staande en haar zakdoek oprapend. .U heb alleen aan den kellner gezegd u hier te plaatsen." Hij boog eerbiedig. „Mag ik weten waar om?" informeerde hij „Omdatik er lust in had, en nu ga ik mijn jas halen." zeide ze hem voor gaand. de eetzaal uit Beresford. die volgde, was verrukt te zien welk een sensatie zij bij de overige gasten gaven. De maan was nog niet op. Er was geen wind; het was een doodstille avond Een gil of een lach. die af en toe door de druk kende stilte heenkTonk. deed haar nog dieper schijnen. Slechts een vlammertja verried de plaats waar deze of gene een sigarette of pijp aanstak. „U hebt mij nog niet geantwoord op mijn vraag over morgen", zeide Beresford. Zij gaf gepn antwoord Na een heele poos herinnerde hij haar. dat hij nog steeds wachtte. „Ja. zeide ze op de manier van iemand die zijn gedachten tracht te ver zamelen „Ja zij aarzelde „Uw reputatie?" informeerde hij Zij knikte. „Maar....", begon hij. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 9