Het nieuwe Radio-Ontvangstation bij Noordwijk A 9«te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 10 November 1928 Vierde Blad No. 21062 BOUWKUNSTIG SCHOON. Üjwtfaruj. li keiwLre, wet kent HEEREN-BAAI Meyendell was te klein - De officieele indienststelling door den Directeur-Generaal der P. T. T. ir. DAMME - Het nieuwe oor van Nederland. Bui ten aanzicht van het ontvangstation met congiergewoning. Een van de allereerste voorwaarden oor een storingvrije draadlooze ontvangst een volstrekt geïsoleerde ligging van het alvangstation. In dat opzicht voldoet het adio-station bij Noordwijk, dat gisteren oor den directeur-generaal van den post- !egraaf- en telefoondienst, ir. Damme (ficieel in dienst gesteld is zeker aan de Irengste eischen, welke men te dezer zake 'U kunnen stellen. Het is voor den radio-liefhebber en ie is dat tegenwoordig niet? die met gen oogen eens het nieuwe station zou illen aanschouwen, een heele onderne- de plaats te vinden, waar de ge euwen verrezen zijn, afgezien nog van et feit, dat hij toch niet zijn nieuwsgierig- eid zal kunnen bevredigen, daar de weg, elke vanaf het Noordwijksche Langeveld laar het station voert evenals het gebouw :£.lf op rijksdomeingrond ligt en als zoo- anig niet voor onbevoegden toegankelijk is. Journalisten zijn geen lange-afstand- oopers en dies was het goed gezien van en chef van den persdienst van het ioofdbestuur der Posterijen en Telegrafie, en heer J. G. Pater om onze energie aan :n kilometerslange wandeling door de 'oordwijksche duinen te verspillen, doch n vijftal auto's tot onze beschikking te 'ellen, welke in korten tijd het gezelschap an het Leidsche Stationsplein naar het ieuwe ontvangstation achter Noordwijker- out brachten. Onder een stralende herfstzon ging de tocht door de schitterende duinlandschap en toen na een goed half uurtje de auto stopte voor een vriendelijk-uitziend land huis, waarvan de frissche roode ep groene ticuren in weldadige overeenstemming wa ren niet de landelijke omgeving, kostte het Jds moeite te gelooven dat we than9 op toordwijk-radio waren aangeland. Edoch, helderwitte letters boven den cur-ingang lielen niet den minsten twijfel Dienaangaande toe en bovendien getuigden De vele hooge antenne-masten, welke het pbouw als een moderne palissade om ringen van den aard van het belangrijke *crk, dat hier tot stand gekomen is. Toen allen zich in de lange ontvangzaal fiadden vereenigd, trad de directeur-gene ra], de heer ir. Damme naar voren om in welgekozen bewoordingen allen welkom te heeten en zijn spijt uit te drukken, dat tweë mannen, met name de hoofd-ingenieur ir. Boetje en ir. Coomans, die zich bij de voorbereiding en de uitvoering van den bouw zoo bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt, hier niet tegenwoordig konden zijn. IR. DAMME. Een afzonderlijk woord van welkom riep spr. toe aan het hoofd van den Rijksge bouwendienst, den heer van Lijnden, dien hij dankte voor de wijze, waarop spr. met hem had mogen samenwerken. De heer Damme noemde het gebouw in elk opzicht bevredigend, zoowel wat de inrichting als de voortvarendheid, waar mede het werd gebouw betreft. Het geheel maakt ondanks het gemis van alles, wat naar luxe zweemt, een aangenamen indruk. Verder begroette spr. met vreugde de ver tegenwoordigers van de administraties, welke dezelfde belangen behartigen in de koloniën, n.l. het hoofd van den telegraaf- en telefoondienst in Ned. Oost-Indië, den heer Keukenmeester en den chef van den radiodienst in Suriname, den heer Mobach. Spr. deed vervolgens eenige mededeelin- gen over het telefonisch verkeer met Oost- Indië, dat begin Januari voor het publiek wordt opengesteld, zooals we gisteren al berichten. Het ligt in de bedoeling de ge wone gesprekken te doen voeren den dag volgende op dien van aanvrage. Den aan vrager zal dus, wanneer hij zijn aanvrage indient worden medegedeeld, dat hij het gesprek den volgenden dag omstreeks zoo en zoo laat kan voeren. Bovendien wordt de aanvrager zes min. voor den aanvang van het gesprek nog maals telefonisch gewaarschuwd. Tevens greep spr. de gelegenheid aan om de geruchten tegen te spreken als zou de Scheveningsche zender voor broadcasting aan een Engelsche maatschappij worden afgestaan. Deze geruchten zijn evenals die ten aanzien van beeldtelegrafie ten eenen- male onjuist. Waar de toeneming van de beteekenis van dit station rechtstreeksch verband houdt met de toeneming van de handels betrekkingen tusschen Nederland en het buitenland, uitte spr. tenslotte den wensch, dat allen, werkzaam aan dit station hun beste krachten zouden geven om het be drijf vlot te doen functioneeren. Alvorens daarna het bedrijf in oogen- schouw werd genomen, gaf een der tech nische ambtenaren, de heer van Gessel een overzicht van de wordingsgeschiedenis van dit station, alsmede van de ontwikke ling van het gansche bedrijf in Nederland. Het eerste station was te Sambeek geves tigd ,doch alras werd uitgezien naar een ves- tigings-mogelqkheid op een gunstiger gele gen plaats, welke gevonden werd te Meyen- del in de Wassenaarsche duinen. De dienst van het station te Sambeek werd op 4 Aug. 1924 door het nieuwe station overgenomen. Aanvankelijk was de hier beschikbare ruim te meer dan voldoende. De opening van het verkeer met Amerika, de wonderbaarlijke triomf van de korte golf en later de com municatie met Europeesche landen leidden echter tot een zoodanige uitbreiding, dat uit zien naar een nieuwe huisvesting noodza kelijk werd. Door den funesten invloed van autoverkeer op de kortegol ontvangst moest het bestaande terrein ongeschikt wrorden ge acht. De keuze viel op het tegenwoordige ter rein in de duinen benoorden Noordwijk aan Zee. Op 22 Juli 1927 werd deze beslissing geno men. Nadat de moeilijkheden uit den weg waren geruimd kon de Rijksgebouwendienst op 1 Januari 1928 den bouw aanbesfcedon, waarna op 4 April de bouw kon aanvangen. Kijkje in de groote ontvangzaal. Op 28 Augustus j.l. kon een aanvang worden gemaakt met het beproeven der radio-techni sche installatie, en op 11 September werd da tweezijdige Europeesche lange golfontvangst van Meyendel overgenomen. Na 7 October was dit station uitsluitend in reserve, 17 Oct. werd het voor telegrafieontvangst gesloten. Nadat aanvankelijk slechts op een betrek kelijk klein aantal uren per dag met N.O.- Indië kon worden gewerkt, bleek aldra dat dit met kortegolfzenders voor uitbreiding vat baar was, zoodat ten slotte in Mei 1928 een 24-uursverbinding veelal met hoog seintem- po mogelijk bleek. Het aantal toestellen groeide eveneens ge stadig, de technische installatie werd ge compliceerder, voldoende ruimte ontbrak, ter wijl verkeersopening met andere correspon denten finantieel wenschelijk was. Zoo kwam in 1923 het verkeer met Oost- Indië tot stand; in 1925 dat met New-York; in 1926 met Weenen en Kopenhagem; in '27 met Suriname en in '28 met Praag, Oslo, Bern en Curacao. Het station is bedoeld aks universeel ontvangstation in den lande, ook voor Indië, en staat rechtstreeks telegrafisch doorver bonden met Amsterdam. De geïsoleerde ligging, brengt vanzelf moeilijkheden mede voor het personeel. Daar om is o.a. in de conciërgewoning een viertal slaapkamers bestemd om de ambtenaren ge legenheid te geven b\j slechte weersgesteld heid of in bijzondere gevallen op het sta tion te overnachten. In het dorp Noordwjj- keerhout zullen voorts vijf dienstwoningen voor de gehuwde ambtenaren worden gebouwd. Ondanks de uitbreiding van het aantal toestellen van twee tot drie en dertig is het aantal ambtenaren vrijwel steeds even groot gebleven. Behalve centrale verwarming heeft het station een eigen watervoorziening, waarop tevens de eigen brandspuiten kunnen wor den aangesloten. De heer ir. Vormer, het meer technische gedeelte besprekende, vertelde o.m., dat voor de ontvangst van de langegolfstalions (2 ül 20.000 M.) gebruik wordt gemaakt van aarddradenkruisen (2 stuks) gecombineerd met twee circa 40 Meter hooge antennes. Voor de korlegolf-stations worden gebruikt 2 horizontale en 3 verticale dipoolantennes en van 12 beverage-antennes. Het grondoppervlak der Ontvangzaal be draagt ongeveer 8 X 36 M. 2. De toestellen zijn opgesteld evenwijdig aan de as van het gebouw, waardoor het geheel buitengewoon overzichtelijk is. De ontvangzaal is in 4 afdeelingen ver deeld, nl. Europeesche langegolf afd. 2000-?- 8000 M. kortegolf 30 45 M. Transatlant. kortegolf 15 -s- 50 M. langefolf 10000 -5- 18000 M. De Europeesche langegolf afdeeling bevat een groep van 8 zg. enkele zwevings-ont- vangers. De Enropeesche kortegolf afdeel ing bevat 6 kortgolf-ontvangers. De toestellen, welke hier thans gebruikt worden bevatten detec tor met laagfrequent versterking, eventueel aangevuld met een begrenzer. Transatlantische kortegolf afdeel ing. Naast de Europeesche kortegolf afdeeling zijn 4 toestellen opgesteld voor ontvangst van •N. Amerika en West-Indië. Aan de andere zijde van de zaal staan 10 toestellen voor ont vangst van Indië. De Transatlantische langegolf afdeeling bevat 5 zg. dubbel-zwevingsloestellen. De ontvangzaal bevat verder o.a. een commutalorposl, waarop alle verbindingen met de bedrijfscentrale uitkomen en twee rekken met kabelversterkers. Twee controle- schrijfinrichtingen, midden in de ontvang zaal opgesteld, maken het mogelijk de goede afregeling van de toestellen te conlroleeren. Nadat groepsgewijze onder deskundige lei ding een rondgang door het gebouw was ge maakt, werd per auto gereden naar Noord- wijk-Binnen. waar in het „Hof van Holland'* een eenvoudige, doch smakelijke lunch ge reedstond. Ir. Damme heeft daarbij de journalisten nogmaals bedankt voor hun aanwezigheid en den wensch uitgesproken, dat heigeen naar aanleiding van dit bezoek over Noord- wijk-Radio geschreven zal worden, ten goede zal komen aan de ontwikkeling van dit be drijf, waarop heel Nederland trotseh kan zijn. Hetgeen dan ook de wensch is van den schrijver dezer regelen. IDEËEL BELANG DER BOUWKUNST. We willen ter oriëntatie nog een artikel Van meer algemeenen aard doen vooraf ga en daarbij vooral den nadruk leggen °P het ideëel belang der bouwkunst. De lczer zal er, hopen wij, geen bezwaar te- f-n hc-bben, dat we zijn kennis nog even Ncapiluleeren. In historischen zin is de ontwikkeling c!"' bouwkunst de grootste voor waarde :00r het beoefenen van vrijwel alle andere Kunsten. Wilde volken bij wie men van bouw- 'unst nog niet kan spreken, vertoonen r;^s de neiging, om zoodra zij tot een ^Jfcre niaterieele bestaansverzekerheid zijn i omen. °P primitieve wijze hun woning lr°uwens ook hun eigen lichaam le ver sieren Zoodra de beschavingstrap stijgt, en er Us °°k betere technische middelen ver- nn^n en toegepast worden, om de woning n hooger eischen te doeD beantwoorden -U°k de lust toe om bijv. draagstutten j, .7 aMen mot meer zorg te bpwerken Toch e woning. die alleen maar dient, om den ^■ceh voor allerlei ongemakken te be- 'rrneri vveer. wilde dieren, vijanden sip n,|P' °bject, waaraan zich in de eer zich^h3*9 archi tec tuur ontwikkelt Dié zal Vorrn eers* 'n m'n °I meer aethetische K* openbaren aan het centralen ge- O0uW van Hop j__ dodend" s^am~^en *emPel voor den De plaats, de grootte, de vorm, de in deeling van den tempel worden bepaald door de eischen van den cultus. Met de bouwkunstige ontwikkeling van den tempel houdt de opgang der andere kunsten gelijken tred In de cella, het bin nenste van het heiligdom, plaatst men het beeld van den afgod, aanvankelijk ge tuigend van primitieven kunstzin. Men gevoelt behoefte, op de wanden en weldra •op de kolommen de daden van de goden in ruwe teekeningen of relief, meermalen begeleid van spijkerschrift, runenschrift of ander teekentaai weer te geven. Schilder kunst en litteratuur vinden hierin hun eersten oorsprong. Litteratuur en muziek ontwikkelen zich ook aan de liturgie, de uitwendige godenvereering, het geheel van handelingen, gebeden, gezangen, formules i enz. waarmee de priesters in <ien tempel het offer opdragen. Er worden eenstem- j mige vocale hymnen gezongen, of gereci- j teerd. weldra begeleid met slagwerk of primitieve strijk- of blaasinstrumenten. In den tempel worden ten slotte ritueele dan sen uitgevoerd. Hoe meer het leven van een volk zich cultiveert, in des te, voor het doeleind vol maakter. vormen ontwikkelt zich het tem pelgebouw en des te hooger stijgt ook het peil der afhankelijke kunsten. Men zou in <!it verband kunnen wijzen op de trotsche rcdenksleenen. welke de Egyptische en Grieksche beschaving ons nalieten. Naast den tempel wijzen we vooral bij Oostersche volken, en in 't Oosten ligt nu eenmaal de bakermat onzer cultuur op de vorstenwoning. Tempel en vorstenpaleis staan evenwel meestal in nauw verband, omdat de vorst veelal geacht werd van de goden af te stammen, of geïncarneerde godheid zelve te zijn, zooals nog in onze dagen de Dalai Lama van Thibet Tempel en vorstenwoning j zijn in de Oudheid de twee voornaamste i typen, voor de ontwikkeling der architec- tuur. In de nieuwe tijden is dat natuurlijk niet meer zoo. Het maatschappelijk leven heeft zich oneindig gedifferentieerd, vooral na de Middeleeuwen. Daardoor zijn tal van nieuwe typen van bouwwerken gekomen, ieder met eigen eischen. We noemen alleen maar: stadhuizen, regeeringsgebouwen, hallen, musea, bankgebouwen, fabrieken, stations, scholen, concertzalen, enz. En men kan ge rust beweren, dat in de toekomst nog nieuwe typen zullen ontstaan. De ontwikkeling der bouwkunst begint hier in Nederland, zeer in 't algemeen ge sproken, pas goed na de invoering van het Christendom. De vorsten en heeren worden niet meer als bij de Oostersche Dynastieën beschouwd als goden of godsgezanten. maar de bouwkunst ontwikkelt zich hier toch even goed als in de Oudheid aan de kerk en aan het kasteel. Kerk en kasteel waren, behalve in de latere Middeleeuwen de eenige gebouwen van steen, waarhii bijzonder •instructie vraagstukken op den voorgrond traden. Men weet. dat ook heel dikwijls de woning van vorst of heer het ..Steen" wordt genoemd in tegenstelling met de woningen van poorters en boeren, die van hout of nog minder waren. Tal van plaatsen hebben hun naam aan zoon „Steen" te danken. In ons land b.v. Ravenstein, IJselstein. In Leiden vinden we als oudste gebouwen, afgezien van den Burcht, de Pieterskerk en Graven- steyn, het „Steen" van den graaf van Hol land. De kerk evenwel neemt in het Middel- eeuwsche leven de voornaamste plaats in. Zij was middelpunt en bakermat der overige kunsten. Buiten haar muren was er wel een 9oort volkskunst, maar die werd weinig geacht en zou niet tot bloei komen voor ook de met den kerkbouw verbonden kun sten meer zelf verstandig werden. De kerk was het centrale huis der Middeleeuwsche gemeenschap. Zij was om zoo te zeggen de veruitwendiging van den geest der ge meenschap Het ligt dus voor de hand. dat wij voor onze beschouwingen van de kerk uitgaan en wel van de Pieterskerk. Wij zullen trachten iets uit de historie van dit oude gewrocht mede te deelen, het uitwendig en inwendig bekijken en trachten een denkbeeld te geven, hoe de ■choonheidszin van den Middeleeuwer er rich in uitte. Al ligt de periode, waarin zij werd ge bouwd. nu ver achter ons. er is iets in Je historie der kunsten een logica, die ons in staat stelt het heden beter te begrijpen ?n te waardeeren Het verleden blijft al- 'ijd in het heden voorondersteld en vormt "■ns'otle toch zij het dan veelal onbewust. "C-de ons moderne oordeel en bepaalt mede -nzen schoonheidszin. RECLAME. njt ge tevreden met het goede Indien U. mis cookee D. E. Heerenbaai niet kent pro beer te dan nog heden. Deze tachte. geurige aoedbrandende tabak zal voor een verande ring zijn die g\j. als kenner, ook werkelijk een verbetering zult noemen. ECHTE FRIESCHE Melange ran rijpe tabakken. treedt ersnaf 50 tl. per ff pond 20 cl. pet ons 10 el. pa ons 899

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 13