ZWITSERSCHE NIEUW! NIEUW! HOLLANDSCH ets. REEPEN LANGS GLIBBERIGE WEGEN 69fte Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 8 October 1928 Derde Blad No. 21033 SPORT. DE GROOTSTE HOEVEELHEID PRIMA CHOCOLADE VOOR 25 CENT FEUILLETON. VOETBAL. Uitilagen van gisteren. NEDERLANDSCHE VOETBALBOND. Aldeeling I, 1ste klasse A: H R. C.1 K. F. C. 3—0; West Frisia—W. F. C. 0—1; A. F. C.Z. V. V. 12; HollandiaDen Helder 11. 2de klasse B: HaarlemD. E. C. 22; Baarn—H. V. C. 1—2; Spartaan—V. V. A. 2—1; VeloxB. F. C. 21; Zandvoort Bloemendaal 13. 3de klasse D: L. F. C.Scheveningen 23; U. V. S.—E. H. S. 3—1; Alphen— Alphia 62; T. H. B.Schoten 12. Aldeeling II, 1ste klasse; Z. F. C.Blauw Wit 0—2. 2de klasse A: B. M. T.A. S. C. 62; ViosQuick 25; XerxesV. O. C. 21; Unitas—O. D. S. 1—1. 2de klasse B: St. HoogerNeptunus 53; C v. V.—R. F. C. 3-1; Merwede—S. V. W. 2—1; HerculesGouda 0t; S. V. V. Fortuna 11. 3de klasse A: LugdunumD. V. C. 40; V. D. L.Concordia 60. 1de klasse A: D. V. V.Laakkwartier 04; De JagersTogo 13. Res. 3de klasse A: A. S. C. IIR V. C. II 6—2; H. V. V. IV—Alphen II 0—2; Bode graven iis. v. v. m o4. Aldeeling IV, 1ste klasse; NoadM. V. V. 0—1; B. V. V.Eindhoven 02. LEIDSCHE VOETBALBOND. late klasse: R. C. L. IL. F. C. II 32; o. v. s. m—A. s. c. ra 4—2 2de klasse: Norvicus n—Lugdunum III 8—i; R C. L. n—S. D. O. I 7—3; A.S.C. IV L. F. C. m 1—5. 3de klasse: L. M C. II—Lugdunum IV ^scheidsrechter niet opgekomen); D.V.S. IV -R. C. L in 1—3. BUITEN DE COMPETITIE. Om den Groningen Dagbladbeker: W.V.V. Veendam 30; VelocitasG. V. A. V. 80. Finale: VelocitasW. V. V. 10. (Ontleend aan „De Crt"). Van Overal. De wedstrijden der keur- en jeugdelttallen te Rotterdam hebben weinig of geen nieuwe gezichtspunten opgeleverd. Het waren over het algemeen slappe vertooningen zonder enthousiasme en zonder veel samenhang, waarbij zich eigenlijk geen enkele speler hijzonder heeft onderscheiden. De uitslagen konden dan ook niet juister zijn. Zij waren: Wit—Groen 2—2; Rood—Blauw 2—2; Jeugdelttallen Wit—Groen 2—2: Verliezers H00dGroen 22; Winnaars WitBlauw 44. Natuurlijk zeggen deze uitslagen niets en wij vermelden ze dan ook slechts volledig heidshalve. Door de Technische Commissie waren Rood en Groen als verliezers aange<- wezen. Het is de vraag of de heeren zelf wisten waarom, behalve dan dat er nog twee wedstrijden gespeeld moesten worden en daarvoor de elftallen op de) één of andere manier moesten worden bepaald nu iedere ontmoeting een draw had opgeleverd. Inmid dels is de kans groot dat de samenstelling van het Nederlandsch elftal voor den kamp tegen België op 4 November geen verras singen zal bre'ngen In de eerste klasse ging Blauw Wit op het pad der overwinning voort, maar het heeft haar tegen Z. F. C. veel moeite gekost. Een verdeeling der punten ware misschien juis ter geweest dan deze 20 zege. In het Zuiden won M. V. V. in Tilburg met den oneven goal van Noad. De Maastrichte naren volgden ditmaal een zeer eigenaardig systeem: zij begonnen met 4 halfs en 4 voor- hoedeepelers en haalden na de rust nóg één der aanvallers in de middenlinie terug. B. V. V. sneuvelde met 20 tegen Eind hoven, dat sterker was en bovendien het ge'luk aan haar zijde had. In de tweede klasse heeft A. S. C. het ook tegen B. M. T. niet kunnen bolwerken.Vooral na de rust speelden onze stadgenooten zeer slecht en een 62 nederlaag was het droeve resultaat. De achterstand op de andere clubs, met uitzondering van Vios. bedraagt nu al 4 punten. En een wedstrijd tegen D. H. C. staat in 't vooruitzicht1 Slechts één mogelijkheid lijkt er ons te bestaan voor A. S. C. om zich dit seizoen te redden, en dat is Vios de baas te blijven. De stand luidt: RECLAME. 8684 g9p. gew. «1. vrl. v.t. pnt Overmaas 4 4 15—4 8 Unitas 4 2 2 8—5 6 B. 11. T. 5 3 2 15—18 6 XeTxes 3 2 1 9—6 5 F>. H. C. 4 2 1 1 10—7 5 O. D.S. 5 2 12 13—10 5 Quict 5 2 12 15—16 5 V. O. C. 5 2—3 9—7 4 Vios 4 4 9—17 A. S. C. 5 5 6—19 Voor de 3e klasse wisten zoowel U. V. S. als Lugdunum hier ter stede een overwin ning te boeken, respectievelijk met 31 op E. H. S. en met 40 op D. V. C.. terwijl L. F. C. de competitie slecht inzette door met 32 tegen het bezoekende Scheveningen ten onder te gaan. De plaatselijke wedstrijd te Alphen leverde, gelijk wij verwachtten, een groote zege op voor de club van dien naam. De A. S. C.-reserves zijn begonnen met een 5—2 overwinning op R. V. C. II. B. M. T.—A. S. C. 6—2. Een droeve vertooning. B. M. T. speelde met een invaller-doelman een reserve rechtsbuiten en het snel was nog geen kwartier oud toen de linksbinnen de „goalgetter" der blauw-witten met een onwilligbeen het veld moest verlaten en niet meer terugkwam. Tevoren had echter deze Hagenaar knalhard uit een voorzet zijn van rechts zijn club de leiding gegeven (10). Er was toen vijf minuten gespeeld en in die korte periode waren er al twee hoekschop pen op het A. St C.-doel genomen, terwijl aan den anderen kant Schmidt het leer rakelings had overgekopt. Nadat B. M. T. de score had geopend kwamen de Leidenaars in de meer derheid. Liotard begon met od enkele meters voor doel hoog over te schieten, maar na tien minuten maakte Schmidt toch met een diagonaal schot gelijk (11). Lang duurde de vreugde der Leidenaara echter niet. want toen de rood-zwarte achterhoede even aar zelde. knalde de sne'l naar voren gekomen rechtshalf der blauw-witten den bal voor de tweede maal langs Croe9. De eerste helft bleef rijk aan vinnige en dikwijls goede aan vallen der rood-zwarten, meestentijds geleid door Janssen, maar voor de B. M. T.-veste presteerde het binnentrio niets. Wel werd de bal, zelfs tot tweemaal toe in het net „ge wurmd". maar de scheidsrechter annuleerde beide doelpunten wegens buitenspel. De Ilaagsche aanval kwam in deze eerste helft slechts sporadisch in actie en was dan ge vaarlijk, omdat de Leidsche achterhoede zoo'n beetje passagierde en vooral de' vleu gels heelemaal vrij liet. Tot doelpunten kwam het echter voor de rust niet. Was tot dusver het spel der Leidenaars nog zoo gek niet geweest, na de hervatting bracht de A. S. C.-ploeg er totaal niets van terecht. Binnen een minuut werd het uit een hoekschop van links 31 en enkele minuten later scoorde de Haagsche rechts buiten het vierde B. M. T.-doelpunt. Het ge- trap der rood-zwarten had weTkelijk niets met voetbal gemeen en nadat de rechts binnen de Hagenaars in een wel he'el duide lijke buitenspelpositie den stand op 51 had gebracht, was het meer geluk dan wijsheid, dat het door een zonderlinge combinatie BliekHan 52 werd. De Haagsche rechts buiten maakte er daarna 62 van en toen Fontein heelemaal de' kluts kwijt raakte en den bal, geheel onnoodig. in de handen op ving «werd het uit den strafschop wel niet 72, want Croes tipte juist den bal uit zijn doel. Toen was de droeve strijd gestreden. Wat er van te zeggen? Het feit dat A. S. C. door een onvolledige B. M. T.-ploeg, die be waarschool-voetbal speelde, geslagen werd met 62 spreekt immers boekdeelen. Wij zullen niet trachten alle fouten aan te wijzen, want wat was er goed? Een enke ling werkte hard, 't meerendeel was daarbij ettelijke tempo's achter. Ee*n svsteem wa9 er in de Leidsche gelederen nooit en nergens. Tusschen achterhoede en midden-linie ont- VHALLANDSCH ZWITSERSCHE] 1 CHOCauOE - FABRIEK 25 brak elk verband en van een centerhalf. de spil waarom een elftal behoort te draaien, hebben wij geen oogenblik iets gemerkt. Het voorhoede-spel was kort en peuterig, het binnentrio liep elkaar in den weg en was voor het doel heelemaal de kluts kwijt. Iedere A. S. C.'er scheen alleen rechts te» kunnen trappen en alles werd derhalve op links gespeeld. Welgeteld veirliepen er in de tweedei helft juist 32 minuten, voordat er een A. S. C.'er tot de ontdekking kwam, dat er ook nog een rechtsbuiten was en er een schuchtere poging werd gewaagd om op Janssen te spelen. A. S. C. brengt dit jaar een jong e'lftal in het veld; wij weten dat de routine ontbreekt en wij zijn spaarzaam met onze critiek geweest tot dusver. Maar er zijn grenzen. Wat de A. S. C.-ploeg gis teren vertoonde.brrr! Maandenlang heel serieus oefenen en.... in het veld alsjeblieft niet de pretentie alsof men het hoogeschool-voetbal in z'n zak heeft. Des scheidsrechters beslissingen, waarop heel veel viel af te' dingen, waren wel is waar voordeeliger voor de Hagenaars dan voor de Leidenaars, maar dit was onbewust want de heer Van den Berg was in zijn feilen strikt onpartijdig. En het kan boven dien geen etxeuus zijn voor die A. S. C.- jongeren. die er gisteren bijster weinig van terecht brachten. L. F. C.—SCHEVENINGEN 2—3. De withemden vallen teaen. L. F. C. heeft verloren en zij kreeg niets minder dan haar toekwamom twee redenen ten eerste omdat de Scheveningsche ploeg, die aanmerkelijk 9terker is dan verleden jaar over meer vaardigheid beschikte, en ten tweede omdat van Leidsche ziide herhaal delijk op unfaire wijze gepoogd werd het technisch betere spel der gasten te1 breken! Men versta ons wel: wij becritiseeren niet de onbesuisde en daardoor soms gevaarlijke geestdrift der withemdenC ook eenige gasten bezondigden zich daaraan trouwens), maar wij wenschen hier stelling te nemen tegen het ongepaste spel als dat van den L. F. C.'er II. Neulcboom, die één der tegenstanders bloedend verwondde en meer dan eens op zettelijk naar een Scheveninger trapte. zelf9 op oogenblikken dat de bal reeds ver weg was. L. F. C. zal wij9 doen hier daadwerke lijk tegen op te treden omdat zii anders maar al te spoedig de sympathie van het goed- meenend de'el van het Leidsche voetbalmin- nend publiek zal verspelen. Zooals wij al opmerkten heeft de beste ploeg gewonnen, al is het winnende doel punt dan ook geboren uit een wegens haken toegekenden strafschop. L. F. C. telde eenige' invallers, hetgeen ongetwijfeld als een ver ontschuldiging kan dienen, maar het bele't toch niet dat wij in deze ploeg geen aan staande kampioen meenep te mogen zie'n. Twintig minuten na den aanvang gaf Neu teboom aan L F. C. de leiding, toen de wit hemden een penalty kregen wegens hands, doch spoedig was de stand ge'liik en nog vóór de rust gaf de Scheveningsche rechtsbuiten met een fraaien kopbal zijn club een 21 voorsprong Na de hervatting is Scheveningen geTui- men tijd in den aanval geweest, maar tot score kwam het niet en langzamerhand wist L. F. C. zich eenigeirmate te herstellen al ontbrak het juiste verband. Linksbinnen Smit bracht de partijen op celiiken voel, waarna een penalty tenslotte aan Scheve ningen de zege bezorgde, ondanks den zwaren druk die tegen het einde op haar doel werd uitgeoefend. Een ons onbekend persoon in hemds mouwen heeft den wedstrijd behoorlijk ge leid, hij strenger had moeten optreden tegen ruw spel. Overigens is het weldra Sint- Nicplaas. Laat ons hopen dat de goede bis schop een scheidsrc-chterscosluum door den schoorsteen werpt.I U. V. S. I—E. H. S. I 3—1 Een zwakke halilinie der blanw-witte. U.V.S. speelde in dezen wedstrijd wel wat beter dan tegen L.F.C., maar ook nu was de halflinie niet de schakel tusschen voorhoede en achterhoede. We zullen niet zeggen dat deze linie weinig deed, neen, zelfs heel veel, soms te veel, maar zonder overleg. Ook de vleugelspelers zijn nog te lang zaamwat vlugger afgeven zou zeer zeker meer resultaat opleveren. E.H.S. viel niet tegen en speelde stel lig een fairen wedstrijd. Toch is het nog geen ploeg om veel wedstrijden te winnen. Als om 2 uur begonnen wordt, is U.V.S. direct sterker en doelpunt reeds binnen enkele minuten 10. Vlak hierop kan Kramp ten koste van een corner redden, die niets oplevert. Speciaal vermelding verdienen de vele goede en niet goed genomen corners waarvan geen en kele een doelpunt opleverde, ondanks het gezegde ,,een corner is een halve goal." Wanneer een halfuur gespeeld is weet eindelijk De Bruin den voorsprong te ver- grooten 20. waarmede de rust aanbreekt. Na rust is E.H.S. iets sterker. Doordat de U.V.S.-backs te veel waren opgedron gen feen euvel waaraan zij meerdere malen mank gingen) brak de tnidvoor van E.H.S. door. Wondergem kon hem nog juist inhalen, maar kwam niet verder dan zijn rug. De toegestane penalty werd echter niet benut en U.V.S. kroop hiermede door het be kende oog Het is echter slechts uitstel, want even later is het de linksbinnen die het beter doet 2—1. Wij kregen nu een meer verdeeld spel met wisselende kansen maar de U.V.S.- backs spelen nu beter en onderbreken el- ken aanval. Toch is de uitslag nog niet met zekerheid te zeggen totdat 7 min. voor tijd Deursen aan alle onzekerheid een einde maakt 31. Rustig worden de laatste minuten door U.V.S. uitgespeeld. LUGDUNUM I—D. V. C. I 4—0. Een weinig fraaie wedstrijd. Ook nu heeft Lugdunum gewonnen en zelfs met flinke cijfers, maar ondanks dit alles was het spel verre van fraai. D.V.C. maakte er echter nog minder vau en speciaal de voorhoede was niet in staat een behoorlijk schot te lossen. Wij weten wel dat er voor een dwarskij ker altijd wat aan te merken is, maar b.v. de balcontrole liet zeer veel te wenschen over terwijl 't stoppen van den bal in negen Nurmi, de bekende Finsche hardlooper, die gisteren te Berlijn drie wereldrecords verbeterde. van de tien gevallen slecht was en dat meestentijds het leder veel te hoog werd gespeeld. Maar toch willen wij veel van dit alles gaarne door de vingers zien, voor wat ge- durftheid voor iets... wat anders is dan het gewone en dètt kenmerkte dezen wedstrijd toch wel. Zooals het Lugdunum-elftal als geheel speelde behoeft men dan ook niet bevreesd te zijn; hier en daar zal echter wat bijge schaafd moeten worden, maar de kern van1 de ploeg is er wel. Zwakke plekken waren vooral rechtsbuiten en rechtshalf. De bes ten vonden wij rechtsachter en linkshalf. Lugd. had den aftrap, maar D.V.C. ont nam direct den bal en stevende recht op het doel af, echter zonder succes. Hierna zien wij het spel grootendeels afspelen op het middenveld, met een enkele maal een goede doorbraak. Na een halfuur een goed opgezette aan val van D.V.C. en als iedereen den baJ in den bovenhoek ziet zweven is het de links half die als keeper optreedt. De toegestane penalty wordt hoog overgeschoten. Voordat de rust aanbreekt kreeg Raar een goede kans in buitenspelpositie, keurig schiet hij in, echter tegen den anderkant van de lat, maar De Jaeger zorgt voor de rest 10. In de tweede helft is Lugd. aanvankelijk sterk in de meerderheid en vooral het aar dige veldspel van De Roo schiep tal van benauwde oogenblikken voor het D.V.O.- doel. Toch bleken de weinige D.V.C.-aanvallen in deze periode, hoe onsamenhangend ook vaak opgezet, door het publiekspel van keeper v. d. Berg, nog vaak gevaarlijk. Door R. L. de W. 4) Wat zou zij na het diner doen? Bij den haard gaan zitten, naar de rookkamer gaan of rechtstreeks naar bed? Kon hij maar iets doen, om het beslissend oogenblik wat te verhaasten? Maar wat? Ware hij een vrouw geweest, dan had hij flauw kunnen vallen, maar hij geloofde niet ooit te hebben gele zen van een held uit een roman, die flauw viel, zelfs niet met het doel om kennis met de heldin te maken. Langzamerhand voelde hij doffe berusting opkomen over haar weinige toeschietelijk heid. Nu, ze kon haar gang gaan, zoodra hjj klaar was, ging hij naar de rookkamer. Niettegenstaande dit besluit bleef hij toch doorgaan onopgemerkt naar haar te kijken en zag hij hoe weinig zij at. Hij had geen trek en at hoegenaamd niets. Zouden ze beiden kou gevat hebben? Wat zou die kell- ner wel denken, als hij de schalen weg nam, waar hoogstens even van georoefd was? Het was belachelijk. Gewild luidruchtig schoof Beresford zijn stoel achteruit en ging naar de deur. Zijn soep had zij bedorven en zij was oorzaak, dat de visch niet had gesmaakt, de rest was door haar schuld ongenietelijk geworden zij had eenvoudig alles in de war gestuurd. Hij zou zijn koffie maar in de rookkamer *«®en, daar brandde de kachel heerlijk en het was gek zoo door en door verkleumd hij was. Ja, hij zou er maar een eind aan ma ken. Misschien ontbeet zij morgen wel heel vroeg en wa9 weg voor hij beneden kwam. Even draaide hij zich nog om bij de deur en wierp een vluchtigen blik in de richting van haar tafeltje. Ze had niet eens opge keken. Hij sloot de deur, ging naar de rookkamer en liet zich in een gemakkelijken 9loel bij den gloeienden haard vallen. Hij belde om koffie en maakte toebereidselen om een pijp op te steken en het meisje uit zijn ge dachten (e rooken. Even later kwam de kellner binnen met de koffie. Beresford veronderstelde het al thans, te oordeelen naar het gerammel van aardewerk De man plaatste een tafeltje voor den haard aan de linkerzijde van Beresford, zette er een blaadje op en ver dween stilletjes. Hè. een kopje koffie zou vanavond sma ken, hij greep naar het blaadje, waar hij tot zijn verrassing twee kopjes op zag staan. Wat nu? Toen drong plotseling tot hem door. dat zijn gewezen dischgenoote, die feitelijk geen dischgenoote. was geweest, nok in de rookkamer koffie had besteld. Nu kwam het er op aan de vormen in acht te ■nemen, besloot hij. Hij kon niet anders doen dan wachten en was nieuwsgierig of zij in de schakel, die hun beide kopjes verbond, ook aanleiding zou vinden om los te ko men. Het noodlot scheen de zaak in handen te nemen. Hij kon natuurlijk onmogelijk zich zelf in schenken en haar de rest laten. Zou hij den kellner bellen? Neen, de koffie moest als ceremoniemeester dienst doen en de kloof tusschen hen overbruggen. Koffiepot en melkkan bij den haard plaatsend wachtte hij; intusschen, bang ,dat tabaksrook niet streelend zou zijn voor een damesneus, verwisselde hij zijn pijp voor een sigaretle. Een minuut of tien wachtte hij. Zou de kell ner zich vergist hebben en inplaats van één kopje twee op het blaadje hebben gezet? Best mogelijk zat zijn, op ditzelfde oogen- i blik, rustig in de eetzaal koffie te drinken. Misschien was er maar voor één persoon koffie in den pot. Zich voorover buigend nam hij den koffiepot, tilde het deksel op en gluurde er in. Hij was vol. Toen hij zijn oogen, na de beschouwing van den inhoud van den koffiepot, weer op sloeg, ontmoette hij die van het meisje, dat ondeugend naar hem stond te kijken. Hij schrikte op en liet daarbij den koffie pot haast vallen, maar hij slaagde er in overeind te komen, steeds met den koffiepot in zijn hand en een kleur alsof hij op de een of andere misdaad betrapt was. Dat meisje verstond de kunst van op de onmo gelijkste en meest dramatische oogenblik ken Ie verschijnen. „Ik keek, of er koffie voor één of voor (wee personen in was," legde hij uit. Ernstig keek zij hem aan; vermoedelijk was het haar niet recht duidelijk. Toen de twee kopjes op het blaadje in het oog krij gend. begon ze te lachen. „O. wat dom van hem!" zeide ze, „en hebt u gewacht?" Vragend had ze haar wenkbrauwen opgetrokken. „Ik was juist bezig te onderzoeken," zeide Beresford. meer op zijn gemak nu hij in staat was uitleg te geven „Het fras een 90ort vraagstuk Was er maar genoeg voor één. dan had ik verder van het tweede kopje geen notitie genomen, was er voor twee, dan moest ik wachten." Zij lachte weer en liet zich langzaam neerglijden in den stoel, die aan den tegen- overgestelden kant van den haard stond, haar handen voor het vuur houdend. Beresford stond haar aan te staren, steeds met den koffiepot in zijn hand. Zij scheen zijn tegenwoordigheid geheel vergeten te zijn. Wat een wonderlijk schep seltje, vond hij; maar dat was nog geen reden waarom hij geen koffie mocht hebben. „Neemt u de koffie zwart of met melk?" vroeg hij nadrukkelijk. „O .pardon!" zeide ze. verschrikt opkij kende, ik ik i Hij keek baar glimlachend aan en vulde de kopjes „Zwart, zei u?" „Ja, heel graag." Het blaadje opnemend en zich omkee- rend, zag hij. dat haar oogen op hem gericht waren. Zij dankte met een glimlach, nam een kopje en deed er twee klontjes in, hem steeds strak aankijkend. „Is u mij vanmiddag op den wee niet voorbij gegaan?" vroeg zij. toen hij weer ging zitten „Ja. dat ben ik en tegen mijn zin." „Tegen uw zin?" herhaalde zij. „Ik kon me maar niet begrijpen, hoe u met zulk weer op dat hek kon zitten en het scheen wel of u het heel prettig vond. Ronduit gezegd, heb ik er sinds steeds over gedacht. Mag ik rooken?" besloot hij. Zij glimlachte haar toestemming en deed een taschje open, dat aan haar arm hing en haalde er een sigarettenkoker uit. „Maar waarom zou je in den regen niet on een hek mogen zitten?" vroeg ze verbaasd, terwijl hij ppt) lucifer bij haar sigarelte hield. „Dal weet ik niet." bekende hij, „maar de meeste menschen vinden regen nu juist niet zoo erg uitlokkend." „Dat is waar," zeide ze droomerig. „Ik houd van regen en heb er medelijden mee." „Er medelijden mee?" „Ja." antwoordde ze. „Zoo weinig men schen houden maar van regen. In dit land heb ik nog nooit iemand anders dan afkeu rend er over hooren spreken, of het moest een landbouwer zijn, maar...." zij hield op „Gewoonlijk," merkte hij op, „komt er te veel of te weinig." Vroolijk knikte zij. „Er zijn landen, waar de regen als een godheid wordt beschouwd." „Ik denk. dat het er wel een beetje van afhangt, o( je er groenten of rheumatiek door krijgt," zeide hij, een andere sigarette opstekend. Vroolijk keek zij op, lachte een zilveren lachje en knikte. „Nu, ik houd er tenminste van naar regen Ie zitlen luisteren.zeide ze. „en ik vind het heerlijk om er in te wandelen." Beresford keek haar vol verwondering aan. Wat een eigenaardig meisje; maar wat een oogen. „Nu, ik voor mij," bekende hij, „bekom mer me meer om mijn eigen genoegen dan om den regen. „Tante bpweert ook, dat ik pen beetje ab normaal ben." zeide ze op den toon van iemand die eerlijk wil zijn. ..Soms laat ze dat „beetje" er wel eens af." „Dat is precies als mijn tante Caroline. zeide hij. Zij heeft dezelfde opinie omtrent mij. Ze zegt. dat ik gek ben. 't Komt op het zelfde neer. Zij komt ovpral altijd rond voor uil „Ik geloof dat alle menschen min of meer eek lijken in de oogen van hun ken nissen," zeide het meisje lachend. (Wordt vervolgd),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 9