ZWITSERSCHE
NIEUW!
NIEUW!
HOLLANDSCH
ets. REEPEN
LANGS GLIBBERIGE WEGEN
69fte Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 8 October 1928
Derde Blad
No. 21033
SPORT.
DE GROOTSTE HOEVEELHEID PRIMA CHOCOLADE VOOR 25 CENT
FEUILLETON.
VOETBAL.
Uitilagen van gisteren.
NEDERLANDSCHE VOETBALBOND.
Aldeeling I, 1ste klasse A: H R. C.1
K. F. C. 3—0; West Frisia—W. F. C. 0—1;
A. F. C.Z. V. V. 12; HollandiaDen
Helder 11.
2de klasse B: HaarlemD. E. C. 22;
Baarn—H. V. C. 1—2; Spartaan—V. V. A.
2—1; VeloxB. F. C. 21; Zandvoort
Bloemendaal 13.
3de klasse D: L. F. C.Scheveningen
23; U. V. S.—E. H. S. 3—1; Alphen—
Alphia 62; T. H. B.Schoten 12.
Aldeeling II, 1ste klasse; Z. F. C.Blauw
Wit 0—2.
2de klasse A: B. M. T.A. S. C. 62;
ViosQuick 25; XerxesV. O. C. 21;
Unitas—O. D. S. 1—1.
2de klasse B: St. HoogerNeptunus 53;
C v. V.—R. F. C. 3-1; Merwede—S. V. W.
2—1; HerculesGouda 0t; S. V. V.
Fortuna 11.
3de klasse A: LugdunumD. V. C. 40;
V. D. L.Concordia 60.
1de klasse A: D. V. V.Laakkwartier
04; De JagersTogo 13.
Res. 3de klasse A: A. S. C. IIR V. C. II
6—2; H. V. V. IV—Alphen II 0—2; Bode
graven iis. v. v. m o4.
Aldeeling IV, 1ste klasse; NoadM. V. V.
0—1; B. V. V.Eindhoven 02.
LEIDSCHE VOETBALBOND.
late klasse: R. C. L. IL. F. C. II 32;
o. v. s. m—A. s. c. ra 4—2
2de klasse: Norvicus n—Lugdunum III
8—i; R C. L. n—S. D. O. I 7—3; A.S.C. IV
L. F. C. m 1—5.
3de klasse: L. M C. II—Lugdunum IV
^scheidsrechter niet opgekomen); D.V.S. IV
-R. C. L in 1—3.
BUITEN DE COMPETITIE.
Om den Groningen Dagbladbeker: W.V.V.
Veendam 30; VelocitasG. V. A. V.
80. Finale: VelocitasW. V. V. 10.
(Ontleend aan „De Crt").
Van Overal.
De wedstrijden der keur- en jeugdelttallen
te Rotterdam hebben weinig of geen nieuwe
gezichtspunten opgeleverd. Het waren over
het algemeen slappe vertooningen zonder
enthousiasme en zonder veel samenhang,
waarbij zich eigenlijk geen enkele speler
hijzonder heeft onderscheiden. De uitslagen
konden dan ook niet juister zijn. Zij waren:
Wit—Groen 2—2; Rood—Blauw 2—2;
Jeugdelttallen Wit—Groen 2—2: Verliezers
H00dGroen 22; Winnaars WitBlauw
44.
Natuurlijk zeggen deze uitslagen niets en
wij vermelden ze dan ook slechts volledig
heidshalve. Door de Technische Commissie
waren Rood en Groen als verliezers aange<-
wezen. Het is de vraag of de heeren zelf
wisten waarom, behalve dan dat er nog twee
wedstrijden gespeeld moesten worden en
daarvoor de elftallen op de) één of andere
manier moesten worden bepaald nu iedere
ontmoeting een draw had opgeleverd. Inmid
dels is de kans groot dat de samenstelling
van het Nederlandsch elftal voor den kamp
tegen België op 4 November geen verras
singen zal bre'ngen
In de eerste klasse ging Blauw Wit op het
pad der overwinning voort, maar het heeft
haar tegen Z. F. C. veel moeite gekost. Een
verdeeling der punten ware misschien juis
ter geweest dan deze 20 zege.
In het Zuiden won M. V. V. in Tilburg met
den oneven goal van Noad. De Maastrichte
naren volgden ditmaal een zeer eigenaardig
systeem: zij begonnen met 4 halfs en 4 voor-
hoedeepelers en haalden na de rust nóg één
der aanvallers in de middenlinie terug.
B. V. V. sneuvelde met 20 tegen Eind
hoven, dat sterker was en bovendien het
ge'luk aan haar zijde had.
In de tweede klasse heeft A. S. C. het ook
tegen B. M. T. niet kunnen bolwerken.Vooral
na de rust speelden onze stadgenooten zeer
slecht en een 62 nederlaag was het droeve
resultaat. De achterstand op de andere
clubs, met uitzondering van Vios. bedraagt
nu al 4 punten. En een wedstrijd tegen
D. H. C. staat in 't vooruitzicht1 Slechts
één mogelijkheid lijkt er ons te bestaan voor
A. S. C. om zich dit seizoen te redden, en dat
is Vios de baas te blijven.
De stand luidt:
RECLAME.
8684
g9p. gew. «1. vrl.
v.t. pnt
Overmaas
4
4
15—4 8
Unitas
4
2 2
8—5 6
B. 11. T.
5
3 2
15—18 6
XeTxes
3
2 1
9—6 5
F>. H. C.
4
2 1 1
10—7 5
O. D.S.
5
2 12
13—10 5
Quict
5
2 12
15—16 5
V. O. C.
5
2—3
9—7 4
Vios
4
4
9—17
A. S. C.
5
5
6—19
Voor de 3e klasse wisten zoowel U. V. S.
als Lugdunum hier ter stede een overwin
ning te boeken, respectievelijk met 31 op
E. H. S. en met 40 op D. V. C.. terwijl
L. F. C. de competitie slecht inzette door met
32 tegen het bezoekende Scheveningen ten
onder te gaan. De plaatselijke wedstrijd te
Alphen leverde, gelijk wij verwachtten, een
groote zege op voor de club van dien naam.
De A. S. C.-reserves zijn begonnen met een
5—2 overwinning op R. V. C. II.
B. M. T.—A. S. C. 6—2.
Een droeve vertooning.
B. M. T. speelde met een invaller-doelman
een reserve rechtsbuiten en het snel was nog
geen kwartier oud toen de linksbinnen
de „goalgetter" der blauw-witten met een
onwilligbeen het veld moest verlaten en niet
meer terugkwam. Tevoren had echter deze
Hagenaar knalhard uit een voorzet zijn van
rechts zijn club de leiding gegeven (10).
Er was toen vijf minuten gespeeld en in die
korte periode waren er al twee hoekschop
pen op het A. St C.-doel genomen, terwijl aan
den anderen kant Schmidt het leer rakelings
had overgekopt. Nadat B. M. T. de score had
geopend kwamen de Leidenaars in de meer
derheid. Liotard begon met od enkele meters
voor doel hoog over te schieten, maar na
tien minuten maakte Schmidt toch met een
diagonaal schot gelijk (11). Lang duurde
de vreugde der Leidenaara echter niet. want
toen de rood-zwarte achterhoede even aar
zelde. knalde de sne'l naar voren gekomen
rechtshalf der blauw-witten den bal voor de
tweede maal langs Croe9. De eerste helft
bleef rijk aan vinnige en dikwijls goede aan
vallen der rood-zwarten, meestentijds geleid
door Janssen, maar voor de B. M. T.-veste
presteerde het binnentrio niets. Wel werd de
bal, zelfs tot tweemaal toe in het net „ge
wurmd". maar de scheidsrechter annuleerde
beide doelpunten wegens buitenspel. De
Ilaagsche aanval kwam in deze eerste helft
slechts sporadisch in actie en was dan ge
vaarlijk, omdat de Leidsche achterhoede
zoo'n beetje passagierde en vooral de' vleu
gels heelemaal vrij liet. Tot doelpunten
kwam het echter voor de rust niet.
Was tot dusver het spel der Leidenaars
nog zoo gek niet geweest, na de hervatting
bracht de A. S. C.-ploeg er totaal niets van
terecht. Binnen een minuut werd het uit
een hoekschop van links 31 en enkele
minuten later scoorde de Haagsche rechts
buiten het vierde B. M. T.-doelpunt. Het ge-
trap der rood-zwarten had weTkelijk niets
met voetbal gemeen en nadat de rechts
binnen de Hagenaars in een wel he'el duide
lijke buitenspelpositie den stand op 51 had
gebracht, was het meer geluk dan wijsheid,
dat het door een zonderlinge combinatie
BliekHan 52 werd. De Haagsche rechts
buiten maakte er daarna 62 van en toen
Fontein heelemaal de' kluts kwijt raakte en
den bal, geheel onnoodig. in de handen op
ving «werd het uit den strafschop wel niet
72, want Croes tipte juist den bal uit zijn
doel. Toen was de droeve strijd gestreden.
Wat er van te zeggen? Het feit dat A. S. C.
door een onvolledige B. M. T.-ploeg, die be
waarschool-voetbal speelde, geslagen werd
met 62 spreekt immers boekdeelen. Wij
zullen niet trachten alle fouten aan te
wijzen, want wat was er goed? Een enke
ling werkte hard, 't meerendeel was daarbij
ettelijke tempo's achter. Ee*n svsteem wa9 er
in de Leidsche gelederen nooit en nergens.
Tusschen achterhoede en midden-linie ont-
VHALLANDSCH
ZWITSERSCHE]
1 CHOCauOE - FABRIEK
25
brak elk verband en van een centerhalf. de
spil waarom een elftal behoort te draaien,
hebben wij geen oogenblik iets gemerkt. Het
voorhoede-spel was kort en peuterig, het
binnentrio liep elkaar in den weg en was
voor het doel heelemaal de kluts kwijt.
Iedere A. S. C.'er scheen alleen rechts te»
kunnen trappen en alles werd derhalve op
links gespeeld. Welgeteld veirliepen er in de
tweedei helft juist 32 minuten, voordat er
een A. S. C.'er tot de ontdekking kwam, dat
er ook nog een rechtsbuiten was en er een
schuchtere poging werd gewaagd om op
Janssen te spelen. A. S. C. brengt dit jaar
een jong e'lftal in het veld; wij weten dat
de routine ontbreekt en wij zijn spaarzaam
met onze critiek geweest tot dusver. Maar
er zijn grenzen. Wat de A. S. C.-ploeg gis
teren vertoonde.brrr! Maandenlang heel
serieus oefenen en.... in het veld
alsjeblieft niet de pretentie alsof men het
hoogeschool-voetbal in z'n zak heeft.
Des scheidsrechters beslissingen, waarop
heel veel viel af te' dingen, waren wel is
waar voordeeliger voor de Hagenaars dan
voor de Leidenaars, maar dit was onbewust
want de heer Van den Berg was in zijn
feilen strikt onpartijdig. En het kan boven
dien geen etxeuus zijn voor die A. S. C.-
jongeren. die er gisteren bijster weinig van
terecht brachten.
L. F. C.—SCHEVENINGEN 2—3.
De withemden vallen teaen.
L. F. C. heeft verloren en zij kreeg niets
minder dan haar toekwamom twee redenen
ten eerste omdat de Scheveningsche ploeg,
die aanmerkelijk 9terker is dan verleden jaar
over meer vaardigheid beschikte, en ten
tweede omdat van Leidsche ziide herhaal
delijk op unfaire wijze gepoogd werd het
technisch betere spel der gasten te1 breken!
Men versta ons wel: wij becritiseeren niet de
onbesuisde en daardoor soms gevaarlijke
geestdrift der withemdenC ook eenige gasten
bezondigden zich daaraan trouwens), maar
wij wenschen hier stelling te nemen tegen
het ongepaste spel als dat van den L. F. C.'er
II. Neulcboom, die één der tegenstanders
bloedend verwondde en meer dan eens op
zettelijk naar een Scheveninger trapte. zelf9
op oogenblikken dat de bal reeds ver weg
was. L. F. C. zal wij9 doen hier daadwerke
lijk tegen op te treden omdat zii anders maar
al te spoedig de sympathie van het goed-
meenend de'el van het Leidsche voetbalmin-
nend publiek zal verspelen.
Zooals wij al opmerkten heeft de beste
ploeg gewonnen, al is het winnende doel
punt dan ook geboren uit een wegens haken
toegekenden strafschop. L. F. C. telde eenige'
invallers, hetgeen ongetwijfeld als een ver
ontschuldiging kan dienen, maar het bele't
toch niet dat wij in deze ploeg geen aan
staande kampioen meenep te mogen zie'n.
Twintig minuten na den aanvang gaf Neu
teboom aan L F. C. de leiding, toen de wit
hemden een penalty kregen wegens hands,
doch spoedig was de stand ge'liik en nog vóór
de rust gaf de Scheveningsche rechtsbuiten
met een fraaien kopbal zijn club een 21
voorsprong
Na de hervatting is Scheveningen geTui-
men tijd in den aanval geweest, maar tot
score kwam het niet en langzamerhand wist
L. F. C. zich eenigeirmate te herstellen al
ontbrak het juiste verband. Linksbinnen
Smit bracht de partijen op celiiken voel,
waarna een penalty tenslotte aan Scheve
ningen de zege bezorgde, ondanks den
zwaren druk die tegen het einde op haar
doel werd uitgeoefend.
Een ons onbekend persoon in hemds
mouwen heeft den wedstrijd behoorlijk ge
leid, hij strenger had moeten optreden tegen
ruw spel. Overigens is het weldra Sint-
Nicplaas. Laat ons hopen dat de goede bis
schop een scheidsrc-chterscosluum door den
schoorsteen werpt.I
U. V. S. I—E. H. S. I 3—1
Een zwakke halilinie der blanw-witte.
U.V.S. speelde in dezen wedstrijd wel
wat beter dan tegen L.F.C., maar ook nu
was de halflinie niet de schakel tusschen
voorhoede en achterhoede.
We zullen niet zeggen dat deze linie
weinig deed, neen, zelfs heel veel, soms
te veel, maar zonder overleg.
Ook de vleugelspelers zijn nog te lang
zaamwat vlugger afgeven zou zeer zeker
meer resultaat opleveren.
E.H.S. viel niet tegen en speelde stel
lig een fairen wedstrijd. Toch is het nog
geen ploeg om veel wedstrijden te winnen.
Als om 2 uur begonnen wordt, is U.V.S.
direct sterker en doelpunt reeds binnen
enkele minuten 10.
Vlak hierop kan Kramp ten koste van een
corner redden, die niets oplevert. Speciaal
vermelding verdienen de vele goede en niet
goed genomen corners waarvan geen en
kele een doelpunt opleverde, ondanks het
gezegde ,,een corner is een halve goal."
Wanneer een halfuur gespeeld is weet
eindelijk De Bruin den voorsprong te ver-
grooten 20. waarmede de rust aanbreekt.
Na rust is E.H.S. iets sterker. Doordat
de U.V.S.-backs te veel waren opgedron
gen feen euvel waaraan zij meerdere malen
mank gingen) brak de tnidvoor van E.H.S.
door.
Wondergem kon hem nog juist inhalen,
maar kwam niet verder dan zijn rug. De
toegestane penalty werd echter niet benut
en U.V.S. kroop hiermede door het be
kende oog Het is echter slechts uitstel,
want even later is het de linksbinnen die
het beter doet 2—1.
Wij kregen nu een meer verdeeld spel
met wisselende kansen maar de U.V.S.-
backs spelen nu beter en onderbreken el-
ken aanval.
Toch is de uitslag nog niet met zekerheid
te zeggen totdat 7 min. voor tijd Deursen
aan alle onzekerheid een einde maakt
31.
Rustig worden de laatste minuten door
U.V.S. uitgespeeld.
LUGDUNUM I—D. V. C. I 4—0.
Een weinig fraaie wedstrijd.
Ook nu heeft Lugdunum gewonnen en
zelfs met flinke cijfers, maar ondanks dit
alles was het spel verre van fraai.
D.V.C. maakte er echter nog minder vau
en speciaal de voorhoede was niet in staat
een behoorlijk schot te lossen.
Wij weten wel dat er voor een dwarskij
ker altijd wat aan te merken is, maar b.v.
de balcontrole liet zeer veel te wenschen
over terwijl 't stoppen van den bal in negen
Nurmi, de bekende Finsche hardlooper,
die gisteren te Berlijn drie wereldrecords
verbeterde.
van de tien gevallen slecht was en dat
meestentijds het leder veel te hoog werd
gespeeld.
Maar toch willen wij veel van dit alles
gaarne door de vingers zien, voor wat ge-
durftheid voor iets... wat anders is dan het
gewone en dètt kenmerkte dezen wedstrijd
toch wel.
Zooals het Lugdunum-elftal als geheel
speelde behoeft men dan ook niet bevreesd
te zijn; hier en daar zal echter wat bijge
schaafd moeten worden, maar de kern van1
de ploeg is er wel. Zwakke plekken waren
vooral rechtsbuiten en rechtshalf. De bes
ten vonden wij rechtsachter en linkshalf.
Lugd. had den aftrap, maar D.V.C. ont
nam direct den bal en stevende recht op
het doel af, echter zonder succes. Hierna
zien wij het spel grootendeels afspelen op
het middenveld, met een enkele maal een
goede doorbraak.
Na een halfuur een goed opgezette aan
val van D.V.C. en als iedereen den baJ in
den bovenhoek ziet zweven is het de links
half die als keeper optreedt. De toegestane
penalty wordt hoog overgeschoten.
Voordat de rust aanbreekt kreeg Raar
een goede kans in buitenspelpositie, keurig
schiet hij in, echter tegen den anderkant
van de lat, maar De Jaeger zorgt voor de
rest 10.
In de tweede helft is Lugd. aanvankelijk
sterk in de meerderheid en vooral het aar
dige veldspel van De Roo schiep tal van
benauwde oogenblikken voor het D.V.O.-
doel.
Toch bleken de weinige D.V.C.-aanvallen
in deze periode, hoe onsamenhangend ook
vaak opgezet, door het publiekspel van
keeper v. d. Berg, nog vaak gevaarlijk.
Door R. L. de W.
4)
Wat zou zij na het diner doen? Bij den
haard gaan zitten, naar de rookkamer gaan
of rechtstreeks naar bed? Kon hij maar iets
doen, om het beslissend oogenblik wat te
verhaasten? Maar wat? Ware hij een vrouw
geweest, dan had hij flauw kunnen vallen,
maar hij geloofde niet ooit te hebben gele
zen van een held uit een roman, die flauw
viel, zelfs niet met het doel om kennis met
de heldin te maken.
Langzamerhand voelde hij doffe berusting
opkomen over haar weinige toeschietelijk
heid. Nu, ze kon haar gang gaan, zoodra
hjj klaar was, ging hij naar de rookkamer.
Niettegenstaande dit besluit bleef hij toch
doorgaan onopgemerkt naar haar te kijken
en zag hij hoe weinig zij at. Hij had geen
trek en at hoegenaamd niets. Zouden ze
beiden kou gevat hebben? Wat zou die kell-
ner wel denken, als hij de schalen weg
nam, waar hoogstens even van georoefd
was?
Het was belachelijk.
Gewild luidruchtig schoof Beresford zijn
stoel achteruit en ging naar de deur. Zijn
soep had zij bedorven en zij was oorzaak,
dat de visch niet had gesmaakt, de rest was
door haar schuld ongenietelijk geworden
zij had eenvoudig alles in de war gestuurd.
Hij zou zijn koffie maar in de rookkamer
*«®en, daar brandde de kachel heerlijk en
het was gek zoo door en door verkleumd hij
was. Ja, hij zou er maar een eind aan ma
ken. Misschien ontbeet zij morgen wel heel
vroeg en wa9 weg voor hij beneden kwam.
Even draaide hij zich nog om bij de deur
en wierp een vluchtigen blik in de richting
van haar tafeltje. Ze had niet eens opge
keken.
Hij sloot de deur, ging naar de rookkamer
en liet zich in een gemakkelijken 9loel bij
den gloeienden haard vallen. Hij belde om
koffie en maakte toebereidselen om een
pijp op te steken en het meisje uit zijn ge
dachten (e rooken.
Even later kwam de kellner binnen met
de koffie. Beresford veronderstelde het al
thans, te oordeelen naar het gerammel van
aardewerk De man plaatste een tafeltje
voor den haard aan de linkerzijde van
Beresford, zette er een blaadje op en ver
dween stilletjes.
Hè. een kopje koffie zou vanavond sma
ken, hij greep naar het blaadje, waar hij
tot zijn verrassing twee kopjes op zag staan.
Wat nu? Toen drong plotseling tot
hem door. dat zijn gewezen dischgenoote,
die feitelijk geen dischgenoote. was geweest,
nok in de rookkamer koffie had besteld. Nu
kwam het er op aan de vormen in acht te
■nemen, besloot hij. Hij kon niet anders doen
dan wachten en was nieuwsgierig of zij in
de schakel, die hun beide kopjes verbond,
ook aanleiding zou vinden om los te ko
men. Het noodlot scheen de zaak in handen
te nemen.
Hij kon natuurlijk onmogelijk zich zelf in
schenken en haar de rest laten. Zou hij den
kellner bellen? Neen, de koffie moest als
ceremoniemeester dienst doen en de kloof
tusschen hen overbruggen. Koffiepot en
melkkan bij den haard plaatsend wachtte
hij; intusschen, bang ,dat tabaksrook niet
streelend zou zijn voor een damesneus,
verwisselde hij zijn pijp voor een sigaretle.
Een minuut of tien wachtte hij. Zou de kell
ner zich vergist hebben en inplaats van één
kopje twee op het blaadje hebben gezet?
Best mogelijk zat zijn, op ditzelfde oogen-
i blik, rustig in de eetzaal koffie te drinken.
Misschien was er maar voor één persoon
koffie in den pot. Zich voorover buigend
nam hij den koffiepot, tilde het deksel op
en gluurde er in. Hij was vol.
Toen hij zijn oogen, na de beschouwing
van den inhoud van den koffiepot, weer op
sloeg, ontmoette hij die van het meisje, dat
ondeugend naar hem stond te kijken.
Hij schrikte op en liet daarbij den koffie
pot haast vallen, maar hij slaagde er in
overeind te komen, steeds met den koffiepot
in zijn hand en een kleur alsof hij op de
een of andere misdaad betrapt was. Dat
meisje verstond de kunst van op de onmo
gelijkste en meest dramatische oogenblik
ken Ie verschijnen.
„Ik keek, of er koffie voor één of voor
(wee personen in was," legde hij uit.
Ernstig keek zij hem aan; vermoedelijk
was het haar niet recht duidelijk. Toen de
twee kopjes op het blaadje in het oog krij
gend. begon ze te lachen.
„O. wat dom van hem!" zeide ze, „en
hebt u gewacht?" Vragend had ze haar
wenkbrauwen opgetrokken.
„Ik was juist bezig te onderzoeken," zeide
Beresford. meer op zijn gemak nu hij in
staat was uitleg te geven „Het fras een
90ort vraagstuk Was er maar genoeg voor
één. dan had ik verder van het tweede
kopje geen notitie genomen, was er voor
twee, dan moest ik wachten."
Zij lachte weer en liet zich langzaam
neerglijden in den stoel, die aan den tegen-
overgestelden kant van den haard stond,
haar handen voor het vuur houdend.
Beresford stond haar aan te staren, steeds
met den koffiepot in zijn hand.
Zij scheen zijn tegenwoordigheid geheel
vergeten te zijn. Wat een wonderlijk schep
seltje, vond hij; maar dat was nog geen
reden waarom hij geen koffie mocht hebben.
„Neemt u de koffie zwart of met melk?"
vroeg hij nadrukkelijk.
„O .pardon!" zeide ze. verschrikt opkij
kende, ik ik
i Hij keek baar glimlachend aan en vulde
de kopjes „Zwart, zei u?"
„Ja, heel graag."
Het blaadje opnemend en zich omkee-
rend, zag hij. dat haar oogen op hem gericht
waren. Zij dankte met een glimlach, nam
een kopje en deed er twee klontjes in, hem
steeds strak aankijkend.
„Is u mij vanmiddag op den wee niet
voorbij gegaan?" vroeg zij. toen hij weer
ging zitten
„Ja. dat ben ik en tegen mijn zin."
„Tegen uw zin?" herhaalde zij.
„Ik kon me maar niet begrijpen, hoe u
met zulk weer op dat hek kon zitten en het
scheen wel of u het heel prettig vond.
Ronduit gezegd, heb ik er sinds steeds over
gedacht. Mag ik rooken?" besloot hij.
Zij glimlachte haar toestemming en deed
een taschje open, dat aan haar arm hing en
haalde er een sigarettenkoker uit. „Maar
waarom zou je in den regen niet on een hek
mogen zitten?" vroeg ze verbaasd, terwijl
hij ppt) lucifer bij haar sigarelte hield.
„Dal weet ik niet." bekende hij, „maar
de meeste menschen vinden regen nu juist
niet zoo erg uitlokkend."
„Dat is waar," zeide ze droomerig. „Ik
houd van regen en heb er medelijden mee."
„Er medelijden mee?"
„Ja." antwoordde ze. „Zoo weinig men
schen houden maar van regen. In dit land
heb ik nog nooit iemand anders dan afkeu
rend er over hooren spreken, of het moest
een landbouwer zijn, maar...." zij
hield op
„Gewoonlijk," merkte hij op, „komt er te
veel of te weinig."
Vroolijk knikte zij. „Er zijn landen, waar
de regen als een godheid wordt beschouwd."
„Ik denk. dat het er wel een beetje van
afhangt, o( je er groenten of rheumatiek
door krijgt," zeide hij, een andere sigarette
opstekend.
Vroolijk keek zij op, lachte een zilveren
lachje en knikte.
„Nu, ik houd er tenminste van naar regen
Ie zitlen luisteren.zeide ze. „en ik vind
het heerlijk om er in te wandelen."
Beresford keek haar vol verwondering
aan. Wat een eigenaardig meisje; maar wat
een oogen.
„Nu, ik voor mij," bekende hij, „bekom
mer me meer om mijn eigen genoegen dan
om den regen.
„Tante bpweert ook, dat ik pen beetje ab
normaal ben." zeide ze op den toon van
iemand die eerlijk wil zijn. ..Soms laat ze
dat „beetje" er wel eens af."
„Dat is precies als mijn tante Caroline.
zeide hij. Zij heeft dezelfde opinie omtrent
mij. Ze zegt. dat ik gek ben. 't Komt op het
zelfde neer. Zij komt ovpral altijd rond
voor uil
„Ik geloof dat alle menschen min of
meer eek lijken in de oogen van hun ken
nissen," zeide het meisje lachend.
(Wordt vervolgd),