LEGPLAATJE. Van twee kleine Jongens. ALLEN WAREN ONSCHULDIG CORRESPONDENTIE. echo!, kabeljauw en schelvisch. Op mij loerden zè niet, maar toch moest ik mij wel eens door zoo'n net heen werken. Hoe lang zou dat nog goed gaan 1 Een Urker visseher gaf het antwoord op die vraag. Hij vischte in de Noordzee, even buiten het Vlie. Ik raakte in zijn netten verward en kon niet los komen. Toen werd ik opgehaald. „Een aardig haaitjezei een visseher. >,Ik zal eens meten, hoe lang hij is." Hij zou mij de maat nemen met zijn duimstok, maar pats! Ik sloeg met mijn «taart het dingetje uit zijn handen. Plof! Haar kreeg ik met een stuk hout een tik op mijn gevoeligste plek, n.l. op mijn neus1. Toen hield ik mij stil cn hij ging weer aan 't meten. „Eén meter vier-en-vijftig centimeter is bij lang", hoorde ik zeggen. „Wat moeten we met hem doen, schip per V' vroeg een visseher. „"We zullen hem meenemen naar de «tad", zei de baas. „Ze zijn hier zeldzaam. Ik "heb er nog nooit een gevangen. Ik weet zeker, dat hij in de stad wel veel bekijks «al hebben." O moesjemoesjeHad ik maar naar Uw raad geluisterdNu moet ik naar de stad om „bekeken" te worden. Ik geloof wet, dat ik tegen de stadslucht zal kunnen. ,Was ik maar bij u in de heerlijke omgeving van Spitsbergen gebleven! Jan had nog nooit de zee gezien, Nu ging hij voor een dagje Moe met de heele, heele kla9. Of dat me ook een pretje was, Toen Moeke zei: Dat mag je! Frcd kende goed de mooie zee; Hij zag haar alle jaren. Als MoedeT ging naar 't buitenland, Ging Freddie in 't pension aan 't strand. Waar d'ouders dan wel waren? Dat wist hij niet. Wat zou het ook? Hij kon alleen best spelen. Op zeek'ren dag ziet hij aan 't strand Nu onzen Jan. geeft hem een hand Kom laat ons 't lebkers deelen. Dat ik hier in mijn trommel heb. Jan was er voor te vinden. Fred hoorde naar een heel verhaal. Dat Jan hem deed in stadsche taal. Wat zou 't? Ze waren vrinden! Op eens kwam Juf van het pension, Die zei: Zeg Fred, wat scheelt je? Als Moeder zulk een jongen zag! 'k Weet niet, of dal van haar wel mag. 't Geeft toch geen pas. Verbeeld jel En 's avonds lagen ze in bed: Jan toegestopt door moetje En Fred in 't kinderhuis aan 't strand Ze dachten aan het spel in 't zand En stuurden elkaar een groetje. TRUUS VERDONER SALOMONS. Op zekeren dag bezocht Napolen de ge vangenis te Toulon. Aan aJle misdadigers vroeg hij, wat de reden van hun opsluiting was. Sommigen beweerden, dat zij het slachtoffer van een gerechtelijke dwaliüg waren, anderen ga ven voor volstrekt niet te begrijpen, waar om zij gevangen genomen waren. Allen zeiden volkomen onschuldig te zijn. De laatste gevangene, tot wien Napoleon het woord richtte, antwoordde echter „Ik ben hier, omdat ik iemand gedood heb. Hij had mij ongelukkig gemaakt en door drift verblind heb ik hem zoo toege takeld, dat hij aan de gevolgen overledon is. Sedert vijftien jaar zit ik nu voor mijn misdaad gevangen. Ik beklaag mij niet. Het is rechtvaardig." Napoleon keek den man een oogenbbk ewijgend aan, wendde zich tot den direc teur der gevangenis en zei „Meneer, laat dezen man onmiddellijk vrij. Hij is een misdadiger en zou gevaar lijk kunnen zijn voor de anderen, die allen onschuldig zijn." Alle kinderen moeten dit begin der correspondentie even lezen. Br is bijzonder goed en aardig gewerkt, het werd een grappige opgave gevonden, er waren heusch heel vermakelijke brieven bjj. Alle namen, grooteren en kleineren bij elkaar geteld, gaven een flink anntal, maar ik zal dezen keer niet aan iedereen zulke uitvoerige antwoorden kunnen geven, want ziet, velen Bturen anders alleen maar de oplossingen der prijsraadsels en geen apart briefje erbij en nu bebben bijna allen een briefje zonder r geschreven, waar ik wat op wil antwoorden, slechts heel weinigen schreven een versje of verhaaltje, dat ze hadden gezocht zonder r, en daar kan ik niets op antwoorden. Weest dus allc-n tevreden met het antwoord, dat ik zal geven; jullie begrijpt wel, dat ik reusachtig veel werk heb gehad al die brieven te lezen en na te kijken. Waarom hebben niet allen aan mijn verzoek voldaan en den leeftijd er bij ver meld; dat geeft mij immers dubbele moeite als ik moet gaan telleD bij welke groep of je behoort. Ar.je de Gelder, je verdient het ten volle, dai je gelukkig lootte, wat doe je al lang trouw mee en wat heb je nu een flinken brief geschreven zonder r. Adriaan Bakker, jij doet ook al een heelen tjd mee; ik ben blij voor je, dat je nu tot de gelukkigen behoort; zul je nu ook trouw blijven meedoen al heb je nu een prijs? Eempien Wassenaar, wat zeg je er wel van, dat je naam bij de prijswinsters staat? Wie gaat er nu naar het bureau „L. L>." om je prijs te halen? Jan zal ter wille van jeu ook wel heel blij zijn en hij kan je boek ook lezen. Frans Hemerik, nu heb jij nog eerder geiukkig geloot dan je zusje, maar zjj kan toch ook mee genieten van je prijs. Ik weet nog niet of ik 3 October kan komen kijken. Hanna van Wilsum, te veel woorden was niets erg. Blijf jij maar goed meedoen, dan komt je beurt ook wel eens. Riekie Minnema. niet den moed verliezen, hoor, je doet zoo trouw mee, het lot zal cok wel eens gunstig zijn voor je. Geertruida Kerkvliet, ik hoop, dat het heel mooi weer zal zijn, als jullie daar met 1100 kinderen gaat zingen in het Plantsoen. Jij begint ook tot mjju getrouwen te behooren. Harm Wolthaus en Simon Leenheer, jam mer, dat Harm's brief verleden week niet was bezorgd en dat Simon het niet klaar kon krijgen, dezen keer. Och Harm, wat schrijf je droevige dingen. Jo Zandbergen, je had goed je best ge daan, bet is gelukt. Celia en Nico Kret, duurde het lang eer je een vers had gevonden allebei? Albert en Joop van Biezen, ja hoor, op schoolbanken en lessen loeren is heel wat anders dan lekker buiten spelen in een weiland, maar met dat laatste zou je toch je heele leven niet willen doorbrengen, dan bleef je dom. Henk Boom, je beschrijving over je tocht naar de hoofdstad was heel goed en zonder r. Annie Zaalberg, je bebt al flink je best gedaan en mij heel wat verteld over je school en de schik, die je toen eens hebt gehad. Jacobus en Marietje Favier, aardig 'vers dat M. had gevonden en wat Jac. schreef over dat meedoen en volhouden, is hedi waar. Caxel Hansen, goed je best gedaan hoor. Willem v. d. Ham, dit vers was in orde, zonder r er in. Jan Nico Gelok, de beschrijving over dat uitstapje naar Gouda was geheel in orde Leny Bril, ik zie wel dat je erg gelukkig bent, dat je moeder goed vooruit gaai Wat scheelde er aan, toen je Zondags ziek was? Marietje Sierag, ik zal wat jij schreef, be waren en eens als anecdote gebruiken. Jootje de Wekker, ja hoor dat mocht wel, je doet pas mee. Leo Flipse, staat dat mooie bloembakje van boomschors nu in de kamer met plaatjes? Jan Evers, ik hoop het wel dat ik 3 Octo- ber kan komen kijken, maar ik weet het nog niet. Greta de Vries, heerlijk dat op 3 October de optocht voorbij jullie huis komt. Zing maar plezierig mee dien dag. Suze v. d. Bos, een heel verhaal was het zonder r, heb je er veel aan moeten ver anderen? Aart v. d. Nadort, je briefje was heel goed in orde. Waren het bramen? maar dat woord mocht je niet gebruiken en bessen wel. Ik vind bramenjam heel lekker. Annie Buis, aardig verhaaltje hoor en je had goed opgepast, geen r. Bertus Boom, je had een heel lang ver haal zonder r. Had Nellie geen lust om mee te doen. Jo Minnema, ik hoop van ja. dat ik 3 Oct, in Leiden kan zijn, ik zal het vooruil ver tellen, Zoo, heelt je vogel een naam met een r. Corry Kelder, heb je zin om geregeld mee tc doen, noem mij dan Tante. Cootje Poldervaart, ik begrijp wel dat je niet alles mag opeten, maar mag je wel proeven? Groeien de kuikentjes goed? Jo Tijsen, aardig vers en het was best in orde. 1 Bram Linschooten, zoo lijn het gouden feest gevierd? Die komiek was dat een goochelaar? maar goochelaar mocht je niet schrijven. Henny H. H., ik heb best alles begrepen en je had het heel goed bedacht om andere woorden te vinden, het is aardig gelukt. Corry v. Stralen, van jou een uitstekende beschrijving over het dagje naar Den Haag en het bezoek aan de bijenwoning. Agatha Braat, ik hoop dat Jo spoed.'g beter zal zijn. Je had heel leuk over Amst. geschreven en over Arlis, zonder een r te gebruiken. Zoo, machten jullie de zeil ge kookte boonen eens opeten? Rie Lepelaar, je hebt een aardig verhaal zonder r gedaan over Opa onze haan. Nelly v. d. Voet, als-je weer gewoon met een r mag schrijven, vertel dan eens hoe het nu met je gaat.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 17