69ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 17 September 192S Tweede Blad No. 21016 BINNENLAND. Ouderlijke macht en voogdij F Gisteren werden door de roei- en zeilvereeniging „De Maas" te Rotterdam inter nationale zeilwedstrijden gehouden, welke door Z. K. H. Prins Hendrik werden bijgewoond. SLUITING DER KAMERS. Zaterdagmiddag werd in de residentie door Minister Kan de gebruikelijke sluitings ceremonie der Kamers uitgevoerd. De aankomst van Z. Excellentie op het Binnenhol. EEN STANDBEELD VOOR DOMELA NIEUVVENHUIS. De maquette van het door 1 Polet ontworpen beeld, welke in het Stedelijk Museum te Amsterdam wordt ten toongesteld, Na goedkeuring door den ge meenteraad zal het beeld geplaatst worden op het Nassauplein. Rechts WAAROM DE OORLOG BUITEN DE WET GESTELD MOET WORDENI Wat zou er overblijven van een stad, als een lucht- VOETBALSEIZOEN heelt weder zijn yloot van 300 vliegtuigen eens met minder vriendschappelijke bedoelingen kwam dan te San_. Diego (V.S.), waar het de in- intrede gedaan. V.U.C. wist gisteren op wijding van 't ..Lindberg-vliegveld" betrol? eigen terrein Ajax met 4 2 te kloppen. Een spelmoment uit den wedstrijd. MEMORIE VAN ANTWOORD AAN DE TWEEDE KAMER. Verschenen is de memorie van antwoord inzake het wetsontwerp tot wijziging der bepalingen omtrent de ouderlijke macht en de voogdij over gewettigde kinderen en omtrent ontzetting uit en herstel in de ouderlijke macht en voogdij. De Minister zegt daarin zich niet bewust te zijn, dat de inhoud van het intwerp en de toelichting aanleiding geven in het bij zonder de aandacht er voor te vragen, dat in zaken van ouderlijke macht en voogdij niet eenzijdig op het belang van het kind behoort te worden gelet. Integendeel heeft hij de belangen van het kind en het belang en de natuurlijke rechten der ouders tegen elkaar afgewogen, hetgeen mede oorzaak is geweest, dat geen voorstel tot wettelijke regeling van het pleegcontract is gedaan. Wat betreft het door verscheidene leden Her commissie jn overweging gegeven denk beeld om de bepalingen van het ontwerp uit te breiden in dien zin, dat niet langer ook in geval vaD echtscheiding of scheiding van tafel en bed bij het overlijden van een Her ouders de voogdij van rechtswege aaD den langstlevende der ouders komt, meent He Minister dat in beginsel aan de be staande regeling moet worden vastgehou Hen. Bij echtscheiding toch kan maar één Her ouders de voogdij krijgen Uit het feit. dat de eene ouder de voogdij krijgt, kan pp zichzelf niets ten nadeele van den an- Heren^ouder worden afgeleid. Intusschen bgt het wel in de lijn van het ontwerp om ook het geval te voorzien, dat die an- Here ouder indirect is gedisqualificeerd, doordat «en derde tot voogd ie benoemd. In dien zin is het voorgesteld artikel 400 nieuw alsnog aangevuld. Komend tot de vraag van sommige leden of dit ontwerp niet dienstbaar kan worden gemaakt aan wegneming van de onbillijk heid, dat, indien degene der ouders, die nd de echtscheiding met de voogdij is be last, daarvan wordt ontheven of ontzet, de andere der ouders, die tot voogd wil worden benoemd, daartoe niet het verzoek kan doen, wil de Minister allereerst opmer ken, dat die onbillijkheid in haar algemeen heid gesteld, z.i. zeer zeker niet bestaat. Immers hij kan niet inzien, waarom niet degene der ouders, wien na echtscheiding de voogdijk niet is toebedeeld, niet een verzoek zou kunnen indienen als bedoeld in art. 436b. Maar gesteld de opmerking van de hier aan het woord zijnde leden, beoogt alleen de vraag te stellen hoe de ouder, die bij de echtscheiding niet met de voogdij is be last, die voogdij alsnog kan verkrijgen, wan neer reeds een derde is benoemd, omdat de ouder-voogd is ontheven of ontzet, dan moet de Minister er op wijzen, dat volgens het arrest van den Hoogen "Raad van 2 Oct- 1924, die ouder met toepassing van art. 285 B. W. aan de vreemd© voogdij een einde kan maken Mocht al twijfel mogelijk zijn over de al of niet toepasselijkheid van het thans geldend art. 285 B W., ingeval de niet-voogd-ziinde ouder een derden voogd wil verdringen, dan zal die twijfel geheel zijn opgeheven, als art 285 B W is aange vuld met de voorcrestelde bepaling over het verhoor van der derden voosd. zooals thans het ontbreken van die bepalinsr juist als argument wordt gebruikt voor de beperkte «trpkkrnff 285 BW V^l Ned. .Turispru- dpntie t.a.v. art. 1103) Dp Minister zal niet ontkennen, dat cfe voorgestelde wijzigingen de toch reeds moei Hike materie der ouderlijke macht en voogdij nog ingewikkelder maken. Toch aarzelt hij thane reeds een redactioneels herziening in uitzicht te stellen. Immers hij ontveinst zich niet de groote moeilijk heid, dit zal rijzen, wanneer men in een zoo uitgebreide stof wijzigingen gaat aan brengen, die niet mogen zijn materieele wijzigingen, doch louter redactioneels. De grens zal wel uiterst moeilijk blijken te trekken In het Voorloopig Verslag wordt uitge sproken, dat de voorgestelde toevoeging van art. 374a, sub 1. achterwege zou kun nen blijven, indien slechts een afdoende be paling ter voorkoming van het met ver keerde iogmerken terug-eischen van pleeg kinderen door hun ouders in de wet wordt opgenomen. De Minister stelde zich op het standpunt, dat pleegouders, die een kind tot zich hebben genomen, omdat dit ver waarloosd werd, niet moeten gedwongen zijn st-eeds een afwachtende houding aan te nemen om slechts in actie te komen, wan neer de ouders het kind gaan terugeischen. Zij hebben, zoo was de redeneering, be hoefte aan een sterker middel en moeten als zij een jaar dat verwaarloosde kind als het hunne hebben opgevoed, in staat wor den gesteld in een sterker positie ten op zichte van dat kind te komen. Nu echter zoowel van de zijde der Kamer als door den Nederlandsohen Bond van Kinderbescher ming, een vereoniging bij uitstek ter zake tot oordeelen bevoegd, in een tot den Mi nister gericht adres wordt» betoogd, dat aan een sterker middel in dat geval geen behoefte bestaat, heeft de Minister geen rverwegend bezwaar bet. voorstel tot toe voeging van een nieuwen zin achter het tweede lid van art. 374a onder 1 terug te nemen. Doot fce voldoen aan den wensch der leden die in overweging gaven de ontzet ting der ouders, op grond, dat zij hun kin deren van de pleegouders terugeischen, als zevenden ontzettinasgrond in de wet op te nemen ,is teze'fdeT tijd bereikt, dat zoowel Voogdijraad als O. M. deze ontzetting kun nen verzoeken resp. vorderen behalve nog de andere personen in den aanhef van het tweede lid van art. 374a genoemd. De Mi nister achtte het gewenscht daarenboven den anderen" die de zorg voor het kind op zich hebben genomen, de bevoegdheid te geven ook zelf de ontzetting t« verzoeken. Th an 8 komende tot het bezwaar der com missie, dat aan de pleegouders slechts wordt gegeven een actie ingeval de ouders het kind opeischen, terwijl zij allereerst behoefte hebben aan een verweer, zoo merkt de Minister op, dat moge het al waar zijn, dat de feiten, welke in dit geval grond voor de ontzetting opleveren, minder notoir zullen zijn dan in de andere zes ge vallen, zoodat te vreezen zou staan, dat het O. M. niet zoo spoedig zou ingrijpen ditzelfde geldt voor den rechter, bij wien men toch ook in den gedachtengang van de commissie ten slotte moet komen. DEFILé VOOR H.M. DE KONINGIN. Gedurende den landstormdag op 27 September. Naar gemeld wordt zullen op den Na- tionalen Landstormdag, welke ter gelegen heid van het tienjarig bestaan van den Bijzonderen Vrij willigen Landstorm op Don derdag 27 dezer maand te 's-Gravenhage wordt gehouden de landstormtroepen des middags, bij den marsch van Houtrust naar het Malieveld, op de Johan de Wittlaan voor H.M. de Koningin defileeren. Het défilé wordt omstreeks half vier ver wacht. DE POSTVLUCHT NAAR INDïfi. Thans te Bagdad. De bijzondere correspondent van Aneta- Vas Dias seinde 15 dezer uit Aleppo: We zijn na een goede reis hier vlot geland. De afstand van Sofia is atgelegd in 9 uur. Het weer was mooi en de belangstelling op het vliegveld groot Morgen (Zóndag) vertrek ken we naar Bagdad. Genoemde correspondent meldt d.d. 16 September uit Bagdad: „Wij zijn hier, na een goede reis aange komen en hadden een vlotte landing. En was belangstelling bij onze aankomst. De afstand van Aleppo werd in 41/' uur afge legd. Morgen vertrekken wij naar Bender Abbas." ONBEWAAKTE OVERWEGEN. Mevrouw BakkerNort heeft aan den Min. van Waterstaat gevraagd: Heeft de Minister kennis genomen van het feit, dat opnieuw bij een onbewaakten spoor weg, n.l. bij Heiligerlee, op den zeer drukken weg van Winschoten naar Veendam, eenige Machtoffers vallen te betreuren? En acht da Minister thans den tijd niet gekomen orn opnieuw bewaking in te stellen op overgan gen van dergelijke drukke verkeerswegen, opdat nog niet meer slachtoffers vallen van de te ver gevoerde bezuiniging op de bewa king der spoorwegen? HET VERBANNINGSOORD AAN DEN BOVEN-DIGOEL, Het Kamerlid Cramer heeft aan den mi nister van Koloniën de relgende vragen gesteld: le. Heeft de minister kennis genomen van de artikelen in de Nieuwe Rotterdam- sche Courant over „Het verbannigsoord aan den Boven-Digoel" van dr. M. van Blankenstein, waarin o.m. gewezen wordt op de sterk toenemende malaria en het zeer ernstig karakter, dat het hygiënisch pro bleem aan den Digoel op het oogenbli* draagt? 2e. Is de minister nfet Tan oordeel, dat onverwijld krachtige maatregelen moeten worden genomen om paal en perk te stellen aan de sterk toenemende malaria? 3e. Is de minister bereid te doen onder zoeken, wat kan worden gedaan om de hy giënische toestanden m het interneeringa. oord aan dan Boven-Digoel te verbeteren

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 5