VERHAGEN's MILKO en RUMCO VAN HOUTEN'S PINGUÏN (J&onbons 69sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 7 September 1928 Derde Blad No. 21008 GEMENGD NIEUWS. De onbewaakte overwegen. STAATSLOTERIJ. FEUILLETON. Dfe verdwenen Noodmunten. Ongelukken bij Heilig erlee en Nuenen. Op den on bewaakten overweg vlak bij het mon-iunent van Heiligerlee is gister middag ongerveer halfvijf een losse locomo tief van Winschoten gereden op de vracht auto van den bierbrouwer J. G. Eikema, die eveneens van Winschoten kwam. De vrachtauto die slechts een fust bier ver- Toerde, werd geheel vermorzeld, zoodat de stukken ver uiteen vlogen en de bak wel 300 M. van den overweg werd terug ge vonden. Drie van de vier inzittenden werden on middellijk gedood. Het waren de 66-jarige G. Eikema, zijn kleinkind J. Eikema en de knecht Geert Klungel uit Niesjesoord, Jan Lucas Robert us, ook een kleinkind van Eikema, werd in zorgwekkend en toe stand naar het Academisch Ziekenhuis te Groningen vervoerd. De burgemeester van Scheemda en po litie waren spoedig op de plaats van het vreeselijk ongeluk aanwezig. Nader wordt nog gemeld dat Eikema bier moest, vervoeren naar Wester lee. Voor hij uit Winschoten vertrok, had hij nog een kwartiertje gewacht tot de school uit was en hij zijn kleinkinderen kon laten mee rijden. Het jongetje dat gered werd, werd voor op een der buffers van de locomotief ge vonden. Hert; bleek alleen kneuzingen aan den hals te hebben opgeloopen en gister avond om tien uur liet de toestand van het kind zich gunstig aanzien. Op de lijken der slachtoffers, die naar het. ziekenhuis zijn gebracht, is door de Justitie beslag gelegd. Woensdagmiddag is op den onbewaakte» overweg nabij wachtpost 41 t-usschen Nue nen en Helmond een ernstig ongeluk ge beurd. De landbouwer Kluytmans uit Nt*e- nen passeerde met paard en kar den over weg toen op hetzelfde moment uit de rich ting Nuenen personentrein no. 655 nader de. I>e machinist trachtte tevergeefs den trein tot stilstand te brengen. De boeren kar werd totaal verbrijzeld, de landbou wer werd er af geslingerd, doch viel naast de treinrails. Met een schouderfractuur en twee gebroken ribben werd de man opge- homen en naar het ziekenhuis te Helmond overgebracht. Zijn toestand is zeer zorg wekkend. Het paard bleef ongedeerd. Hat treinverkeer ondervond tien minuten ver traging. Het ongeluk schijnt te wijten te zijn aan de onvoorzichtigheid van den land bouwer die in den waan verkeerde nog voor het passeeren van den trein den overweg te kunnen oversteken. HET SPOOR WEG ONGEVAL BIJ HALFWEG Nadere bijzonderheden. Omtrent het vrij ernstig ongeluk met den electrischen trein 1061, die gistermiddag om 12.45 het Centraal Station te Amster dam verliet, ter hoogte van Halfweg, ^ver meldt de „TeLw de volgende nadere bijzon derheden Genoemde trein passeerde met de ge bruikelijke snelheid van circa 90 K.M. per uur het emplacement in de richting van Haarlem, toen de wagenbestuurder ongeveer ter hoogte van blokpost 1 bemerkte, dat het voorste rijtuig begon te springen en t3 zwaaien. Daar hjj begreep, dat er iets niet in orde was, heeft hjj snel geremd, met het gevolg, dat de trein, welke uit zeven wagen3 bestond, spoedig tot stilstand kwam. Het bleek, dat er iets aan de tweede truck var het eerste motorrijtuig haperde. De wielband van het linkerwiel van de eerste as van het bewuste draaistel was gebroken, waardoor het wiel naast de rails was gaan RECLAME. DE ALTIJD GEWILDE BONBONS 1610 loopen en vrjj belangrijke schade had ver oorzaakt Zoo waren op het emplacement Halfweg twee wissels in het hoofdspoor leelijk gehavend: het gebroken wiel had hier de rails beschadigd en verschillende rail- stoelen (dat ztjn de bevestigingen van de rails op de dwarsliggers) waren afgebroken. Het andere ontspoorde wiel was over de dwarsliggers geloopen en had in het hout diepe gleuven veroorzaakt De averjj aan de baan is dus vr^j ernstig te noemen. Ook in het bewuste rijtuig en wel boven de truck, in een tweede klasse compartiment, is schade veroorzaakt Een gedeelte van d9 bandage van het wiel werd met kracht door den vloer geslagen, brak deze open, sloeg de electrische verwarming weg en vernielde een bank. Gelukkig zat daar niemandanders zou zeker een slachtoffer te betreuren zjjn geweest De vloer is ook op andere punten gekraakt: het trgp van de zilplaats is ver scheurd. Het stuk van den wielband werd in het compartiment aangetroffen. Eenigen tjjd na het ongeval konden de passagiers, waarvan er verschillende door het snel remmen geschrikt waren, in een anderen eleotrischen trein overstappen. Deze trein werd over verkeerd spoor geleid en stopte naast den anderen, zoodat net over stappen snel geschied was. Ook andere treinen in de richting Haar lem werden over het overgebleven hoofdspoor geleid, waardoor nogal vertraging ontstond. Behalve aan den weg en aan het rijtuig is er geen schade, al is deze al ernstig genoeg. Dadelijk na het ongeval werden uit Haarlem twee ongevallen wagons met een locomotief naar Halfweg gezonden. Een ploeg werklieden begon met het herstellen van het hoofdspoor, terwijl anderen het met één as ontspoorde rijtuig op de baan trachtten te brengen. Dit gelukte pas in den namiddag. Het is in zekeren zin een geluk, dat de gebroken wielband het eerste rijtuig betrof, waardoor den wagenbestuurder terstond de onregelmatige gang van den wagen opvieL Naar men ons mededeelt, hebben cenige reizigers reeds spoedig na het vertrek uit Amsterdam den conducteur gevraagd of het niet wenschelijk zou zijn aan de noodrem te trekken. Men maakte zich namelijk onge rust over den wel zeer slingerenden gang dien de trein direct na het vertrek van Am sterdam C.S Teeds had. In verband hiermede rijst de vraag, of de controle die te Amsterdam C.S. door den treinsmid had behooren te geschieden, wel heeft plaats gehad, en zoo ja, of deze con trole wel met de noodige nauwgezetheid is uitgeoefend. Een vraag die ongetwijfeld bij het onder zoek dat van de zijde der Directie var. de N.S. en van het Staatstoezicht op de Spoor wegen wel opgelost zal worden. EEN SCHEEPSREDDINGSBOOT. Een ietwat zonderlinge reclame. Men schrijft aan de „N. Rott. Crt.": Morgen zal een scheepsreddingsboot, voor zien van de Lowndes Keel Rail, in de Noordzee, eenige mijlen uit de Hollandsche kust, in omgeslagen toestand te water ge worpen worden. Dit zal waarschijnlijk ge schieden van het stoomschip Berenice, der Kon. Nederlandsche Stoombootmaatschappij te Amsterdam." Elf zwemmers, leden van de U. Z. G. en van Zwemlust, alsmede mej. Cor Leibrand, die onlangs van Enkhuizen naar Stavoren is gezwommen, zullen onder leiding van den heer A. P. Schat, te Utrecht, gezamenlijk over boord springen. Het schip zal daarna direct dé reis vervolgen en dus de sloep achterlaten. De Lowndes Keel Rail verandert een om geslagen reddingsboot in een vlot, waaraan men zich goed kan vasthouden. De Keel Rail bestaat uit gegalvaniseerde gaspijpen, welke in zes stukken van ongeveer 2 meter lengte, (aan weerszijden van de kiel der sloep drie stukken), scharnierend aan de kiel bevestigd en daartegen kunnen weg klappen. Slaat een reddingsboot om, dan kunnen drenkelingen zich aan de gaspijpen vastgrijpen, waardoor de scharnieren open slaan, en de gaspijp zoover van de kiel vrij komt, dat de drenkelingen er een arm tus- ©chen kunnen steken. Zwakkere kunnen desnoods door middel van een kleedirigstuk er aan vastgebonden worden. De schar- nieren zijn geheel van koper en kunnen niet meer dichtslaan, als de sloep ondersteboven ligt. Komt geen hulp opdagen, dan kunnen drenkelingen de sloep weer in het water omkeeren in de normale positie. De zwemmers, die hun medewerking in de Noordzee hebben toegezegd, zullen door allen aan één zijde vast te houden, de om geslagen sloep weer tot de normale positie omkeeren, de boot uithoozen en trachten, de Hollandsche kust zeilende of roeiende te be reiken. DE VREESZIEKTE BIJ HONDEN. Een officieele waarschuwing. Het bestuur der vereeniging „Dieren vrienden" Eerste Nederlandsche Bond voor Dierenbescherming, acht het gewenscht, uit het oogpunt van dierenbescherming en tevens in het algemeen belang, de alge- meene aandacht te vestigen op de navol gende feiten. Volgens de kynologische pers (zie o.a. Kynologisch Weekblad, Se jaar gang, no. 51, 17 Aug, 1928) is in Nederland een zeer ernstige ziekte uitgebroken onder d9 honden welke de vreesziekte (hysteria) genoemd wordt. De verschijnselen dezeT ziekte zijn deze, dat de hond plotseling aanvallen krijgt, welke aan dolheid doen denken, schuim komt op den bek, het dier vliegt tegen alles aan, zoodat daarvan zelfs herhaaldelijk beenbreuken het gevolg zijn. De ziekte her haalt zich na enkele dagen, soms na weken, terwijl bijna alle dieren hieraan sterven. Voor deze ziekte, welke vroeger in Enge land schijnt te hebben geheerscht, is geen geneesmiddel bekend Zeer vele hondenbezitters hebben hun dieren in de laatste weken verloren, spe ciaal te Rotterdam en in het Gooi, alsook misschien elders in Noord-Holland schijnt deze ziekte brandpunten te hebben, zoodat de hoofdredacteur van bovengenoemd week blad tot de navolgende conclusie komt: geen bezoek te brengen aan Kennels; elke opeen- hooping van honden te voorkomen, terwijl de meening tevens wordt geuit, dat het in deze omstandigheden wel haast uitgesloten is, dat men op tentoonstellingen inzendt EEN VECHTPARTIJ TE DEN HAAG. Met bijl en hakmes. Den geheelen dag broeide er gisteren al wat in scharenslijperskringen aan de Ge dempte Sloot te Den Haag tot het 's avonds tot een hevige onderlinge vechtpartij kwam, waarbij van bijl en hakmes werd gebruik gemaakt. Daar naar verluidt de vrouw in het spel was. werd er met hartstocht gestreden, wat in deze volkrijke buurt spoedig een grooten oploop veroorzaakte. De politie was ook weldra bij de hand om een einde aan het gevecht te maken, doch kon niet voorkomen dat een der vechtersbazen een steekwond in den arm en een ander er een in het been kreeg, zoodat zij door den Geneesk. Dienst naar het Ziekenhuis, moesten worden ge bracht. Een bijl en een hakmes, die op straat ach terbleven. werden in beslag genomen. Nog lang bleef het rumoerig en werden over de oorzaak en het verloop van de vechtpartij sensationcele verhalen opge- discht. EEN KRUISTOCHT TEGEN DEN MODERNEN DANS. De R.-K. pastoors te Utrecht zijn een kruistocht begonnen tegen den modernen „heidenschen" dans. in een brief, die Zon dag in alle kerken te Utrecht is voorgelezen. Om de danswoede en de daarmede gepaard gaande onzedelijke kleeding en gedragingen tegen te gaan veroordeelen zij daarom zon der één uitzondering, eiken modernen dans, onder welken naam hij zich ook aanbiedt, en verklaren als gevolg daarvan, dat derge lijke dansgelegenheden vrijwillige en naaste gelegenheden zijn tot zonden De Katholieke leer zegt ons, dat wij in geweien plicht heb ben de vrijwillige naaste gelegenheid te vluchten, zoodat het zondig is, daarin vrij willig te blijven. „Gij vooral ouders," aldus de brief „hebt de zware verantwoordelijkheid voor uw kinderen I Weest op dit punt onverbid delijk; later zuilen de kinderen, u zegenen en dankbaar zijn. Geeft geen gelegenheid voor kinderbals, want daar leeren zij in den vroegsten leeftijd het zingenot en de zucht naar dansen. Weest voorzichtig in het geven van ver lof aan uw zonen en dochters, om een dans- cursus mee te maken; verbiedt ze ten strengste neutrale en verdachte dansgezel schappen te bezoeken, veroorlooft hun niet lid te zijn van een z.g. Katholieke club, waar onderricht wordt gegeven in de bo vengenoemde moderne dansen. Gij, besturen van R.-K. organisaties, die voor alles het godsdienstig en zedelijk be lang uwer leden beoogt, weert uit uw ver- eenigingen de gelegenheid tot dansen, welke worden aangekondigd onder den naam van gezellig samenzijn. Tracht langs andere we gen en die zijn er genoeg, uw feest- vergaderingen gezellig te maken, dan zal van u een opvoedkundige kracht uitgaan." VERDRONKEN. De 20-jarige E. T., uit Dortmund, is in de Waalhaven te Rotterdam van een Rijn schip in het water gevallen en verdronken. Het lijk is opgehaald en naar Crooswijk vervoerd. UIT HET RAAM GEVALLEN. De 51-jarige mej. H V. v. L.. uit de St Laurenstraat te Rotterdam, is bij het zemen van ramen uit de eerste etage op straat ge vallen. Met een schedelbreuk en een her senschudding is zij in ernstigen toestand in het ziekenhuis op den Coolsingel ter verpleging opgenomen. VAN EEN HOOIWAGEN GEVALLEN. Gisterochtend is de molenaar A. Gillen, wonende te Mijdrecht, bij de brug over de Amstel te Uithoorn van een hooiwagen gevallen. Hevig bloedend uit beide ooren 19 hij naar den dokter te Mijdrecht vervoerd. Men vreest voor zijn leven. ONDER EEN VRACHTAUTO GERAAKT EN GEDOOD. Na het uitgaan der scholen speelden gistermiddag een paar jongens op de stoep van het Raadhuis te Hoorn toen uit de richting van de Gouw de vrachtauto van Beemster te Hoogkarspel naderde. De jon gens sprongen van de sloep af en liepen naar den overkant van de straat met de bedoeling op den vrachtauto te klimmen en mee te rijden. De 9-jarige Schouten, Gravenstraat, al daar, kwam daarbij te vallen en kreeg het achterste gedeelte van den auto over het hoofd, zoodat het knaapje onmiddellijk dood was. De chauffeur treft in deze geen schuld, want de wagen reed kalm. DE INBRAKEN TE VLISSINGEN. De bnit in een kist gevonden. Werklieden, die bezig waren met het gra ven op een terrein, gelegen achter het hotel Britannia" te Vlissingen, waar een garage gebouwd wordt, hebben een eigen aardige ontdekking gedaan. Bij dit werk stiet een der arbeiders op een hard voor werp, dat bij nader onderzoek een groote kist bleek te zijn-. Onder groote nieuwsgie righeid werd de kist geopend en toen vond men daarin allerlei waardevolle voorwer pen. De politie stelde onmiddellijk een on derzoek in en toen bleek, dat de kist alle gestolen zilveren en gouden voorwerpen enz. bevatte, welke bij de inbraken, welke gedurende den zomer te Vlissingen werden gepleegd, zijn ontvreemd. Wie de kist daar begraven hebben weet men niet. DE KOUS IN BED. Bij een brand bij J. M. te Maastricht is een ledikant verbrand. Maar met dit ledi kant ook f. 4000, die er in een kous in op geborgen waren. EEN JACHT GESTOLEN. Gistermorgen is het Belgische jacht Squibs, eigenaar Roosens uit Antwerpen, ge stolen. Later is het jacht nabij Walsoorden gestrand. Inmiddels was de heer Roosens met een andere motorboot uit Antwerpen vertrokken en heeft hij te Walsoorden den brigadecommandant van de Koninklijke Marechaussee aan boord genomen en is naar het gestrande jacht gevaren, alwaar zich een persoon, die Engelsch sprak, aan boord bevond. Deze lag te slapen. Volgens RECLAME. Van Houten's Pinguïn Bonbons geven iets bij zonder fijns in een een voudig doosje. In iede re doos een bon voor „Ons Eigen Tijdschrift^ j Pinguïns f t.ao; i Pinguïns f t.oo t Pinguïn fo.So 4232 zijn verklaring bleken er nog twee andere personen aan boord te zijn geweest. Deze is de politie nog niet op het spoor. De berging van de Squibs is inmiddels opgedragen aan Smits Bergingsbedrijf te Wemeldinge. Het jacht zal door de politie in beslag worden genomen, terwijl de persoon, die op het schip werd aangetroffen, naar Middelburg is overgebracht. ONDER EEN KETEL Gistermiddag had een ernstig ongeluk plaats bij de verbouwing van de Coöpera tieve Zuivelfabriek ,,Op Hoop van Zegen" in de Philosofenallee te Zwolle. Een dui zenden kilo's zware ketel werd op rollen g^i plaatst. Plotseling schoot een rol er onder weg. De ketel kantelde en kwam terecht op een der arbeiders. Een dommekracht moest worden aangewend om de ketel in de hoogte te krijgen. De man, een zekere D .Loodhaar, afkomstig uit Oudeschoot bij Heerenveen, bleek zwaar gewond. Per brancard werd hij naar het ziekenhuis overgebracht. JONGETJE OVERREDEN. Gisterochtend werd een driejarig zoontje van den landbouwer L. S. te Hekelingen, dat plotseling van achter een wagen den weg overstak, door een auto gegrepen, welke ge heel over hem heen ging. In bewusteloozen toestand werd het kind opgenomen. Het had een hersenschudding gekregen. BRAND. Te Zuidbroek (Gr.) is gisteren de bóeren- behuizing. bewoond door J. Opheikeng en eigenaar F. Smid te Uiterburen. afgebrand. Dochter: Dus, pa, het is den twintigsten, Vader: Den twintigsten? Wat? Dochter: Wel, mijn trouwen natuurlijk. Vader: Je trouwen! Maar ik wist heeler maal niet dat je wou gaan trouwen. Dochter: Maar pa, leest u dan geen kranten? (N Iet-Officieel). 448-J STAATSLOTERIJ. Trekklog van Donderdag 6 Seoiember 1929. 4e klas. 4e lllst, Hooee orlizen: 6166 2000.—. 2811 2893 ƒ100 Prijzen van f 65. 194 268 581 674 875 937 1077 1326 1647 1785 2133 253U 2782 3109 3360 3454 3492 3593 3721 3799 3884 3975 4003 4117 4195 4734 49:6 4986 5090 5591 6134 6330 6466 6563 658-3 7601 7685 7715 7824 8116 8338 8974 930? 9696 9722 9916 10040 10065 10706 10806 10818 11751 11908 12131 12249 12693 12716 12840 13062 13153 13342 13385 13415 13697 13801 14092 14185 14543 15078 15271 15371 15928 16019 16154 16462 17026 17156 18097 18411 18609 18915 18958 19032 19058 19072 19217 19256 19272 19588 19803 19907 20105 20109 20519 20823 20941 20979. Door J. S. FLETCHER. Geautoriseerde vertaling uit 't Engelsch door Mr. G. KELLER. 42) De eerste, die hij zag, terwijl hij Tenthony naar het perron vergezelde, ^aar diens trein reeds tot vertrekken gereed stond, was Barbie Lansdale; zij leunde uit hét raampje van een coupé, in oen ernstig gesprek met Oswald Cleverley gewikkeld Blijkbaar ging Barbie uit de stad en deed Oswald haar uitgeleide. Een oogen- blik later was zij, evenals Penthony, ver trokken en na met zijn wandelstok nog een taatsten afscheidsgroet gewuifd te hebben, drentelde Oswald naar Stevenege toe. ,Kijk!" zei hij, ..dat treft! Ik was juist van Plan u in uw hotel een bezoek te brengen." ..Heel vriendelijk van u," antwoordde Ste- ^enege, „maar u zoudt me niet thuis getrof fen hebben.ik heb vanmorgen heel wat fe doen!" ..Toch onbegonnen werk, hè?" merkte Oswald schamper op. ..Intusschen onderstel dat u het niet zoo druk heeft, of u kunt Jol een half uurtje aan mij afstaan, 't Is om die schilderijen van mijn vader, die aquarel- feu, waarover ik u al eens gesproken heb. U heeft ze nog niet eens gezien!" ..Geen tijd voor gehad!" riep Stevenege Pd. „Als u eens wist. hoe druk ik heb heb." -.0 zoudt naar mijn bescheiden meening Pw tijd vee! aangenamer kunnen besteden.'' zei Oswald op humoristischen toon. „Met schilderen bijvoorbeeld. Intusschen. heeft u tost ze te zien?" „Grooten lust zelfs," bekende Stevenege, als ik er een uurtje voor kan vinden." „Zie dat dit dan vandaag nog gebeurt, waarde heer," viel Oswald hem in de reden. „Morgen zijn de aquarellen er niet meer. U moet weten, dat ik ze verkocht hebaan Bransdale." Stevenege spitste de ooren bij dien naam. Hij liep met Oswald van het station terug naar de stad en hij besloot zijn plannen even op te schorten en Oswald naar zijn woning te vergezellen, niet zoozeer om de aquarellen te bezichtigen, dan wel in de hoop eenige inlichtingen te krijgen. „O zoo!" zei hij met zooveel belangstel ling, als hij voor het oogenblik oorbaar achtte. „Aan Bransdale? Ik hoop, dat u hem behoorlijk heeft doen bloeden!" Oswald stak een nieuwe sigaret op en vervolgde: „Toen Bransdale hier in het „Dravende Hert" logeerde, is hij het schilderwerk van mijn vader komen bekijken. Hij was er ver bazend mede ingenomen, zooals ik kon be merken. En hij begon mij uit te hooren. Of ik ze wilde verkoopen? Ik verklaarde, dat ik daar niet zoo heel veel zin in had, maar een dozijn zou ik toch wel willen afstaan tegen een behoorlijk prijsje. Wij spraken toen nog niets af: hij verklaarde mij. dat hij eerst nog een bevriend deskundige te Lon den wilde raadplegen. Nu schrijft hij mij, dat hij een paar heeren heeft gesproken en dat hij het dozijn wil koopen, hetwelk hij heeft uitgezocht Ik maak geen geheim van den prijs: honderd guintjes per stuk." „Een behoorlijke prijs!" merkte Stevenege op onverschilligen toon op. „Intusschen ben ik niet op de hoogte hoe uw vader's werk op de kunstmarkt slaat genoteerd." „Och, honderd guinjes is niet zoo'n kwaad bedrag," merkte Oswald opgewekt op. „In ieder geval gun ik Bransdale graag een dozijn tegen dien prijs. Ik ga ze hem zelf brengen met den trein, die vanavond ver trekt. Ik had eigenlijk reeds dezen morgen willen gaan, doch had vandaag nog een paar dingen af te doen. Ik had anders tot York samen kunnen reizen met Barbie Lansdale, die naar het Zuiden des lands is vertrokken om een oude schoolvriendin op te zoeken. Intusschen ga ik nu vanavond met den trein van zeven uur.... ik heb te Londen nog een paar ijzers in het vuur staan." „Zoo. zaken?" vroeg Stevenege. meer om iets te zeggen dan uit belangstelling. „Ik denk er over, mijn gedichten in het licht te geven." zei Oswald op zwaarwich- tigen toon. „Men heeft reeds herhaalde'ijk bij mij daar op aangedrongen! Maar ik heb daar nooit haast mee willen maken. Intus schen ga ik nu een paar uitgevers opzoe ken. Natuurlijk gun ik het alleen een eerste rangs-zaak; van tweede rangs-menschen moet ik niets hebben. Als men zoo iets on derneemt, dan moet dat zoo goed mogelijk gebeuren. Daar hangt veel van af, niet waar?" „Ja, dat is waar," erkende Stevenege. „Nu, hier zijn we bij mijn woning, ga nu even mee om het werk van mijn vader te bekijken," zei Oswald. „Bij zijn leven is hij nooit zoo gewaardeerd, als hij verdiende, maar, zooals ik zeide. Bransdale heeft er bijzonder veel mee op." Stevenege volgde Oswald naar zijn kamer, welke hij gehuurd had in een ouderwelsch huis op het marktplein. Hij zag onmiddellijk dat de jonge man veel gevoelde voor een gemakkelijk leventje en zich gezellig had ingericht met een overvloed van meubelen, boeken en schilderijen. Oswald mocht mis schien geen groot dichter wezen, in ieder geval had hij «maak en kleurgevoel en ge voelde hij niets voor droog brood op een ar moedig zolderkamertje. „Dat ziet er hier gezellig uil," merkte Stevenege op, om zich heen ziende. „Och ja, dat gaat nogal," erkende Oswald onverschillig. „Ik woon hier al sedert ik op mijn negentiende jaar op mijn eigen beenen moest slaan. Een geschikte huisjuffrouw. ze kookt best. En ik weet best voor mezel- ven te zorgen dat verbetert me niemand. Mag ik u iets aanbiedenproef mijn sherry eens. Bransdale vond ze ook nogal lekker!" „Die zal er zeker wel verstand van heb ben merkte Stevenege op. „Nu, dat heb ik ook," verklaarde Oswald trotsch. „Ik ben altijd een kenner van wijn en sigaren geweest. Steek een sigaret op; er staan op den schoorsteen een paar zeer rookbare soorten." Hij ging naar een buffet en haalde er een karaf met glazen uit. „Sherry," zei hij op schoolmeesterachtigen toon, „is de beroerdste drank, dien je in Engeland kunt drinken, als je er geen ken nis van hebt. Dat heb ik wel en proef me dezen nu eens|" Stevenege haastte zich te verklaren, dat voor zoover hij met zijn niet al te verfijnde tong kon oordeelen, de sherry buitengewoon lekker was. „Veel geluk met uw dichtbundel!" zei hij glimlachend zijn glas opheffend. „Ik hoop, dat u er den waren uitgever voor mag vin den." „Ja. daar zal ik wel voor zorgen." ant woordde Oswald „Ik ben geen kind. hoor! En nu de schilderijen! Er hangen er eenige aan den muur, het dozijn, dat Bransdaie heeft uitgekozen, heb ik in deze portefeuii'e opgeborgen." Stevenege wijdde bijna een uur aan de be zichtiging der schilderijen en hij kwam tot de conclusie, dat als de gedichten van den zoon half zoo mooi waren als de schilderijen van den vader, de wereld binnenkort ken nis zou maken met een groot kunstenaar. De schilderijen waren inderdaad goede kunst en het verwonderde hem, dat de naam van den kunstenaar niet in ruimer kring bekend was. Dit laatste zeide hi} hard op. „Vader hield er niet van zich op te drin gen." antwoordde Oswald. „Hij schilderde, omdat hij aandrang er toe gevoelde en om geld gaf hij niet veel. Wat zegt u van het bod dat Bransdale voor de schilderijen heeft gedaan, nu u de auquarellen heeft gezien?" „Ik vind dat volstrekt niet onredelijk, van welken kant ook beschouwd," antwoordde Stevenege. „Hij zal er zijn geld wel uit halen, denk ik." „Och. honderd gunjes zijn altijd honderd guinjes," merkte Oswald wijsgeerig op. „Hij heeft een aardig stelletje uitgekozen en ik ben niet van plan er een op toe te geven. Maar ik heb niet zonder bijbedoeling hem het dozijn laten uitkiezen. Hij zal ze na tuurlijk in Amerika erg ophemelen en dan zullen landgenooten van hem ook werk van den ouden heer willen koopen. Best. hoort Ik heb altijd nog vier dozijn beschikbaar. En als ik bemerk, dat er van de zijde van Ame- rikaansohe kunstbeschermers vraag naar het werk is, nu, dan stijgt de prijs, en niet weinig ookl U ziet. dat ik mijn belangen niet uit het oog verlies, nietwaar?" (Wordt vervolgd),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 9