Waals' Bedrijfskleeding WAALS De verdwenen Noodmunten. 69sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 28 Augustus 1928 Derde Blad No. 20999 BINNENLAND. GEMENGD NIEUWS. FEUILLETON. EISE EISINGA. Uitvinder en vervaardiger van het Planetarium te Franeker. In Franeker werd gisteren onder veel be langstelling de sterfdag (27 Augustus 18281 herdacht van Eise Eiamga, uitvinder en vervaardiger van het beroemde Planetarium te Franeker. De plechtige herdenking had plaats in de Martinikerk aldaar. De voorzitter van het Eise Eisinga-Comité, burgemeester M. G. de Eruijff van Franeker, verwelkomde de aan wezigen, waarna hij den eere-voorzitter van het comité, mr. P. A. V. Baron van Harinx- ma thoe Slooten, Commissaris der Koningin h) Friesland, uilnoodigde de herdenkings rede uit te spreken, waaraan deze gaarne voldeed. Hierna, werd door den heer E. Havinga, met een mooie speech het Gedenkboek aan de gemeente Franeker aangeboden. De burgemeester dankte in gevoelige be woordingen, voor de gemeente Franeker. er op wijzend, dat het Gemeentebestuur met groote belangstelling hetw erk van den heer Pavinga had gevolgd. Hierna werd door dr. W. E. van Wijk het Gedenkboek aangeboden aan het Friesch Genootschap. Tenslotte volgde een rede van den heter T. van der Kam, als oudste der aanwezige afstammelingen van Eise' Eisinga. Daarna werd koffiemaaltijd gehouden. Aan den maaltijd voerde burgemeester De Kruyff het woord tot huldiging van den den heer Havinga, wien hjj een oorkonde, een etB van het stadhuis en van het pla netarium in lijst aanbood. Het laatste ook dan dr. Van Wijk en den heer d'Aumerie. In den namiddag had gisteren verder de bnlhulling plaats van een sternen gedenk teken, dat aan de zorgen van Franeker's gemeentebestuur werd toevertrouwd en het bezoek te Dronrijp aan het graf en het geboortehuis van Eise Eisinga. In de gisteravond gehouden bijeenkomst fa de Martinikerk gaf de heer E. Havinga eeo uiteenzetting van het planetenstelsel en en geschiedkundig overzicht van planetaria fn haar vervaardigers. Eise Eisinga's levens loop en zijn technisch en wetenschappelijk werk werden tenslotte uitvoerig besproken. In het Friesch hield vervolgens de heer H. K. Schippers, uit Drachten een lezing. DE HABINGVISSCHERIJ. Gedurende de afgeloopen week waren 6e aanvoeren, zeer gering. Vorige week nog waren de totaal aanvoeren iets hooger dan die van 1927, doch nu is dit omgeslagen en zijn de totaal aanbrengsten van 1928 heden minder dan in 1927. In het algemeen is dus de haringvisscherij niet ruim. Nog komen wel enkele schepen binnen die fortuinlijk zijn, doch er zijn heel wat schepen die al geruimen tijd op zee zijn en blijkens de praairapporten nog betrek kelijk weinig gevangen hebben I Zoowel in de Noord als in de Zuid wordt momenteel de visscherij uitgeoefend, in beide gevallen echter met afwisselend suc ces. Bedriegen de teekenen zich niet, dan zou er in de Zuid blijkens de laatst ontvan- Een berichten van den overkant een ople ving zijn te constateeren. De stijging der prijzen is voortgegaan; Vooral voor volle haring worden buitenge woon hooge prijzen betaald en ook voor de Maatjesharing is dit op een zoodanig peil eekomen, dat het voor de reederijen alles zins bevredigend kan worden genoemd. Dit kan niet direct voor den handel gezegd worden, want op een zoodanig marktpeil is bet niet gemakkelijk zaken te doen. Des ondanks ie er een behoorlijke afzet, wat dan ook wel de eenige verklaring is voor de op- loopende markt Het is te hopen, dat spoedig de aanvoeren Zullen verbeteren, want momenteel zijn 6eze voor een gereede handel te gering. Tot en met 22 Augustus 1928 zijn we nu Eekomen op een totalen aanvoer van 173.831 kantjes aangevoerd in 402 reizen, •egen op denzelfden datum in 1927: 176.555 kantjes in 762 reizen. De prijzen voor Maatjes zijn heden 3 4 4 Eulden en voor volle 5 4 6 gulden hooger dan vorig jaar. BERGING VAN CARBID AAN BOORD VAN VTSSCHERSVAARTUIGEN. Een circulaire van den hoofd- inspectenr voor de scheepvaart. De hoofdinspecteur voor de scheepvaart heeft tot reeders en schippers van visschers- vaartuigen een circulaire gericht, waarin wordt gezegd, dat de verschillende ongeval len bij de behandeling van carbid aan boord van visschersvaartuigen hem aanleiding geven te bepalen, dat voortaan geen vis- schersvaartuig naar zee mag vertrekken, voordat alle aan boord aanwezige carbid be hoorlijk benedendeks is opgeborgen in goed- sluitende deugdelijke vaten, die geopend kunnen worden zonder dat daarbij van werktuigen gebruik behoeft te worden ge maakt. Tevens dient er op gelet te worden, dat geen carbidbussen, zooals deze in den handel geleverd worden, aan dek worden gelegd. PROCUREURS- EN DEURWAARDERS. KLERKEN. De Bond van Procureurs- en Deurwaar dersklerken in Nederland, heeft Zaterdag té Utrecht onder leiding van den vice-voorzit- ter, den heer P. v. d. Steenhoven, zijn jaar- lrksche algemeene vergadering gehouden. De secretaris, de heer L. D. Bitter Jzn., bracht verslag uit over den toestand van den bond. Het ledental steeg in het afge loopen jaar van 275 tot 288; een afdeeling Oost Noord-Brabant en Noord-Limburg, m. zetel te Helmond, kwam tot stand, waar door het aantal afdeelingen tot 15 is geste gen, terwijl het aantal ondersteunende leden (advocaten en deurwaarders) van 211 tot 217 steeg. Tot voorziter van het hoofdbestuur werd gekozen de heer Jac. van Garderen, terwijl tot le secretaris, ter vervanging van den heer L. D. Bitter Jzn., die voor deze functie had bedankt, werd gekozen de heer A. C. Legee. Voor de door deze benoeming va cant komende functie van 2e secretaris werd bij acclamatie gekozen de heer L. D. Bitter Jzn., zoodat het hoofdbestuur thans bestaat uit de heeren Jac. van Garderen, Weesp, voorzitter; P. v. d. Steenhoven, Heemstede, vice-voorzitter; A. G. Legel, Rotterdam, le secretaris; L. D. Bitter Jzn., Rotterdam, 2e secretaris; Joh. H. Hamann, Amsterdam, penningmeester; D. Bouma, Amsterdam, le commissaris. De benoeming van den heer K. Droog als redacteur van het bondsorgaan „De Rechts- strijd" met bijblad „De Candidaafc-Deur- waarder" werd met een jaar verlengd. Als plaats voor de in 1929 te~ houden al gemeene vergadering werd Breda aangewe zen. INTERN. STENOGRAFENCONGRES TE BOEDAPEST. De heer A. A. Schoevers te 's-Graven- hage die als afgevaardigde van de Vereeni- ging van Leeraren in Stenografie en Machi- neschrijven het congres te Boedapest zal vertegenwoordigen, is thans ook door den Minister van Onderwijs, K. en W. benoemd tot vertegenwoordiger der Nederlandsche regeering, zoodat ons land thans ook op dit Internationaal Stenografencongres verte genwoordigd is. HET DREIGEND CONFLICT IN DE GOUDSCHE AARDEWERKINDUSTRIE. Heden staking? Gisteren is op het departement van Ar beid inzake het conflict in de Goudsche aardewerkindustrie nog een conferentie tusschen partijen met den Rijksbemiddelaar, ir. H. A. van IJsselsteijn, gehouden Men wist echter, volgens de „Tel.", niet tot een oplossing te komen, waardoor dus de sta king bij de Plateelbakkerij „Zuid-Holland" niet meer kan worden afgewend. De sta king zal waarschijnlijk hedenochtend reeds ingaan. De Communistische betooging diet Zon dag te Arnhem is gehouden, is vrijwel een mislukking geweest. Er waren een 121400 meetingzangers, w.o. slechts 80 uit het buitenland. UIT NED. OOST-INDIE. HULDEBLIJK H. M. DE KONINGIN MOEDER. BATAVIA, 17 Aug. (Aneta). Het Comité dat gelden inzamelt voor een huldeblijk aan H.M. de Koningin Moeder heeft tot dusverre reeds zeventigduizend gulden bijeengebracht, waarvan een bedrag van twintig mille reeds is overgemaakt ten behoefve van de „Witte Zaal". DE RAMP MET DE ZEEMEEUW. WELTEVREDEN, 27 Aug. (Aneta). Aneta verneemt, dat de nadere opdracht, verstrekt aan de Soerabajasche commissie tot onderzoek van de ramp met de Zee meeuw", het houden van een onderzoek be helst naar de stabdliteategegevena van de andere op het marine-établissement te Soerabaja gebouwde schepen, en het vast stellen van de verantwoordelijkheden, zoo wel ten aanzien van de gebleken onzee waardigheid van de Zeem eeuw" al® voor het niet met de werkelijkheid overeenko men van de stabiliteitskromme van dit schip. 2500 PELGRIMS NAAR MEKKA OVERLEDEN. BATAVIA, 25 Aug. (Aneta). Aneta ver neemt dat van de ruim 35.000 Nederlandsch Indische pelgrims, die a-an de jongste bede vaart hebben deelgenomen naar raming 2500 aan ziekte en uitputting zijn overle den, deels in Mekka, deels aan boord van de schepen. De hadji-booten van de Kongsi Tiga voerden 31.000 pelgrims naar Ned.- Indië terug zoodat er ongeveer 1500 geble ven zijn voor een tweede seizoen-veihlijf RECLAME. munt uit door prima kwaliteit en goeden pasvorm. Haarlemmerstraat 130—136. TWEE DOODELIJKE ONGELUKKEN IN HAARLEMMERMEER. In een onbewaakt oogenblik ia gister middag het 2-jarig zoontje van den heer G. M. van Staveren, wonende aan, den Hoofdweg te Abbenes in de Hoofdvaart geraakt en verdronken. Toen het kind werd gemist, ging men direct op onderzoek uit. Men vond het toen helaas vóór de won/ing levenloos in het water liggen. Men kan zich de droefheid der ouders voorstellen bij dit plotseling verlies van hun kind. Gistermiddag is do 73-jarige ongehuwde landarbeider Pieter Ketelaar, wonende aan de Dennenlaan te Zwanenburg alhier in Halfweg onder de electrisohe tram geraakt, waarbij hij zoodanig werd verwond dat de dood spoedig daarna intrad. f. 9000 VERDUISTERD. Een deurwaarder te Rotterdam heeft bij de politie aangifte gedaan, dat een zijner kantoorbedienden te zijnen nadeele belang rijke bedragen heeft verduisterd. De kan toorbediende, die uiet de boekhouding be last wa9, heeft door hem geïnde bedragen slechts gedeeltelijk in de boeken verant woord en het restant ten eigen bate ge bruikt. Naar uit het onderzoek is gebleken, zou reeds gedurende anderhalf jaar zijn geknoeid. Volgens opgave van den deur waarder is hij in totaal voor f. 9000 bena deeld. ERNSTIG ONGELUK OP SCHIPHOL. Gisteren heeft op het vliegveld Schiphol een ernstig ongevalp laats gehad. De 19-jarige volontair T. H. uit Haarlem werd door een draaiende schroef van een Fokker- vliegtuig getroffen, waardoor zijn rechter arm zoo goed als geheel werd afgerukt. De getroffene is naar het Tesselschade-zieken- huis in de hoofdstad vervoerd. TER BEDEVAART TEGEN WIL EN DANK. Een historisch gebeuren. Een braaf huisvader uit één onzer pro vincieplaatsen, had enkele dagen vacantie genomen. Het plan werd gemaakt om met vrouw en kroost een uitstapje te gaan ma ken naar Rotterdam, om aldaar de veel be sproken havens eens te gaan bekijken. Tegen acht uur arriveerden de vacanlie- gangers in de Maasstad en al dadelijk toog men op weg naar den aanlegsteiger, van waar de rondvaartbooten door de Rotter- damsche havens vertrekken. „Hier zal het wel zijn," zeide de schoenmaker van bui ten, toen hij een met vlaggen versierde boot aan de Maaskade zag liggen. Vol verlangen naar een heerlijk watertochtje stapte men aan boord. Naar kaartjes werd niet ge vraagd, dus deze zouden waarschijnlijk aan boord wel worden verstrekt. Langzamerhand kwam de boot vol. Man nen, vrouwen, veel jongelui, allen in de Zondagsche kleeren gestoken. Tot des schoenmakers groote verbazing stapten er ook eenige Katholieke geestelijken aan boord. (Hij was namelijk niet-Katlioliek). Het bevreemdde den schoenmaker een wei nig, doch zijn vrouw stelde hem gerust met de mededeeling dat die menschen ook, wel eens een dagje uitgaan. Het sein tot vertrek werd gegeven en de boot stoomde de Maas op. Wat de schoen maker uit het provinciestadje allerminst had verwacht, gebeurdeMen begon te zingen, ja zelf te bidden. De schoenmaker voelde zich niet op zijn plaats en vroeg aan een der geestelijken, of deze ook kon zeg gen waar de reis naar toe ging. „Wij gaan op bedevaart naar Den Briel" antwoordde hem de kapelaan. „Op een bedevaart, eerwaarde zegt u, op een bedevaart, maar dan moet ik hier niet wezen, dan moeten wij er af," bracht de schoenmaker in het midden. ..Dat zal on mogelijk gaan," zeide de geestelijke, „er zal niets anders opzitten, dan dat u de reis tot Brieve meemaakt". De schoenmakersfamilie heeft de reis naar Brielle mee moeten maken. In de pro- cessiestad aangekomen namen de drie rei zigers een kaartje voor de stoomtram, om zoo spoedig mogelijk weer in Rotterdam terug te zijn. Des middags om vijf uur kwa men de gedwongen pelgrims weer in Rot terdam aan en hadden nog juist een paar uurtjes over om even een bezoek te bren gen aan de Rotterdamsche diergaarde (Msbde) ONFORTUINLIJKE AUTOBUSSEN. Gisterochtend is op den straatweg van Utrecht naar Bilthoven, dicht bij het dorp een BA.B.-autobus, rijdende naar Bilthoven met 15 passagiers bij het voorbijrijden van andere motorrijtuigen tegen een boom ge botst, waardoor de stuurinrichting stuk raakte en de bus na door de botsing ge keerd te zijn rechtuit in de Biltgrift reed. Nadat de achterdeur van de autobus was opengemaakt konden de passagiers zich red den. Dr. Mes en dr. Mayer verleenden ter stond geneeskundige hulp. Eén passagier was ernstig en negen waren licht gekwetst. De autobus is in den loop van den dag uit het water gesleept. Later op den dag is een B.A.B.-bus te Bilthoven in botsing geweest met een par ticuliere auto, tengevolge van de botsing werd de dame, die in die auto zat mevr. T. W. uit Amsterdam er uit geslingerd en moest met een ernstige hersenschudding door bemiddeling van den geneeskundigen dienst naar haar woning worden vervoerd. DOOR DEN TREIN GEGREPEN EN GEDOOD. Gisteravond is de 63-jarige J. M., wonen de te Haarlem een paa»r honderd meter voorbij den overweg Kleverlaan te Bloe- mendaal door een sneltrein gegrepen en. onmiddellijk gedood. VOORZICHTIG MET BENZINE! T© Amsterdam zijn naar het Teaselsehade Ziekenhuis vervoerd een 29-jarige diemst- bode en het echtpaar, waarbij zij in be trekking was. De dienstbode, die in de keuken een tasch met behulp van benzine schoonmaakte, raakte door het ontbranden der benzine in brand. Ook de klccren der bewoonster raakten in brand terwijl do man' die de dienstbode do brandende kleeren van het Mchaaro rukte, brandwonden op liep. Het echtpaar is, na te zijn verbonden, piuiswaarts gegaan-, de dienstbode is ter (verpleging opgenomen. BRANDEN. Gistermiddag is te Malden een hevige brand uitgebroken, waardoor twee boerde rijen op het z.g. „Droog" een prooi der vlammen werden. Beide brandden totaal uit. Verzekering dekt de schade. Te Bergen (L) is het woonhu s afga- brand van A. Th. De oorzaak is onbekend. De oogst ging mede verloren. Te Knegsel i® de boerderij van H. v d. Heijden afgebrand. De oogst ging verlo ren, de inboedel werd gereed. De brand is ontstaan door het spelen met vuur door kinderen. ERNSTIG ONGELUK IN HET STOOMGEMAAL TE ARKEL. Eén doode, verschillende gewonden. Gistermorgen was in het stoomgemaalte Arkel de stoker A. v. d. Nap bezig met het harden van een tankwiel. Het tankwiel was in een bus dichtgelegd, welke vanwege do groote hitte uit elkaar sprong. De 11-jarige R. v. d. Hoeve, zoon van den machinist, kreeg stukken ijzer in het gelaat en was terstond dood. De stoker A. v. d. Nap werd zoo ernstig verwond, dat hjj naar het ziekenhuis te Utrecht moest worden overgebracht. Men vreest voor zjjn oogen. De 15-jarige P. v. d. Hoeve bekwam ernstige wonden aan zijn gelaat en men vermoedt, dat hjj een stuk ijzer in zijn oog gekregen heeft, terwijl nog eenige andere personen licht gewond werden. Dr. Spijkerboor, uit Meerkerk, verleende de eerste hulp. ONTSPORING. Te Blauwkapel is gistermorgen een wa gen van een goederentrein door onbekende oorzaak uit de rails geloopen, tengevolge waarvan de lijn Utreeht (Maliebaan)Hil versum werd versperd. Het verkeer werd te Utrecht over het Centraal Station geleid. DE VIERDE INBRAAK IN ééN WEEK. In den nacht van Zaterdag op Zondag is ingebroken in de woning van den heer Linke, oud-directeur van de Middenstands- credietbank te Renkum. De dieven zijn bin nengekomen door verbreking van eetn ijzeren stijl voor een raam in de bijkeuken. Het ge heeld huis werd van onder tot boven met groote nauwgezetheid doorzocht. Er werd een groote chaos aangericht. Alle kasten werden opengebroken, zelfs de bedden werden over hoop gehaald. De dieven slaagden er evenwel niet in de brandkast te forceeren. Hoeveel en wat er vermist wordt^is niet bekend, daar de bewoners afwezig zijn. Van do daders is geen spoor te ontdekken. Dit is de vierde inbraak in deze gemeente in een week. JEUGDIGE AVONTURIERS. Zaterdag heeft de politie te Steenwijk twee 15-jarige jongens aangehouden, die al daar den nacht tijdens een onweer onder den blooten hemel hadden doorgebracht. Zij hadden de ouderlijke woning te Gouda ver laten en waren naar Steenwijk gefietst. Hun plan wa9 naar Harlingen te gaan en daar voor de groote vaart aan te monsteren. Zij zijn 's avonds onder politiegeleide naar Gouda teruggebracht. 12-JARIG MEISJE VERBRAND. Zaterdagavond is te Poederoyen nabij Zalt-Bommel een droevig ongeluk gebeurd. Teen de 12-jarige A. 't H. omstreeks half twaalf nog aan het kou9enstoppen was, viel plotseling (vermoedelijk door het verschui ven van het tafellaken) de petroleumlamp, welke op tafel 9tond om, met het gevolg, dat de petroleum over haar kleeren stroomde en vlam vatte. In een ommezien van tijd was het arme kind dan ook in een vlammenzee Door J. S. FLETCHER, Geautoriseerde vertaling uit 't Engelsch door Mr. G. KELLER. 83) „En u zegt, dat volgens juffrouw Maid- taent Tyson even over elf uur in haar zaak kwam daar wat dronk en betaalde met het eevlokle bankbiljet. In dat geval moet Ty- Lima recta van juffrouw Maidment naar het fcosch zijn gegaan." ,.Ik heb mij Tyson'9 doen en laten op dien borgen aldus voorgesteld: Na vroeg ontbe ten te hebben, betaalde hij zijn hotelreke- n:n? en ging heen. "Wij hebben een nauw gezet onderzoek ingesteld, maar zijn niets te "Weten kunnen komen omtrent de wijze, J^aarop hij tusschen negen en elf uur zijn hjd heeft besteed. Maar om elf uur slapte 'i Hicking's winkel binnen, vertoefde daar paar minuten, gedurende welk tijds- hestek Hicking hem een paar laarzen ver- iochi en een bankbiljet van twintig pond v°or hem wisselde. Daarop begaf hij zich Jaar het café van juffrouw Maidment en erbleef daar enkele minuten. Na het café platen te hebben, schijnt hij de brug te 'jn overgegaan, langs den rivieroever te zijn ^wandeld, het bosch te zijn ingeloopen en eejt toen daar zijn dood gevonden." „Ik zou toch wel eens plaatsopneming jUen doen," zei Penthony. „Na de lunch," antwoordde Stevenege, an zal ik u alles laten zien. Het is tocji een raadselachtige geschiedenis," vervolgde hij, terwijl zij het hotel binnentraden; „ik heb, al heb ik het spoor gevolgd, dat mij aangewezen leek en wat had ik anders te doen? toch het onaangename gevoel, dat er iets.iets anders achter steekt. .Wat denkt u er van?" „Och. dat is altijd het geval," antwoordde de oude detective met een droog lachje. „Ten minste in negentig van de honderd ge vallen. Het komt er nu maar op aan, dat iels te vinden." „Nu, als u een dieper kijk in de zaak heeft dan ik...." zei Stevenege. „In ieder geval ben ik, vergeleken met u, slechts een begin neling. En wanneer men eenmaal een spoor heeft. „Och kom, u heeft volkomen gelijk, elk spoor, dat u vindt, te volgen," merkte Pen thony lachende op. „Waar het in ons vak in de eerste plaats op aan komt, beste vriend, is zoo verstandig te zijn te erkennen, dat men een valsch spoor heeft gevolgd. Maar daarbij moet men één ding wel bedenken." „En dat is?" „Dat één spoor dikwijls leidt tot een ander. De wegen kruisen elkander dikwijls. Soms voert, naar mijn ervaring, een zij spoor, dat schijnbaar doodloopt, juist tot het punt, dat men zoekt. Daar zit geluk bij het 9pel, doch niemand kent reeds vooraf zijn geluk. In den namiddag gaan we echter den toestand eens nauwkeurig opnemen." Stevenege ervoer, dat Penthony een zwij gend, opmerkzaam mensch was. Hij was hem gedurende het overige van den dag tot gids naar alle punten, die in verband kon den staan met de moordzaak, maar de ander liet niets los omtrent zijn waarnemin gen of gevolgtrekkingen. Maar ter plaatse waar de moord was gepleegd, wees Pen thony er op, hoe gemakkelijk de dader, wie hij ook mocht zijn, zich in de omringende bosschen uit de voeten kon maken en enkele minuten na het misdrijf spoorloos kon ver dwijnen. „Er is hier plaats voor allerlei vermoe dens," zei hij, terwijl zij rondblikten, „werd Tyson hierheen gelokt? Kwam hij bij toe val hier? Waarom was hij hierheen ge gaan?" „Ik meen, dat we hieromtrent niet in twij fel behoeven te verkeeren," anfwoordde Ste venege. „Hij deelde aan Hicking mede, dat hij dwars over de heide naar Hawer wilde wandelen. Dit boschpad is een kortere weg naar de heide. Wanneer wij verder gaan, zult ge zien, dat voorbij dit bosch een buitengewoon woest landschap zich uit strekt in Noordwestelijke richting. Daarin is een soort van dal of ravijn, waarin What- more zich verscholen had." „En u denkt, dal dat meisje, die juffrouw Lansdale, hem aan levensbehoeften hielp?" vroeg Penthony, voor wien Stevenege niets geheim had gehouden. „Ik acht dit ten minste hoogst waarschijn lijk," antwoordde Stevenege. „Iemand moet hem aan eten hebben geholpen 1 Ik vermoed, dat zij en haar oom zoo overtuigd waren en nog zijn van Whatmore's onschuld, dat zij niet enkel alles wat zij konden voor hem deden, maar hem ook een schuilplaats be zorgden. Natuurlijk weet de gemeente-poli- tie daar niet van, ofschoon het haar bekend kon zijn. „Waarom zouden die menschen zoo vast van zijn onschuld overtuigd zijn?" vroeg Penthony. „Naar wat u mij mededeelde van uw gesprek met haar, heeft de jonge dame verklaard, dat zij wist, dat Whatmore on schuldig was, Hoe wist zij dat?. Wanneer ik zeg, dat ik iemand onschuldig acht, dan ben ik tamelijk zeker van wat ik zeg. Maar als ik beweer, dat ik weet, dat hij onschuldig is, dan wil dat zeggen, dat ik kan bewijzen, dat hij niet schuldig i9. Kan of kon zij het bewijs leveren, dat Whatmore niet schul dig is?" „Na, dat kan ik niet met zekerheid zeg gen," antwoordde Stevenege; „dan zou ik zoo nauwkeurig op haaT woorden hebben, gelet, dat Hij voltooide zijn zin niet. Er klonken 9temmen achter een partij boomen, waar heen hij en Penthony juist wandelden. Hij herkende een der stemmen als van Barbara Lansdale. Weldra zagen zij haar, naast den heer Sheffield wandelend. Stevenege stiet zijn metgezel even tegen den arm, toen, met een korte buiging van den eenen en een hoofdknik van dén anderen, de oude heer met zijn nichtje, gevolgd door een troep honden, hen voorbij ging. „Dat is de bedoelde jongedame," fluisterde Stevenege, toen zij voorbij waren. „En die naast haar loopt is haar oom, de schrijver van het artikel in de „Times" over de nood munten, de bron van alle ellende. Als hij dat artikel in de pen had gehouden...." „Jawel, maar intusschen schreef hij het, en het werd opgenomen, en Bransdale las het, en Tyson lae het en dat deden heel wat anderen," bromde Penthony. „Hm, dat is dus de heer Sheffield? Een groot liefhebber van antiquiteiten, niet waar? Verklaarde hij nu niet met nadruk., dat de burgemeester van Alanschester geen bevoegdheid had om die noodmunten te verkoopen?" „U heeft een goed geheugen!" merkte Stevenege lachende op. „Ja, dat is allemaal waar." Penthony had den Heer Sheffield en zijn nichtje met de oogen gevolgd tot zij tus schen de boomen uit het gezicht waren ver dwenen. Hij bleef eenigen tijd 9taan, met de punt van zijn wandelstok gaatjes in den drassigen bodem borend, doch plotseling keek hij op en wierp zijn metgezel een eigenaardigen blik toe, terwijl hij zachtjes zeide: „Vriend Stevenege, schrik niet! Luister naar me, ik heb misschien een ingeving, Het zou mij niets verwonderen als de def tige oude heer den dood van Septimus Tyson' op. zijn gewetén had en zijn mooie nichtje dat wistl" HOOFDSTUK XV. Er van door! Ondanks Penthony's waarschuwing schrok Stevenege toch en in stomme verbazing staarde hij zijn metgezel aan. De oude detective wierp hem een snaakschen blik toe en deed een kort lachje hooren. „Welzeker, .Stevenege I" zeide hij. „Maar lieve hemel, vriend, ik ben in mijn leven wel wonderlijker onaannemelijker dingen tegengekomen, zou ik denken I" Stevenege vond zijn spraak terug. „Maar te duivel, Penthony 1 Een zeer eer biedwaardige, beschaafde en rustige oude heer als hij een man die altijd met zijn neus in de boeken en papieren zitl't Is te dwaas I Die een moord begaan?, Kom nu!" „Ik heb niet van een moord gesproken." antwoordde Penthony. nogmaals lachend. „Ik zei alleen, dat het mij niets zou verwon deren als die oude heer de dood van Tyson op zijn geweten had en zijn nichtje er van afwist. En ik houd vast aan die meening." „Bestaat daar eenige grond voor?" .(Wordt vervolgd), j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 9