69ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 28 Augustus 1928 Tweede Blad No. 20999 Gemeenteraad van Leiden. KELLOGG Ml BRIAND. De Amerikaansche staatssecretaris Kellogg, die voor de onderteekening van het pact te Partjs is Gisteren werd het nieuwe bootenhui9 van de Roermondsche Roei- en Zeilver- aangekomen, hêA direct na zijn aankomst een onderhoud met Briand. V. 1. n. r. zittend: Briand, de Amerikaansche gezant eeniging geopend. De eerste booten verlaten het bootenhuis. Herrick en Kellogg. INTERIEUR VAN HET BEKENDE PLANETARIUM te Franeker. DE SAVOIA IN SCHELLING WOUDE. Zondagochtend om streeks half twaalf is het groote Italiaansche water vliegtuig „Savoia" met majoor Maddalena in het vlieg kamp Schellingwoude gedaald, komende van Havesund in Noorwegen. Geheel links zittend is Maj. Maddelena. Heden is het gelijk gemeld, Tolstoi's 100ste verjaardag. Honderd jaar geleden dat de beroemde Russische schrijver Graaf Leo Tolstoi geboren ward. Graaf Tolstoi met zijn familie aan het middagmaal. HERDENKING VAN EI-SE EISINGA. Te Franeker werd gisteren ter herdenking van Eise Eisinga, uitden- dienber en vervaardiger van het zoo bekende Planetarium te Franeker een bescheiden gedenkteeken onthuld. De commissaris der Koningin Baron van Harinxma thoe Slooten verrichtte de plechtigheid. DE GROOTSTE HOEKKEEPERSPANT TER WERELD werd gisteren geplaatst aan de in aanbouw zijnde Gereformeerde Kerk aan de Ghabotstraat te Amsterdam, Het gewicht van deze spant is 250000 K.G. SPELEN VOOR DOOVEN. Zaterdagmiddag werd in het Odympiflcth Sta dion te Amsterdam de finale van het voetbaltoernooi gespeeld tusechen Engeland en Tsjeoho-Slowakije, waarbij Engeland kampioen werd.; Een spelmoment. (Vervolg van gisteren)» Gelijk in het grootste deel van onze op lage gisteren nog is vermeld, zijn de pun ten 1 tot en met 11 z.h.st. aangenomen of goedgekeuNJ. 12o. Vooretel in zake de beëindiging van de ingebruikgeving van grond aan het Plantsoen aan de vereeniging „Musis Sa crum", tevens praeadvies op de desbetref fende motie van den heer Eikerbout. (157) De heer ELKERBOUT wijst er op, dat de besprekingen tusschen B. en W. en het bestuur geen resultaat hebben gehad, omdat „Musis" geer geld heeft. Het bevreemdt sPr. daarom, dat het bestuur komt met plannen voor een nieuw gebouw. De heer SYTSMA zegt, dat de Raad niets fe maken heeft met de kwestie of „Musis" a' dan niet geld heeft. Als het bestuur zegt de middelen te hebben, dan vraagt spr. wat er> tegen zou zijn, als het blijkt, dat de middelen er zijn, dat het tot een nieuw gebouw zou komen. Spr. beveelt overleg aan en vraagt een van wellevendheid, getui gende houding van het college. De heer SCHüLLER zegt, dat, al zal zijn fractie zich niet tegen het voorstel van B. W. verzetten, hij persoonlijk niet geheel tegen voortbestaan van den tuin, als goede, gelegenheid voor concerten, is. De heer ROMIJN vraagt wat de bedoe ling is met het vrijkomende terrein te doen. De heer WILBRINK meent dat de heer Sijtsma beteir had gedaan door er voor uit te komen, dat het hier gaat om het behoud van deze sociëteit, buitensociëteit, zooals men haar noemen wil Wethouder SPLINTER zet uiteen hoe de besprekingen met het sociëteitsbest-uur zijn verloopen en toont den heer Sijtsma aan dat men daarbij zeer wellevend is ge weest. Wat gedaan zal worden met het vrij komende terrein, zal nader worden over wogen. De heer WILMER gaat met den heer Sijtsma mee, omdat hij de lezing van B. en W. niet deelt. Hij meent dat een mooi gebouwtje, dat goed zou worden onderhou den, niet ontsierend zou staan. De heer SPENDEL ziet bezwaren met het oog op het zich ontwikkelende verkeer. De heer mr. ROMIJN motiveert nog eens waarom hij tegen het voorstel van B. en W. zal stemmen. De heer SIJTSMA verdedigt nogmaals zijn standpunt. De heer ELKERBOUT meent dat elk ge bouwtje, hoe klein ook, in het Plantsoen een starin-den-weg zou zijn. Wethouder SPLINTER betoogt dat over leg met het bestuur overbodig geacht mag worden. B. en W. zijn van meening dat onder geen vootwaarde in het Plantsoen weer een gebouw mag worden opgetrok ken nadat de 'bestaande sociëteit ie afge broken. Het geamendeerde voorstel van het col lege zoo dat dus de raad nader de be stemming zal hebben te bepaien van het vrijkomende terrein, wordt daarop z.h.s. aangenomen. 13o. Voorstel tot verlenging van den termijn van ontruiming van verschillende onbewoonbaar verklaarde woningen. (161) Goedgekeurd. 14o. Voorstel om eenige perceelen wei land, water en woningen met verdere opstallen aan en nabij den Warmonderweg, in erfpacht uit te geven aan de Stichting „Fonds voor aanleg, onderhoud en beheer van Wandelparken" te Leiden. (162) De heer MANDERS zou gaarne zien dat de Raad bevoegd bleef toe te zien op het beheer van het fonds. Bijvoorbeeld bij het rooien van boomen of ander gewas moet toch in de toekomst niet kunnen geschieden dan -met goedvinden van den Raad. De heer WILBRINK meent dat de be zwaren van den heer Manders niet zoo ernstig kunnen zijn. Immers, zoo betoogt hij, de meerdeiheid in het bestuur van het fonds, wordt toch steeds gevormd door ver tegenwoordigers van de gemeente en deze zullen toch wel een wakend oogje in het zeil houden, dat niets geschied wat niet in de bedoeling van den Raad kan liggen, of kon hebben gelegen bij de erfpachtsuitgifte en de aanvaarding van het fonds door de gemeente. De heer ir. BOSMAN meent dat van een transactie met gesloten beurs hier geen sprake is. De gemeente zal slechts profi- teeren van de stichting en in de toekomst zullen lieden die wel iets meebrengen, die behoorlijk zullen zijn aangeslagen in de inkomsten en vermogensbelasting Leiden als woonplaats kiezen. De opmerkingen van den heer Manders, hoe scherpzinnig overi gens ook. meent spr. als min of meer dwaas te moeten kwalificeeren. De heer mr. VAN ECK zegt dat er hier geen sprake is van wantrouwen jegens de genen die het fonds stichtten. Maar het gaat volgens spr. niet aan, particulieren geheel vrij te laten in het beheer. Spr. motiveert zijn standpunt en zegt dat hij voor het voorstel Manders, die spr. heeft zien schrij ven en die inderdaad een voorstel indient, zal stemmen. De heer ir. BOSMAN zegt dat degenen die geld gaven voor de stichting van het fonds dit deden, wetende dat de Raad over het fonds nimmer zeggenschap zouden kr::"en. Geroep van de linkerzijde: aï, ai, ai! De heer mr. VAN ECK interrumpeert. ebt bad je eerder moeten zeggen, De heer mr. ROMIJN is van oordeel dat wat men hier betoogt mosterd na den maal tijd is. Wat thans den Raad wordt gevraagd is het b-zeggen op het a-^eggen dat men eerder deed. x De heer SPENDEL wenscht zich positief tegen het voorstel Manders te verklaren. Hij vindt dat men thans niet als echte Leidsöhe peuteraars moet gaan zeuren, maar dat men beter zou doen door het voor stel van B. en W. spontaan aan te nemen. De heer mr. VAN ECK zegt dat in stede van den heer Spendel, hij en zijn partij- genooten zich beter dik moesten maken bij dit voorstel. Spr. is vol waardeering voor het cadeau en stelt het ten zeerste op prijs. Doch het heeft in spr.'s oogen een bitteren bijsmaak gekregen door de verklaren van den heer Bosman. Hij wijst er op dat het fonds ook is gevormd uit de kleine bijdra gen van personen ,die niet bebooren tot de min of meer fascistische elementen. De verklaring van den heer Bosman getuigt van groot wantrouwen in den Raad. Mis schien, aldus gaat hij voort, zijn er thans practi9che bezwaren, doch spr. acht het voorstel geamendeerd in princine 1 De VOORZITTER wijst er op dat het ini tiatief voor den Leidschen ITout niet uit den Raad is gekomen, waardoor men moeilijk kan vergelijken met toestanden in andere gemeenten. Met hetgeen mr. Romijn gezegd •heeft kan sp|, zich volkomen vereenigen ent

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 5