WAALS i
Geen vlieg
in huis
De verdwenen Noodmunten.
69ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 25 Augustus 1928
Vierde Blad
No. 20997
ft, VOOR DE HUISVROUW.
MODEPRAATJES VAN EEN
PARISIENNE.
Onze Gezondheidsmatrassen
UIT DE RIJNSTREEK.
als ge sproeit met
m» FEUILLETON.
„Ik 'heb een blank honten keukentafel",
schrijft me een lezere9; „geregeld neem ik
haar af met zeepsop, maar zij wordt lang
zamerhand geel en 't hout wordt papperig.
Kunt u mij ook zeggen waardoor dit komt?"
Vermoedelijk heeft u uw tafel niet vol
doende gedroogd na het schoonwasschen. U
moet haar heel lang en krachtig droog-
.wrijven; dan blijft het hout hard en blank.
De beste manier om wit hout. ook voor
keukenvloeren, of -planken, schoon te
[houden is: zet 't hout eerst in een zeep-
sopje; niet tel nat maken: doop uw boen
der in water, strijk langs wat groene zeep en
strooi rijkelijk zand (van de allerfijnste
soort schuurzand) over het hout. Schuur het
hout in de richting van de naden en wrijf
het daarna krachtig 9choon, liefst met een
doek en een droog borsteltje.
Een genoegelijk handwerk voor zomersche
'dagen. Dit is een aardig werkje, om zoo eens
terloops bij de thee te doen: een handwerk
mandje maken. U vraagt bij uw groenboer
pf fruithandelaar een mooi, gaaf groenten-
piandje, liefst met een lo99e deksel.
Schrob het mandje nu eerst goed schoon
en laat het door en door drogen. Voer het
dan aan de binnenzijde met een of andere
aardige gebloemde stof: een soort crêpe, cre
tonne, linnen desnoods; het moet sterk zijn.
Het komt het mandje ten goede, als u onder
de stof een lap flanel of wat watten legt;
dan wordt de bekleeding zachtej. De buiten
kant van het mandje moet u vergulden,
beitsen, verzilveren of verven, al naar ge
lang de kleur der binnenbekleeding en de
kamer, waarin het mandje een plaats zaïl
ikrijgen. Heeft u b.v. een roestbruine voering
dan is beitsen het beste voor de buitenkant;
is het mandje daarentegen „vroolijk" ge
voerd, dan moet u het vergulden.
Wanneer er ge'en goede deksel hij be
hoorde, kunt u die best zelf maken. Knip
van karton een ronde deksel, die precies op
het mandje past. Leg op dat karton wat
oude lappen, kapok, watten of andere opvul
ling en knip nu van het zelfde goed als de
voering een overtrek voor dat opgevulde
deksel. Het beste is om een ronden lap te
knippen, die rondom 5 c.M- buiten het kar
ton uitsteekt.
Naai dezen overtrek stevig over het dek
sel heen; knip dan van een effen voering-
stofje een ronden lap, die precies even groot
is als het karton en plak dezen tegen de
binnenzijde van het deksel; dan ziet het er
netjes afgewerkt uit Ik raad u af, het
deksel met een scharnier, ijzerdraad of iets
anders aan het mandje te bevestigen; het
i9 wel zoo gemakkelijk, wanneer het er los
op ligt.
Het staat allerliefst als u een krans van
zijden vruchten of bloemetjes boven langs
den rand van het deksel ztt als afwerking.
Het kan ook zijn, dat een snoer fel gekleur
de kralen nog beter ophaalt. Ik kan u dat
moeilijk voorschrijven, omdat het van het
mandje afhangt en van de kleur der be
kleeding. Maar iets moet er langs dat ronde
deksel worden gezet, omdat het anders te
„ijl" staat. Een groote, stijf uitstaande strik
kan zoo'n eenvoudig mandje ook heel leuk
opfleuren.
Nog een geschikt werkje: maak een grapje
Van uw schoenleesten!
Die saaie houten leesten zijn tegenwoor
dig onmisbaar, maar daarom behoeft u ze
niet zoo saai te laten. U kunt ze met een
beetje verf tot een sieraad maken van uw
schoenenplank Verf de knobbel in vleesch-
kleur en teeken er een paar oogen, twee
neusgaten en een mondstreepje op, en een
pruikje van zwarte verf. Geef den 9talen
boog een overtrek van lint of een verguld
jasje en verf het houten voetje, dat in uw
schoen verdwijnt met veelkleurige lengte
strepen bij. Het gaat vlug en staat heel
aardig; u kunt er nu zelfs nog een cadeautje
van maken! Dan moet u de leesten ge
kruist met een vroolijke strik bijeen binden.
De vacantie is nog niet uitl Ik mag u dus
nog een goeien raad geven voor de „ge
neugten" van dien gulden tijdl
U moet voorzichtig zijn met zand en stof.
Daar kunt u en vooral uw kinderen ernstige
ontstekingen door opdoen. Uw keel, neus,
oogen kunnen er door worden aangedaan en
het is ook zeer gevaarlijk, wanneer er zand
op het voedsel van de kinderen waait en het
wordt opgegeten bij een pic-nic aan het
strand bijv.
Is er een begin van ontsteking aan uw
oog, raadpleeg dan direct den dokter. In af
wachting van zijn komst kunt u de pijn
wat verzachten door het oog voorzichtig te
betten met wat lauw boorwater. Tegen ver
wonding van de keel door zand of stof,
helpt uitstekend, als u 's avonds voor het
slapen gaan, gorgelt met wat lauw water
en-zout.
Tot besluit van mijn brief een lekker
frisch slaatje van allerlei!
Hiervoor heeft u noodig: één biet, één
appel, één eetlepel gekookte sultana's, één
theelepeltje zout, twee gekookte wortelen,
twee gekookte aardappels, twee eetlepels
azijn en wat peper. Een knus slaatje; van
alles twee.
Snij de biet, de wortelen, de appel en
de aardappelen in schijfjes. Wrijf uw sla
bak met een stukje ui in en doe er de schijf
jes in. Voeg er nu de koudgeworden ge
kookte sultana's bij en roer alles met zorg
dooreen. Vermeng den azijn met de peper
en het zout en giet dit mengseltje over de
salade. Inplaats van de rozijnen kunt u, als
die u te zoet zijn, geraspte komkommer of
koude bloemkool-stukjes gebruiken. De voor
naamste voorwaarde om dit slaatje een
succes te maken is, dat u absoluut versche
groenten moet gebruiken en de salade achter
elkaar gereed moet maken, niet half afge
werkt laten staan, want dan gaat 't frissche
ervan verloren. Veel menschen denken, dat
ze groente frisch houden door haar na
het schoonmaken in water te bewaren. Dat
is een vergissing, want door al dat vocht
verliest het groen zijn geur. De beste me
thode om groente te bewaren is: Schud
ze na het schoonmaken flink uit en leg
ze dan in een vochtige doek gerold op een
koele plaats tot u ze gaat gebruiken.
Het aanmaken van een smakelijk slaatje
ïs niet ieder's werk; het vereischt veel zorg
en tijd. Doch wanneer u alles bijtijds ge
reed zet, schoongemaakt en fijngesneden,
dan gaat het eigenlijke draaien van het
slaatje heusch vlug genoeg.
(Nadruk verboden}.
Als de zomer lang duurt, zooals dat steeds
gebeurt in Frankrijk's Zuiden van April
tot ver in October dan verkleuren en
verfleuren het eerst onze strooien hoeden,
en, omdat ze ons allang verveelden, keken
we al verlangend uit naar de nieuwe herfst-
modelletjes. Alle groote modistes hebben
filialen in Deauville, Cannes, Biarritz, zoo
dat we, hoever we ook van huis zijn, niet
gespeend worden van de laatste mode
nieuwtjes. We discuteeren over de pas ge
creëerde modellen of we in Parijs waren,
en hebben al minstens één nieuw hoedje
laten maken. Ik vertelde u zeker al wel
eens, dat de Parisienne zich haar hoeden
laat „aanmeten". We kiezen een model en
dat wordt voor ons nagemaakt volgens de
lijn, die onze eigen lianen het meest flat
teert. Vilthoedjes worden geknipt en ge
sneden uit een groot vormloos model met
breeden rand, hoeden van fluweel zijn
overtrokken, naar ons hoofd gemodelleerde
vormen.
Het model, dat eigenlijk al tegen den
zomer was ontworpen, leende zich niet voor
zomerhoeden; het yras van voren opgesla
gen, beschutte onze oogen dus niet tegen
de zon en deze hoedjes moesten ten over
vloede nog schuin achterover worden ge
dragen. Zoo weinig als deze modellen het
in den zomer deden, zooveel 9ucces zullen
ze tegen den winter hebben, want ze zijn
jeugdig en elegant Alle herfst-winterhoedjes
volgen de schuine lijn, die al ontstaat, wan
neer de hoed achterover en rechts neer
gedrukt, wordt gedragen; maar de modellen
zelf hebben óf een verbreeding van den
rand óf een garnituur aan de rechterijde.
Veel hoeden hebben in 't geheel geen rand,
zooals toques en baretten, ze laten alle de
linker-wenkbrauw vrij en worden scheef
opgezet. Deze onsymmetrische lijn wordt
geaccentueerd door vouwen, drapé's etc. en
ook doordat het garnituur rechts vlakbij
den schouder wordt geplaatst
Ook de cloche met gegolfde rand volgt de
nieuwe lijn: de rand rechts iets breeder,
het garnituur rechts tegen den bol, maar
afhangend op den rand.
De eerste hoedjes, die we nu al dragen,
zijn van vilt, gewoon glad of taupé, van
van „feutre renard", gespikkeld als het
vossebont, of „doublé face", waarvan de
eene kant een andere kleur heeft dan de
andere en die met elkaar geïncrusteerd
worden.
De meest gedistingueerde garneeringen
zijn altijd de minst opvallende. Heel fijn,
maar moeilijk uit te voeren zijn de incrus
taties inlegsels of samenvoegsels van
veelhoekige lapjes vilt in verschillende
tonen van één kleur (camée-tinten); verder
applicaties oplegsels van kortharig
bont op vilt in dezelfde tint (breitschwantz
op zwart, gazelle of beige), inlegsels van
zwart taupé in dof vilt, oplegsels van ve-
lours-panne op vilt.
Smalle randjes vilt worden gescheiden
door nog smallere entredeux van paarden
haar of van gewast veterband; fijne plooitjes
worden in het vilt genaaid; nerfjes stiksels
of ribbels door k«oidje9 aan den binnenkant
vormen echt-Fran9che garneeringen.
Garnituren aan den vorm aangebracht,
zijn bijna steeds rechts en laag geplaatst;
misschien krijgen we aan kleine „ja-ja-
hoeden het garnituur onder den rand, het
geen heel flatteus is.
Ik zie nog geen fluweelen-hoeden dragen,
die zullen veel „gekleeder" zijn dan de
vilthoedjes en dus rijker gegarneerd met
veeren en fluweelen bloemblaadjes, en
groote strikken en choux in heldere tinten.
De vilthoeden, die we nu dragen, kiezen
we bij onze laat-zomer- en herfstjaponnen
en mantels, dus grijs, zachtgroen, beige,
maar ook zwart bij zwarte mantels met licht
bont.
Ik beschrijf u een paar typische model
len: van grijs vilt een cloche, gegarneerd
met twee reepen blauw vilt, één onderlangs
de bol. de andere schuin erover en rechts
geknoopt met de einden van de andere reep,
de vier einden hingen langs de afhangende
breede rand rechts af.
Een andere grijsvilten cloche was gegar
neerd met een paar smalle greepjes grijs en
groen vilt, scheef om de bol geslingerd en
linksvoor er tegenaan gestrikt, de rand wa9
aan beide zijden breeder dan achter en voor.
Bij zoo'n grijs vilten hoedje zag ik een chAle
van breitschwantz in dezelfde tint dragen,
omge9trikt volgens een schuine lijn, ge
knoopt op den linkerschouder.
Een hoedje van zwart taupé had het mo
del van een brandweerhelm, in het elegante!
Het voorhoofd vrij boven het linkeroog,
strikje met een paar einden van taupé als
gameering.
Heel typisch voor deze herfstmode was
een toque van beige vilt met een rand, breed
van voren, tegen de bol opgeslagen. Die
rand was, behalve een klein deel onderaan,
bedekt met beige fluweel, dat rechts in een
laag afhangende chou eindigde.
Van zwart vilt zag ik een model geïnspi
reerd op de directoire-hoedjes, de rand
vormde een luifeltje, laag opzij, vóór opge
wipt, achter afgesneden, een fantasie van
roode en gele veertjes rechts tegen de bol en
op den rand.
Van doorgestikt satijn de rand van een
cloche, waarvan de bol van vilt was smal
lintje met strikje, met afhangende linten
rechts; een ander satijnen hoedje, tête-de-
nègre, was geheel doorgestikt, had een rand,
die breed en laag op de ooren hing, van vo
ren was opgeslagen en achter 9mal afge
knipt; ook een smal lintje met strikje
rechts.
Al deze modellen zijn, zonder excentriek
te wezen, teekenend voor deze herfstmode.
COLINE.
RECLAME.
By Gebruikt nu geen stoffige
Stroomatrassen meer maar koopt:
l-pers. f. 5.60 2-pers. f. 6.85
Haarlemmerstraat 130—136.
i i
ALPHEN.
Onze plaatsgenoot N. D. C. de Jong,
werd aangewezen voor de opleiding tot
radio-telegrafist aan het Rijks post- en
telegraafkantoor te Amsterdam.
Gevonden voorwerpen: een sleutel
ring met sleutels, 1 zilveren schakel van
armbandhorloge, een paar zijden dames
handschoenen, een gele bakkeremand cn
een gouden dasspeld met steen. Inlichtingen
politiebureau Julianastraat alhier.
Met toestemming van B. en W. wordt
Vrijdag 31 Augustus a s. namens de Burger
afdeel ing Pro Rege en de afd. van den Ned.
Militairenbond alhier in het belang van de
geestelijke verzorging onzer militairen een
vlagjesdag gehouden.
Onze plaatsgenoot 'A. Weslmaas,
Raadhuisstraat alhier hoopt Maandag as.
den dag te herdenken dat hij 40 jaar onafge
broken is werkzaam geweest bij de fa. H.
F. v. d. Linden, boter- en kaashandel
alhier.
BODEGRAVEN.
Burgerlijke Stand.
Ondertrouwd: T. J. Blonk, 29 j. en P. C.
v. Velzen, 26 j.
Getrouwd: A. Tak, wednr. van C. H.
Stalenberg, 25 j. en B. de Hart, wed. van
D. v. d. Poorte, 49 j.
Vertrokken: K. J. Janmaat en gezin, naar
's-Gravenhage.
Het echtpaar BlazeTKrook aan de
Rijnkade alhier vierde Donderdag zijn
55-jarige echtvereeniging. De muziekver-
eeniging „Soli Deo Gloria" meende deze
gelegenheid om de echtelieden te huldigen
niet te moeten laten voorbijgaan en organi
seerde Donderdagavond een serenade voor
de woning der oudjes. Deze waren zicht
baar geroerd door de hulde en belangstel
ling.
RECLAME.
2913
Oorspronkelijk bestond hei voornemen
den verjaardag der Koningin heel stil te la
ten voorbijgaan. De „Vijfjaarlijksche" viert
baar grootsch feest op 6 September, zoodat
er van die zijde tegen 31 Aug. niets te ver
wachten viel. De Chr. Oranjevereenigiog
had op haar programma slechts een bijeen
komst in de Ned. Herv. Kerk. Toch vond
men dit eigenlijk wel wat te karig. De bij
eenkomst in de Kerk belooft zeker te slagen.
De bekende spreker ds. Douma uit Den
Haag zal een herdenkingsrede houden, ter-
wijl het fraaie orgel zal worden bespeeld.
Echter zoekt de sympathie voor het Oranje
huis ook op den dag naar banen, waarom
Donderdagavond in een bestuursvergadering
der Oranjevereeniging besloten werd alsnog
een kinderfeest te organiseeren. Haastig is
men aan de voorbereidingen begonnen, ter
wijl het nu wel reeds vast staat dat dit feest
zal doorgaan. Tenslotte wordt 's avonds om
9 uur op de Markt door „S. D. G." een con
cert gegeven.
.We krijgen dus tocH nog Oranjefeest
BOSKOOP.
Jubileum van den heer E. Guldemond.
Op 4 September a.s. zal het 25 jaren ge
leden zijn, dat de heer E. Guldemond, thans
wethouder van publieke werken, zijn intrede
in de raadzaal deed als vertegenwoordiger
van de anti-revolutionnaire partij.
Als lid van den raad was hij steeds do
politieke woordvoerder dezer partij, aan
wiens1 woorden men steeds groote aandacht
schonk en waarde hechtte.
Sinds 1923 is de heer Guldemond wet
houder van publieke werken. Het wegen-
vraagstuk in deze gemeente heeft thans
vooral zijn warme belangstelling.
Steeds stond de jubilaris bekend als een
voorvechter van het bijzonder onderwijs*
Zijn functie als voorzitter der vereeniging
voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs
wijst er wel op, hoe men zijn belangstelling
hiervoor weet te waardeeren.
Tevens is hij voorzitter van de anti-revó-
lutionnaire kiesvereeniging te dezer plaatse.
Het zal den jubilaris den 4den September
a.9. voorzeker niet aan belangstelling onU
breken,
li N
HAZERSWOUDE.
Dikwijls gebeurt het dat paarden aafi
de hand geleid worden door personen ge
zeten op een rijwiel Afgezien nog van hetj
feit of zulks geoorloofd is, is het bovendien'
nog zeer gevaarlijk. Dit is ook nu weer
gebleken, toen een knecht van don heer
C. v. S. een paard voor zich uitvoerde. Dei
chauffeur, die een personen-auto bestuurde,-
bemerkte den wielrijder niet die adhtcf
het paard reed, kwam met dezen in bot
sing, waardoor het rijwiel totaal vernield
werd. Gelukkig kwam de wielrijder er goed
af, en bekwam geen leteeL
Donderdag maakte de Geref. Meisje»,
vereeniging „Ora et Labora" een uitstapje!
naar Haarlem en Omstreken, Alkmaar^
Bergen, Schoorl en Egmond aan Zee.
De reis werd gemaakt per auto vaö
Gebre. Buitelaar van Waddingsveen, en'
hoogst voldaan over wat dien dag werd ge
zien en genoten, keerde men aan deiï
avond van dien dag weer huiswaarts.
Zaterdag 1 Sept. a.e. de» voormiddagi
tusscben 9 en 10 uur, zal er gelegenheid
zijn tot kostelooze inenting aan de ZiQ-
kenbarak.
Door J. S. FLETCHER.
Geautoriseerde vertaling uil 't Engelsch door
Mr, G. KELLER.
31) c
Hij belaalde met 't biljet met de roode vlek.
Ik nam 't zelf van hem aan en legde 't in de
winkellade. Toen ik later die vijftien pond
aan Whatmore bij elkaar zocht, ongeveer
een uur later, nam ik ook wat geld uit de
lade van de toonbank en het bevlekle biljet
was daarbij. En natuurlijk heeft Whatmore
het later aan Maidment ter hand gesteld."
„Zoo zit de zaak in elkaar." bromde Wil-
'oughby met een blik naar Stevenege. „Na
tuurlijk zal, wanneer het noodig is, juffrouw
Maidment dat alles onder eede bevestigen.
Maar
„Natuurlijk 11" viel Ollard hem in de re
ven. „Maar ik acht het volkomen overbodig
verder gevolg aan de zaak te geven. Wij
weten nu, in vertrouwen, dat de beschuldi
ging tegen Whatmore niet kan worden ge
handhaafd en.
„Neem mij niet kwalijk, mijnheer de bur
gemeester." zei Stevenege, „maar er zijn
Bog meer details dan die waarvan wij thans
opheldering hebben gekregen. Dit is maar
oon gedeelte. Mag ik iets voorstellen? Laat
Whatmore voor de rechtbank verschijnen en
nadat zijn arrestatie is goedgekeurd kunt u
aan de zaak een week verdagen. Na afloop
aarvan.u ziet waar ik op aanstuur
noofdinspecteurj"-
„Ja., zeker," erkende Detterling, „wan
neer een week voorbij is.
Burgemeester Ollard gevoelde daar eerst
niet veel voor, doch tenslotte stemde hij er
in toe, evenals zijn medeleden en tien mi
nuten later maakte Whatmore een vluchtige
verschijning voor de rechters. Hij was ge
tuige van een paar formaliteiten en werd
daarna weer teruggebracht tot groote teleur
stelling van het op sensatie beluste publiek.
Mopperend verwijderde men zich en zich
een weg door de menigte banend, hooide
Stevenege woorden van afkeuring, waarhij
beweerd werd, dat er iets geheim werd ge
houden. Doch tegelijkertijd gevoelde hij, hoe
een hand op zijn arm werd gelegd en zich
1 omwendend zag hij een grooten mart van
l gevorderden leeftijd, die hem met een vrien
delijk lachje toeknikte.
,,U kent mij niet, mijnheer Stevenege," zei
ij, „maar toch wel mijn naam. Ik heet
enthony,"
HOOFDSTUK XTV.
Een vermoeden van den onden detective.
Stevenege keerde zich haastig om en
reikte hem de hand, terwijl hem een hoor
bare zucht van verlichting ontsnapte.
„Het doet me een buitengewoon genoegen
u te zien," zeide hij opgewonden. U is juist
de man, dien ik noodig heb. Ik ben in deze
zaak gekomen tot een punt, waar.... nu,
u begrijpt me?"
„Ja, ik begrijp er alles van," antwoordde
Penthony lachend. „U staat voor een hek
en wil een steuntje hebben om er over heen
te komen. Dat ken ik. dat overkomt ons
allen, vroeg of laat. Een wonderlijk geval
hebben we hier, indien ik ten minste mag
afgaan op wat de couranten er van mede-
deelen."
„Wonderlijkl" riep Stevenege uil. „En ofl
Van den eenen kant bekeken is het zoo
klaar als een klontje, van de andere zijde
valt er geen spoor van licht (e bekennen.
Maar was u daareven in de rechtszaal?"
„Ja, ik ben er heengegaan zoodra ik van
het station kwam. Ik heb de vervulling der
verschillende formaliteiten bijgewoond en...
de verdachte lijkt me nogal onschuldig.
Maar je kunt nooit weten I Die geschiedenis
met dat besmeurd bankbiljet, waar ik iets
van hoorde, schijnt me danig tegen hem te
pleiten."
Stevenege deed een geluid hoeren, waar
mede hij aan een ander gevoel dan voldoe
ning uiting gaf. Het verhaal van juffrouw
Maidment had al zijn pasklaar gemaakte
theorieën omver gegooid en op het oogenblik
dat Penthony zijn hand op zijn arm legde,
was het gevoel bij hem opgekomen, dat hij
zeer waarschijnlijk zich de moeite zou moe
ten getroosten op zijn schreden terug te
keeren en een nieuwen weg in te «laan. op
zoek naar het onbekende.
„Hm," bromde hij. „Dat besmeurde biljet!
Maar ga met me mee naar mijn hotel. In
•een rustig hoekje zal ik u het geval haarfijn
uiteenzetten. Het zal me genoegen doen, te
vernemen wat u met uw veeljarige ervaring
van de zaak denkt. Ik had het aanvankelijk
beschouwd als een geval, waarbij men, na
het eersle spoor gevonden te hebben, recht
op zijn doel afgaatmaar nu ben ik er
toch niet zeker van, ik begin te twijfelenl"
Hij nam Penthony mee naar zijn hotet
en in een rustig hoekje van de rookkamer
gaf hij hem een overzicht van het geheele
geval, voor zoover het hem zelf bekend
was, van de ontdekking van Tyson's lijk af
tot de onverwachte onthulling van juffrouw
Maidment Penthony, een rustig, peinzend
man, luisterde aandachtig eh doorgaans
zwijgend toe, slechts een paar maal hem
met een vraag in de rede vallend. Toen het
verhaal ten einde was, klopte hij de asch
uit zijn pijp, waarna hij haar zonder ook
maar een enkel woord te zeggen opnieuw
stopte.
„Nu," zei Stevenege, nieuwsgierig naar
zijn oordeel, „daar heeft u alles. En wat
zegt u er van? De gebeurtenis van van
morgen heeft natuurlijk alles weer omver
gegooid. Als Whatmore inderdaad even na
twaalf uur bij juffrouw Maidment is ge
weest, dan kan hij onmogelijk op de plek
in het bosch zijn geweest op het oogenblik,
dat Tyson, volgens de meening van den
dokter, is vermoord."
Penthony stak zijn pijp op en deed er al
peinzend een paar flinke halen aan.
„Laat dat een oogenblik rusten," zei hij
tenslotte. „Daar komen wij later op terug
Een paar punten hebben mij in het Jjijzonder
getroffen, Tyson was wat men noemt een
gelegenheidsmisdadiger. Ik had vroeger
nooit van hem gehoord vóór de behandeling
van de zaak te Guildford, waarbij ik een
complimentje kreeg van den voorzitter voor
de wijze, waarop ik de zaak had behandeld.
Ik vermoed, dat hij na het uitzitten van zijn
straf naar het Noorden van ons land is
gegaan en er rustig zijn vak heeft beoefend.
Het bod, dat die Amerikaan deed voor de
noodmunten van Alanchesler, prikkelde
echter zijn hebzucht en ongetwijfeld is hij
overtuigd geweest, dat het hem niet de
minste moeite zou kosten het door hem be
dachte plannetje uit te voeren, Natuurlijk
heeft het geen oogenblik in zijn voornemen
gelegen die munten aan Bransdale te ver*
koopen. Hij dacht er niet aanl"
„Ik heb daarover ook in twijfel verkeerd-
zei Stevenege. „Wat had hij er naar un)
mcenini» mede willen doen?"
„Er de zee mee oversteken I" antwoordde
Penthony. „Tyson redeneerde vermoedelijk,
dat, als de eene Amerikaansche verzamelaar
er tienduizend pond voor over had, een
ander dat er ook wel voor wilde betalen.
Ook wist hij ongetwijfeld, dat er verzame-
laars in Amerika zijn en niet enkel in
Amerika! die er zich niet al te zeer om
bekommeren, hoe of van waar een of ander
zeldzaam voorwerp is verkregen, dat zij
gaarne in hun bezit willen hebben. Inlus-
schen valt er, naar mijn opvatting en ven
moedelijk ook naar uw meening, niet aan
te twijfelen, dat Septimus Tyson de vitrina
in het museum openbrak en er de nood,
munten uithaalde. Maar nu doen rich ia
verband hiermede verschillende vragen
voor. Werkte Tyson voor eigen rekening?.
Of had hij een medeplichtige? Was What
more misschien die medeplichtige? Kenda
Tyson Whatmore vóór hij met zijn plan in
het hoofd hierheen kwam? Het is niet on
mogelijk als conservator van 't museum
was Whatmore geen onbekende en Tyson
is allicht vroeger in Alanchester geweest,
misschien wel meer dan eens.
Maar men kan nog verder gaan. U zei,
dat Whatmore in zijn jeugd een aantal ja
ren aldus heeft doorgebracht in Londen,
Zou het niet mogelijk zijn, dat hij toen ken
nis heeft gemaakt met iSrson? Begrijpt u
waar ik heen wil?"
(Wordt vervolgd).