WAALS i Geen vlieg in huis De verdwenen Noodmunten. 69ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 25 Augustus 1928 Vierde Blad No. 20997 ft, VOOR DE HUISVROUW. MODEPRAATJES VAN EEN PARISIENNE. Onze Gezondheidsmatrassen UIT DE RIJNSTREEK. als ge sproeit met m» FEUILLETON. „Ik 'heb een blank honten keukentafel", schrijft me een lezere9; „geregeld neem ik haar af met zeepsop, maar zij wordt lang zamerhand geel en 't hout wordt papperig. Kunt u mij ook zeggen waardoor dit komt?" Vermoedelijk heeft u uw tafel niet vol doende gedroogd na het schoonwasschen. U moet haar heel lang en krachtig droog- .wrijven; dan blijft het hout hard en blank. De beste manier om wit hout. ook voor keukenvloeren, of -planken, schoon te [houden is: zet 't hout eerst in een zeep- sopje; niet tel nat maken: doop uw boen der in water, strijk langs wat groene zeep en strooi rijkelijk zand (van de allerfijnste soort schuurzand) over het hout. Schuur het hout in de richting van de naden en wrijf het daarna krachtig 9choon, liefst met een doek en een droog borsteltje. Een genoegelijk handwerk voor zomersche 'dagen. Dit is een aardig werkje, om zoo eens terloops bij de thee te doen: een handwerk mandje maken. U vraagt bij uw groenboer pf fruithandelaar een mooi, gaaf groenten- piandje, liefst met een lo99e deksel. Schrob het mandje nu eerst goed schoon en laat het door en door drogen. Voer het dan aan de binnenzijde met een of andere aardige gebloemde stof: een soort crêpe, cre tonne, linnen desnoods; het moet sterk zijn. Het komt het mandje ten goede, als u onder de stof een lap flanel of wat watten legt; dan wordt de bekleeding zachtej. De buiten kant van het mandje moet u vergulden, beitsen, verzilveren of verven, al naar ge lang de kleur der binnenbekleeding en de kamer, waarin het mandje een plaats zaïl ikrijgen. Heeft u b.v. een roestbruine voering dan is beitsen het beste voor de buitenkant; is het mandje daarentegen „vroolijk" ge voerd, dan moet u het vergulden. Wanneer er ge'en goede deksel hij be hoorde, kunt u die best zelf maken. Knip van karton een ronde deksel, die precies op het mandje past. Leg op dat karton wat oude lappen, kapok, watten of andere opvul ling en knip nu van het zelfde goed als de voering een overtrek voor dat opgevulde deksel. Het beste is om een ronden lap te knippen, die rondom 5 c.M- buiten het kar ton uitsteekt. Naai dezen overtrek stevig over het dek sel heen; knip dan van een effen voering- stofje een ronden lap, die precies even groot is als het karton en plak dezen tegen de binnenzijde van het deksel; dan ziet het er netjes afgewerkt uit Ik raad u af, het deksel met een scharnier, ijzerdraad of iets anders aan het mandje te bevestigen; het i9 wel zoo gemakkelijk, wanneer het er los op ligt. Het staat allerliefst als u een krans van zijden vruchten of bloemetjes boven langs den rand van het deksel ztt als afwerking. Het kan ook zijn, dat een snoer fel gekleur de kralen nog beter ophaalt. Ik kan u dat moeilijk voorschrijven, omdat het van het mandje afhangt en van de kleur der be kleeding. Maar iets moet er langs dat ronde deksel worden gezet, omdat het anders te „ijl" staat. Een groote, stijf uitstaande strik kan zoo'n eenvoudig mandje ook heel leuk opfleuren. Nog een geschikt werkje: maak een grapje Van uw schoenleesten! Die saaie houten leesten zijn tegenwoor dig onmisbaar, maar daarom behoeft u ze niet zoo saai te laten. U kunt ze met een beetje verf tot een sieraad maken van uw schoenenplank Verf de knobbel in vleesch- kleur en teeken er een paar oogen, twee neusgaten en een mondstreepje op, en een pruikje van zwarte verf. Geef den 9talen boog een overtrek van lint of een verguld jasje en verf het houten voetje, dat in uw schoen verdwijnt met veelkleurige lengte strepen bij. Het gaat vlug en staat heel aardig; u kunt er nu zelfs nog een cadeautje van maken! Dan moet u de leesten ge kruist met een vroolijke strik bijeen binden. De vacantie is nog niet uitl Ik mag u dus nog een goeien raad geven voor de „ge neugten" van dien gulden tijdl U moet voorzichtig zijn met zand en stof. Daar kunt u en vooral uw kinderen ernstige ontstekingen door opdoen. Uw keel, neus, oogen kunnen er door worden aangedaan en het is ook zeer gevaarlijk, wanneer er zand op het voedsel van de kinderen waait en het wordt opgegeten bij een pic-nic aan het strand bijv. Is er een begin van ontsteking aan uw oog, raadpleeg dan direct den dokter. In af wachting van zijn komst kunt u de pijn wat verzachten door het oog voorzichtig te betten met wat lauw boorwater. Tegen ver wonding van de keel door zand of stof, helpt uitstekend, als u 's avonds voor het slapen gaan, gorgelt met wat lauw water en-zout. Tot besluit van mijn brief een lekker frisch slaatje van allerlei! Hiervoor heeft u noodig: één biet, één appel, één eetlepel gekookte sultana's, één theelepeltje zout, twee gekookte wortelen, twee gekookte aardappels, twee eetlepels azijn en wat peper. Een knus slaatje; van alles twee. Snij de biet, de wortelen, de appel en de aardappelen in schijfjes. Wrijf uw sla bak met een stukje ui in en doe er de schijf jes in. Voeg er nu de koudgeworden ge kookte sultana's bij en roer alles met zorg dooreen. Vermeng den azijn met de peper en het zout en giet dit mengseltje over de salade. Inplaats van de rozijnen kunt u, als die u te zoet zijn, geraspte komkommer of koude bloemkool-stukjes gebruiken. De voor naamste voorwaarde om dit slaatje een succes te maken is, dat u absoluut versche groenten moet gebruiken en de salade achter elkaar gereed moet maken, niet half afge werkt laten staan, want dan gaat 't frissche ervan verloren. Veel menschen denken, dat ze groente frisch houden door haar na het schoonmaken in water te bewaren. Dat is een vergissing, want door al dat vocht verliest het groen zijn geur. De beste me thode om groente te bewaren is: Schud ze na het schoonmaken flink uit en leg ze dan in een vochtige doek gerold op een koele plaats tot u ze gaat gebruiken. Het aanmaken van een smakelijk slaatje ïs niet ieder's werk; het vereischt veel zorg en tijd. Doch wanneer u alles bijtijds ge reed zet, schoongemaakt en fijngesneden, dan gaat het eigenlijke draaien van het slaatje heusch vlug genoeg. (Nadruk verboden}. Als de zomer lang duurt, zooals dat steeds gebeurt in Frankrijk's Zuiden van April tot ver in October dan verkleuren en verfleuren het eerst onze strooien hoeden, en, omdat ze ons allang verveelden, keken we al verlangend uit naar de nieuwe herfst- modelletjes. Alle groote modistes hebben filialen in Deauville, Cannes, Biarritz, zoo dat we, hoever we ook van huis zijn, niet gespeend worden van de laatste mode nieuwtjes. We discuteeren over de pas ge creëerde modellen of we in Parijs waren, en hebben al minstens één nieuw hoedje laten maken. Ik vertelde u zeker al wel eens, dat de Parisienne zich haar hoeden laat „aanmeten". We kiezen een model en dat wordt voor ons nagemaakt volgens de lijn, die onze eigen lianen het meest flat teert. Vilthoedjes worden geknipt en ge sneden uit een groot vormloos model met breeden rand, hoeden van fluweel zijn overtrokken, naar ons hoofd gemodelleerde vormen. Het model, dat eigenlijk al tegen den zomer was ontworpen, leende zich niet voor zomerhoeden; het yras van voren opgesla gen, beschutte onze oogen dus niet tegen de zon en deze hoedjes moesten ten over vloede nog schuin achterover worden ge dragen. Zoo weinig als deze modellen het in den zomer deden, zooveel 9ucces zullen ze tegen den winter hebben, want ze zijn jeugdig en elegant Alle herfst-winterhoedjes volgen de schuine lijn, die al ontstaat, wan neer de hoed achterover en rechts neer gedrukt, wordt gedragen; maar de modellen zelf hebben óf een verbreeding van den rand óf een garnituur aan de rechterijde. Veel hoeden hebben in 't geheel geen rand, zooals toques en baretten, ze laten alle de linker-wenkbrauw vrij en worden scheef opgezet. Deze onsymmetrische lijn wordt geaccentueerd door vouwen, drapé's etc. en ook doordat het garnituur rechts vlakbij den schouder wordt geplaatst Ook de cloche met gegolfde rand volgt de nieuwe lijn: de rand rechts iets breeder, het garnituur rechts tegen den bol, maar afhangend op den rand. De eerste hoedjes, die we nu al dragen, zijn van vilt, gewoon glad of taupé, van van „feutre renard", gespikkeld als het vossebont, of „doublé face", waarvan de eene kant een andere kleur heeft dan de andere en die met elkaar geïncrusteerd worden. De meest gedistingueerde garneeringen zijn altijd de minst opvallende. Heel fijn, maar moeilijk uit te voeren zijn de incrus taties inlegsels of samenvoegsels van veelhoekige lapjes vilt in verschillende tonen van één kleur (camée-tinten); verder applicaties oplegsels van kortharig bont op vilt in dezelfde tint (breitschwantz op zwart, gazelle of beige), inlegsels van zwart taupé in dof vilt, oplegsels van ve- lours-panne op vilt. Smalle randjes vilt worden gescheiden door nog smallere entredeux van paarden haar of van gewast veterband; fijne plooitjes worden in het vilt genaaid; nerfjes stiksels of ribbels door k«oidje9 aan den binnenkant vormen echt-Fran9che garneeringen. Garnituren aan den vorm aangebracht, zijn bijna steeds rechts en laag geplaatst; misschien krijgen we aan kleine „ja-ja- hoeden het garnituur onder den rand, het geen heel flatteus is. Ik zie nog geen fluweelen-hoeden dragen, die zullen veel „gekleeder" zijn dan de vilthoedjes en dus rijker gegarneerd met veeren en fluweelen bloemblaadjes, en groote strikken en choux in heldere tinten. De vilthoeden, die we nu dragen, kiezen we bij onze laat-zomer- en herfstjaponnen en mantels, dus grijs, zachtgroen, beige, maar ook zwart bij zwarte mantels met licht bont. Ik beschrijf u een paar typische model len: van grijs vilt een cloche, gegarneerd met twee reepen blauw vilt, één onderlangs de bol. de andere schuin erover en rechts geknoopt met de einden van de andere reep, de vier einden hingen langs de afhangende breede rand rechts af. Een andere grijsvilten cloche was gegar neerd met een paar smalle greepjes grijs en groen vilt, scheef om de bol geslingerd en linksvoor er tegenaan gestrikt, de rand wa9 aan beide zijden breeder dan achter en voor. Bij zoo'n grijs vilten hoedje zag ik een chAle van breitschwantz in dezelfde tint dragen, omge9trikt volgens een schuine lijn, ge knoopt op den linkerschouder. Een hoedje van zwart taupé had het mo del van een brandweerhelm, in het elegante! Het voorhoofd vrij boven het linkeroog, strikje met een paar einden van taupé als gameering. Heel typisch voor deze herfstmode was een toque van beige vilt met een rand, breed van voren, tegen de bol opgeslagen. Die rand was, behalve een klein deel onderaan, bedekt met beige fluweel, dat rechts in een laag afhangende chou eindigde. Van zwart vilt zag ik een model geïnspi reerd op de directoire-hoedjes, de rand vormde een luifeltje, laag opzij, vóór opge wipt, achter afgesneden, een fantasie van roode en gele veertjes rechts tegen de bol en op den rand. Van doorgestikt satijn de rand van een cloche, waarvan de bol van vilt was smal lintje met strikje, met afhangende linten rechts; een ander satijnen hoedje, tête-de- nègre, was geheel doorgestikt, had een rand, die breed en laag op de ooren hing, van vo ren was opgeslagen en achter 9mal afge knipt; ook een smal lintje met strikje rechts. Al deze modellen zijn, zonder excentriek te wezen, teekenend voor deze herfstmode. COLINE. RECLAME. By Gebruikt nu geen stoffige Stroomatrassen meer maar koopt: l-pers. f. 5.60 2-pers. f. 6.85 Haarlemmerstraat 130—136. i i ALPHEN. Onze plaatsgenoot N. D. C. de Jong, werd aangewezen voor de opleiding tot radio-telegrafist aan het Rijks post- en telegraafkantoor te Amsterdam. Gevonden voorwerpen: een sleutel ring met sleutels, 1 zilveren schakel van armbandhorloge, een paar zijden dames handschoenen, een gele bakkeremand cn een gouden dasspeld met steen. Inlichtingen politiebureau Julianastraat alhier. Met toestemming van B. en W. wordt Vrijdag 31 Augustus a s. namens de Burger afdeel ing Pro Rege en de afd. van den Ned. Militairenbond alhier in het belang van de geestelijke verzorging onzer militairen een vlagjesdag gehouden. Onze plaatsgenoot 'A. Weslmaas, Raadhuisstraat alhier hoopt Maandag as. den dag te herdenken dat hij 40 jaar onafge broken is werkzaam geweest bij de fa. H. F. v. d. Linden, boter- en kaashandel alhier. BODEGRAVEN. Burgerlijke Stand. Ondertrouwd: T. J. Blonk, 29 j. en P. C. v. Velzen, 26 j. Getrouwd: A. Tak, wednr. van C. H. Stalenberg, 25 j. en B. de Hart, wed. van D. v. d. Poorte, 49 j. Vertrokken: K. J. Janmaat en gezin, naar 's-Gravenhage. Het echtpaar BlazeTKrook aan de Rijnkade alhier vierde Donderdag zijn 55-jarige echtvereeniging. De muziekver- eeniging „Soli Deo Gloria" meende deze gelegenheid om de echtelieden te huldigen niet te moeten laten voorbijgaan en organi seerde Donderdagavond een serenade voor de woning der oudjes. Deze waren zicht baar geroerd door de hulde en belangstel ling. RECLAME. 2913 Oorspronkelijk bestond hei voornemen den verjaardag der Koningin heel stil te la ten voorbijgaan. De „Vijfjaarlijksche" viert baar grootsch feest op 6 September, zoodat er van die zijde tegen 31 Aug. niets te ver wachten viel. De Chr. Oranjevereenigiog had op haar programma slechts een bijeen komst in de Ned. Herv. Kerk. Toch vond men dit eigenlijk wel wat te karig. De bij eenkomst in de Kerk belooft zeker te slagen. De bekende spreker ds. Douma uit Den Haag zal een herdenkingsrede houden, ter- wijl het fraaie orgel zal worden bespeeld. Echter zoekt de sympathie voor het Oranje huis ook op den dag naar banen, waarom Donderdagavond in een bestuursvergadering der Oranjevereeniging besloten werd alsnog een kinderfeest te organiseeren. Haastig is men aan de voorbereidingen begonnen, ter wijl het nu wel reeds vast staat dat dit feest zal doorgaan. Tenslotte wordt 's avonds om 9 uur op de Markt door „S. D. G." een con cert gegeven. .We krijgen dus tocH nog Oranjefeest BOSKOOP. Jubileum van den heer E. Guldemond. Op 4 September a.s. zal het 25 jaren ge leden zijn, dat de heer E. Guldemond, thans wethouder van publieke werken, zijn intrede in de raadzaal deed als vertegenwoordiger van de anti-revolutionnaire partij. Als lid van den raad was hij steeds do politieke woordvoerder dezer partij, aan wiens1 woorden men steeds groote aandacht schonk en waarde hechtte. Sinds 1923 is de heer Guldemond wet houder van publieke werken. Het wegen- vraagstuk in deze gemeente heeft thans vooral zijn warme belangstelling. Steeds stond de jubilaris bekend als een voorvechter van het bijzonder onderwijs* Zijn functie als voorzitter der vereeniging voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs wijst er wel op, hoe men zijn belangstelling hiervoor weet te waardeeren. Tevens is hij voorzitter van de anti-revó- lutionnaire kiesvereeniging te dezer plaatse. Het zal den jubilaris den 4den September a.9. voorzeker niet aan belangstelling onU breken, li N HAZERSWOUDE. Dikwijls gebeurt het dat paarden aafi de hand geleid worden door personen ge zeten op een rijwiel Afgezien nog van hetj feit of zulks geoorloofd is, is het bovendien' nog zeer gevaarlijk. Dit is ook nu weer gebleken, toen een knecht van don heer C. v. S. een paard voor zich uitvoerde. Dei chauffeur, die een personen-auto bestuurde,- bemerkte den wielrijder niet die adhtcf het paard reed, kwam met dezen in bot sing, waardoor het rijwiel totaal vernield werd. Gelukkig kwam de wielrijder er goed af, en bekwam geen leteeL Donderdag maakte de Geref. Meisje», vereeniging „Ora et Labora" een uitstapje! naar Haarlem en Omstreken, Alkmaar^ Bergen, Schoorl en Egmond aan Zee. De reis werd gemaakt per auto vaö Gebre. Buitelaar van Waddingsveen, en' hoogst voldaan over wat dien dag werd ge zien en genoten, keerde men aan deiï avond van dien dag weer huiswaarts. Zaterdag 1 Sept. a.e. de» voormiddagi tusscben 9 en 10 uur, zal er gelegenheid zijn tot kostelooze inenting aan de ZiQ- kenbarak. Door J. S. FLETCHER. Geautoriseerde vertaling uil 't Engelsch door Mr, G. KELLER. 31) c Hij belaalde met 't biljet met de roode vlek. Ik nam 't zelf van hem aan en legde 't in de winkellade. Toen ik later die vijftien pond aan Whatmore bij elkaar zocht, ongeveer een uur later, nam ik ook wat geld uit de lade van de toonbank en het bevlekle biljet was daarbij. En natuurlijk heeft Whatmore het later aan Maidment ter hand gesteld." „Zoo zit de zaak in elkaar." bromde Wil- 'oughby met een blik naar Stevenege. „Na tuurlijk zal, wanneer het noodig is, juffrouw Maidment dat alles onder eede bevestigen. Maar „Natuurlijk 11" viel Ollard hem in de re ven. „Maar ik acht het volkomen overbodig verder gevolg aan de zaak te geven. Wij weten nu, in vertrouwen, dat de beschuldi ging tegen Whatmore niet kan worden ge handhaafd en. „Neem mij niet kwalijk, mijnheer de bur gemeester." zei Stevenege, „maar er zijn Bog meer details dan die waarvan wij thans opheldering hebben gekregen. Dit is maar oon gedeelte. Mag ik iets voorstellen? Laat Whatmore voor de rechtbank verschijnen en nadat zijn arrestatie is goedgekeurd kunt u aan de zaak een week verdagen. Na afloop aarvan.u ziet waar ik op aanstuur noofdinspecteurj"- „Ja., zeker," erkende Detterling, „wan neer een week voorbij is. Burgemeester Ollard gevoelde daar eerst niet veel voor, doch tenslotte stemde hij er in toe, evenals zijn medeleden en tien mi nuten later maakte Whatmore een vluchtige verschijning voor de rechters. Hij was ge tuige van een paar formaliteiten en werd daarna weer teruggebracht tot groote teleur stelling van het op sensatie beluste publiek. Mopperend verwijderde men zich en zich een weg door de menigte banend, hooide Stevenege woorden van afkeuring, waarhij beweerd werd, dat er iets geheim werd ge houden. Doch tegelijkertijd gevoelde hij, hoe een hand op zijn arm werd gelegd en zich 1 omwendend zag hij een grooten mart van l gevorderden leeftijd, die hem met een vrien delijk lachje toeknikte. ,,U kent mij niet, mijnheer Stevenege," zei ij, „maar toch wel mijn naam. Ik heet enthony," HOOFDSTUK XTV. Een vermoeden van den onden detective. Stevenege keerde zich haastig om en reikte hem de hand, terwijl hem een hoor bare zucht van verlichting ontsnapte. „Het doet me een buitengewoon genoegen u te zien," zeide hij opgewonden. U is juist de man, dien ik noodig heb. Ik ben in deze zaak gekomen tot een punt, waar.... nu, u begrijpt me?" „Ja, ik begrijp er alles van," antwoordde Penthony lachend. „U staat voor een hek en wil een steuntje hebben om er over heen te komen. Dat ken ik. dat overkomt ons allen, vroeg of laat. Een wonderlijk geval hebben we hier, indien ik ten minste mag afgaan op wat de couranten er van mede- deelen." „Wonderlijkl" riep Stevenege uil. „En ofl Van den eenen kant bekeken is het zoo klaar als een klontje, van de andere zijde valt er geen spoor van licht (e bekennen. Maar was u daareven in de rechtszaal?" „Ja, ik ben er heengegaan zoodra ik van het station kwam. Ik heb de vervulling der verschillende formaliteiten bijgewoond en... de verdachte lijkt me nogal onschuldig. Maar je kunt nooit weten I Die geschiedenis met dat besmeurd bankbiljet, waar ik iets van hoorde, schijnt me danig tegen hem te pleiten." Stevenege deed een geluid hoeren, waar mede hij aan een ander gevoel dan voldoe ning uiting gaf. Het verhaal van juffrouw Maidment had al zijn pasklaar gemaakte theorieën omver gegooid en op het oogenblik dat Penthony zijn hand op zijn arm legde, was het gevoel bij hem opgekomen, dat hij zeer waarschijnlijk zich de moeite zou moe ten getroosten op zijn schreden terug te keeren en een nieuwen weg in te «laan. op zoek naar het onbekende. „Hm," bromde hij. „Dat besmeurde biljet! Maar ga met me mee naar mijn hotel. In •een rustig hoekje zal ik u het geval haarfijn uiteenzetten. Het zal me genoegen doen, te vernemen wat u met uw veeljarige ervaring van de zaak denkt. Ik had het aanvankelijk beschouwd als een geval, waarbij men, na het eersle spoor gevonden te hebben, recht op zijn doel afgaatmaar nu ben ik er toch niet zeker van, ik begin te twijfelenl" Hij nam Penthony mee naar zijn hotet en in een rustig hoekje van de rookkamer gaf hij hem een overzicht van het geheele geval, voor zoover het hem zelf bekend was, van de ontdekking van Tyson's lijk af tot de onverwachte onthulling van juffrouw Maidment Penthony, een rustig, peinzend man, luisterde aandachtig eh doorgaans zwijgend toe, slechts een paar maal hem met een vraag in de rede vallend. Toen het verhaal ten einde was, klopte hij de asch uit zijn pijp, waarna hij haar zonder ook maar een enkel woord te zeggen opnieuw stopte. „Nu," zei Stevenege, nieuwsgierig naar zijn oordeel, „daar heeft u alles. En wat zegt u er van? De gebeurtenis van van morgen heeft natuurlijk alles weer omver gegooid. Als Whatmore inderdaad even na twaalf uur bij juffrouw Maidment is ge weest, dan kan hij onmogelijk op de plek in het bosch zijn geweest op het oogenblik, dat Tyson, volgens de meening van den dokter, is vermoord." Penthony stak zijn pijp op en deed er al peinzend een paar flinke halen aan. „Laat dat een oogenblik rusten," zei hij tenslotte. „Daar komen wij later op terug Een paar punten hebben mij in het Jjijzonder getroffen, Tyson was wat men noemt een gelegenheidsmisdadiger. Ik had vroeger nooit van hem gehoord vóór de behandeling van de zaak te Guildford, waarbij ik een complimentje kreeg van den voorzitter voor de wijze, waarop ik de zaak had behandeld. Ik vermoed, dat hij na het uitzitten van zijn straf naar het Noorden van ons land is gegaan en er rustig zijn vak heeft beoefend. Het bod, dat die Amerikaan deed voor de noodmunten van Alanchesler, prikkelde echter zijn hebzucht en ongetwijfeld is hij overtuigd geweest, dat het hem niet de minste moeite zou kosten het door hem be dachte plannetje uit te voeren, Natuurlijk heeft het geen oogenblik in zijn voornemen gelegen die munten aan Bransdale te ver* koopen. Hij dacht er niet aanl" „Ik heb daarover ook in twijfel verkeerd- zei Stevenege. „Wat had hij er naar un) mcenini» mede willen doen?" „Er de zee mee oversteken I" antwoordde Penthony. „Tyson redeneerde vermoedelijk, dat, als de eene Amerikaansche verzamelaar er tienduizend pond voor over had, een ander dat er ook wel voor wilde betalen. Ook wist hij ongetwijfeld, dat er verzame- laars in Amerika zijn en niet enkel in Amerika! die er zich niet al te zeer om bekommeren, hoe of van waar een of ander zeldzaam voorwerp is verkregen, dat zij gaarne in hun bezit willen hebben. Inlus- schen valt er, naar mijn opvatting en ven moedelijk ook naar uw meening, niet aan te twijfelen, dat Septimus Tyson de vitrina in het museum openbrak en er de nood, munten uithaalde. Maar nu doen rich ia verband hiermede verschillende vragen voor. Werkte Tyson voor eigen rekening?. Of had hij een medeplichtige? Was What more misschien die medeplichtige? Kenda Tyson Whatmore vóór hij met zijn plan in het hoofd hierheen kwam? Het is niet on mogelijk als conservator van 't museum was Whatmore geen onbekende en Tyson is allicht vroeger in Alanchester geweest, misschien wel meer dan eens. Maar men kan nog verder gaan. U zei, dat Whatmore in zijn jeugd een aantal ja ren aldus heeft doorgebracht in Londen, Zou het niet mogelijk zijn, dat hij toen ken nis heeft gemaakt met iSrson? Begrijpt u waar ik heen wil?" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 13