69,te JAARGANG
VRIJDAG 10 AUGUSTUS 1928
No. 20984
OFFICIEELE KENNISGEVING
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van heden.
FEUILLETON.
De verdwenen Noodmunten.
LEIDSCH
DAGBLAD
OAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
30 Cts. per regel voor advertenticn uit Leiden en plaatsen waar
agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere
adverientiên 35 Cts. per regel. Kleine Advertentiën uilsluitend
bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bij een
maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht Voor eventueele opzending van brieven
10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden ƒ2.35. per week ƒ0.18
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.18
Franco per post 2.35 portokosten.
Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen
EERSTE BLAD.
AFSLUITING VROUWENSTEEG.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis, dat in ver
band met dei vernieuwing van het riool, de
Vrouwensteeo 'van Breeslraat naar Aal
markt) vanaf Maandag 13 Augustus a.s. tot
nadere aankondiging voor het verkeer met
rij- en voertuigen zal zijn afgesloten.
A. VAN DE SAN DE BAKHUYZEN.
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
i Leiden, 10 Augustus 1928.
•iSOi
DE LEEDST3E HOUT.
Een onzer lezers schrijft ons:
De belangstelling blijft gelukkig bestaan,
Bi noorde men den laatsten tijd weinig meer
ivaa onzen Hout.
Sinds mqn laatste mededeeling aan uw
Blad, zijn er weer verschillende grootere
»n kleinere bijdragen in de kas van do
stichting Leidsche Hout gevloeid. Bijdragen
van f. 100 en f. 200 en ook grootere.
Een bekende Leidsche Onderneming zond
L.500. Een hoogleeraar, die vroeger ai eens
11000 had bijgedragen, zond weder oen
zelfde bedrag, en een dezer dagen werd
van den directeur van een onzer musea
1000 ontvangen.
Men ziet: „Het daaghet in het Oosten!"
Mocht er dit najaar nog een begin met
de uitvoering gemaakt worden, dan zullen
het ongetwijfeld deze bijdragen zijn, die
daartoe den laatsten stoot gaven, want, ben
ik goed ingelicht, dan weifelt het bestuur
der Stichting nog steeds of men met de
thans beschikbare middelen, al dan niet zal
beginnen.
Immers ook hier geldt: „Bezint, eer gij
begint." Als het begin eenmaal gemaakt is,
zal men verder moeten gaan. Als men geen
kans ziet de plannen tot een goed einde te
brengen, zal men verstandig doen nog niet
te beginnen; hoe jammer het aan den anderen
kant ook mag zijn, omdat het toch al jaren
vraagt, eer de jonge aanplant tot een ge
sloten boschje is uitgegroeid.
Bq het nemen van een besluit, verlieze
het bestuur niet uit het oog, dat, wanneer
eenmaal een begin met de uitvoering is
gemaakt, de publieke belangstelling onge
twijfeld zal toenemen en daarmee ook de
kans op het ontvangen van giften zal stijgen.
Het is wel jammer, dat men in alle kringen
nog niet even gunstig over den Leidschen
Hout denkt. Nog altijd zijn er, die den Hout
een luxe vinden, die achterwege kon blqven.
Hoe geheel anders denkt men daarover
in Duitschland, waar ook geen geld voor
luxe is. In de kleinste stadjes treft men
er flinke, goed verzorgde wandelparken aan.
Dat is niet uit weelde; men beschouwt daar
de parken als een eerste levensbehoefte der
stad. In die parken concentreert zich des
zomers het frissche, gezonde leven der stad.
I Het is alsof men er zich vrq en los ge
maakt gevoelt van de sombere muren der
stadshuizen. Als vogeltjes, die hun kooitjes
ontsnapten. Blij en ongedwongen.
Noem het een weelde bq bet suizen
der blaren,
ys Zomers de koelte te drinken in 't woud,
Avonds te mqm'ren aan de oevers
der baren,
Onder een hemel, besprenkeld met goud.
Aldus zong een onzer dichters van voor
j 50 jaren. En wie weet of niet over nog-
i maals 50 jaren, jonge menschen door den
Leidschen Hout zullen dwalen en hetzelfde
zullen zeggen, den Hout bewonderend.
Het is vooral in de toekomst, dat de
Hout waarde krijgt on daarom zal ook het
nageslacht dank verschuldigd zijn aan hen,
die thans hun giften sturen. Onze hulde
aan deze mannen van de daad, door wier
hulp het plan ook werkelijkheid kan worden.
Naar ik hoorde, heeft het bestuur van
het Hout zich ook tot de regeering gewend,
om te trachten ook van dien kant mede
werking te krijgen. De regeering bleek daar
toe bereid, in zoo verre de stichting, bij
de uitvoering der werkzaamheden, gebruik
zou kunnen maken van Leidsche werkloozen.
De regeering wilde n.l. 25 pet. van dat
loon voor haar rekening nemen, mits de
gemeente hetzelfde deed.
Op die wqze zou de stichting dus voor
den arbeid der werkloozen slechts 50 pet.
hebben te betalen, wat een voordeel is,
mits ook de arbeidsprestatie der werkloozen
meer dan 50 pet. bedraagt van den normalen
vakarbeider.
Het meest profiteert er de gemeente van,
die bq deze regeling grootendeels ontslagen
wordt van het betalen van steun aan die
werkloozen. Voor de werkloozen het groote
voordeel, dat zij werk hadden en daardoor
meer ontvingen dan bij de steunultkeering.
Zrjn de vereisebte geschikte werkloozen
te krijgen, dan zal het dus voor velen
een groot voordeel zrjn, als nog dit najaar
met de werkzaamheden kan worden be
gonnen.
Hun, die den Leidschen Hout financieel
zouden willen steunen, zij nog medegedeeld,
dat het adres van den penningmeester, den
heer B. F. Krantz, Rqnsburgerweg 153, is.
ADRES AAN DEN RAAD.
Aan den Raad dezer gemeente is heden
het volgende adres verzonden:
Het bestuur van de afdeeling Leiden van
Volksonderwijs heeft de eer zich tot u te
wenden met het verzoek de voorslellen, die
u in Ingek. St. 153 sub T, II en III worden
gedaan niet aan te nemen.
Het komt ons bestuur voor, dat deze voor
stellen in strijd zijn met de beginselen, die
aan de bevrediging op onderwijsgebied ten
grondslag liggen. Deze houden in. dat zoo
wel het Openbaar als het Bijz. Ond. goed
zouden worden verzorgd en verwachten
^elfs een wedijver om het onderwijs zoo
goed mogelijk le maken voor het kind. Nu
wordt sub II voorgesteld bij het Opnb. O.
aan een onderwijzer meer dan eene klasse
op te dragen Dit is met bovengenoemd be
ginsel in strijd. Wanneer op dorpen deze
toestand bestaat voelt men het daar als een j
nadeel, dat men Ie boven tracht te komen
Dit stelsel, dat bij een plaats met zeer wei
nig inwoners noodzakelijk kan zijn. hier te
gaan invoeren, kan het openbaar onderwijs
in de oogen van allen, die voor hun kinde-
ren goed onderwijs begeeren slechtst min
derwaardig doen schijnen. De Raad is ge
roepen voor het peil van het Op. O. te wa
ken. Moge hij derhalve den voorgeslagen
weg niet opgaan.
Ook de voorslellen sub I en III zijn voor
het Op. O. zeer bedenkelijk. Wat I betreft
merken wij op, dat de vermindering van het
aantal leerlingen bij het Op. O. blijkbaar
een verschijnsel van tijdelijken aard is en
dat vele ouders, die hun kinderen gedachte
loos naar een Bijz. School zenden, zonder
met de beginselen van dit onderwijs in te
stemmen, van deze gedragslijn terugkomen.
Het schijnt daarom niet juist thans de eer9le
1 slap tot opheffing van Openb. Scholen te
zetten.
Wat III aangaat komt het ons voor, dat
een Openb. School in het Haagweg-kwartier
terstond noodig is en dat fleze noodzakelijk
heid niet kan worden ter zijde geschoven
door een hoop op beter verbinding tusschen
de beide Rijnoevers, waarvoor zelfs nog geen
plannen zijn ingediend.
Het bestuur voornoemd, (get.) B. D. Ford
mans, voorzitter; C. F. Bader C F.zn., wnd.
secretaris.
LEIDSCHE BURGERWACHT.
De Leidsche Burgenvacht hoopt Zaterdag
a.s. deel te nemen aan de schietwedstrijden
der B. V. Landstorm te Alphen a. d. Rijn.
Haar beide vijflallen zijn als volgt samen
gesteld: v. Staveren Jr., Bergman, Haver-
korn, De Gunst en Tiggelman, lsle vijftal, j
Barenase, v. d. Velden, v. Leeuwen, v.
Vliet A. en v. Vliet W. M.. 2de vijftal, met
als reserve Devilee, die wel zal moeten in
vallen.
Het vijftal dat voor bovengenoemde B.W.
op IS Aug. a.s. zal deelnemen aan den wed
strijd om den 2den Oegstgeester Wisselbeker
is als volgt samengesteld: v. Staveren Jr.,
De Wit, De Gunst, Haverkorn en Tiggelman,
met als reserve A'iphenaar.
Op 25 Aug. a.s., aanvangende om 3 uur,
zullen de leden der Leidsche Burgerwacht
op de schietbanen te Katwijk de schiel-
vaardigheidsproeven afleggen, te verdeelen
in klasse C (diploma), B. (bronzen kruis) en
A (zilveren kruis), terwijl de zegevierende
schutters voor klasse A. het volgende jaar
opgaan voor Koningschutlers.
BEZOEK UIT ROTTERDAM.
De Vereeniging tot opbloei van geestelijk
leven te Rotterdam, een organisatie, die zich
ten doel stelt onder de breede volksklassen
geestelijk leven te wekken en te onderhou
den, had gisteren een autotocht voor haar
leden georganiseerd.
Met groote open toeraulo's vertrokken
meer dan 400 mannen en vrouwen>-'s mor
gens 8 uur vanaf den Coolsingel te Rotter
dam. In opgewekte stemming ging het ver
der over Scheveningen naar Meyendell on
der Wassenaar, waar het twaalf uurtje werd
gebruikt en vervolgens over Katwijk aan Zee
en Noordwijk naar Leiden, waar het diner
zou worden gebruikt. Tusschen vier en vijf
uur arriveerden de auto's en stapten de
leden van het talrijk gezelschap bij ..Zo-
merzorg" uit De aankomst van enkele
aqto'c was wat vertraagd, doordat men
eenige pech onderweg had met de banden.
De eerst aangekomenen hadden nu de ge
legenheid voor het gebruiken van verver- i
sc-hingen en le genieten van het ..strijkje",
dat ditmaal al bijzonder actief was. Nadat
hef geheele gezelschap bijeen was. schaar-
den niet minder dan 421 deelnemers(sters)
Dagprogramma.
VOOR ZATERDAG 11 AUGUSTUS:
Boksen: 2 uur nam.6 uur nam en 8 uur
nam.11 uur nam.
Schermen: 9 uur voorm.6 uur nam.
Roeden: 9 uur voorm.11 uur nam.; 2 uur
nam.6 uur nam. en 7 uur nam.9
uur nam.
Ruitersport: dressuurproeven 10 uur voorm.
1 uur nam te Hilversum; springcon
cours 2 uur nam.5 uur nam. te Am
sterdam.
zich aan den disch en lieten zich den een
voudige doch degelijken maaltijd wel
9maken. De bediening was prompt en er
neerscht aan tafel een aangenamen toon.
Allen volgden de regels bij monde van den
voorzitter, den heer W. G. J. Malada, na
mens het bestuur gegeven. Het diner, waar
bij weinig werd gesproken, duurde tot circa
8 uur, waarna het gezelschap hoogst vol
daan den tocht naar Rotterdam weder aan
vaardde.
POLITIE-BRANDWEER.
Naar wij vernemen zal het voorgenomen
bezoek van de leden der afd. Leiden van
den Alg. Bond van Politiepersoneel in Ne
derland, aan de politie te Delft, plaats heb
ben op 4 September, des namiddags tus
schen vijftien en zeventien uur. Dan zal
dus do Delftsche politie voor haar belang
stellende collega's uit Leiden demonstreeren
hoe zij haar brandweertaak vervult.
ERNSTIGE AANRIJDING AAN DEN
HAAGWEG.
Gistermiddag omstreeks 5 uur heelt er op
de brug over de Boschhuizerwatering aan
den Haagweg, onder deze gemeente een
aanrijding plaats gehad tusschen een auto,
bestuurd door den heer T. D. uit Arnhem
en een motorrijwiel, bereden door den heer
W. V.. boekhouder te Wassenaar.
De auto kwam uit Leiden. W. V. naderde
met zijn broeder F. V., eveneens op een
motorrijwiel zittend, uit tegenovergestelde
richting.
De ontmoeting had op de brug plaats, met
het gevolg, dat de auto en het motorrijtuig
van W. V. tegen elkander botsten, (en ge
volge waarvan hel motorvoertuig met zijn
berijder omsloeg en W. V. zwaar bloedend
verwond werd. terwijl ook de motorfiets ern
stig beschadigd werd. De auto kreeg weinig
letsel en ook de lieer D. kwam met den
schrik vrij. F. V. die even achter aan reed
bleef geheel builen gevaar.
Dr. Gerrilz van den Eerste Hulpdienst
die spoedig aanwezig was, constateerde een
gecompliceerde beenfracluur en achtte na
dat hij een voorloopig verband had aange
legd, onmiddellijke opneming in oen zieken
huis noodig
De patiënt is toen naar het Academisch
Ziekenhuis vprvoerd en aldaar ter verple
ging opgenomen. De verwonding is wel ern
stig. doch niet levensgevaarlijk.
De patiënt heeft een kal men nacht gehad.
Over de vraag wier der partijen de
meeste schuld heefl. was men het niet eens.
Ook ooggetuigen dachten daar verschillend
over. De polilie 9lelt een nauwkeurig onder
zoek in.
BINNENLAND.
Het voorontwerp voor een nienwe veilig
heidswet. (2e Blaxl.)
De voorbereiding van de vlucht Nederland-
West-Indië. (Binnenland, 2e» Blad).
Mej. Baron werd tweede op de 200 Meter
schoolslag na mej. Schrader. (Sport, 3e BI.)
Frankrijk won den strijd der achtmeters;
de „Hollandia" op de tweede plaats. (Sport
3e Blad).
Hongarije Olympisch kampioen op sabel.
(Sport. 3e Blad).
Nederland won het Olympisch kampioen
schap dames-tarnen. (Sport, 3e Blad).
Nederland heeft de leiding bij de ruiter-
wedstrijden. (Sport, 3e Blad.)
(Men zie vervolg Olymp. Spelen, le BI.)
BUITENLAND.
Na het overlijden van Raditsz. Zijn poli
tiek testament. (Buitenland, le Blad).
Op het Internationaal Socialisten-congres
te Brussel. (Buitenland, le Blad).
Eenige groote branden in Slowakije,
Beieren en Moravië. (Buibenl. en Tel. le BI.)
Voor het examen Fransch L. O. slaagde
te Utrecht onze oud-stadgenoote mej. E.
Moene. j
Troep II C. J. M. V. van de Nederland-
sche Padvindersvereeniging is uit kampee
ten geweest. De troep die naar Dorst bij
Breda aan de Leemputten is geweest, heeft
veel regen gehad, maar de jongens hebben
zich toch opperbest geamuseerd.
Op een der laatste dagen werd tot besluit
van het kamp een origineele wedstrijddag
gehouden in zwemmen en loopen, horden
loop, hoog- en verspringen met de daaraan
verbonden prijzen. Deze prijzen bestonden
uit not zooveel stukken chocolade als er
deelnemers aan het kamp waren, zoodat
allen een 1ste prijs konden ontvangen. Be
zichtiging van Breda en de noodige kamp
vuren ontbraken evenmin. Met de wees
jongens van het Burgerweeshuis te
Dordrecht welke eveneens daar gekampeerd
waren, was spoedig vriendschap gesloten
en ongeveer eiken dag werd gemeenschap
pelijk het een of ander spel gedaan.
Dat dp gesloten vriendschap tusschen
deze weezen en troep II hecht was, bleek op
het afscheidskampvuur.
De kampleiders kunnen met voldoening
op dit kamp terugzien en de deelnemende
jongens keerden met nieuwe levenskracht
en met gebruinde huid en een dankbare her
innering naar Leiden terug om zich na en
kele dagen rust weer te gaan voorbereiden
voor het winterwerk en het volgende kamp.
Hel zevenjarig jongetje W. B. van den
Heerensingel is gisteren toen het in de
Lusthoflaan speelde aangereden door een
vrachtauto, waardoor het knaapje zijn been
brak. De chauffeur A. v. d. R. trof geen
schuld.
Door J. S FLETCHER.
Geautoriseerde vertaling uit 't Engelschdoor
Mr. G. KELLER.
18)
En gedurende de rest van den avond
evenals gedurende de eerste ochtenduren
van den volgenden dag was Stevenege
enkel vervuld met het onderzoek, en de rol,
die hij daarbij zou vervullen. Hij had geen
hoofd voor iets anders. Hij zag Bransdale,
juffrouw Skeel en Callaway gezellig met
elkaar ontbijten, doch sloeg de uilnoodiging
van den Amerikaan om zich bij hen te voe
gen af. Hij kwam den burgemeester builen
de zittingszaal van den coroner tegen, doch
vermeed een gesprek met hem aan te knoo-
pen en in de zittingszaal zelf hield hij zich
van allen afzijdig. Het verbaasde hem niet
die zittingszaal, een ruim vertrek in het
oude stadhuis, propvol te vinden. Geen no
tabele der stad ontbrak Maar te vergeefs
keek hij rond naar den heer Sheffield en
juffrouw Lansdal ezij waren weggebleven.
^7el was er Oswald Cleverley. Die had een
hoekplaatsje aan de tafel van den coroner
Weten te bemachtigen en hij zat er met zulk
feen aandacht naar het verhoor te luisteren,
al9of hij. evenals Callaway, die vlak bij zal,
Plan had van de zaak een verslag voor de
Courant te maken.
Stevenege gevoelde slechts matige belaci
stelling voor de geluigen-verklaringen.
Waarvan hij den inhoud reeds uit de eerste
hand kende. Hij was ten zeerste benieuwd
naar Whatmore's mededeel ingen. omtrent
zijn doen en laten, het verlies van zijn
schopjesguinje en zijn poging om de munt
terug te vinden. Geduldig bleef hij intus-
schen luisteren naar de getuigenverklarin
gen van de politie, Callaway, de eigenaresse
van den Koningseik", flicking; wat zij
verklaarden wist hij reeds bij voorbaai.
Tenslotte verscheen hij zelf in de getuigen
bank. Dat wekte eenige sensatie; van alle
aanwezigen locli wist geen half dozijn, dat
de bedaarde llinke jonge man, die volgens
zijn verklaring als toerist zijn inlrek had ge
nomen in hel ..Dravende Hert", inderdaad
was een welbekende Londensche detective.
Onder doodsche stilte gaf Stevenege, daartoe
door den coroner uitgenoodigd, op zijn
eigen wijze een uiteenzetting van wat hij te
weten was gekomen En niel minder dood-
sche stilte heersehte er. loen Whatmore,
door den coroner weer opgeroepen, voor de
tweede maal in de getuigenbank stapte
Dat de conservator, die aan het slot van
Sfevenege's verklaring tot de ontdekking
was gekomen, dat zijn tocht met een lan
taarn in den nacht, waarvan hij dacht, dat
niemand iets wist. toch was gezien, zenuw
achtig opgewonden was. ontging geen der
aanwezigen Het was zelfs zoo duidelijk 'e
bemerken, dat de coroner hem verzocht zijn
kalmte te bewaren en rustig te antwoorden
j op de vragen, die hij hem wenschle te stel- j
ien. Maar veel hielp dit nietl Whatmore's j
gansche houding was die van een man, die 1
i zich volstrekt niet op zijn gemak gevoelt.
Hij verschoot herhaaldelijk van kleur, zijn
handen bpefden. zijn b'ikken dwaalden
rond. kortnm hij was zóó van streek, lol
Stevenege juffrouw Skeel. die vlak achter
hem naast Bransdale zat. eenige woorden
van medelijden met hem hoorde zeggen. En i
in tusschen waren de eerste vragen van den
coroner van dien aard, dat iemand, die zich
niel schuldig gevoelt, er zonder vrees <>p
zou geanlwoord hebben.
„Herinner u eens, Whatmore," begon San-
derstead. „wat u zooeveb heeft verklaard.
U zeide. dat u Tyson, wiens doodsoorzaak
hier punt van onderzoek uitmaakt, niel had
gezien op den ochtend, dat hij den dood
vond Blijft u daarbij?"
,.Ja," antwoordde Whatmore. ,,Ik heb hem
nooit gezien hem nooit voor oogen gehad"
..Waar was u dien morgen?"
,.Ik was uit gedurende het grootste
deel van den ochtend.
Buiten het kasteel? Maar het is, meende
ik, u niet veroorloofd het kasteel te verla
ten gedurende den tijd. dat u in functie is?
Juist, dat had ik dus goed begrepen. Intu«-
schen dilmaal was u loch weggegaanNiet
waar? Nu, welke reden had u daarvoor?
„Zaken," verklaarde Whatmore. Hij be
gon wat op zijn verhaal te komen en zijn
stem klonk vaster. „Particuliere zaken."
„Van wat voor aard?" vroeg Sanderstead.
„Ik moet op een afdoend antwoord aandrin
gen. Maar ik zal mijn vraag anders stellen.
Waarheen ging u?"
Naar buiten de stad
„ln welke richting?"/
„Door het dal... door AlansdaJe.'
„Ik veronderstel, dat u iemand ging op
zoeken. Welhu, wie was dat? Laat ik u op
het hart drukken, die vraag te beantwoor
den. Dat is in uw eigen belang, omdat
degeen. wien uw bezoek gold. zou kunnen
bewijzen dat u bij hem was op een oogen
blik. dal voor u van het grootste gewicht
kan zijn Wien gold dus uw bezoek?"
Whatmore antwoordde niet dadelijk.
Maar na de leuning van de getuigenbank,
waarachter hij stond, krampachtig omvat en
weer losgelaten le hebben, antwoordde hij:
„Ik wilde majoor Watkinson en den beer
Sheffield opzoeken."
„Is u door hen ontvangen?"
„Neen, zij waren beiden uit."
„Maar u heeft toch zeker wel iemand in
hun woningen aangetroffen. Wien sprak u
bij majoor Watkinson?"
„Zijn huisknecht Hij deelde mij mede,
dat de majoor dien dag van huis was."
..Hoe laat kan het geweest zijn. loen u
zich bij majoor Watkinson vervoegde?"
„Half twaalf."
„Wie ontving u bij den heer Sheffield?"
„De huishoudster Zij zeicfè. dal de heer
Sheffield een wandeling maakte.
„En dat zou geweest zijn. ongeveer
hoe laat?"
„Tegen twaalf uur."
„Wat heefl u daarna gedaan?"
„Jk ben naar het kasteel teruggekeerd."
„Recht door het dal?"
„Ja, recht er door heen."
„U volgde dus niet het pad, dat van de
woning van den heer Sheffield over de heu
vels loopt en keerde dus niet door het hosch
terug?"
„Neen. werkelijk niet Ik ben in eens door
langs den oever gegaan."
„Heeft u niemand ontmoet?"
„Niet dat ik weet."
De coroner nam de schopjesguinje van
zijn lessenaar.
„Bekijk dit eens goed, Whatmore." zeide
hij. „Is dat van u? Laat hij het eens nauw
keurig bekijken liet hij er op volgen, ter
wijl hij de munt doorgaf. „Weet wel wat u
zegt. Whatmore!"
„Ja, het is van mij," erkende Whatmore
„Het is een ding, dat de heer Detterling mjj
indertijd heeft gegeven. Ik heb het gister-
morgens ergens verloren."
„Heeft u gehoord, waar de laatste getuige
verklaard heeft het gevonden te hebben?
Ter plaatse, waar de moord i9 begaan. Wel
nu, ben je daar geweest?"
„Neen.ook niet in de buurt ervan. In
geen maanden ben ik in die bosschen ge
weest. Ik volg, heen, zoowel als teruggaan
de, altijd den oever der rivier."
„Maar waarom ging je dan dien avond
naar de bosschen, gewapend met een lan
taarn. blijkbaar om naar de munt te zoe
ken?"
„Ik ging niet naar de bosschen 1 Hij
die jonge mandie Stevenege vergist
zich ten eenenmalel Hij kan mij niet naar
de bosschen hebben zien gaan."
„Dat heeft hij ook niet gezegd," viel de
coroner hem in de rede. „Hij heeft enkel
verklaard dat hij u langs de rivier zag loo
pen in de richting van de bosschen, en dat
hij u en uw lantaarn het laatst zag bij het
punt, waar de weg een bocht maakt in de
richting van de bosschen. Waar ging u dan
heen?"
,Jk liep langs de rivier tot het hek van
majoor Watkinson. Ik ben altijd het pad
blijven volgen Eerst op den laten avond
heb ik de munt gemist en daarom ging ik
met de lantaarn er op uit."
„Nu goed zei de coroner na een oogen-
blik nadenkens. „Maar tot mijn spijt moet ik
u nog een vraag doen, Whatmore. Wat was
het doel van uw bezoek aan majoor Wat
kinson en den heer Sheffield.
(Wordt vervuigü).