69,te JAARGANG VRIJDAG 10 AUGUSTUS 1928 No. 20984 OFFICIEELE KENNISGEVING STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. FEUILLETON. De verdwenen Noodmunten. LEIDSCH DAGBLAD OAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. PRIJS DER ADVERTENTIEN 30 Cts. per regel voor advertenticn uit Leiden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere adverientiên 35 Cts. per regel. Kleine Advertentiën uilsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden ƒ2.35. per week ƒ0.18 Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.18 Franco per post 2.35 portokosten. Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen EERSTE BLAD. AFSLUITING VROUWENSTEEG. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis, dat in ver band met dei vernieuwing van het riool, de Vrouwensteeo 'van Breeslraat naar Aal markt) vanaf Maandag 13 Augustus a.s. tot nadere aankondiging voor het verkeer met rij- en voertuigen zal zijn afgesloten. A. VAN DE SAN DE BAKHUYZEN. Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. i Leiden, 10 Augustus 1928. •iSOi DE LEEDST3E HOUT. Een onzer lezers schrijft ons: De belangstelling blijft gelukkig bestaan, Bi noorde men den laatsten tijd weinig meer ivaa onzen Hout. Sinds mqn laatste mededeeling aan uw Blad, zijn er weer verschillende grootere »n kleinere bijdragen in de kas van do stichting Leidsche Hout gevloeid. Bijdragen van f. 100 en f. 200 en ook grootere. Een bekende Leidsche Onderneming zond L.500. Een hoogleeraar, die vroeger ai eens 11000 had bijgedragen, zond weder oen zelfde bedrag, en een dezer dagen werd van den directeur van een onzer musea 1000 ontvangen. Men ziet: „Het daaghet in het Oosten!" Mocht er dit najaar nog een begin met de uitvoering gemaakt worden, dan zullen het ongetwijfeld deze bijdragen zijn, die daartoe den laatsten stoot gaven, want, ben ik goed ingelicht, dan weifelt het bestuur der Stichting nog steeds of men met de thans beschikbare middelen, al dan niet zal beginnen. Immers ook hier geldt: „Bezint, eer gij begint." Als het begin eenmaal gemaakt is, zal men verder moeten gaan. Als men geen kans ziet de plannen tot een goed einde te brengen, zal men verstandig doen nog niet te beginnen; hoe jammer het aan den anderen kant ook mag zijn, omdat het toch al jaren vraagt, eer de jonge aanplant tot een ge sloten boschje is uitgegroeid. Bq het nemen van een besluit, verlieze het bestuur niet uit het oog, dat, wanneer eenmaal een begin met de uitvoering is gemaakt, de publieke belangstelling onge twijfeld zal toenemen en daarmee ook de kans op het ontvangen van giften zal stijgen. Het is wel jammer, dat men in alle kringen nog niet even gunstig over den Leidschen Hout denkt. Nog altijd zijn er, die den Hout een luxe vinden, die achterwege kon blqven. Hoe geheel anders denkt men daarover in Duitschland, waar ook geen geld voor luxe is. In de kleinste stadjes treft men er flinke, goed verzorgde wandelparken aan. Dat is niet uit weelde; men beschouwt daar de parken als een eerste levensbehoefte der stad. In die parken concentreert zich des zomers het frissche, gezonde leven der stad. I Het is alsof men er zich vrq en los ge maakt gevoelt van de sombere muren der stadshuizen. Als vogeltjes, die hun kooitjes ontsnapten. Blij en ongedwongen. Noem het een weelde bq bet suizen der blaren, ys Zomers de koelte te drinken in 't woud, Avonds te mqm'ren aan de oevers der baren, Onder een hemel, besprenkeld met goud. Aldus zong een onzer dichters van voor j 50 jaren. En wie weet of niet over nog- i maals 50 jaren, jonge menschen door den Leidschen Hout zullen dwalen en hetzelfde zullen zeggen, den Hout bewonderend. Het is vooral in de toekomst, dat de Hout waarde krijgt on daarom zal ook het nageslacht dank verschuldigd zijn aan hen, die thans hun giften sturen. Onze hulde aan deze mannen van de daad, door wier hulp het plan ook werkelijkheid kan worden. Naar ik hoorde, heeft het bestuur van het Hout zich ook tot de regeering gewend, om te trachten ook van dien kant mede werking te krijgen. De regeering bleek daar toe bereid, in zoo verre de stichting, bij de uitvoering der werkzaamheden, gebruik zou kunnen maken van Leidsche werkloozen. De regeering wilde n.l. 25 pet. van dat loon voor haar rekening nemen, mits de gemeente hetzelfde deed. Op die wqze zou de stichting dus voor den arbeid der werkloozen slechts 50 pet. hebben te betalen, wat een voordeel is, mits ook de arbeidsprestatie der werkloozen meer dan 50 pet. bedraagt van den normalen vakarbeider. Het meest profiteert er de gemeente van, die bq deze regeling grootendeels ontslagen wordt van het betalen van steun aan die werkloozen. Voor de werkloozen het groote voordeel, dat zij werk hadden en daardoor meer ontvingen dan bij de steunultkeering. Zrjn de vereisebte geschikte werkloozen te krijgen, dan zal het dus voor velen een groot voordeel zrjn, als nog dit najaar met de werkzaamheden kan worden be gonnen. Hun, die den Leidschen Hout financieel zouden willen steunen, zij nog medegedeeld, dat het adres van den penningmeester, den heer B. F. Krantz, Rqnsburgerweg 153, is. ADRES AAN DEN RAAD. Aan den Raad dezer gemeente is heden het volgende adres verzonden: Het bestuur van de afdeeling Leiden van Volksonderwijs heeft de eer zich tot u te wenden met het verzoek de voorslellen, die u in Ingek. St. 153 sub T, II en III worden gedaan niet aan te nemen. Het komt ons bestuur voor, dat deze voor stellen in strijd zijn met de beginselen, die aan de bevrediging op onderwijsgebied ten grondslag liggen. Deze houden in. dat zoo wel het Openbaar als het Bijz. Ond. goed zouden worden verzorgd en verwachten ^elfs een wedijver om het onderwijs zoo goed mogelijk le maken voor het kind. Nu wordt sub II voorgesteld bij het Opnb. O. aan een onderwijzer meer dan eene klasse op te dragen Dit is met bovengenoemd be ginsel in strijd. Wanneer op dorpen deze toestand bestaat voelt men het daar als een j nadeel, dat men Ie boven tracht te komen Dit stelsel, dat bij een plaats met zeer wei nig inwoners noodzakelijk kan zijn. hier te gaan invoeren, kan het openbaar onderwijs in de oogen van allen, die voor hun kinde- ren goed onderwijs begeeren slechtst min derwaardig doen schijnen. De Raad is ge roepen voor het peil van het Op. O. te wa ken. Moge hij derhalve den voorgeslagen weg niet opgaan. Ook de voorslellen sub I en III zijn voor het Op. O. zeer bedenkelijk. Wat I betreft merken wij op, dat de vermindering van het aantal leerlingen bij het Op. O. blijkbaar een verschijnsel van tijdelijken aard is en dat vele ouders, die hun kinderen gedachte loos naar een Bijz. School zenden, zonder met de beginselen van dit onderwijs in te stemmen, van deze gedragslijn terugkomen. Het schijnt daarom niet juist thans de eer9le 1 slap tot opheffing van Openb. Scholen te zetten. Wat III aangaat komt het ons voor, dat een Openb. School in het Haagweg-kwartier terstond noodig is en dat fleze noodzakelijk heid niet kan worden ter zijde geschoven door een hoop op beter verbinding tusschen de beide Rijnoevers, waarvoor zelfs nog geen plannen zijn ingediend. Het bestuur voornoemd, (get.) B. D. Ford mans, voorzitter; C. F. Bader C F.zn., wnd. secretaris. LEIDSCHE BURGERWACHT. De Leidsche Burgenvacht hoopt Zaterdag a.s. deel te nemen aan de schietwedstrijden der B. V. Landstorm te Alphen a. d. Rijn. Haar beide vijflallen zijn als volgt samen gesteld: v. Staveren Jr., Bergman, Haver- korn, De Gunst en Tiggelman, lsle vijftal, j Barenase, v. d. Velden, v. Leeuwen, v. Vliet A. en v. Vliet W. M.. 2de vijftal, met als reserve Devilee, die wel zal moeten in vallen. Het vijftal dat voor bovengenoemde B.W. op IS Aug. a.s. zal deelnemen aan den wed strijd om den 2den Oegstgeester Wisselbeker is als volgt samengesteld: v. Staveren Jr., De Wit, De Gunst, Haverkorn en Tiggelman, met als reserve A'iphenaar. Op 25 Aug. a.s., aanvangende om 3 uur, zullen de leden der Leidsche Burgerwacht op de schietbanen te Katwijk de schiel- vaardigheidsproeven afleggen, te verdeelen in klasse C (diploma), B. (bronzen kruis) en A (zilveren kruis), terwijl de zegevierende schutters voor klasse A. het volgende jaar opgaan voor Koningschutlers. BEZOEK UIT ROTTERDAM. De Vereeniging tot opbloei van geestelijk leven te Rotterdam, een organisatie, die zich ten doel stelt onder de breede volksklassen geestelijk leven te wekken en te onderhou den, had gisteren een autotocht voor haar leden georganiseerd. Met groote open toeraulo's vertrokken meer dan 400 mannen en vrouwen>-'s mor gens 8 uur vanaf den Coolsingel te Rotter dam. In opgewekte stemming ging het ver der over Scheveningen naar Meyendell on der Wassenaar, waar het twaalf uurtje werd gebruikt en vervolgens over Katwijk aan Zee en Noordwijk naar Leiden, waar het diner zou worden gebruikt. Tusschen vier en vijf uur arriveerden de auto's en stapten de leden van het talrijk gezelschap bij ..Zo- merzorg" uit De aankomst van enkele aqto'c was wat vertraagd, doordat men eenige pech onderweg had met de banden. De eerst aangekomenen hadden nu de ge legenheid voor het gebruiken van verver- i sc-hingen en le genieten van het ..strijkje", dat ditmaal al bijzonder actief was. Nadat hef geheele gezelschap bijeen was. schaar- den niet minder dan 421 deelnemers(sters) Dagprogramma. VOOR ZATERDAG 11 AUGUSTUS: Boksen: 2 uur nam.6 uur nam en 8 uur nam.11 uur nam. Schermen: 9 uur voorm.6 uur nam. Roeden: 9 uur voorm.11 uur nam.; 2 uur nam.6 uur nam. en 7 uur nam.9 uur nam. Ruitersport: dressuurproeven 10 uur voorm. 1 uur nam te Hilversum; springcon cours 2 uur nam.5 uur nam. te Am sterdam. zich aan den disch en lieten zich den een voudige doch degelijken maaltijd wel 9maken. De bediening was prompt en er neerscht aan tafel een aangenamen toon. Allen volgden de regels bij monde van den voorzitter, den heer W. G. J. Malada, na mens het bestuur gegeven. Het diner, waar bij weinig werd gesproken, duurde tot circa 8 uur, waarna het gezelschap hoogst vol daan den tocht naar Rotterdam weder aan vaardde. POLITIE-BRANDWEER. Naar wij vernemen zal het voorgenomen bezoek van de leden der afd. Leiden van den Alg. Bond van Politiepersoneel in Ne derland, aan de politie te Delft, plaats heb ben op 4 September, des namiddags tus schen vijftien en zeventien uur. Dan zal dus do Delftsche politie voor haar belang stellende collega's uit Leiden demonstreeren hoe zij haar brandweertaak vervult. ERNSTIGE AANRIJDING AAN DEN HAAGWEG. Gistermiddag omstreeks 5 uur heelt er op de brug over de Boschhuizerwatering aan den Haagweg, onder deze gemeente een aanrijding plaats gehad tusschen een auto, bestuurd door den heer T. D. uit Arnhem en een motorrijwiel, bereden door den heer W. V.. boekhouder te Wassenaar. De auto kwam uit Leiden. W. V. naderde met zijn broeder F. V., eveneens op een motorrijwiel zittend, uit tegenovergestelde richting. De ontmoeting had op de brug plaats, met het gevolg, dat de auto en het motorrijtuig van W. V. tegen elkander botsten, (en ge volge waarvan hel motorvoertuig met zijn berijder omsloeg en W. V. zwaar bloedend verwond werd. terwijl ook de motorfiets ern stig beschadigd werd. De auto kreeg weinig letsel en ook de lieer D. kwam met den schrik vrij. F. V. die even achter aan reed bleef geheel builen gevaar. Dr. Gerrilz van den Eerste Hulpdienst die spoedig aanwezig was, constateerde een gecompliceerde beenfracluur en achtte na dat hij een voorloopig verband had aange legd, onmiddellijke opneming in oen zieken huis noodig De patiënt is toen naar het Academisch Ziekenhuis vprvoerd en aldaar ter verple ging opgenomen. De verwonding is wel ern stig. doch niet levensgevaarlijk. De patiënt heeft een kal men nacht gehad. Over de vraag wier der partijen de meeste schuld heefl. was men het niet eens. Ook ooggetuigen dachten daar verschillend over. De polilie 9lelt een nauwkeurig onder zoek in. BINNENLAND. Het voorontwerp voor een nienwe veilig heidswet. (2e Blaxl.) De voorbereiding van de vlucht Nederland- West-Indië. (Binnenland, 2e» Blad). Mej. Baron werd tweede op de 200 Meter schoolslag na mej. Schrader. (Sport, 3e BI.) Frankrijk won den strijd der achtmeters; de „Hollandia" op de tweede plaats. (Sport 3e Blad). Hongarije Olympisch kampioen op sabel. (Sport. 3e Blad). Nederland won het Olympisch kampioen schap dames-tarnen. (Sport, 3e Blad). Nederland heeft de leiding bij de ruiter- wedstrijden. (Sport, 3e Blad.) (Men zie vervolg Olymp. Spelen, le BI.) BUITENLAND. Na het overlijden van Raditsz. Zijn poli tiek testament. (Buitenland, le Blad). Op het Internationaal Socialisten-congres te Brussel. (Buitenland, le Blad). Eenige groote branden in Slowakije, Beieren en Moravië. (Buibenl. en Tel. le BI.) Voor het examen Fransch L. O. slaagde te Utrecht onze oud-stadgenoote mej. E. Moene. j Troep II C. J. M. V. van de Nederland- sche Padvindersvereeniging is uit kampee ten geweest. De troep die naar Dorst bij Breda aan de Leemputten is geweest, heeft veel regen gehad, maar de jongens hebben zich toch opperbest geamuseerd. Op een der laatste dagen werd tot besluit van het kamp een origineele wedstrijddag gehouden in zwemmen en loopen, horden loop, hoog- en verspringen met de daaraan verbonden prijzen. Deze prijzen bestonden uit not zooveel stukken chocolade als er deelnemers aan het kamp waren, zoodat allen een 1ste prijs konden ontvangen. Be zichtiging van Breda en de noodige kamp vuren ontbraken evenmin. Met de wees jongens van het Burgerweeshuis te Dordrecht welke eveneens daar gekampeerd waren, was spoedig vriendschap gesloten en ongeveer eiken dag werd gemeenschap pelijk het een of ander spel gedaan. Dat dp gesloten vriendschap tusschen deze weezen en troep II hecht was, bleek op het afscheidskampvuur. De kampleiders kunnen met voldoening op dit kamp terugzien en de deelnemende jongens keerden met nieuwe levenskracht en met gebruinde huid en een dankbare her innering naar Leiden terug om zich na en kele dagen rust weer te gaan voorbereiden voor het winterwerk en het volgende kamp. Hel zevenjarig jongetje W. B. van den Heerensingel is gisteren toen het in de Lusthoflaan speelde aangereden door een vrachtauto, waardoor het knaapje zijn been brak. De chauffeur A. v. d. R. trof geen schuld. Door J. S FLETCHER. Geautoriseerde vertaling uit 't Engelschdoor Mr. G. KELLER. 18) En gedurende de rest van den avond evenals gedurende de eerste ochtenduren van den volgenden dag was Stevenege enkel vervuld met het onderzoek, en de rol, die hij daarbij zou vervullen. Hij had geen hoofd voor iets anders. Hij zag Bransdale, juffrouw Skeel en Callaway gezellig met elkaar ontbijten, doch sloeg de uilnoodiging van den Amerikaan om zich bij hen te voe gen af. Hij kwam den burgemeester builen de zittingszaal van den coroner tegen, doch vermeed een gesprek met hem aan te knoo- pen en in de zittingszaal zelf hield hij zich van allen afzijdig. Het verbaasde hem niet die zittingszaal, een ruim vertrek in het oude stadhuis, propvol te vinden. Geen no tabele der stad ontbrak Maar te vergeefs keek hij rond naar den heer Sheffield en juffrouw Lansdal ezij waren weggebleven. ^7el was er Oswald Cleverley. Die had een hoekplaatsje aan de tafel van den coroner Weten te bemachtigen en hij zat er met zulk feen aandacht naar het verhoor te luisteren, al9of hij. evenals Callaway, die vlak bij zal, Plan had van de zaak een verslag voor de Courant te maken. Stevenege gevoelde slechts matige belaci stelling voor de geluigen-verklaringen. Waarvan hij den inhoud reeds uit de eerste hand kende. Hij was ten zeerste benieuwd naar Whatmore's mededeel ingen. omtrent zijn doen en laten, het verlies van zijn schopjesguinje en zijn poging om de munt terug te vinden. Geduldig bleef hij intus- schen luisteren naar de getuigenverklarin gen van de politie, Callaway, de eigenaresse van den Koningseik", flicking; wat zij verklaarden wist hij reeds bij voorbaai. Tenslotte verscheen hij zelf in de getuigen bank. Dat wekte eenige sensatie; van alle aanwezigen locli wist geen half dozijn, dat de bedaarde llinke jonge man, die volgens zijn verklaring als toerist zijn inlrek had ge nomen in hel ..Dravende Hert", inderdaad was een welbekende Londensche detective. Onder doodsche stilte gaf Stevenege, daartoe door den coroner uitgenoodigd, op zijn eigen wijze een uiteenzetting van wat hij te weten was gekomen En niel minder dood- sche stilte heersehte er. loen Whatmore, door den coroner weer opgeroepen, voor de tweede maal in de getuigenbank stapte Dat de conservator, die aan het slot van Sfevenege's verklaring tot de ontdekking was gekomen, dat zijn tocht met een lan taarn in den nacht, waarvan hij dacht, dat niemand iets wist. toch was gezien, zenuw achtig opgewonden was. ontging geen der aanwezigen Het was zelfs zoo duidelijk 'e bemerken, dat de coroner hem verzocht zijn kalmte te bewaren en rustig te antwoorden j op de vragen, die hij hem wenschle te stel- j ien. Maar veel hielp dit nietl Whatmore's j gansche houding was die van een man, die 1 i zich volstrekt niet op zijn gemak gevoelt. Hij verschoot herhaaldelijk van kleur, zijn handen bpefden. zijn b'ikken dwaalden rond. kortnm hij was zóó van streek, lol Stevenege juffrouw Skeel. die vlak achter hem naast Bransdale zat. eenige woorden van medelijden met hem hoorde zeggen. En i in tusschen waren de eerste vragen van den coroner van dien aard, dat iemand, die zich niel schuldig gevoelt, er zonder vrees <>p zou geanlwoord hebben. „Herinner u eens, Whatmore," begon San- derstead. „wat u zooeveb heeft verklaard. U zeide. dat u Tyson, wiens doodsoorzaak hier punt van onderzoek uitmaakt, niel had gezien op den ochtend, dat hij den dood vond Blijft u daarbij?" ,.Ja," antwoordde Whatmore. ,,Ik heb hem nooit gezien hem nooit voor oogen gehad" ..Waar was u dien morgen?" ,.Ik was uit gedurende het grootste deel van den ochtend. Buiten het kasteel? Maar het is, meende ik, u niet veroorloofd het kasteel te verla ten gedurende den tijd. dat u in functie is? Juist, dat had ik dus goed begrepen. Intu«- schen dilmaal was u loch weggegaanNiet waar? Nu, welke reden had u daarvoor? „Zaken," verklaarde Whatmore. Hij be gon wat op zijn verhaal te komen en zijn stem klonk vaster. „Particuliere zaken." „Van wat voor aard?" vroeg Sanderstead. „Ik moet op een afdoend antwoord aandrin gen. Maar ik zal mijn vraag anders stellen. Waarheen ging u?" Naar buiten de stad „ln welke richting?"/ „Door het dal... door AlansdaJe.' „Ik veronderstel, dat u iemand ging op zoeken. Welhu, wie was dat? Laat ik u op het hart drukken, die vraag te beantwoor den. Dat is in uw eigen belang, omdat degeen. wien uw bezoek gold. zou kunnen bewijzen dat u bij hem was op een oogen blik. dal voor u van het grootste gewicht kan zijn Wien gold dus uw bezoek?" Whatmore antwoordde niet dadelijk. Maar na de leuning van de getuigenbank, waarachter hij stond, krampachtig omvat en weer losgelaten le hebben, antwoordde hij: „Ik wilde majoor Watkinson en den beer Sheffield opzoeken." „Is u door hen ontvangen?" „Neen, zij waren beiden uit." „Maar u heeft toch zeker wel iemand in hun woningen aangetroffen. Wien sprak u bij majoor Watkinson?" „Zijn huisknecht Hij deelde mij mede, dat de majoor dien dag van huis was." ..Hoe laat kan het geweest zijn. loen u zich bij majoor Watkinson vervoegde?" „Half twaalf." „Wie ontving u bij den heer Sheffield?" „De huishoudster Zij zeicfè. dal de heer Sheffield een wandeling maakte. „En dat zou geweest zijn. ongeveer hoe laat?" „Tegen twaalf uur." „Wat heefl u daarna gedaan?" „Jk ben naar het kasteel teruggekeerd." „Recht door het dal?" „Ja, recht er door heen." „U volgde dus niet het pad, dat van de woning van den heer Sheffield over de heu vels loopt en keerde dus niet door het hosch terug?" „Neen. werkelijk niet Ik ben in eens door langs den oever gegaan." „Heeft u niemand ontmoet?" „Niet dat ik weet." De coroner nam de schopjesguinje van zijn lessenaar. „Bekijk dit eens goed, Whatmore." zeide hij. „Is dat van u? Laat hij het eens nauw keurig bekijken liet hij er op volgen, ter wijl hij de munt doorgaf. „Weet wel wat u zegt. Whatmore!" „Ja, het is van mij," erkende Whatmore „Het is een ding, dat de heer Detterling mjj indertijd heeft gegeven. Ik heb het gister- morgens ergens verloren." „Heeft u gehoord, waar de laatste getuige verklaard heeft het gevonden te hebben? Ter plaatse, waar de moord i9 begaan. Wel nu, ben je daar geweest?" „Neen.ook niet in de buurt ervan. In geen maanden ben ik in die bosschen ge weest. Ik volg, heen, zoowel als teruggaan de, altijd den oever der rivier." „Maar waarom ging je dan dien avond naar de bosschen, gewapend met een lan taarn. blijkbaar om naar de munt te zoe ken?" „Ik ging niet naar de bosschen 1 Hij die jonge mandie Stevenege vergist zich ten eenenmalel Hij kan mij niet naar de bosschen hebben zien gaan." „Dat heeft hij ook niet gezegd," viel de coroner hem in de rede. „Hij heeft enkel verklaard dat hij u langs de rivier zag loo pen in de richting van de bosschen, en dat hij u en uw lantaarn het laatst zag bij het punt, waar de weg een bocht maakt in de richting van de bosschen. Waar ging u dan heen?" ,Jk liep langs de rivier tot het hek van majoor Watkinson. Ik ben altijd het pad blijven volgen Eerst op den laten avond heb ik de munt gemist en daarom ging ik met de lantaarn er op uit." „Nu goed zei de coroner na een oogen- blik nadenkens. „Maar tot mijn spijt moet ik u nog een vraag doen, Whatmore. Wat was het doel van uw bezoek aan majoor Wat kinson en den heer Sheffield. (Wordt vervuigü).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 1