EEN PUDDING VOOR VADER CORRESPONDENTIE. er toch misschien een hond wa9, toen hij plotseling een raam hoorde opschuiven en den dief er haastig door zag vluchten. Hij kon nog juist een paar lange beenen onder scheiden, die over de vensterbank hingen, om in het volgend oogenblik te verdwijnen. Vlug liep hij naar nu het raam, kon ech- ler in de duisternis niets onderscheiden. Achter de struiken onder het raam meende hij een onderdrukt lachten te hooren, maar dat was natuurlijk verbeelding Welke dief zou er nu blijven wachten, tot ze hem pakten? En een ontsnappende dief had na tuurlijk wel wat anders te doen dan te lachen. Ontsteld stonden de beide jongens nu voor het open raam elkaar aan te kijken. „Doe 't gauw dicht, anders komt hij er misschien weer in!" riep Jaap uit. „Ja," zei Bernard, die 't op dit oogenblik roerend eens was met zijn broertje. „Een dief is toch altijd maar een dief en je kunt nooit weten." Juist wilden de jongens maar weer naar hoven gaan ze begonnen al te rillen van hun nachtelijk avontuur; van koude na tuurlijk, niet van angstl toen ze Vaders sleutel in de deur hoorden. Dat geknars klonk hun plotseling als muziek in de ooren. Ze waren toch wel heel blij, dat ze eindelijk niet meer alleen waren in een kamer, waar nog pas een dief was geweest. Vader en Moeder waren niet weinig ver baasd, de beide jongens beneden te vinden. Vader was zelfs op het punt heel boos te worden, maar begreep gelukkig nog juist bijtijds uit de onsamenhangende woorden dor jongens als: „dief inbreker uit 't raam gevlucht pistool Nero!" dat er toch iets bijzonders aan de hand was. Zoo kalm als dit onder de gegeven om standigheden mogelijk was liet hij de jon gens nu vertellen, wat er gebeurd was. „Maar ik heb hem met mijn pistool ge dreigd!" riep Bernard fier uit „Jongen!" klonk het verschrikt van Moeders lippen. „Je bedoelt zeker: met mijn pistool!" zei Vader „Maar je weet toch heel goed, dat ik jullie streng verboden heb aan mijn pistool te komen. Gelukkig was het niet geladen en is dus de dief voor een onge laden pistool op de vlucht gegaan, maar denk je er eens even in, wat er misschien gebeurd zou zijn, als „O, maar Vader, 't was uw pistool niet!" juichte Bernard nu. ,,'t Was het chocola pistool, dat ik verleden week op mijn ver jaardag gekregen heb en eiken avond vlak vóór mijn bed leg om net te doen, alsof het echt is. En een beetje echt was het toch eigenlijk wel. want de dief is er maar lekker voor gevlucht. ,Ook voor Ncról" zei Jaap, die vond, dat hij ook het zijne tot de vlucht van den dief had bijgedragen. ,Voor Nero?l Welke Nero?" vroeg Moeder, die van de ééne verbazing in de andere viel. „Ook geen echte Nero!" antwoordde Jaap lachend. „Ik gromde maar wat". „Jongens, jongens!" zei Vader, ,,'t Is ge lukkig nog-goed afgeloopen, maar jullie hadt toch wel eens een flink pak 9laag van den dief kunnen krijgen. Hij had je eigenlijk van alles kunnen doen. Heb je daar wel aan gedacht?" Neen, dat hadden ze niet. „In een boek gaat alles goed", zei Ber-. liard. „En bij ons ook!" viel Jaap hem bij. Tinge-linge-linge-linge-ling! „Hè, wie be'lde daar nu od eens zoo hard in den laten avond? „Zeker de inbreker, die nog wat vergelen heeft", zei Vader met een grapje, maar zijn gezicht 9tond toch ernstig. Vader liep naar de voordeur. Bernard en Jaap bleven maar in de kamer om Moeder gezelschap te houden. Aan één dief op een avond hadden ze voorloopig ook genoeg. Plotseling keken Moeder en de jongens verrast op. Lachte Vader zoo? En wie lachte nog meer? 't Leek Oom Nico well Maar waar kwam die nu op eens van daan? In het volgend oogenblik kwamen Vader *n Oom Nico hij was het werkelijkI toet vroolijke gezichten binnen, „Jongens, hier is jullie diefl" zei Vader lachend. Nu was het de beurt van Bernard en Jaap om verbaasd te kijken. „W was u de d dief, Oom?" vroeg Bernard eindelijk. uJa, jongen". „En b b bent u door h het raam gev vlucht?" vroeg Jaap. „Ja, jongen". „Maar wat kwam u hier eigenlijk doen?" vroeg het tweetal nu als uit één mond. „Wel, ik had den heelen avond zitten studeeren en wilde nog even een frisschen neus halen door een eindje om te loopen", legde Oom Nico uit. „Op eens begon het vreeselijk hard te' hagelen en daar ik geen paraplu bij me had, nergens schuilen kon en juist in de buurt was. zocht ik hier be schutting voor de nijdige hagelsteenen. Ik wist, dat Vader en Moeder uit waren en probeerde, of ik ook een raam kon opschui ven. Aan den voorkant ging dit niet, maar toen ik eens om het huis heen liep en de ramen van Vaders kamer probeerde, kwam ik al spoedig tot de ontdekking, dat ik er één kon opschuiven. Dat was een bof! Maar ik moet zeggen: heel gastvrij ontvangen werd ik niet. Jullie hebt me leelijk laten schrik ken". „Maar u ons ook, Oom!" zei Jaap. „En niet zuinig I" riep Bernard uit. „Ja", antwoordde Oom Nico. nadat hij de verklaring van het pistool en den hond had aangehoord, „ik begrijp heel best. dat ik wat goed te maken heb en daarom stel ik voor: jullie de volgende week, als je vacantie hebt, een dagje mee te nemen naar Amster dam, om een bezoek aan Artis te brengen. Is die" straf streng genoeg voor mij?" „Ja Oom, prachtig!Een mooie straf!" riepen de jongens uit. „U bent toch een leuke inbreker!" „En nu naar bed!" zei Moeder, ,,'t Is al bijna elf uur". Weldra lagen de jongens nu opnitliw onder de wol. Moeder dekte hen nog eens toe. Ze sliepen al half en waren weldra stevig in den dut. Ze droomden van dieren leeuwen en tijgers, van pistolen, olifanten en nijlpaarden, van grommende honden, grappige apen en witte muizen, maar waren den volgenden morgen toch héél blij. toen zij hoorden, dat het plan van Oom Nico: met hen naar Artis te gaan, ten minste geen droom geweest was. doch echt gebeuren zou, dus echter was dan het pistool en de grommende hond samen. Pudding te koop! Pudding te koop Van rijstemeel met appelstroopI Neen, hontï^jij mag er niet van etenl Neen, poes, ook jij wordt nu vergeten! In diep geheim wil 'k wel verklappen, Dat van dit snoep je niet kunt happen! Het rijstemeelis zand-geklodder De appelstroopis zwarte modder Ik speel, dat het een pudding is, Maar Vader, als 'k mij niet vergis, Wil hiervoor met een flinken zoen Een cent wel in mijn spaarpot doenJ HETTY BOREL, Deze week was het duidelijk merkbaar dat het vacantie is en er dus vele kinderen de stad uit zijn; velen ontbraken. Dat be grijp ik o zoo goed en niemand behoeft mij dan later te vragen of ik het toch niet kwa lijk wil nemen als er eens is overgeslagen. Hendrika Ouwerkerk wees maar blij dat je pols alteen verzwikt was, hij had ook kunnen breken als je achterover viel en je pols dubbel lag. Voel je er nu niets meer van. Jacobus Brouwer het is hier nu heel warm, als dat nu bij jou ook zoo is, zal je nu wel naar zee gaan, nu is het er goed weer voor Waar ga je naar toe, naar welke zeeplaats? waar logeert je zuster? Piet Stroebei nog wel gefeliciteerd met je verjaardag. Ja zeker nu mag je voortaan met de grooteren meedoen. Mientje en Nettie van Riessen ik heb jullie al eenige weken gemist, maar ik be greep best dat jullie niet opeens voor altijd zoudt ophouden zonder wij dat te vertellen, want we hebben elkaar al zóó dikwijls ge schreven dat we goede vrienden of neen vriendinnen waren geworden. Wies en Heiltje Vis ja als Heiltje nog niet veel af kan. dan moet ze zich maar niet te druk maken, alleen maar eens een dagje naar zee, dat zal prettig zijn voor jullie. Gelukkig dat Annie weer beter is. Janny van der Kamp gezellig dat je mij zoo'n langen brief schreef om mij Ie vertel len hoe of je al hebt genoten, eerst in A:n-i sterdam in Artis en daarna op de tentoon stelling in Rotterdam. Grappig nietwaar zoo'n miniatuurtreintje. Wat vond je nu pTeltiger zoo'n heelen dag in een diergaarde of een dagje op de Nenyto? Jan en Eempien Wassenaar wel Jan wat heb jij een goeden verjaardag gehad, je kreeg zeker die drie portemonnaies om al dat geld. dat je ook nog kreeg, in te bewa ren. Vindt je dat geen prachtige boottocht over de Kager- en Brasemermeren, die tocht maakte ik al meermalen en genoot er dan erg van, ik verlang er naar nog eens die boottocht te maken. Geniet je van je nieuwe voetbal. Nely Oostveen vriendelijk dank voor :e alleraardigste ansicht uit Apeldoorn, dat is natuurlijk een kijkje op Apeldoorn van uit een vliegmachine genomen. Dirkje Hopman ben je in Amsterdam ge weest? dat meen ik op te maken uit je ansicht aan de raadseltante. Je had er niet mijn naam bij gezel, alleen maar: De raadseltante van het Leidsch Dagblad. Kloosterzande Zeeland, en toch kreeg ik die dadelijk ze begrepen het hier ook al door de vele brieven die ik altijd uit Leiden krijg. Martha en Fran9 Schimmel wat een mooi vliegmachine op de briefkaart die jullie mij stuurde. Waar waren jullie toen je mij die kaart stuurde? in Amsterdam? dat meende ik te lezen op het poststempel. Maarten Kuivenhoven dat zou ik je niet kunnen vertellen of er in Den Haag ook van d;e buurtvereenigingen zijn zooals in Leiden, ik heb er in Den Haag nooit over hooren spreken. Tk hoop dat je veel plezier in Haarlem en Zandvoort hebt gehad. Willy de Neys dat was ook niet prettig hoor om net aan zee te zijn toen het zoo begon te hagelen, want zulke flinke hagel steenen kunnen pijn doen als je die op je hoofd of in je gezicht krijgt. Ben je op 2 Augustus naar de muziek gaan luisteren. Geertruida Kerkvliet jij was er dus ook bij, dien dag waar Willy over schreef, dat jullie aan zee waren toen het zoo begon te hagelen Zijn jullie heen en terug op de fiets naar Scheveningen geweest? Ik zal de anecdotes van jou en Willy later eens plaatsen. Zwaantje Nanning dat begrijp ik best dat je in Rhenen de kindercourant niet had, daar lezen ze weer eene andere courant. Veel plezier op je verjaardag, je mag dan voortaan met de grooteren meedoen. Bertha, Coba en Lucas Mulder ik heb als kind ook altijd duiven gehad, ook een lach- duif en die is 23 jaar geworden, is dat niet oud? Ik zag dadelijk dat jullie nieuw post papier hadden, met al die roosjes er boven. Jan Evers het was best hoor dat je er dit maal geen brief bij schreef, geniet maar van je vacantie. Leny Bril ie^'.e keer dat je mij goede

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 15