I 69,te Jaargang Tweede Blad No. 20982 LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 8 Augustus 1928 BINNENLAND. EEN ENGELSCH TRANINGSKAMP VOOR OFFICIEREN. In het kamp in Tidworthpark, Hampshire, brengen een aantal jongens van alle publieke scholen in Groot-BrittaniS jaarlijks eenigen tijd door om geïnstrueerd te worden door soldaten. Het morgentoilet. Bezoek aan de Amsterdamsche haven door vier Fransche torpedojagers. Aan steigers van de Holland-Amerika-lijn liggen thans gemeerd vier Fransche torpedojagers, de „Somme", de „Oise", de „Meuse" en de „Vauquois". RE KONINKLIJKE FAMILIE IN HET OLYMPISCH STARION. Gistermiddag brachten H. M- de Koningin (1), H. K. H. Prinsee Juliana (2) en Z. K. H. Prins Hendrik (3) een bezoek aan het Olympisch Stadion, waar zij de internationale turnde- monstraties bijwoonden. Re Koninklijke familie op de eere-tribune. Achter Prinses Juliana, staande, Burgemeester Re Vhigt (4); naast Prins Hendrik, de Voorzitter van het Ned. OL Comité, baron Schimmelpennino-k van der Oye (6). BELANGSTELLING VOOR DE OLYMPISCHE SPELEN. Gisteravond zijn in Amsterdam aangekomen eenige leden van het Zweedsche Koningshuis, teneinde het laatste deel der Olympische Spelen bij ta wonen. V. L n. r.Frins Karei, Prinses Ingeborg, Prinses Karei, Prinses Martha en geheel rechts Prins Eugenisu, gekiekt voor den ingang van het Amstelhotel, waar zjj tot 12 )Hfj;ustus verblijven. EEN 21 MAANDEN OUDE LUI- PAARDTEMSTER met haar lui paard op den terugweg van Enge land naar Amerika. Wij moeten er echter even bij zeggen, dat het beestje met stroo opgevuld is. WIJZIGING DER ARBEIDSWET. Bevoegdheid van ambtenaren. Verschenen is de Mem. v. Antwoord op het Voorl. Verslag over het wetsontwerp tot wijziging der Arbeidswet 1919. De minister van Arbeid, H. en N. herin nert allereerst aan de Memorie van Toelich ting .waarin is uiteengezet, waarom naar zijn meening een volledige regeling der dele gatie, voor zoover betreft de bevoegdheid van den minister en de ambtenaren der ar beidsinspectie om krachtens een algemee- nen maatregel van bestuur gebods- en ver bodsbepalingen te stellen, benevens van de aan hen toe te kennen dispensatiebevoegd heden, niet gemist kan worden. De minister kan niet inzien, dat een re geling der delegatie, als in dit ontwerp voor gesteld, in strijd zou zijn met het tweede lid van art. 55 der Grondwet. Nooit is in het openbaar een ernstige klacht geuit betreffende de wijze waarop de arbeidsinspectie van de haar toegekende macht om uitvoeringseischen te stellen, ge bruik maakte. De minister kan daarom niet inzien, waarom deze bevoegdheid, die sinds 1895 wettelijken grondslag vindt in de Vei ligheidswet, sinds 1905 in de Caissonwet, sinds 1911 in de Steenhouwerswet en sinds 1914 in de Stuwadoorswet, thans plotseling hij de Arbeidswet niet aan de districtshoof den zou mogen worden toegekend op grond van vrees voor groote rechtsonzekerheid en hel ontstaan eener amblenarenregeering. Ontkend kan echter niet worden dat het nit theoretisch oogpunt wel eenige beden king ontmoet, indien aan de districtshoof den de bevoegdheid wordt gegeven, eischen le stellen ten aanzien van niet bij de wet aangegeven, maar bij algemeenen maat- 'egel van bestuur aan te geven onderwer pen, zonder dat de algemeene maatregel levens normen stelt, waarvan die eischen de uitvoering zijn. 'n verband hiermede wordt bij Nola van Wijziging voorgesteld aan het slot van het eerste lid van het bij art. XXV van het Te^°ntwerp voorgestelde art. 98quater der Arbeidswet in plaats van „de toepassing Peervan in een bepaald geval". Ie lezen: nitvoering ia een bepaald geval van in den algemeenen maatregel vervatte voor schriften." Wordt in de toekomst het noodïg geacht de verwarming van winkels le kunnen vor deren, dan zal de algemeene maatregel van bestuur daarover een voorschrift van mate- rieelen inhoud moeten bevatten. Sommige leden meenen in het Voorl. Ver slag de oplossing van de vraag, hoe met handhaving van de noodzakelijke soepel heid ambtelijke willekeur bij de toepassing der Arbeidswet kan worden vermeden, le moeten zoeken in de instelling van een vaste commissie, waarin werkgevers en ar beiders zitting hebben en welke den minis ter adviseert, wanneer deze op een ingesteld beroep moet heslissen. Ook ditdenkbeeld acht de minister op grond van de eischen der practijk niet voor verwezenlijking vat baar. Als de bestaande regeling zoo slecht was en een betere regeling voor de hand lag, zoo in den ruim dertigjarige werking van dit stelsel de regeering wel een poging tot verbetering hebben gedaan. Dit is ech ter niet geschied en met reden. In nagenoeg alle gevallen van beveiliging en hygiène worden vragen gesteld die alleen door erva ren deskundigen te beantwoorden zijn. Commissies van werkgevers en arbeiders zullen daartoe als regel met in staat zijn. O.m.. is wijziging gebracht in de bepaling van art. 62, door het in dier voege te ver ruimen, dat aan den eisch van 17 vrije Zondagen per jaar niet behoeft te worden voldaan in de gevallen, bij algemeenen maatregel van bestuur bepaald. Het ligt geenszins in de bedoeling, koffiehuizen en hotels in het algemeen vrij te stellen van de verplichting om den in die inrichtingen werkzamen musici een zeker aantal vrije Zondagen te garandeeren, maar alleen om vrijstelling van de verplichting, om 17 vrije Zondagen te geven, mogelijk te maken voor die gevallen, waarin het vasthouden aan die verplichting op overgroote bezwaren zou stuiten. Een dienovereenkomstig gewijzigd wets ontwerp i» aan de Memorie toegevoegd. ARBEIDSBEMIDDELING. Naar het Corr. Bureau meldt, heeft een wetsontwerp tot regeling der arbeidsbemid deling het dep, van Arbeid, H. en N, ver. laten, - DE TOESTANDEN IN DE RIJKSKLINIEKEN TE UTRECHT. Verslag van de commissie van onderzoek. Bij beschikking van 14 Maart heelt de Minister van Onderwijs, K. en IV. ingesteld een commissie, aan welke werd opgedragen een onderzoek in te stellen naar klachten, door het lid van de Tweede Kamer der Sta- ten-Generaal mej. Groeneweg met betrek king tot de leiding van Heelkundige- en Vrouwenklinieken te Utrecht ter kennis van de regeering gebracht, met verzoek over hare bevindingen verslag uit te brengen.. In deze commissie hadden o.a. zitting de heeren A. Couvée en B. P. Krantz, uit Lei den. De commissie heeft de klachten nauw keurig onderzocht en eindigt haar verslag aldus: Uit dit verslag zal gebleken zijn, dat de Commissie de klachten, welke in de vra gen van mejuffrouw Groeneweg tot uiting worden gebracht, in het algemeen van niet zoo bedenkelijken aard acht. Hetzelfde is het geval met de grieven, opgesomd in het adres van het Hoofdbestuur van den Cen- tralen Nederlandschen Ambtenaarsbond aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 4 October 1927. Ten einde echter den schijn te vermijden, dat de Commissie van oordeel zou zijn, dat harerzijds hiermede deze aan gelegenheid als afgedaan mag worden be schouwd en dat de toestanden en verhoudin gen in de Rijksklinieken niets te wenschen overlaten, wenscht zij reeds thans aan den minister mede te deelen, dat zij eerder van het tegendeel overtuigd is. Het onderzoek naar de toestanden in de Rijksklinieken, aanvankelijk begonnen om in staat te zijn de gestelde vTagen te beantwoorden, heeft aan de Commissie duidelijk gemaakt, dat aan de geuite klachten en grieven, welke ieder op zich zelf schijnbaar van niet zoo veel beteekenis zijn, een veel ernstiger toe stand ten grondslag ligt. Nu aan de Commissie gebleken is, dat de klachten feitelijk het gevolg zijn van gebre ken of leemten in de leiding en de organi satie der klinieken, wil de Commissie gaarne gebruik maken van de haar bij Uwer Excel- lentie's schrijven van den 13den Februari 1928. no. 394 I, afdeeling Hooger Onderwijs, verleende bevoegdheid hierover nader ver slag uit te brengen. POLITIEKE PROPAGANDA. Het Tweede Kamerlid de heer Braat heett den minister van Binnenl. zaken en land bouw de volgende vragen gesteld: Ie het den minister bekend, dat door de socialisten, speciaal des Zondags, met de z.g. „roode auto" door de dorpen wordt rond gereden, en van af den wagen op openbare wegen en pleinen partijreclame-speeches worden afgestoken, hetwelk vaak hinderlijke volksopeenhoopingen en verstopping op de verkeerswegen veroorzaakt? Acht de minister het niet juist, dat de Zondag en de openbare wegen niet de dag en de plaats zijn om voor dergelijke doel einden te gebruiken? Is hij bereid te bevorderen: I. dat des Zondags geen politieke meetings gehouden kunnen worden? II. dat nimmer toestem ming verleend worde om politieke speeches te houden op openbare wegen en pleinen? EEN DREIGEND CONPLICT BIJ DEN BOUW TAN DE NIEUWE SLUIS TE IJMUIDEN. De Centrale Bond van transportarbeiders heeft aan de firma Den Breejen van den Bout, aanneemsler van den bouw van de nieuwe slui3 te IJmuiden, aan wie een her ziening van de loonen en arbeidsvoorwaar den is verzocht, een ultimatum gezonden, waarin antwoord vóór of op a.s. Vrijdag werd gevorderd. Is vóór of op dien datum geen bevrediging van de gestelde eischen verkregen, dan zal een vergadering van het personeel a.s. Zondag overwegen, voor dit bedrijf de staking te proclameeren. Er zijn meer dan 100 arbeiders bij betrokken. R.-K. STAATSPARTIJ. Ontwerp-Program. Naar wij in „De Tijd" lezen, heeft het Partijbestuur der R.-K. Staatspartij dezer dagen het ontwerp-program rondgezonden aan de besturen der R.-K. Rijkskringorga- nisaties. De volgende punten worden op den voor grond gesteld: I. 1. Handhaving en doorvoering der Ka tholiek-staatkundige beginselen in wetgeving en bestuur, vooral ten aanzien van: bet hooghouden van bet gezag i de verhouding tusschen gemeenschap en individu; het huwelijk en de ouderlijke macht; de bestrijding der openbare onzedelijkheid, 2. Herziening van het huwelijks-goederen recht. 3. Vasthouden aan het parlementair-con- stitunioneele stelsel. 4. De belemmering van de vrijheid van godsdienstuitoefening, neergelegd in art. 177 van de Wet op de staatsinrichting van Ne- derlandsch-Indiê, worde weggenomen. II. 1. Handhaving van de gelijkstelling van openbaar en hijzonder onderwijs, voor beide soorten van onderwijs met voorko ming en afsnijding van ongewenschte ver houdingen en ongemotiveerd hooge uitgaven. 2. Tegengaan van verdere verzwakking van de positie van het gymnasiaal onder wijs. 3. Toepassing van de gelijkstelling voor het voorbereidend en nijverheidsonderwijs. 4. Regeling van het cursus-onderwijs voor de rijpere jeugd. 5. Ten aanzien van de radio: vrije en zelf» standige ontwikkeling van de maatschappe lijke krachten; billijke verdeeling van den beschikbaren zendtijd volgens de in de be volking levende richtingen. ITI 1. Behoud van het financieele eren- wicht. 2. Belastingverlaging voor zoover daardoor algemeen nuttige uitgaven voor economi sche, sociale en cultureele doeleinden niet behoeven achterwege te blijven. 3. Meer rekening houden met kinderrijke gezinnen. 4. Invoering van belastingen op middelen van gemak en weelde. 5. Geleidelijke afschaffing van indirecte belastingen op eerste levensbehoeften. 6. Vermindering van de successiebelasting bij vererving in de rechte lijn en In de eerste graden van bloedverwantschap. 7. Meer doeltreffende organisatie van den Staatsdienst 8. Herziening van het bezoldigingsbesluit met name voorzoover daarin onbillijkheden of onjuistheden voorkomen. 9. Herziening der financieele verhouding tusschen Rijk en Gemeenten. 10. Herziening van de forensenbelasfing. IV. Krachtige roede werking met da plannen van des Volkenbond -» dia ntei M

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 5