69steJAARGANG DINSDAG 7 AUGUSTUS 1928 No. 20981 OFFICIEELE KENNISGEVING STADSNIEUWS. OLYMPISCHE SPELEN. Het voornaamste nieuws van heden. FEUILLETON. De verdwenen Noodmunten. LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. PRIJS DER ADVERTENTIEN: 30 Cts. per regel voor advertentisn uit Leiden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertentiën 35 Cts. per regel. Kleine Advertentiën uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht Voor eventueele opzending van brieven 10 Cis. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden 2.35, per week 0.18 Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.18 Franco per post 2.35 -f- portokosten. Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen EERSTE BLAD. gemeente-bekening. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis, dat de reke ning en verantwoording van de ontvangsten en uilgaven dezer gemeente over het jaar 1927, met al de daarbij behoorende beschei den, aan de Gemeenteraad is overgelegd, tegelijk voor een ieder, gedurende veertien dagen ter Secretarie dezer gemeente ter lezing is neergelegd, en in afschrift, tegen betaling der kosten, algemeen verkrijg baar zal worden gesteld. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN Burgemeester VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 7 Augustus 1928. FELLE BRAND IN DE KON. NEDERL. FABRIEK VAN KUNSTVUURWERKEN VAN DE FIRMA A. J. KAT. Hedenmorgen, circa hallnegen ontstond floor onbekende oorzaak een uitslaande brand in het magazijn van de Kon. Ned. Fabriek van Kunstvuurwerken van de firma 'A. J. Kat, alhier, staande in een weiland aan de Haarlemmertrekvaart, bij den spoor wegovergang, circa 20 minuien van de bebouwde kom der gemeente. Op het kantoor vernam men een feile ontploffing, gevolgd door knetterende ge^ luiden, die in de morgenstilte ook ver in den omtrek werden gehoord. In minder dan geen tijd stond niet alleen het magazijn, maar ook een der in hout opgetrokken loodsen, over een oppervlakte van 200 M. 2 in brand en knetterden de vlammen de hoogte in. De brandweer was zeer vlug ter plaatse. Nauwelijks 20 minuten na het brandalarm wierp de groote motorspuit, die aan de [Haarlemmertrekvaart was opgesteld, een stroom van water in de brandende massa. Er viel echter van magazijn en loods niets te redden. De op eenigen afstand staande kantoorgebouwen en de andere verspreid slaande loodsen zijn wel gespaard gebleven. De schade werd ons door den eigenaar opgegeven, als bedragende ong. f. 20.000. Juist met het oog op de feestelijkheid van 31 Augustus, alsmede van de 3 October- feeslen, waren groote partyen vuurwerken opgeslagen en voor een deel reeds gereed tct verzending, waarvan niets is overgeble ven dan wat halfverschroeide hulzen. Gebouwen en materiaal waren verzekerd, maar, volgens verklaringen van den heer Kat, heel laag, met het oog op de hooge verzekeringspremie, die moet worden betaald voor dit bedrijf. De firma deelde ons mede dat zoo spoe dig mogelijk de loods weder zal worden op gebouwd en dat maatregelen zullen worden getroffen dat alle bestellingen en orders cp tijd zullen kunnen worden uitgevoerd en nieuwe orders in ontvangst genomen. Deze brand is de derde gedurende een tijdvak van ruim twee jaar, wel een bewijs hoe riskant dit bedrijf is, ten spijt de bij zondere veiligheidsmaatregelen, die er steeds worden getroffen. Gelukkig hadden ditmaal geen persoon lijke ongelukken plaats, doordat het perso neel nog niet aan het werk was en de eigenaar met den boekhouder juist uit waren gegaan. Voor zij echter in den trein slapten bereikte hun op het slation nog de mare van den brand en zagen zij de vlammen omhoog gaan. waarna zij zich weer zoo spoedig mogelijk naar de plaats des onheils begaven. De burgemeester mr. Van de Sande Bak- huyzen was ook onmiddellijk na hel uit breken van den brand tegenwoordig als mede de commissaris van politie, de heer Meyer. Hoewel een eind van de stad was er ook veel publiek samengestroomd. Dank zij de getroffen politie-maatregelen verliep alles in volmaakte orde. De blussching van het vuur stond onder leiding van den commandant, den heer P. J. Verhoog, die juist op het punt stond met vacantie te gaan, toen hem het bericht van den brand bereikte. Hij heeft toen zijn ver trek begrijpelijkerwijs eenige uren uitge steld. 25-JARIGE AMBTSVERVULLING VAN DEN HEER J. A. C. A. ERKELENS. Heden herdenkt de heer J. A. G. A. Erke- lens, inspecteur le kl. aan de Stedelijke Lichtfabrieken alhier, het feit, dat hij ge durende 25 jaren aan genoemde bedrijven werkzaam is. Oorspronkelijk bij de administratie in dienst getreden, werd de heer Erkelens met ingang van 15 November 1912 als opvolger van wijlen den heer Franse, belast met de zorg voor de'straatverlichting, welke functie hij, sedert 1 Juli 1918 in den rang van in specteur le kl., thans nog bekleedt naast het verrichten van enkele andere speciale diensten, waartoe hij in den loop der jaren werd geroepen. Ten einde te zorgen, dat deze dag niet onopgemerkt voorbij zou gaan, had zich uit de verschillende groepen van technische en administratieve ambtenaren een comité ge vormd. De plannen van dit Comité bleken bij de ambtenaren alsook bij het straatverlich- tingspersoneel in goede aarde te vallen, zoo dat men thans irt de gelegenheid was den jubilaris op waardige wijze te huldigen. Des morgens om 11 uur van zijn woning afgehaald, werd de jubilaris met zijn huis- genooten in een der lokalen van het admi nistratiegebouw ontvangen, alwaar het per soneel zich inmiddels verzameld had. Bij afwezigheid van den directeur richtte de adjunct-directeur, de heer Ir. P. Fehmers het woord tot den jubilaris. Nadat hij dezen en diens familie verwel komd had en daarbij tevens gelegenheid had gevonden de verdiensten van den heer Erkelens als nauwgezet ambteneaar in het licht te stellen, wenschte hij hem, zoowel uit naam van de directie als van hei perso neel, van harte geluk met het voorrecht, dat hem op dezen dag te beurt valt, daarbij de hoop uitsprekende, dat de fabrieken nog vele jaren van zijn diensten zullen kunnen profiteeren. Na deze felicitatie restte den heer Fehmers nog de aangename taak om den jubilaris namens de gezamenlijke ambtena ren en het straatverlichtingspersoneel een stoffelijk blijk van herinnering aan te bie-» den, bestaande in een prachtigen haard, waarbij nog een haardstel en vulemmer,\ vergezeld van een keurig uitgevoerd al- bum bevattende de handteekeningen van de deelnemers aan het geschenk en verlucht met enkele toepasselijke foto's. Hierna kregen de aanwezigen de gelegen heid den heer Erkelens en diens familie te complimenteeren, waarbij nog menig „bon mot" werd geplaatst. De jubilaris, daarna het woord verkrij gende, dankte de aanwezigen voor de on dervonden bewijzen van hartelijke sympa thie, waardoor hij steeds met zeer veel genoegen op dezen feestdag zou terugzien. De korte plechtigheid was hiermede ten einde. Dc jubilaris bracht het verdere van den dag in huiselijken kring door en wij twijfelen niet, of van de 's middags gehou den receptie zal nog door menigeen, ook huilen de Lichtfabrieken staande, gebruik zijn gemaakt om den heer Erkelens van zijn belangstelling en sympathie te doen blijken. INSPECTEUR VOLKSGEZONDHEID. Bij Kon. besluit is tijdelijk benoemd tot inspecteur van de Volksgezondheid bij den dienst, welke in het bijzonder is belast met de handhaving van de wettelijke bepalingen op de uitoefening van de artsenijbereidkunst en van de Warenwet, en met de zaken, ra kende de hygiëne van malen, bodem en lucht. dr. E. Hollman, aan wien als ambts gebied de keuringsgebieden Alkmaar, Haar lem en Leiden en als standplaats de ge meente Amsterdam is aangewezen. GEMEENTELIJKE DIENST VOOR SOCIALE ZAKEN. nan het- uitvoerig verslag ontleenen wy het volgende: Arbeidsbemiddeling. De toestand der arbeidsmarkt was in het eerste halfjaar van 1927 belangrijk gunsti ger dan in het overeenkomstige tijdperk va., voorgaande jaren. In het tweede halfjaar van 1927 daarentegen nam de werkloosheid weaer aanmerkelijk toe, hetgeen voornamelijk te wijten was aan de mindere werkgelegen heid in de bouwvakken. Het aantal inge schreven werkzoekende bouwvakarbeiders be droeg in het tweede halfjaar van 1927 bijna geregeld pl.m. 35 pel. van het totale aantal ingeschrevenen. De transportarbeiders volgden hen op den voet met 25 pet. Onder metaalbewerkers was de werkloos- j höia minder groot; aan geschoolde arbeiders viel zelfs een groot tekort te constateeren. In de textielnijverheid was de werkgele- legenheid eveneens gunstig te noemen, daar zoo goed als geen werklooze textielarbeiders ingeschreven hebben gestaan. De werkloosheid onder de sigarenmakers, fabrieksarbeiders en typografen was onge veer gelijk aan voorgaande jaren. De bemiddelingscrjfers gingen ook in 1927 weder in belangrijke mate vooruit, zoowel voor de mannen als voor de vrouwen. In vergelijking met 1924, het jaar, waarin de gecentraliseerde dienst werd ingesteld, is het aantal plaatsingen met ruim 100 pet. vooruitgegaan. Meer en meer wordt de ar beidsbemiddeling gewaardeerd, hetgeen voor namelijk te constateeren valt uit het feit, aat steeds meerdere werkgevers hun per soneel via den Dienst betrekken en dat de Dagprogramma. VOOR WOENSDAG 8 AUGUSTUS. Zwemmen: 10 uur voorm.12 uur 'smidd.: schoonspringen dames (series); 400 M. vrije slag heeren (halve beslissing); 100 M. rug, heeren (halve beslissing); wa terpolo; 2 uur nam.5 uur nam.: 200 M. schoolslag dames (halve beslissing); schoonspringen heeren (beslissing); 200 M. schoolslag heeren (beslissing) en waterpolo. Roeien: 9 uur voorm.1 uur nam.; 2 uur nam.6 uur nam. en 8 uur nam.11 uur nain. Gymnastiek: 9 uur voorm.12 uur 'smidd. en 2 uur nam.5 uur nam. Boksen: 9 uur voorm.:12 uur 'smidd., 2 uur nam.6 uur nam. en van 8 uur nam.11 uur nam. Schermen: 9 uur voorm.6 uur nam.: lan- denwedstrijd op sabel. Zeilen: 10 uur voorm.5 uur nam. Ruitersport (te Hilversum): 2 uur nam. 5 uur nam. werkgevers, die voorheen reeds van haar gebruik maakten, geregeld terugkomen. Het aantal aanbiedingen van werkzoeken den bedroeg 14.682 mannen en 1244 vrou wen. Onder deze getallen zyn 319 manne lijke en 213 vrouwelijke werkzoekenden be neden den leeftijd van 18 jaar. Het aantal aanvragen om mannelijke werk krachten steeg van 1800 in 1926 tot 2328 in 1927, dat der aanvragen om vrouwelijke werkkrachten van 647 in 1926 tot 1389 in 1927. De aanvragen gingen derhalve flink vooruit. Het gevolg hiervan was, dat de plaatsingen eveneens omhoog liepen. Be droeg het aantal plaatsingen van mannelijke werkkrachten in 1926 1386 en dat van de vrouwelijke werkkrachten 290, in 1927 waren deze cijfers resp. 1875 en 437, alzoo een totaal plaatsingscijfer van 2312. Do aanvragen gaven in 1927 een ver meerdering van 29 pet. voor de mannen en 115 pet. voor de vrouwen te zien; de plaat singen van de mannen gingen met 35 pek en van de vrouwen met 51 pet. vooruit. Werkzaamheden als Districts- Arbeidsbenrs. Het District Leiden onderging in 1927 geen verandering. De correspondentschappon in 21 gemeenten bleven gehajidhaafd. Het bemiddelingswerk der correspondent schappen geeft ook over 1927 een flinken vooruitgang te zien. Het aantal plaatsingen vermeerderde van 572 in 1926 tot 1032 in 1927, derhalve een vermeerdering van 80 pet. Door de correspond entschappen werden in Leiden 39 personen geplaatst, terwijl Leiden bij de correspondenten 19 personen plaatste. In andere districten werden door Leiden 15 personen te werk gesteld. In het district Leiden werden 35 personen geplaatst door andere diensten. Bemiddeling naar het bnitenland. Den 19en September 1927 werden 3 ongehuwde metselaars door bemiddeling van de Nederlandsche Arbeidsbeurs te Oberhau- S6ii te Rheine (Dl.) te werk gesteld. Twee BINNENLAND. Brand verwoestte een der fabrieksloodsen der vnnrwerkfabriek der firma Kat te Leiden (Stadsnieuws, le Blad). H. M. de Koningin te Amsterdam. Feest maal ten Hove. (Binnenland, 2e Blad). Het proces tegen den Staat inzake dg Zniderzeewerken. (Binnenland, 2e Blad). Dnitsche klachten over den ex-keizer. (Binnenland, 2e Blad). Vulkanische uitbarsting en vloedgolf op Flores in Ned. Oost-Indië. ('Laatste Berich ten, le Blad). De eerste Nederlandsche overwinning; Leene en Van Dijk winnen het Olympisch kampioenschap tahdemrace. (Sport, 3e Blad). Mej. Brann wint den tweeden prijs in het nummer 400 M. vrije slag. (Sport, 3e Blad). Geen enkele Nederlander in de finale van het degenschermen; majoor De Jong viel in zijn serie al af. (Sport, 3e Blad). (Men. zie vervolg Olympische Spelen 1ste Blad). BUITENLAND. De agenda der komende zitting van den Volkenbondsraad. (Buitenland, 2e Blad). Raditsj' toestand zeer verergerd. (Buiten land, 2e Blad). Noodweer in Duitschland en Zwitserland. (Buitenland, le Blad). Aardbeving in Mexico. (Buitenland, le Blad). Een Italiaansche duikboot is gezonken, (Tel., le Blad). van lien zyn na verloop van enkele dagen weder teruggekomen, omdat zij er bezwaar tegen hadden om 10 uur per dag te werken en omd&t geen vergoeding voor regen- en vorstverzuim werd betaald. Bovendien beviel hun het kosthuis niet en konden zy rich verder slecht aan de omstandigheden aan passen. De derde metselaar is aan het werk gebleven en schijnt thans nog in Duitschland to verblijven. In België werden twee timmerlieden ge plaatst, n.l. één te Brussel en één in Ant werpen, die beiden daar thans nog werkzaam zijn. Over het algemeen heerscht er weinig animo onder de Leidsche ingeschrevenen om in het buitenland te gaan werken. Werkloosheidsverzekering Gesubsidieerde kassen Daar in 1927 geen enkele afdeeling van bestaande werkloozenkassen werd opgehe ven, waren derhalve aan het einde van het jaar 61 gesubsidieerde werkloozenkassen met een totaal aan leden van 5028 te Lei-» den gevestigd. Aan het einde van 1926 be droeg het aantal kassen 57 met totaal 4864 leden. Het aantal kassen vermeerderde met Door J. S. FLETCHER. Geautoriseerde vertaling uil 't Engelschdoor Mr. G. KELLER. 15) Alleen de bovenramen van de schil derachtige oude huizen waren verlicht: vi de inwoners van Alanschester gingen naar bed. Doch Stevenege had nog volstrekt geen slaap en in plaats van naar zijn hotel over te steken, richtte hij zijn schreden naar de oude brug. Het was dien avond bijna volle maan en de hemel was onbewolkt en Stevenege bleef een tijdje over de leuning van de brug leunen, keek, hoe het maanlicht weerspiegeld werd door de rivier, die zich kabbelend een weg zocht tusschen de stee- nen en rotsen van haar ondiepe bedding. Er heerschte alom de diepste stilte, slechts be geleid door het rui9chen van het water. Plotseling werd de stilte verbroken. Langs de nauwe steile straat, die van het Markt plein naar de rivier afliep, kwam iemand aangestapt; toen Stevenege bij het hooren van voetstappen zich omkeerde, zag hij de gestalte zich afteekenen legen de witte mu ien der huisjes. Instinctmatig liep hij snel verder en verschool zich achter een hulst bosch je aan het einde van de brug. Terwijl hij zich daar schuil hield, passeerde hem op ®og geen el afstand een haastig voortschrij dend persoon. Het maanlicht scheen dezen vlak in het gelaat en hij herkende. Whatmorel Er was op een paar el afstands van de brug een opening in de kademuur. What- more ging er doorheen en liep naar den kant van de rivier. Stevenege verliet zijn schuilhoek en bleef hem aan het einde der brugleuning nakijken. Whatmore liep aan vankelijk vrij vlug voort, maar op ongeveer honderd el afstands bleef hij staan. Steve nage, die zijn gestalte nog zeer goed kon onderscheiden, zag toen plotseling een hel der licht, dat naar den grond was gericht. Hij begreep onmiddellijk wat de man deed en waarom hij daarheen was gegaan, toen Alanschester zich ter ruste had begeven; hij had een goed lichtende electrische lantaarn meegenomen en zocht nu langzaam het pad langs de rivier af ongetwijfeld speurende naar de door hem verloren 9chopjesguinje. Stevenege volgde dat lichtschijnsel op eenigen afstand. Het verdween tenslotte bij de plek. waar Barbara Lansdale hem des ochtends had zien schilderen. Daar begon juist het boschpad, waarlangs zij hem naar een schilderachtig plekje had willen bren gen, toen zij plotseling het lijk van den vermoorde hadden ontdekt. Het was hetzelfde pad, waarlangs Oswald Cleverley hem had medegenomen naar de plaats, waar de schopjesguinje lag. Nu be gon Stevenege te gevoelen, dat de ontdek king daarvan een zaak van het grootste gewicht was geweest. En het was niet noo- dig lang naar het verband der feiten te zoe ken om tot de slotsom te komen, dat What more, na tot de ontdekking te zijn gekomen, dat hij het versiersel van zijn horlogeket ting had verloren, naar was gaan zoe ken en nu op weg was naar de plek, waar hij blijkbaar den man had vermoord en be roofd, die nu in 't stedelijk lijkenhuisje lag. Een oogenblik dacht Stevenege er aan Whatmore te volgen. Doch bij nader inzien achtte hij het verstandiger naar de stad te rug te keeren. Hij begreep, dat het doodstil in het bosch was, zoodat het onmogelijk zou zijn den man te volgen zonder dat deze het bemerkte. Er behoefde maar een tak te kra ken om zijn aanwezigheid te verraden. Hij stelde zich dus tevreden met wat hij had gezien en ging naar zijn hotel terug, waar hij zijn bed opzocht. .Naar zijn overtuiging lagen de bewijzen voor Whalmore's schuld voor het grijpen en hij besloot zijn onder zoek in die richting voort te zetten Den volgenden ochtend was hij reeds vroeg bij Detterling en na dezen te hebben medegedeeld, wat hij den vorigfm avond toe vallig had waargenomen, verzocht hij den inspecteur met hem het kasteel om te loo- pen. Al spoedig constateerde hij dat What more lerecht aan Ollard en hem had mede gedeeld. dat men langs meer dAn een kant het oude kasteel kon binnenkomen. Het kasteel stond op een uitgestrekte heuvel vlakte aan het uiteinde van hel stadje, vlak achter het Marktplein. De portiers woning, waardoor de bezoekers veelal bin nenkwamen, was feitelijk een vertrek van den massieven toren, waaraan zich een hooge muur aansloot, welke oorspronkelijk do geheele sterkte omgaf. Maar aan één kanf' die, welke het dichtst bij de rivier kwam en vanwaar men daarover een uit zicht had lag die muur goeddeels in puin. Op één punt in het bijzonder kon iemand, die wat lenig uitgevallen was, er gemakkelijk overheen klimmen, aldus bin nenkomen en toegang erlangen tot het mu seum en zijn rijkdommen, daarbij zich ver schuilend achter de boomen en het struik gewas op het binnenplein, dat tot plantsoen was ingericht. Stevenege meende te kunnen aannemen, dat op die wijze de vermoorde het kasteel was binnengegaan en weer ver trokken, gebruik makende van een opening van eenigen omvang in den buitenmuur. Het was nu echter de vraag, of What more om een of andere reden den man, die de kostbare zeldzaamheid had gestolen, was gevolgd en hem had vermoord en be roofd. Leverden de aanwijzingen, welke zij reeds hadden, de verdachte tocht van den vorigen avond, voldoenden grond om What more ter verantwoording le roepen? Detterling beantwoordde die vraag be vestigend, maar Stevenege gaf de voorkeur aan een afwachtende houding. ,,ïk zou liever eerst weten, wat het be zoek van juffrouw Skeel oplevert," zeide hij. „Dat levert allicht wat op, want ik ben er van overtuigd, dat het geheim van het bod van dien Amerikaan te Londen is uitgelekt. Laten wij wachten tot wij weten, wat zij aan Bransdale verklaart. Maar iets anders is alles reeds geregeld omtrent de gerechtelijke lijkschouwing?" „Morgenochtend om tien uur zal deze plaats hebben „Tot zoolang zou ik ook willen wachten," ging Stevenege voort. „U heeft waarschijn lijk den coroner reeds gewaarschuwd, dat u reeds voldoende aanwijzingen bijeen heeft om het gerechtelijk onderzoek een eind op streek te brengen? Nu, wij komen na tuurlijk met de schopjesguinje voor den dag. Dat zal tengevolge hebben, dat What more als getuige zal gehoord worden. Dan Coroner lijkschouwer. kan men hem het vuur na aan de schenen leggen en hooren wij misschien een be kentenis; in ieder geval zal hij het een en. ander te verklaren hebben. Maar laten we eersl hooren, wat die juffrouw uit Londen heeft te vertellen." „Gelooft u werkelijk, dat u van dien kant iets zal vernemen?" „Ik vertrouw van wel," antwoordde Ste venege glimlachend, „of liever: ik ben er zeker vanl" En met die stellige zekerheid gewapend begaf hij zich later op den dag naar het aparlement, dat Bransdale in het hotel had genomen en trof er den Amerikaan aan in. gezelschap van den burgemeester, die, vond hij, met groote nieuwsgierigheid de komen de dingen zat af te wachten. „Kom ik te vroeg?" vroeg Stevenege. „Is de dame nog niet aangekomen?" „Volstrekt niet, u is welkom!" zei Brans dale. „Juffrouw Skeel* is precies op tijd gekomen en is op het oogenblik bezig de wanorde in haar toilet, door de reis ver oorzaakt. te herstellen en zich met een kop thee te versterken. Zij komt zoo dadelijk hier. Ik heb haar van het station afgehaald en geleidde haar hierheen. Maar behalve dat ik haar naar hier had laten komen om haar over een zeer belangrijke zaak te raadplegen, heb ik niets losgelaten over de ware aanleiding, waarom ik haar heb ontboden. Ik wilde de vraag, waarom het gaat, haar voorleggen in het bijzijn van de beide heeren." (Wordt wveivolgd)\

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 1