69steJAARGANG
DINSDAG 7 AUGUSTUS 1928
No. 20981
OFFICIEELE KENNISGEVING
STADSNIEUWS.
OLYMPISCHE SPELEN.
Het voornaamste nieuws
van heden.
FEUILLETON.
De verdwenen Noodmunten.
LEIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
30 Cts. per regel voor advertentisn uit Leiden en plaatsen waar
agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere
advertentiën 35 Cts. per regel. Kleine Advertentiën uitsluitend
bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bij een
maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht Voor eventueele opzending van brieven
10 Cis. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden 2.35, per week 0.18
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.18
Franco per post 2.35 -f- portokosten.
Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen
EERSTE BLAD.
gemeente-bekening.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis, dat de reke
ning en verantwoording van de ontvangsten
en uilgaven dezer gemeente over het jaar
1927, met al de daarbij behoorende beschei
den, aan de Gemeenteraad is overgelegd,
tegelijk voor een ieder, gedurende veertien
dagen ter Secretarie dezer gemeente ter
lezing is neergelegd, en in afschrift, tegen
betaling der kosten, algemeen verkrijg
baar zal worden gesteld.
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN
Burgemeester
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 7 Augustus 1928.
FELLE BRAND IN DE KON. NEDERL.
FABRIEK VAN KUNSTVUURWERKEN
VAN DE FIRMA A. J. KAT.
Hedenmorgen, circa hallnegen ontstond
floor onbekende oorzaak een uitslaande
brand in het magazijn van de Kon. Ned.
Fabriek van Kunstvuurwerken van de firma
'A. J. Kat, alhier, staande in een weiland
aan de Haarlemmertrekvaart, bij den spoor
wegovergang, circa 20 minuien van de
bebouwde kom der gemeente.
Op het kantoor vernam men een feile
ontploffing, gevolgd door knetterende ge^
luiden, die in de morgenstilte ook ver in
den omtrek werden gehoord. In minder dan
geen tijd stond niet alleen het magazijn,
maar ook een der in hout opgetrokken
loodsen, over een oppervlakte van 200 M. 2
in brand en knetterden de vlammen de hoogte
in. De brandweer was zeer vlug ter plaatse.
Nauwelijks 20 minuten na het brandalarm
wierp de groote motorspuit, die aan de
[Haarlemmertrekvaart was opgesteld, een
stroom van water in de brandende massa.
Er viel echter van magazijn en loods niets
te redden. De op eenigen afstand staande
kantoorgebouwen en de andere verspreid
slaande loodsen zijn wel gespaard gebleven.
De schade werd ons door den eigenaar
opgegeven, als bedragende ong. f. 20.000.
Juist met het oog op de feestelijkheid van
31 Augustus, alsmede van de 3 October-
feeslen, waren groote partyen vuurwerken
opgeslagen en voor een deel reeds gereed
tct verzending, waarvan niets is overgeble
ven dan wat halfverschroeide hulzen.
Gebouwen en materiaal waren verzekerd,
maar, volgens verklaringen van den heer
Kat, heel laag, met het oog op de hooge
verzekeringspremie, die moet worden betaald
voor dit bedrijf.
De firma deelde ons mede dat zoo spoe
dig mogelijk de loods weder zal worden op
gebouwd en dat maatregelen zullen worden
getroffen dat alle bestellingen en orders cp
tijd zullen kunnen worden uitgevoerd en
nieuwe orders in ontvangst genomen.
Deze brand is de derde gedurende een
tijdvak van ruim twee jaar, wel een bewijs
hoe riskant dit bedrijf is, ten spijt de bij
zondere veiligheidsmaatregelen, die er steeds
worden getroffen.
Gelukkig hadden ditmaal geen persoon
lijke ongelukken plaats, doordat het perso
neel nog niet aan het werk was en de
eigenaar met den boekhouder juist uit waren
gegaan. Voor zij echter in den trein slapten
bereikte hun op het slation nog de mare
van den brand en zagen zij de vlammen
omhoog gaan. waarna zij zich weer zoo
spoedig mogelijk naar de plaats des onheils
begaven.
De burgemeester mr. Van de Sande Bak-
huyzen was ook onmiddellijk na hel uit
breken van den brand tegenwoordig als
mede de commissaris van politie, de heer
Meyer.
Hoewel een eind van de stad was er ook
veel publiek samengestroomd.
Dank zij de getroffen politie-maatregelen
verliep alles in volmaakte orde.
De blussching van het vuur stond onder
leiding van den commandant, den heer P.
J. Verhoog, die juist op het punt stond met
vacantie te gaan, toen hem het bericht van
den brand bereikte. Hij heeft toen zijn ver
trek begrijpelijkerwijs eenige uren uitge
steld.
25-JARIGE AMBTSVERVULLING VAN DEN
HEER J. A. C. A. ERKELENS.
Heden herdenkt de heer J. A. G. A. Erke-
lens, inspecteur le kl. aan de Stedelijke
Lichtfabrieken alhier, het feit, dat hij ge
durende 25 jaren aan genoemde bedrijven
werkzaam is.
Oorspronkelijk bij de administratie in
dienst getreden, werd de heer Erkelens met
ingang van 15 November 1912 als opvolger
van wijlen den heer Franse, belast met de
zorg voor de'straatverlichting, welke functie
hij, sedert 1 Juli 1918 in den rang van in
specteur le kl., thans nog bekleedt naast
het verrichten van enkele andere speciale
diensten, waartoe hij in den loop der jaren
werd geroepen.
Ten einde te zorgen, dat deze dag niet
onopgemerkt voorbij zou gaan, had zich uit
de verschillende groepen van technische en
administratieve ambtenaren een comité ge
vormd.
De plannen van dit Comité bleken bij de
ambtenaren alsook bij het straatverlich-
tingspersoneel in goede aarde te vallen, zoo
dat men thans irt de gelegenheid was den
jubilaris op waardige wijze te huldigen.
Des morgens om 11 uur van zijn woning
afgehaald, werd de jubilaris met zijn huis-
genooten in een der lokalen van het admi
nistratiegebouw ontvangen, alwaar het per
soneel zich inmiddels verzameld had.
Bij afwezigheid van den directeur richtte
de adjunct-directeur, de heer Ir. P. Fehmers
het woord tot den jubilaris.
Nadat hij dezen en diens familie verwel
komd had en daarbij tevens gelegenheid
had gevonden de verdiensten van den heer
Erkelens als nauwgezet ambteneaar in het
licht te stellen, wenschte hij hem, zoowel
uit naam van de directie als van hei perso
neel, van harte geluk met het voorrecht, dat
hem op dezen dag te beurt valt, daarbij de
hoop uitsprekende, dat de fabrieken nog
vele jaren van zijn diensten zullen kunnen
profiteeren.
Na deze felicitatie restte den heer
Fehmers nog de aangename taak om den
jubilaris namens de gezamenlijke ambtena
ren en het straatverlichtingspersoneel een
stoffelijk blijk van herinnering aan te bie-»
den, bestaande in een prachtigen haard,
waarbij nog een haardstel en vulemmer,\
vergezeld van een keurig uitgevoerd al-
bum bevattende de handteekeningen van de
deelnemers aan het geschenk en verlucht
met enkele toepasselijke foto's.
Hierna kregen de aanwezigen de gelegen
heid den heer Erkelens en diens familie te
complimenteeren, waarbij nog menig „bon
mot" werd geplaatst.
De jubilaris, daarna het woord verkrij
gende, dankte de aanwezigen voor de on
dervonden bewijzen van hartelijke sympa
thie, waardoor hij steeds met zeer veel
genoegen op dezen feestdag zou terugzien.
De korte plechtigheid was hiermede ten
einde. Dc jubilaris bracht het verdere van
den dag in huiselijken kring door en wij
twijfelen niet, of van de 's middags gehou
den receptie zal nog door menigeen, ook
huilen de Lichtfabrieken staande, gebruik
zijn gemaakt om den heer Erkelens van
zijn belangstelling en sympathie te doen
blijken.
INSPECTEUR VOLKSGEZONDHEID.
Bij Kon. besluit is tijdelijk benoemd tot
inspecteur van de Volksgezondheid bij den
dienst, welke in het bijzonder is belast met
de handhaving van de wettelijke bepalingen
op de uitoefening van de artsenijbereidkunst
en van de Warenwet, en met de zaken, ra
kende de hygiëne van malen, bodem en
lucht. dr. E. Hollman, aan wien als ambts
gebied de keuringsgebieden Alkmaar, Haar
lem en Leiden en als standplaats de ge
meente Amsterdam is aangewezen.
GEMEENTELIJKE DIENST VOOR
SOCIALE ZAKEN.
nan het- uitvoerig verslag ontleenen wy
het volgende:
Arbeidsbemiddeling.
De toestand der arbeidsmarkt was in het
eerste halfjaar van 1927 belangrijk gunsti
ger dan in het overeenkomstige tijdperk va.,
voorgaande jaren. In het tweede halfjaar
van 1927 daarentegen nam de werkloosheid
weaer aanmerkelijk toe, hetgeen voornamelijk
te wijten was aan de mindere werkgelegen
heid in de bouwvakken. Het aantal inge
schreven werkzoekende bouwvakarbeiders be
droeg in het tweede halfjaar van 1927
bijna geregeld pl.m. 35 pel. van het totale
aantal ingeschrevenen. De transportarbeiders
volgden hen op den voet met 25 pet.
Onder metaalbewerkers was de werkloos- j
höia minder groot; aan geschoolde arbeiders
viel zelfs een groot tekort te constateeren.
In de textielnijverheid was de werkgele-
legenheid eveneens gunstig te noemen, daar
zoo goed als geen werklooze textielarbeiders
ingeschreven hebben gestaan.
De werkloosheid onder de sigarenmakers,
fabrieksarbeiders en typografen was onge
veer gelijk aan voorgaande jaren.
De bemiddelingscrjfers gingen ook in
1927 weder in belangrijke mate vooruit,
zoowel voor de mannen als voor de vrouwen.
In vergelijking met 1924, het jaar, waarin
de gecentraliseerde dienst werd ingesteld,
is het aantal plaatsingen met ruim 100 pet.
vooruitgegaan. Meer en meer wordt de ar
beidsbemiddeling gewaardeerd, hetgeen voor
namelijk te constateeren valt uit het feit,
aat steeds meerdere werkgevers hun per
soneel via den Dienst betrekken en dat de
Dagprogramma.
VOOR WOENSDAG 8 AUGUSTUS.
Zwemmen: 10 uur voorm.12 uur 'smidd.:
schoonspringen dames (series); 400 M.
vrije slag heeren (halve beslissing); 100
M. rug, heeren (halve beslissing); wa
terpolo; 2 uur nam.5 uur nam.: 200
M. schoolslag dames (halve beslissing);
schoonspringen heeren (beslissing);
200 M. schoolslag heeren (beslissing)
en waterpolo.
Roeien: 9 uur voorm.1 uur nam.; 2 uur
nam.6 uur nam. en 8 uur nam.11
uur nain.
Gymnastiek: 9 uur voorm.12 uur 'smidd.
en 2 uur nam.5 uur nam.
Boksen: 9 uur voorm.:12 uur 'smidd., 2
uur nam.6 uur nam. en van 8 uur
nam.11 uur nam.
Schermen: 9 uur voorm.6 uur nam.: lan-
denwedstrijd op sabel.
Zeilen: 10 uur voorm.5 uur nam.
Ruitersport (te Hilversum): 2 uur nam.
5 uur nam.
werkgevers, die voorheen reeds van haar
gebruik maakten, geregeld terugkomen.
Het aantal aanbiedingen van werkzoeken
den bedroeg 14.682 mannen en 1244 vrou
wen. Onder deze getallen zyn 319 manne
lijke en 213 vrouwelijke werkzoekenden be
neden den leeftijd van 18 jaar.
Het aantal aanvragen om mannelijke werk
krachten steeg van 1800 in 1926 tot 2328
in 1927, dat der aanvragen om vrouwelijke
werkkrachten van 647 in 1926 tot 1389
in 1927. De aanvragen gingen derhalve
flink vooruit. Het gevolg hiervan was, dat
de plaatsingen eveneens omhoog liepen. Be
droeg het aantal plaatsingen van mannelijke
werkkrachten in 1926 1386 en dat van
de vrouwelijke werkkrachten 290, in 1927
waren deze cijfers resp. 1875 en 437, alzoo
een totaal plaatsingscijfer van 2312.
Do aanvragen gaven in 1927 een ver
meerdering van 29 pet. voor de mannen en
115 pet. voor de vrouwen te zien; de plaat
singen van de mannen gingen met 35 pek
en van de vrouwen met 51 pet. vooruit.
Werkzaamheden als Districts-
Arbeidsbenrs.
Het District Leiden onderging in 1927
geen verandering. De correspondentschappon
in 21 gemeenten bleven gehajidhaafd.
Het bemiddelingswerk der correspondent
schappen geeft ook over 1927 een flinken
vooruitgang te zien. Het aantal plaatsingen
vermeerderde van 572 in 1926 tot 1032
in 1927, derhalve een vermeerdering van
80 pet.
Door de correspond entschappen werden
in Leiden 39 personen geplaatst, terwijl
Leiden bij de correspondenten 19 personen
plaatste. In andere districten werden door
Leiden 15 personen te werk gesteld.
In het district Leiden werden 35 personen
geplaatst door andere diensten.
Bemiddeling naar het
bnitenland.
Den 19en September 1927 werden 3
ongehuwde metselaars door bemiddeling van
de Nederlandsche Arbeidsbeurs te Oberhau-
S6ii te Rheine (Dl.) te werk gesteld. Twee
BINNENLAND.
Brand verwoestte een der fabrieksloodsen
der vnnrwerkfabriek der firma Kat te Leiden
(Stadsnieuws, le Blad).
H. M. de Koningin te Amsterdam. Feest
maal ten Hove. (Binnenland, 2e Blad).
Het proces tegen den Staat inzake dg
Zniderzeewerken. (Binnenland, 2e Blad).
Dnitsche klachten over den ex-keizer.
(Binnenland, 2e Blad).
Vulkanische uitbarsting en vloedgolf op
Flores in Ned. Oost-Indië. ('Laatste Berich
ten, le Blad).
De eerste Nederlandsche overwinning;
Leene en Van Dijk winnen het Olympisch
kampioenschap tahdemrace. (Sport, 3e
Blad).
Mej. Brann wint den tweeden prijs in het
nummer 400 M. vrije slag. (Sport, 3e Blad).
Geen enkele Nederlander in de finale van
het degenschermen; majoor De Jong viel in
zijn serie al af. (Sport, 3e Blad).
(Men. zie vervolg Olympische Spelen 1ste
Blad).
BUITENLAND.
De agenda der komende zitting van den
Volkenbondsraad. (Buitenland, 2e Blad).
Raditsj' toestand zeer verergerd. (Buiten
land, 2e Blad).
Noodweer in Duitschland en Zwitserland.
(Buitenland, le Blad).
Aardbeving in Mexico. (Buitenland, le
Blad).
Een Italiaansche duikboot is gezonken,
(Tel., le Blad).
van lien zyn na verloop van enkele dagen
weder teruggekomen, omdat zij er bezwaar
tegen hadden om 10 uur per dag te werken
en omd&t geen vergoeding voor regen- en
vorstverzuim werd betaald. Bovendien beviel
hun het kosthuis niet en konden zy rich
verder slecht aan de omstandigheden aan
passen. De derde metselaar is aan het werk
gebleven en schijnt thans nog in Duitschland
to verblijven.
In België werden twee timmerlieden ge
plaatst, n.l. één te Brussel en één in Ant
werpen, die beiden daar thans nog werkzaam
zijn.
Over het algemeen heerscht er weinig
animo onder de Leidsche ingeschrevenen
om in het buitenland te gaan werken.
Werkloosheidsverzekering
Gesubsidieerde kassen
Daar in 1927 geen enkele afdeeling van
bestaande werkloozenkassen werd opgehe
ven, waren derhalve aan het einde van het
jaar 61 gesubsidieerde werkloozenkassen
met een totaal aan leden van 5028 te Lei-»
den gevestigd. Aan het einde van 1926 be
droeg het aantal kassen 57 met totaal 4864
leden. Het aantal kassen vermeerderde met
Door J. S. FLETCHER.
Geautoriseerde vertaling uil 't Engelschdoor
Mr. G. KELLER.
15)
Alleen de bovenramen van de schil
derachtige oude huizen waren verlicht:
vi de inwoners van Alanschester gingen naar
bed. Doch Stevenege had nog volstrekt
geen slaap en in plaats van naar zijn hotel
over te steken, richtte hij zijn schreden naar
de oude brug. Het was dien avond bijna
volle maan en de hemel was onbewolkt en
Stevenege bleef een tijdje over de leuning
van de brug leunen, keek, hoe het maanlicht
weerspiegeld werd door de rivier, die zich
kabbelend een weg zocht tusschen de stee-
nen en rotsen van haar ondiepe bedding. Er
heerschte alom de diepste stilte, slechts be
geleid door het rui9chen van het water.
Plotseling werd de stilte verbroken. Langs
de nauwe steile straat, die van het Markt
plein naar de rivier afliep, kwam iemand
aangestapt; toen Stevenege bij het hooren
van voetstappen zich omkeerde, zag hij de
gestalte zich afteekenen legen de witte mu
ien der huisjes. Instinctmatig liep hij snel
verder en verschool zich achter een hulst
bosch je aan het einde van de brug. Terwijl
hij zich daar schuil hield, passeerde hem op
®og geen el afstand een haastig voortschrij
dend persoon. Het maanlicht scheen dezen
vlak in het gelaat en hij herkende.
Whatmorel
Er was op een paar el afstands van de
brug een opening in de kademuur. What-
more ging er doorheen en liep naar den
kant van de rivier. Stevenege verliet zijn
schuilhoek en bleef hem aan het einde der
brugleuning nakijken. Whatmore liep aan
vankelijk vrij vlug voort, maar op ongeveer
honderd el afstands bleef hij staan. Steve
nage, die zijn gestalte nog zeer goed kon
onderscheiden, zag toen plotseling een hel
der licht, dat naar den grond was gericht.
Hij begreep onmiddellijk wat de man deed
en waarom hij daarheen was gegaan, toen
Alanschester zich ter ruste had begeven; hij
had een goed lichtende electrische lantaarn
meegenomen en zocht nu langzaam het pad
langs de rivier af ongetwijfeld speurende
naar de door hem verloren 9chopjesguinje.
Stevenege volgde dat lichtschijnsel op
eenigen afstand. Het verdween tenslotte bij
de plek. waar Barbara Lansdale hem des
ochtends had zien schilderen. Daar begon
juist het boschpad, waarlangs zij hem naar
een schilderachtig plekje had willen bren
gen, toen zij plotseling het lijk van den
vermoorde hadden ontdekt.
Het was hetzelfde pad, waarlangs Oswald
Cleverley hem had medegenomen naar de
plaats, waar de schopjesguinje lag. Nu be
gon Stevenege te gevoelen, dat de ontdek
king daarvan een zaak van het grootste
gewicht was geweest. En het was niet noo-
dig lang naar het verband der feiten te zoe
ken om tot de slotsom te komen, dat What
more, na tot de ontdekking te zijn gekomen,
dat hij het versiersel van zijn horlogeket
ting had verloren, naar was gaan zoe
ken en nu op weg was naar de plek, waar
hij blijkbaar den man had vermoord en be
roofd, die nu in 't stedelijk lijkenhuisje lag.
Een oogenblik dacht Stevenege er aan
Whatmore te volgen. Doch bij nader inzien
achtte hij het verstandiger naar de stad te
rug te keeren. Hij begreep, dat het doodstil
in het bosch was, zoodat het onmogelijk zou
zijn den man te volgen zonder dat deze het
bemerkte. Er behoefde maar een tak te kra
ken om zijn aanwezigheid te verraden. Hij
stelde zich dus tevreden met wat hij had
gezien en ging naar zijn hotel terug, waar
hij zijn bed opzocht. .Naar zijn overtuiging
lagen de bewijzen voor Whalmore's schuld
voor het grijpen en hij besloot zijn onder
zoek in die richting voort te zetten
Den volgenden ochtend was hij reeds
vroeg bij Detterling en na dezen te hebben
medegedeeld, wat hij den vorigfm avond toe
vallig had waargenomen, verzocht hij den
inspecteur met hem het kasteel om te loo-
pen. Al spoedig constateerde hij dat What
more lerecht aan Ollard en hem had mede
gedeeld. dat men langs meer dAn een kant
het oude kasteel kon binnenkomen. Het
kasteel stond op een uitgestrekte heuvel
vlakte aan het uiteinde van hel stadje,
vlak achter het Marktplein. De portiers
woning, waardoor de bezoekers veelal bin
nenkwamen, was feitelijk een vertrek van
den massieven toren, waaraan zich een
hooge muur aansloot, welke oorspronkelijk
do geheele sterkte omgaf. Maar aan één kanf'
die, welke het dichtst bij de rivier
kwam en vanwaar men daarover een uit
zicht had lag die muur goeddeels in
puin. Op één punt in het bijzonder kon
iemand, die wat lenig uitgevallen was, er
gemakkelijk overheen klimmen, aldus bin
nenkomen en toegang erlangen tot het mu
seum en zijn rijkdommen, daarbij zich ver
schuilend achter de boomen en het struik
gewas op het binnenplein, dat tot plantsoen
was ingericht. Stevenege meende te kunnen
aannemen, dat op die wijze de vermoorde
het kasteel was binnengegaan en weer ver
trokken, gebruik makende van een opening
van eenigen omvang in den buitenmuur.
Het was nu echter de vraag, of What
more om een of andere reden den man,
die de kostbare zeldzaamheid had gestolen,
was gevolgd en hem had vermoord en be
roofd. Leverden de aanwijzingen, welke zij
reeds hadden, de verdachte tocht van den
vorigen avond, voldoenden grond om What
more ter verantwoording le roepen?
Detterling beantwoordde die vraag be
vestigend, maar Stevenege gaf de voorkeur
aan een afwachtende houding.
,,ïk zou liever eerst weten, wat het be
zoek van juffrouw Skeel oplevert," zeide
hij. „Dat levert allicht wat op, want ik
ben er van overtuigd, dat het geheim van
het bod van dien Amerikaan te Londen is
uitgelekt. Laten wij wachten tot wij weten,
wat zij aan Bransdale verklaart. Maar iets
anders is alles reeds geregeld omtrent de
gerechtelijke lijkschouwing?"
„Morgenochtend om tien uur zal deze
plaats hebben
„Tot zoolang zou ik ook willen wachten,"
ging Stevenege voort. „U heeft waarschijn
lijk den coroner reeds gewaarschuwd,
dat u reeds voldoende aanwijzingen bijeen
heeft om het gerechtelijk onderzoek een eind
op streek te brengen? Nu, wij komen na
tuurlijk met de schopjesguinje voor den
dag. Dat zal tengevolge hebben, dat What
more als getuige zal gehoord worden. Dan
Coroner lijkschouwer.
kan men hem het vuur na aan de schenen
leggen en hooren wij misschien een be
kentenis; in ieder geval zal hij het een en.
ander te verklaren hebben. Maar laten we
eersl hooren, wat die juffrouw uit Londen
heeft te vertellen."
„Gelooft u werkelijk, dat u van dien kant
iets zal vernemen?"
„Ik vertrouw van wel," antwoordde Ste
venege glimlachend, „of liever: ik ben er
zeker vanl"
En met die stellige zekerheid gewapend
begaf hij zich later op den dag naar het
aparlement, dat Bransdale in het hotel had
genomen en trof er den Amerikaan aan in.
gezelschap van den burgemeester, die, vond
hij, met groote nieuwsgierigheid de komen
de dingen zat af te wachten.
„Kom ik te vroeg?" vroeg Stevenege. „Is
de dame nog niet aangekomen?"
„Volstrekt niet, u is welkom!" zei Brans
dale. „Juffrouw Skeel* is precies op tijd
gekomen en is op het oogenblik bezig de
wanorde in haar toilet, door de reis ver
oorzaakt. te herstellen en zich met een kop
thee te versterken. Zij komt zoo dadelijk
hier. Ik heb haar van het station afgehaald
en geleidde haar hierheen. Maar behalve
dat ik haar naar hier had laten komen om
haar over een zeer belangrijke zaak te
raadplegen, heb ik niets losgelaten over
de ware aanleiding, waarom ik haar heb
ontboden. Ik wilde de vraag, waarom het
gaat, haar voorleggen in het bijzijn van
de beide heeren."
(Wordt wveivolgd)\