jaargang vrijdag 3 augustus 1928 No. 20978 OFFICIEELE KENNISGEVING STADSNIEUWS. MUZIEK. olympische spelen. BUITENLAND. kt voornaamste nieuws van heden. FEUILLETON. De verdwenen Noodmunten. LEIDSCH DAGBLAD OAQBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. PRIJS DER ADVERTENTIEN 30 Cta. per regel voor adverlentien uit Leiden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertentiên 35 Cta per regel. Kleine Adverlentien uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cis. bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht Voor eventueele opzending van brieven 10 Cta porto le betalen. Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden f 2.35. per weekƒ0.18 Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per weelc „0.18 Franco per post 2.35 4- portokosten. Dit nummer bestaat uit VIER Bladen EERSTE BLAD. AFSLUITING HOOGLANDSCHE KERKCHOORSTEEG Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis dat de Hoog- landsche Kerkchoorsteeg in verband met het maken van een uitsluiting aan het kabelnet, op Maandag 6 Augustus a.s. voor het verkeer met rij- en voertuigen zal zijn afgesloten. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN. Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 3 Augustus 1928. 4471 de verjaardag van de koningin-moeder. Feestvreugde te Leiden. Naarmate het uur vorderde werd het ge zelliger, feestelijker gisteren in de stad. Men hoorde de orgels, die ter gelegenheid van het feest extra permissie hadden om zich te laten hooren en 's avonds was het druk in de café's waar muziek te genieten viel. Het koesterende zonnetje, dat na een paar donkere dagen gisteren eindelijk weer achter de wolken vandaan was gekomen, bescheen de met vlaggen versierde stad, en stelt ons in staat te getuigen, dat het tradi- tioneele- oranjezonnetje niet achterwege is gebleven. v 's Avonds concentreerde zich groote be langstelling op en om de Korenbeurs, op den Nieuwe Rijn, de Vischmarkt en de Aal markt, waar vooral de jeugd, doch ook vele ouderen hebben genoten van de opwekkende tonen, die hel Leidsch Stedelijk Muziekkorps onder aanvoering van den heer Joh. Geyp liet hooren. En met bewondering heeft vooral de jeugd staan staren naar het schil derachtige effect van de feestverlichting van de Korenbeurs met honderden vetpotjes, die, toen de duisternis gevallen was, van ge meentewege werden ontstoken. Zoo werd de avond van den gedenkwaar- digen dag waarop onze beminde Koningin- Moeder Haar zeventigsten geboortedag vierde, op bescheiden en eenvoudige, doch oprecht feestelijke wijze gevierd. geen d-trein-toeslag meer voor reizigers van leiden naar zeeland. Reizigers die vanaf Leiden, Den Haag en Botterdam 's morgens met trein 1019 (ver trek 8.54 van Leiden) naar Bergen-op-Zoom, Middelburg, Vlissmgen en andere plaatsen naar Zeeland wenschten te reizen, moesten op het traject RotterdamRoosendaal D- treinloeslag betalen, omdat de aansluiten de trein 14 op dit traject een D-trein is. Op herhaald verzoek heeft de directie der Ned. Spoorwegen nu bepaald dat vanaf he iden reizigers van Leiden, Den Haag en Rotterdam op het traject RotterdamRoo sendaal geen D-treintoeslag meer verschul digd zijn, mits de reizigers direct hun reis met den aansluitenden trein te Roosendaal naar Zeeland vervolgen. Bij de Gereformeerde Gemeente alhier is beroepen ds. M. Hofman, te Krabbon- dijke. Onze stadgenoote, mej. J. K. van Wei zen, behaalde gisteren de beide diploma's voor handenarbeid A en B. Msij. S. v. Tuinen, alhier, slaagde te Rotterdam voor het diploma Handenarbeid A (papier, karton en klei). Mej. H. James slaagde voor de acte Engelsch M. O. A Op Zondag 12 Augustus zal van Leiden een goedkoope trein rijden, die aansluiting geeft op een der booten van den veerdienst EnkhuizenStavoren (met restauratie aan boord) voor een bezoek aan de Zuiderzee werken. De gelegenheid tot het sluiten van regenverzekering is ook voor deze reis open gesteld. Verwonderlijk snel volgen de verande ringen in den winkel van de firma B. S. van Kloefen aan de Breestraat, hoek Vrouwen- steeg, elkander op. Nog versch ligt het in ons geheugen dat wij de uitbreiding van den winkel met een drietal toonkamers ter ge legenheid van de opening gingen bezichti gen en thans werden wij reeds weer uitge- noodigd te komen zien naar de methamor- phose die het inwendige van deze zaak heeft ondergaan. Door verplaatsing van den door gang van den winkel naar de toonkamers heeft de firma Van Kloeten thans eindelijk bereikt, wat haar ideaal was, een practische onderlinge verbinding der verschillende localiteiten, waardoor het voor de cliënten gemakkelijker en aangenamer wordt erin te toeven en keus le maken uit de tallooze artikelen die tot den kantoorboekhandel enz. behooren. Ook is de winkelruimte thans economischer verdeeld en door enkele kleine wijzigingen niet onbelangrijk verfraaid. TWEEDE ZOMERCONCERT. Pieterskerk. Het orgelpre'ludium en de fuga in G (no. 1 uit den 2en band der Petersuitgave), waar mee de heer Mens het concert op treffende wijze opende, behoort niet tot de meest ge speelde werken van Bach. De organisten draaien gewoonlijk in een klein kringetje rond en komend steeds weer met dezelfde fugas voor den dag. Dat zijn in hoofdzaak die, waarin het virtuose sterk op den voor grond treed. De zooeven genoemde G dur, behoorende tot een groep uit een rijper scheppingsperiode van den meester, al bezit ze niet de pracht en praal van bijv. de fan tasie en fuga in gmoll, staat naar muzikale bete'ekenis zeker niet bij deze achter. Inte gendeel, wie er zich wat inleeft stelt ze hooger. Want in de gmoll is het groote en grootsche nog niet geheel vrij van pathetiek. De Cdur met haar eenvoudig-oprecht thema van vijf opvolgende tonen, maar hoei expressief I, prachtig-logisch bewerkt zonder toevoeging van eenige uiterlijke versiering, is groot en verheven zonder dat voorbehoud. Aan dit monumentale stuk heeft de heer Mens volkomen recht doen wedervaren. In vlot tempo speelde hij het (o zoo moeilijke) preludium, duidelijk en correct en in de majestueuse fuga exposeerde hij themas en tegenthemas in een levendig gevoel voor proporties, die hier in den grond de funda- menteele architectonische schoonheid vor men. Even consciëntieus heeft hij een orgel- koraal uit het „Orgelbüchlein" voorgedragen e'en aanbidding van het Kerstkind, zij het ook dat deze voordracht naar onzen smaak in de registreering wat soberder had kunnen zijn. Een delicaat stukje van César Franck sloot de rij der orgel nummers. De gewenschte afwisseling in het pro gramma werd verkregen door de medewer king van de celliste mej. Belinfante uit Am sterdam en den fluitist Feitkamp, onzen vroegeren stadgenoot, thans in Amsterdam gevestigd. Mej. Bel infante is een knappe celliste, van wie we on9 in een concert der Haarlemsche Orkest-Vereeniging, waarvan ze vroeger deel uitmaakte, een zeer te waardeeren repro ductie van Saint-Saëns' concert herinne ren. Nu heeft ze de eerste solo-suite van Bach gespeeld, welverzorgd in toon en tech niek en met de noodige plastiek in de voor dracht. Maar, zooals verwacht mocht wor den, kon dit stuk al was de toon goed van kwaliteit een ruimte als de Pieters kerk niet geheel vullen. De solosonaten van Bach late men in hun sfeer, dat is die der kamermuziek. Beter dan in het ietwat win derige stuk van den Belg Delune „Du vent qui pleure", waarbij bovendien de zuiver heid van toon lang niet ongerept bleef, vol deed mej. Belinfante in een prachtig en semble werk je van Lolti voor fluit, cello en orgel. De heer Feitkamp heeft phenomenaal ge speeld. Het was een streeling voor het oor die prachtige toon, uit een techniek geboren, die alle fysische en psychische energie, die het instrument eischt, in den edelsten klank omzet. Hij heeft de muzikale speurder naar oude schatten, die verloren dreigen te gaan in de Leidsche Universiteitsbiblio theek eenige suiten voor fluit van Locate! li ontdekt De becijferde bas is met veel smaak door hem uitgewerkt en No. 1 (in druk ver schenen bij de Oxford University-Press) heeft hij ons met orgelbegeleiding voorge speeld: een helder, levensblij stukje muziek, dat een aanwinst is van de fluitliteratuur. En wat de zeggen van dat allerbekoorlijkste stukje van Debussy: Syrinx (d. i. Panfluit of herdersfluit). Lang geleden heeft de musi- cien francais gewerk aan een musique de scène voor een stuk van Gabriel Mourey „Psyche", maar deze is onuitgegeven geble ven. Déze Panfluit zal van dien arbeid wel een gelukkig product zijn. Bijzonder sug gestief heeft de heer F. met dit poëtische stukje het beeld opgeroepen van een zomer nacht in een arcadisch landschap. De concertgever heeft eer van zijn werk gehad en de waardeering van zijn streven van de zijde van het publiek is groeiende. De opkomst overtrof die van het eerste con cert verre. Op den derden avond van den cyclus (31 Augustus) zal het Palestrinakoor van Jos. Yranken de aandacht vragen. Dagprogramma. VOOR ZATERDAG 4 AUGUSTUS. Athletiek: 6 uur voorin.10 uur voorm.: Tienkamp veldloop; 10 uur voorm.; tienkamp 110 M. hordenloop; 11 uur voorm.: tienkamp discuswerpen; 2 uur nam.: 4 x 100 M. estafette (series), tienkamp polsstokhoogspringen; 2.45 uur nam.: 4 x 100 M. estafette voor dames (series); 3.30 uur nam.: 3000 M. hindernisloop (beslissing); 4 uur nam.: tienkamp speerwerpen; 4 x 400 M. estafette (series); 5 uur nam tien kamp 1500 M. hardloopen. Grieksch-Romeinsch worstelen: 6 uur nam. tot 11 uur nam. Schermen: Degenwedstrijden van 9 uur voorm. tot 6 uur nam. Roeien: 9 uur voorm.1 uur nam.; 2 uur nam.6 uur nam. en 7 uur nam. 10 uur nam. Zeilen: 10 uur voorm.5 uur nam. Wielrennen: 7 uur nam.,10.30 uur nam.; tandem- en sprintwedstrijden. Zwemmen: 10 uur voorm.12 uur 'smidd.: 1500 M. vrije slag heeren (series), en waterpolo; 2 nur nam.5 uur nam.: 1500 M. vrije slag, heeren (series), 400 M. vrije slag dames (series). DE ALGEMEENE TOESTAND. Berriot te Keulen. De Fransche minister van onderwijs, Herriot vertoeft thans te Keulen en heeft aan de Keulsche autoriteiten en aan ver scheidene genoodigden een limch aangebo den, nadat hij verscheidene stedelijke in richtingen bezocht had. -B- berriot. Daar verklaarde de Fransche minister in een korte toespraak, dat de Franschen en de Dtnlschere hier vereenigd zijn in een atmosfeer van hartelijkheid en samenwer BINNENLAND. Huldiging van H. M. de Koningin-Moeder te Baarn en Soest. (Binnenland, 2e Blad). Voortzetting van de Algem. Vergadering van het Nederl. Onderwijzers-Genootschap. (Kerk en School, 2e Blad). Het festijn der roeiers. (Sport, 4e Blad). Het athletiektonrnooi; Peters presteert weinig en valt in zijn serie af. (Sport, 4e BI.) Gaudin (Frankrijk) en FrI. Mayer (Dnitsch- land) winnen de schermwedstrijden op floret. (Sport,He Blad). De „Hollandia" wint den eersten strijd der achtmeters; „Kemphaan" stelt telenr. (Sport, 4e Blad). Onderscheidingen in verband met de Spelen. (Sport, 4e Blad). (Men zie vervolg Olymp. Spelen, le Blad). BUITENLAND. De voorzitter der Belgische Kamer Brnnet is afgetreden. (Buitenl., le Blad). De Fransche minister Herriot te Keulen. (Buitenl., le Blad). Twee Polen voor een vlncht naar Amerika vertrokken. (Tel., le Blad). king aan een gemeenschappelijke taak. De eerste-buigemeester, dr. Adenauer, dankte voor de hartelijkheid, die in de woorden van den Franschen minister doorstraalde. Na het déjeuner ontving Herriot de te Keulen aanwezige persvertegenwoordigers, waarbij hij betoogde, dat een van zijn voor naamste zorgen, als minister van onderwijs was het onmiddellijk intellectueel contact tusschen de beide buurvolken Duitschland en Frankrijk te herstellen. Wij hebben alles gedaan en zullen ook verder alles doen om de betrekkingen tusschen Frankrijk en Duitschland te verbeteren. Daarna volgde een rondgang over de perstentoonslelling. 's Avonds gaf de stad Keulen een feest maaltijd in Guerzenich, waarbij Herriot o.a. zeide: De menschheid kan niet meer wachten en het hangt van ons allen af om het stevige geestelijke gebouw te voltooien, in welks schaduw de massa's zullen op houden elkaar te haten, om elkaar daar entegen te leeren kennen en lief hebben. Burgemeester- Adenauer zeide, dat wat in het individueele leven niet veroor loofd is als mensch tegenover mensch, ook in de verhouding der Staten onderling niet toegestaan mag worden. Zooals recht en moraal gelden voor het individu, zoo moe- Door J. S. FLETCHER. Geautoriseerde vertaling uit 't Engelsch door Mr. G. KELLER. 12) „Dat geloof ik niet!" zei hij koppig. „Die typiste is een dame, voor wier discretie ik met mijn hoofd borg zou willen staan." „Hoe heet ze, mijnheer Bransdale?" vroeg Steven ege. „Haar naam is Skeel," antwoordde de Amerikaan: „juffrouw Mary Skeel. Zij heeft een kantoor in Bedford Street, Strand." „Een jonge dame?" vroeg de detective. „Neen mijnheer, het is een dame van wat ik zou willen noemen dicht bij den middel baren leeftijd," antwoordde Bransdale. ,,Ik zou zoo zeggen om en bij de veertig jaar. En naar ik heb kunnen ervaren, is zij be scheiden en voorzichtig, een echte zaken vrouw, zeer nauwgezet in haar gewoonten. Ik koester grooten eerbied voor haar op £rond van wat ik het genoegen heb gehad van haar te zien." Stevenege kreeg het gevoel, dat de Ame rikaan misschien wel wat onder de bekoring van juffrouw Skeel was. Maar hij ging op de zaak door. »,In ieder geval waren dus uw brieven en al wat er in stond gedurende eenige ur=n buiten uw bezit en bereik. Zij lagen op het kantoor van juffrouw Skeel in Bedford Street" »>Ik ben er volkomen zeker van, dat juf frouw Skeel er niets uit verklapt heeft. Zij niet iemand, die misbruik van vprl ron der» maakt." „Maar ik twijfel er geen oogenblik aan, of juffrouw Skeel is een hoogst fatsoenlijke dame," erkende de detective glimlachend. „Maar vermoedelijk heeft juffrouw Skeel personeel in haar dienst, bijvoorbeeld een paar jonge dames als kantoorbedienden?" „Daar kan ik niets van zeggen," ant woordde Bransdale. „Ik weet niet of juf frouw Skeel er vrouwelijke of piannelijke kantoorbedienden op na houdt, of jongens in dienst heeft; ik ben nooit op haar kan toor geweest. Maar op grond van wat ik weet van haar en haar werk, acht ik het hoogst onwaarschijnlijk, dat de oorsprong van het bericht van dien kant is te zoeken. Intusschen koester ik het plan de noodige 9tappen te doen om dat punt tot klaarheid te brengen." „Zou ik mogen weten, op welke wijze, mijnheer Bransdale?" „Zeker, mijnheer! Ik ga zoo dadelijk naar het telegraafkantoor en stuur een telegram aan de dame," antwoordde de Amerikaan. „Als u de vriendelijkheid wil hebben mij den weg naar het kantoor te wijzen. „Zeker," zeide Stevenege, terwijl zij op stonden „Het is vlak bij en ook is daar vlak bij het lijkenhuis, waarheen het lijk van den vermoorde is gebracht. Het zou mij aangenaam zijn, als ik u bereid vond om mij daarheen te vergezellen om het lijk te zien." „Nu, ik kar niet zeggen, dat ik daar bij zonder op gebrand ben, mijnheer Steve nege," antwoordde Bransdale hoofdschud dend. „Maar als u hel noodig acht. ben ik er toe bereid. Maar wat is uw doel daarmee?" „Ik zou gaarne willen weten, of u den man wel eens vroeger gezien heeft," zei de detective. „Dat is toch mogelijk, niet waar?" Maar nu wil ik u," ging hij voqrt, terwijl zij de kamer verheten, „toch op een paar dingen wijzen, waaraan u blijkbaar niet beeft gedacht. Ik waag de onderstelling, dat, als juffrouw Skeel u uw getypte brie- van in het hotel terugbracht, klaar om door u overgelezen en geteekend te worden, u ze niet altijd onmiddellijk teekende." „Ja, 't is volkomen waar, dat ik dat niet altijd heb gedaan. Ik wil zelf9 erkennen, dat het wel eens, misschien wel verschei dene malen voorgekomen is, dat ik het niet deed." „Welnu," ging Stevenege voort, „in een groot hotel als het uwe loopen altijd een hoop menschen rond, niet enkel gasten, maar ook personeel. U zou dan uw brieven op uw lessenaar hebben kunnen laten lig gen, terwijl u uw kamer verliet Dan zijn er misschien bedienden gekomen, terwijl zij daar open en bloot lagen, om uw kachel op te stoken, een pakje, een boodschap, een te legram te brengen en zij hebben eens in uw brieven geneusd. Ik opper enkel mogelijk heden. Nu kan de bewuste man een hotel bediende geweest zijn of wel een bediende kan hem verteld hebben dat er in dit ver afgelegen stadje iets te vinden was waar voor een Amerikaan graag tienduizend pond in contanten neer wilde tellen! Dit is alle maal volstrekt niet onmogelijk mijnheer Bransdale, over de waarschijnlijkheid spre ken wij niet!" Ollard bromde iets dat op instemming ge leek maar de Amerikaan bewaarde het zwijgen, totdat Stevenege hem naar het lijkenhuis bracht en hem het lijk toonde, dat thans behoorlijk was afgelegd. Bransdale keek lang met strakke blikken naar het gelaat van den doode Tenslotte verwijderde hij zich hoofdschuddend en met kalme stem zeide hij; „Neen, mijnheer, ik ken dien armen kerel niet. Ik heb hem nooit vroeger gezien." Vervolgens vroeg hij den weg naar het post- en telegraafkantoor. Het aan den burgemeester overlatend den Amerikaan den weg te wijzen, begaf de detective zich naar het logement, waar de vermoorde den vorigen nacht had vertoefd. Tot nog toe was hij niet in de gelegenheid geweest, daar aan te loopen en hij had daar toch enkele inlichtingen in te winnen. Het bleek hem, dat de „Koningseik" een eenvou dig maar behoorlijk ingericht logement was en de eigenares er van een eenvoudig menschje, dat gewillig genoeg was om te praten, doch weinig had te vertellen. Even als de geheele burgerij was zij vol van den mooixi en zij zou ongetwijfeld van harte verheugd zijn geweest, als zij wat meer van het slachtoffer had afgeweten. „Het was een erg ernstig mensch," zeide zij met gesmoorde 9tem, Stevenege in haar gelagkamer ontvangend, „een rustig, fat soenlijk man, betaalde prompt zijn eten en zijn kamer en bracht vreedzaam den avond in deze kamer door; hij zat in denzelfden stoel als waaT u nu achter staat, en hield een vriendelijk praatje met ieder, die in dit vertrek kwam. O ,het was een net mensch! En dan te moeten denken, dat hij op zoo'n ellendige wijze om het leven is gekomen I Men zegt ook nog, dat hij die oude munten uit het museum heeft gestolen! Wel, 't is haast niet te begrijpen! Ja, hij zeide. dat hij van Darlington kwam en dat is wel moge lijk, maar intusschen was het niet iemand uit het Noorden van Engeland. Neen. mijn heer, het was vast en zeker een Londenaar, ik kon dat uit zijn spraak opmaken. Mis schien heeft hij te Darlington gewerkt, of heeft hij er een tijdje gewoond, maar wie hij ook mag geweest zijn, het was een echte, onvervalschte Londenaar 1" Het gehooide overpeinzend en vol bewon dering voor de schranderheid der logement- houdster, keerde Stevenege naar zijn hotel terug. Hij vond er Bransdale weer, die de straat voor het hotel op en neer wandelde, in gepeins verdiept zijn sigaar rookend. Hij knikte Stevenege glimlachend toe, toen deze op hem afkwam. „Nu meneer," zeide hij, „ik geloof, dat ik den besten maatregel heb genomen. Mor genochtend cm half elf arriveert juffrouw Skeel in eigen persoon in deze stad." HOOFDSTUK VI. De Schopjes-guinje. Stevenege was wel geneigd Bransdale te beschouwen als een man van de daad bij belangrijke aangelegenheden, maar deze cordate manier van de zaak aan te pakken verraste hem toch. „Knap gedaan, mijnheer Bransdale!" zei hij. „Maar het zal toch een heele toer voor juffrouw Skeel zijn om op dat uur van den ochtend hier present te zijn. „Juffrouw Skeel vertrekt vanavond met den exprestrein van 7. 30 uit King's Cross station," zei de Amerikaan met onverstoor bare kalmte. „Dan komt ze om 11.18 te York en logeert daar in het stationshotel. Ik heb er heen geseind om een kamer voor haar te reserveeren. Morgenochtend na het ontbijt vertrekt zij van daar naar Alansches- ter. En dan," besloot Brandsdale, den de tective op een schouder kloppend, „dan kunnen wij uit de eerste hand te weten komen, of uw vermoedens juist zijn." (Wordt „vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 1