69ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 1 Augustas 1928 Tweede Blad No. 20976 BINNENLAND. BENOEMING LID TWEEDE KAMER. Voorziening in de vacature H. Colijn De Voorzitter van het Centraal Stem bureau, gezien de bij hem ingekomen mede- deeüng van H. Colijn, te 's-Gravenhage, ge dateerd 24 Juli 1923, waarin deze kennis geeft de benoeming tot lid van de Tweede' Kamer der Staten Generaal niet aan 'e nemen; overwegende, dat blijkens het be sluit van den voorzitter van het Centraal Stembureau van 2 Juli 1928, H. Colijn was gekozen op lijst no. 27 in kieskring XIV; Dat de op die lijst voorkomende candi- daat V. H Rutgers, die bij besluit van het Centraal Stembureau van 4 Juli 1925 op net stel gelijkluidende lijsten no. 1 van lijs- tengroep 27 tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal benoemd verklaard was, doch wiens plaats ingevolge art. 132 tweede lid, der Kieswet opengevallen was, aan het Centraal Stembureau schriftelijk het verlangen heeft medegedeeld om bij het later openvallen van eene plaats in de Tweede Kamer geacht te worden op de lijst van candidaten, op welke hij gekozen was, nog voor te komen op de plaats, aangewe zen door de in de artt. 104 en 105 der Kies wet geregelde volgorde van verkiezing; dat wel is waar zijne voormelde schrifte lijke mededeeling slechts gewaagt van de 'ijst. waarop hij gekozen was. en inderdaad de vraag kan rijzen of het recht van den candidaat. wiens plaats is opengevallen, om desverlangd ter vervuiling van eene later openvallende plaats in aanmerking te ko men, beperkt is tot de plaats, die openvalt °P de lijst waarop die candidaat was geko zen; dat echter, al moge aannemelijk zijn, dat bij het stellen van art. 130, eerste lid, laat- sten zin, der Kieswet juist dit geval als het meest gewone voor oogen heeft gestaan, de strekking van deze bepaling ook blijkens hare geschiedenis is, om aan hen, die geko zen tot lid van de Tweede Kamer, doch hunne benoeming niet aanvaard hebben of afgetreden zijn, de gelegenheid te geven om bij de vervulling van eene latere vacature voor benoeming in aanmerking te komen naar den rang, dien de uitslag der stemming hun gggeven had; dat deze strekking niet ten volle tot haar recht komt. indien de toepassing der bepa ling beperkt blijft tot het openvallen van eene plaats op die lijst, waarop de candidaat oorspronkelijk gekozen was, voor welke be perking ook uit anderen hoofde geen rede lijke grond bestaat; dat zoodanige beperking, nu de woorden der wet daartoe niet dwingen, derhalve niet in de wet mag worden gelezen, terwijl ook mag worden aangenomen, dat de meerge melde schriftelijke mededeeling 'van den candidaat Rutgers geen opzettelijke beper king inhoudt en dus strekt om in vollen om vang gebruik te maken van het recht om ter vervulling van eene later openvallende (.plaats in de Tweede Kamer der Staten- Generaal in aanmerking te komen, onver schillig op welke van de lijsten, waarop hij voorkomt, die plaats openvalt; dat derhalve blijkens de wettelijke volg orde van verkiezing, op lijst no. 27 in kies- -kring XTV voor benoeming in aanmerking komt V. H. Rutgers, te 's-Gravenhage; verklaart mitsdien V H. Rutgers, te 's-Gravenhage, benoemd tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. VERDRAG MET ZWEDEN. Het ministerie van Buitenlandsche Zaken maakt bekend, dat op 27 Juli 1928 te Stock holm zijn uitgewisseld de akten van be krachtiging van het op 21 Mei 1927 tus- schen Nederland en Zweden gesloten ver zoeningsverdrag. VRIENDSCHAPS- EN HANDELSBETREK. KINGEN TUSSCHEN NEDERLAND EN PERZIË. In afwachting van de sluiting van een vriendschaps-, een handels- en een vesti gingsverdrag en eventueele andere conven ties, en ter vporziening in den verdrags- loozen toestand, welke sedert 10 Mei j.l., i9 komen te ontstaan, heeft op 20 Juni j.l. tus- schen den zaakgelastigde te Teheran en den waarnemend minister van Buitenland sche Zaken een notawisseling plaats gehad bij welke de vriendschaps- en handels betrekkingen voorloopig, zijn geregeld Deze nota is aan de Kamer overgelegd. DE GOUVERNEUR VAN CURApAO. Eervol ontslag. Naar men uit Curapao seint aan de „Msbde." is aan den Gouverneur dier Ko lonie tegen September a.s. eervol ontslag als zoodanig verleend. BEGRAFENIS VAN WIJLEN Mr. A. E. J. BARON VAN VOORST TOT VOORST. In aansluiting van het gisteren reeds ver melde nog het volgende: Nadat de kerkelijke plechtigheden waren verricht en het stoffelijk overschot in den familie-grafkelder was neergelaten, voerde het oudste lid van het college van Gedepu teerde Staten, jhr. mr. F. van Rijckevorsel, het woord. Na een korte levensschets van den over ledene gaf spr. vervolgens een historisch overzicht van de werken, welke in Bra bant, onder het bestuur van den overleden» zijn tot stand gekomen, waardoor zijn naam zal blijven voortleven. Het was dan ook geen wonder, dat toen hij in September 1919 zijn zilveren ambts jubileum vierde het aan spontane uitingen uit alle standen niet heeft ontbroken en vooral de Staten van Noord-Brabant hunne groote waardeering te kennen gaven. En nu ook weer hadden de Staten bij den zeventigsten verjaardag die de Commissaris in December van dit jaar hoopte te herden ken, het voornemen van hun bijzondere hoogachting te doen blijken De jongste rampen in de Provincie verg den echter te veel van hem en zoo is hij weggerukt De heer baron Van Lijnden getuigde na mens den minister van Onderwijs en den Senaat der Utrechtsche Universiteit van het leed, dat bet college van curatoren getroffen heeft, nu deze overledene, met zoo groote gaven van geest en hart is heengegaan. Den achterblijvenden wenschte tpr. troost en kracht Sprekende namens de Provinciale griffie vrees de heer P. J. Steures er op, dat de ambtenaren in den overledene vonden een chef, die zelf veel werkende, waardeering gevoelde voor het werk van anderen en daarbij gaarne de deur openzelle voor be spreking, overleg en toelichting van zake lijke en waar noodig ook van per soonlijke belangen. Zijn arbeidsveld was groot maar daaraan evenredig waren zijn werkkracht en werk lust. gepaard met eene nauwgezetheid, die hem hei al deed beheerschen. De heer Jr J. Kerssemaekers. hoofd ingenieur van den Provincialen Waterstaat in N.-Brabant legde geluigenis af van den eerbied voor het gezag en de werkkracht van den overledene. Hij is geweest de krachtbron van het provinciale raderwerk eo indien Brabant eene voorname plaats heeft veroverd in de rij der provinciën, dan is dit voor een goed deel te danken aan dezen regent van de eerste orde. Spr. herin nerde er voorts aan, wat de heer Van Voorst heeft gedaan op hei stuk van de verzorging der wegen en den waterstaatkundigen toe stand en gaf ten slotte den nabestaanden tot troost mede, dat zijn leven welgevallig is geweest aan God. De heer mr. F. J. van Lanschot, burge meester van 's-Hertogenbosch trad op als vertegenwoordiger van de afdeeling N.-Bra bant van de Ned. Vereeniging van Gemeen ten en gaf ook uiting aan de gevoelens van de ambtgenooten in dit gewest. De overle dene is voor alles een schitterend voorbeeld geweest en hij had aan Brabant zijn hart verpand. Spr. roemde verder de buiten gewone plichtsbetrachting van den heer v. Voorst, die in tijden, dat Brabant in nood was. steeds op de bres slaand en het deed den heer Van Lanschot een bijzonder ge noegen, dat de heer v. Voorst de ontwikke ling en den opbloei van het gewest heeft mogen beleven. De heer mr. P. H. Loeff, handelde in op dracht van het Stalen-college, den Raad van Toezicht der P. N. G. M. wiens stu wende kracht de overledene was en als ver tegenwoordiger van de rechlerlijke macht. Spr. hield er zich van overtuigd, dat de overledene zijn naam met onverwoestbare letters geschreven had in de geschiedenis van Brabant pn dat hij het juist geweest is, die de grondslagen heeft gelegd en voltooid, waarop de Brabanlsche bevolking haar stoffelijke en geestelijke welvaart verder kan opbouwen. Een zoon van den overledene dankfe de Koningin voor hare belangstelling en Z. K. H Prins Hendrik voor zijne tegenwoordig heid En verder alle woordvoerders, dig den overledene schetsten als een lichtend voor-i beeld voor zijn omgeving en Tan nn tijd. Ter gelegenheid van den 75slen verjaardag van Mevr. Esther de Boer van Rijk heeft de kunstschilder van Meegeren opdracht gekregen haar portret te schilderen. Men ziet hier de krasse actrice in het atelier van den kunstschilder. KLEUTERZORG. Maandag werd te Arnhem in tegenwoordigheid van vele autoriteiten, officieel het gebouw „„Zonlicht" geopend, dat in bruikleen is gegeven aan de Verg. „.Kleuterzorg" om te dienen als dagkoloniehuis met een daaraan verbonden open luchtbewaarschool. DE OLYMPISCHE ZEILWEDSTRIJDEN. Morgen zullen op de Zuiderzee de Olympische zeilwedstrijden aanvangen, waarbij ook Holland in alle klassen zal deelnemen. Het eenige Holland- 9che achtmeter jacht, „de Hollandia", dat in zijn klasse zal mededingen. NIET VOOK AMSTERDAMMERS Lei Arusterdamsch klompenkoop man in Volendamsch costuum heeft zich gedurende de Olympische Spelen in de omgeving der groote hotels genesteld, waar hjj een be langrijk afzetgebied voor zijn product onder de vreemdelingen vindt. BREAU, de Fransche renner, na zijn over winning om het kampioenschap van Frankrjjk. GISTEREN had de plechtige teraardebestelling plaats van 't stoffelijk overschot van wijlen den Commissaris der Koningin in Noord-Brabant, mr. A. E. J. Baron van Voorst tot Voorst. De kist met het stoffelijk overschot wordt uit het pa leis gedragen. in den sloet werden de gou- vernementsordeteekenen medegedragen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 5