ALS HET STORMT. VAN ALLES WAT. ANEKDOTES. CORRESPONDENTIE. Mogen we het morgen niet doen, Moe- 1" vroeg ze. „Al© u me dan om vier uur >chool komt halen, kan het nog best." e slaakte een zucht van verlichting, toen der haar plan goedkeurde. Gelukkig, behoefde ze nu nog niet te beslissen. et verdere van den dag was Emmy heel ig. Toen het avond was en moeder haar r bed zond, vroeg ze niet, zooals ze an- zoo vaak deed of ze nog een half tje op mocht blijven. En toen Moeder r bij haar boven kwam, was ze ook veel er dan gewoonlijk. Anders babbelde ze alles en nog wat met Moeder, en nu ze bijna niets te vertellen. En over het >ek van dien middag werd er ook met 1 woord gerept. En toch, Emmy kon sy en haar schamel bed maar niet vor- n. 't Was of ze het hoe langer hoe war- kreeg onder de dekens als ze er aan ht, hoe koud Betsy het. nu wel zou heb- Ze wendde zich om en om. Maar de p wilde niet komen. Toen dacht ze aan der. Moeder scheen niet te verwachten, ze haar mantel op zou geven. Zou moe- haar dan zóó ongevoelig vinden O, ir dat wilde ze niet. Zou moeder het sch van haar gelooven dat zij er zich s om bekommerde dat andere kinderen de en gebrek leden, en ze alleen maar mooie kleeren gaf Stel je eens voor zij in Betsy's plaats was. Hoe zou zij dan vinden, al© niemand er zich om be- imerde dat ze koude en gebrek leed t tseling sprong Emmy het bed uit. Haar luit was genomen. Ze ging naar haar tje en nam er haar spaarpot uit. Ze deed 1 open en keerde hem om. Twee blin de guldens lagen er in baar hand. Even zelde ze, maar ook maar even. Toen ze met de beide guldeD© in haar hand lemd naar beneden. Juist had moeder vader verteld, hoe het dien middag bij familie Klein gegaan was en voor welke s ze Emmy gesteld had. 't Zal baar wel een strijd kosten", meeu- vader Maar ik geloof zeker dat ze de over- ning behalen zal", antwoordde moeder, achtjes ging de kamerdeur open en daar id Emmy in haar lange witte nacht jar 1 op bloote voeten. Moeder keek niet verwonderd. Alleen vroeg ze: ,.Maar my, waarom slaap je niet? Scheelt er aan Ik kan niet 'slapen, Moes," antwoordde mv. Waarom dan niet, meisje vroeg moe- weer. 'oen sloeg Emmy beide armen om moe- s bals. Moes, ik wil geen mantel hebben en e; ik dit uit mijn spaarpot ook aan Betsy en Tegelijk stopte ze moeder de twee den in de band. erheugd keek moeder, zonder dat Emmy zag, naar vader. Toen keek ze Emmy p in de oogen. Heb je er goed over gedacht, kind ieg ze. .Ja Moes." .Dan is het goed, Emmy, 'k Geloof niet vader er iets tegen heeft. Is 't wel n V' Natuurlijk niet vrouw," antwoordde der. ,,'t Is nooit te vroeg om te leeren, t het leed van anderen verzachten, veel er vreugde geeft dan de mooiste mantel jutfk ooit doen kon." ,Wat maakt u Moes?" vroeg Emmy nu, wijl ze naar moeders naaiwerk keek. Moeder begon te lachen. .O," zei ze toen, „ik heb mijn bruinen tntel verknipt voor jou." ,Voor mij Moes vroeg Emmy verbaasd .Dacht u dan niet dat ik een nieuwen mtel wilde hebben Nu werd moeder ernstig. „Dacht jij dan niet, dat ik mijn eigen eisje kende Dat ik wist dat ze misschien >1 strijden moest, maar dat ze toch ook overwinning zou behalen Emmy ajitwoordde niet. Met tranen In oogen drukte ze haar hoofdje tegen oedex aan. MARGA- J? 't Is niet leuk aan de zee, als het vreeseljjk stormt, en het zand ran het duin heele stnifwolken rormt, En je vecht met den wind 6n je hoed raak je kwijt neen, dan zucht je wal eens: was 'k maar thuis, lieve tijd! Toch is 't goed a3n de zee, zelfs ook dkn als het stormt, daar de wind, 'k weet het vast flinke kinderen vormt, die er pal staan en zijn heusch niet bang voor geweld ook niet zuchten, wel neen, maar behouden het veld! HERMANNA. VRAAG. A B 1 Vijf en twintig tuintjes liggen in een vier kant. Iemand wil nu van tuintje A naar tuintje B loopen, maar zóó, dat hij geen enkel tuintje overslaat en ook niet twee keter door hetzelfde tuintje loopt. Hij moet 10 maal een hoek maken. Hoe kan hij dit doen? Ingezonden door Jo Nagtegaal. Een schoolmeester gaat met zijn leer lingen een dagje naar buiten en om hun een" pleizertje te doen, speelt hij mee als ze roovertje spelen. Juist toen de roovers onder hevig geschreeuw een uitval doen, komt een boer naar buiten roepende: „Willen jullie wel eens ophouden met dat kabaal, en de grootste van allen maakt heusch nog het grootste lawaai". Ingezonden door Guus en Janni Glasbergen. Jantje: „Juffrouw, ik krijg gauw een broertje." Juffrouw: „Zoo, Jantje, 'en hoe weet je dat?" Jantje: „0, juffrouw, laatst was mijn moeder ziek, toen kreeg ik een zusje en nn is mjjn vader ziek, nu krjjg ik zeker een broertje." Ingezonden door Marie en Jacobus Favier. Kinderpraat. Frits: „Ik denk niet, dat Tante lang blijft logeeren, ze heelt maar zoo weinig bagage meegebracht". Jantje: „Ach daar kan je niets van weten, denk toch eens aan ons kleine broertje toen die kwam, wat had die weinig bagage mee gebracht en die is in het geheel niet meter weggegaan. Jullie denkt er voorloopig goed aan, niet waar? De brieven Maandags vóór 12 uur op het Bureau Leidsch Dagblad, want het pakket moet 's middags naar Zeeland wor den verzonden, en de brieven over de post moeten Dinsdag in Kloosterzande zijn. Velen genieten nu al van de vacantie en ik las al in vele brieven dat men eenige weken moet overslaan door logeerpartijen of logée's bij zich aan huis. Tot nu toe heb ben we niet te klagen over het weer, steeds droog en warm. Annie van Haarlem dat is flink van je, dat je niet den moed verliest, heusch er zijn wel kinderen die al een paar jaar meededen voor zij gelukkig lootten. Annie Buis, natuurlijk mag je een raad selnichtje van mij worden. Drie zusjes Dubbeldam jullie mogen ge rust met je drieën meedoen, één behoeft eg dan maar te schrijven en dan alle drie on derteekenen. Ja dat begrijp ik hoor dat je moeder de handen vol werk zal hebben als jullie met zóóvelen thuis bent en daaronder nog zoovele kleintjes. Neelie en Marielje de Best, zijn jullie een dag naar Scheveningen geweest? Ook op de pier geweest? Cor en Jan Rodenburg ja dat was dan heel ondeugend van dat jongetje als ze hem al zoo dikwijls hadden gewaarschuwd en gezegd dat hij er uit moest gaan. Wordt hij al beter? Jo Nagtegaal en Agatha Braat ik wenschi jullie veel plezier als je uit logeeren gaat, ik begrijp van zelf wel dat jullie dan niet meedoen aan de raadsels. Als je later weer thuis bent en je hebt tijd en lust, dan doe je maar weer mee, dat merk ik dan wel. Guus en Janni Glasbergen, ik hoor de vol gende week natuurlijk wel wat voor boek of Guus heeft gekregen. Ik begreep wel dat je niet zelf kan gaan en ik dacht al zoo bij mij zelf dat je moeder er wel om zou gaan. Lezen jullie maar plezierig in het mooie boek. Gerrit Betist, je mag mij gerust tante noemen. Het is hier mooi weer, gelukkig niet al te warm. We zitten den heelen dag buiten onder de groene boomen. Je mag wel meer dan 4 oplossingen sturen maar 4 ls voldoende om vermeld te worden. Plonia en Jan Smit en Margaretha en Cor Sierag hoe gezellig dat jullie met je vieren ging naar het bureau „L. D.", de zusjes met de broertjes mee om de prijzen te halen, de zusjes wisten den weg van vroeger en dat yvas nu wel aardig zoo met elkaar te gaan. Bram Linschooten ja nu ben ik weer Builen in Zeeland waar ik 's zomers altijd logeer en tot nu toe hebben-we erg veel buiten kunnen zitten, want het is steeds droog en warm. Ik denk dat jij ook we! iederen dag kunt gaan zwemmen, daar is

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 17