RESTANTEN B. DE KONING UIT ONZE STAATSMACHINE LAND- EN TUINBOUW. Zomer-Uitverkoop VITRAGES ALLOVERS GORDIJNEN LINNEN GORDIJNEN VARIA. WATERPOLO. DE ZIJL I—ZIAN L Maandagavond, te kwart over acht, speelt De Zijl I alhier tegen Zian I. L.Z.C.—ZIAN. In de Zweminrichting aan den Hoogo Rijndijk bestreden gisteravond eenige ze ventallen van L.Z.C. en Zian elkaar. De uitslagen waren: L.Z.C. IIZian I 21; L.Z.C. III—Zian II 5—1. CRICKET. FLAMINGO'S—M. C. C. Gisteren is het driehoeksch tournooi van H. C. C. voortgezet met den wedstrijd Fla mingo'sM. C. C. Onze stadgenoot, de heer W. Eigeman, aanvoerder der Flamingo's, won den toss en liet zijn team het eerst batten. Het begin was voor onze landge- nooten zeer somber, maar daarna vlotte het gelukkig aanmerkelijk beter toen Jansen en Posthuma bijeen waren. De 1ste innings sloten op 140 rune. De Hollandsche bowlers Jiadden vervolgens tegen het M. C. C.-teara wel meer succes dan men had durven verwachten. Het batting-team der gasten is zeker in Engeland eerste-klasse en het bleek dat zoowel Rincker als Eigeman en Maas de batsmen zoo nu en dan in het nauw brach ten. Vooral Rincker bowlde uitnemend en er werd met de noodige voorzichtigheid ge speeld. Van een overwicht der batsmen was zeer zeker geen sprake. Eigeman „chan- gede" het bowlen oordeelkundig en dit had in het begin der innings vooral, steeds succes. Toen vielen de wickets regelmatig. Dit moedigde zoowel bowlers als fielders weer aan en het door de onzen vertoonde spel stemde tot groote tevredenheid. Het batten der Engelschen was goed. De -scores luiden: Isle innings Flamingo's, [W. Glerum bowled Allom 0 Jhr. J. v. d. Bosch run out A. Maas c. Holmes Allom F. Gibb bowled Allom iW. Eigeman c. Mc. Canlis Allom Jhr. mr. C. W. Feith bowled Allom.... E. Jansen bowled Allom 29 S. Posthuma bowled Mc. Canlis38 J Rincker not out22 K. Marang bowled Allom0 B, Höpink bawled Allom Extra's Totaal 140 Bowlingcijfers: M. J. C. Allom 8 voor 37, M. Mc. Canlis 1 voor 19, G. F. S. Ste vens 0 voor 24, E. R. T. Holmes 0 voor 13, N. G. Wykes 0 voor 2. lste innings M. C. C. G. Stevens l.b.w. Rincker 24 R. Twinning c. Glerum Eigeman 0 N. Wykes c. Marang Maas 22 E. Holmes bowled Eigeman 59 G. Kemp Welch c. F. Gibb Maas 2 H. Hunloke c. Glerium Rincker4 M. Mac Canlis bowled Maas 2 P. F. Warner not out 64 F. A. Pilkington l.b.w. Maas 16 M. Allom c. Gibb Feith 19 E. Tattersall not out16 Extra's 12 Totaal 241 (9 w.) LAWN-TENNIS. DE WEDSTRIJD AMERIKA—FRANKRIJK. Tilder heeft per slot van rekening toch toestemming gekregen om in den wedstrijd AmerikaFrankrijk uit te komen. Bij de Franschen i=> Lacoste echter verhinderd. De Fransche ploeg, die op 15 Augustus zal ver trekken, zal nu beslaan uit Borotra, Cochel, Brugnon, de Buzelet, Boussus en Landry. De wedstrijd zal in September gespeeld wor den. Lacoste heeft verklaard, dat hij nog maar zeer weinig zal spelen. Hij gaat zich wijden aan de zaken van zijn vader. PAARDENSPORT. DE VIERDAAGSCHE AFSTANDSRIT. Nadat in de laatste jaren steeds naar Groningen gereden werd, is dit jaar juist het Zuidelijkste punt van Nederland het doel van den vierdaagsche. De afstandsrit is bepaald op 29 Aug. tot en met 1 Sep tember. Er zal eiken dag ongeveer 60 k 70 K.M. worden afgelegd met een gemiddelde snelheid van 8 12 K.M.; dat hangt van den toestand der wegen af. Het voorloopig plan is29 Aug. vertrek .fcit Breda, 's avonds aankomst te Eindho ven; 30 Aug. naar Roermond, 31 Aug. naar Heerlen, 1 Sept. naar Maastricht. Er zal iederen dag een cross gereden worden van 10 A 12 K.M. De conditieproef op den 5en dag schijnt te vervallen dit jaar. BOKSEN. TUNNEY HANDHAAFT ZICH ALS WERELDKAMPIOEN ZWAARGEWICHT. In de elfde ronde tot overwinnaar verklaard. TUNNEY. In den strijd om het wereldkampioen schap boksen zwaargewicht, welke gister avond voor de 24gte maal in het Yankee stadion werd gestreden, werd Tunney in de elfde ronde tot overwinnaar verklaard tegen den Nieuw-Zeelander Heeney. Deze was in de elfde ronde totaal uitgebokst. Terwijl het vorige jaar ongeveer 150.000 toeschouwers den strijd tusschen Dempsey en Tunney bijwoonden, bedroeg dit aantal thans niet meer dan 50 a 60.000. zoodat het finantieele resultaat van dezen wedstrijd zeer tegenvalt WIELRENNEN. WERELDKAMPIOENSCHAPPEN. Voor de vertegenwoordiging van ons lan<f bij de Wereldkampioenschappen te Boeda pest van 1430 Augustus zullen worden uitgenoodigdJ. Snoek voor het stayers- nummer voor profs.P. Moeskops voor het 8printnummer voor profs.A. Mazairac en jhr. G. Bosch v. Drakesteyn voor het sprratnummer voor amateurs. 4 SCHAKEN. DE WEDSTRIJDEN VAN DEN WERELDSCHAAKBOND. Voor groep A zijn in de zevende ronde de volgende uitslagen verkregen: AraizaWhitaker TschépurnoffTreybal 01 NilssonEuwe 01 RosseliBecker V*V» TyrolerSteiner 01 PrzepiorkaChéron 01 GolmayoCarls V*7» MattisonHenneberger Afgebroken. Later zijn nog eenige afgebroken partijen uitgesteld De resultaten waren: CarlsPrzepiorka V» TreybalAraiza 10 ChéronTyrol er 01 AraizaWhitaker 01 De stand na de 7e ronde luidt: Euwe 67', Treybal 6, Mattison 57», Gol mayo 5. Carls 41/», Przepiorka 4, Chéron 37a, Nilsson, Tschépurnoff en Whitaker ieder 3. Araiza, Becker en Henneberger ieder 27», Tyroler 2, Roselli del Turco 17* en Steiner 1. „HET NEDERLANDSCH POSTMUSEUM' Ook de Post komt meer in het midden punt der groote historische belangstelling le staan. Gewoonlijk openbaart de publieke be langstelling in de Post zich door het lan- ceeren van op- en aanmerkingen over hare tekortkomingen. DAt en hoé echter in de laatste jaren ook de Nederlandsche Post zich heeft ingeschoten op de door nieuwe tijds omstandigheden geschapen toestanden, wordt te vaak over het hoofd gezien. Het zal goed wezen, wanneer men mettertijd over zichtelijk zien kan de geschiedenis van Tante Post, hetgeen zal kunnen, wanneer ,,Het Nederlandsch Poslmuseum" er zijn zal. De stichting van dit museum kan bin nen niet al te langen tijd tegemoet gezien worden. Ingediend toch werd bij de Tweede Kamer een ontwerp van wet tot het in het leven roepen van een stichting ,,Het Nederlandsch Postmuseum". Door deze wet wordt de Mi nister van Waterstaat eventueel gemachtigd om verschillende voor dit doel reeds afge zonderde en in den bij deze wet behooren den ontwerp-stichtingsbrief omschreven Rijks roerende goederen op het gebied der geschiedenis van het po9t-, telegraaf- en telefoonwezen (zegels en andere voorwer pen) te bestemmen voor een stichting „Het Nederlandsch Postmuseum", ten doel heb bende het aanleggen, onderhouden en uit breiden van eene in den regel voor het pu bliek toegankelijke verzamelihg op het ge noemde gebied en verder om aan deze stich ting onder medewerking van den Minister van Financiën die Rijksgoederen te schen ken. welke haar doel zullen bevorderen. Inderdaad mag aangenomen worden, dat met deze stichting een daad verricht wordt, welke ten goede komen kan en zal aan de kennis der Nederlandsche cultuurgeschiede nis. Trouwens andere landen zijn ons reeds voorgegaan in de oprichting van zulke musea. Ter verduidelijking van dit voorstel zeg gen de ministers in hunne memorie van toe lichting: ,In 1924 is overgegaan tot de inrichting van een Postmuseum in eenige lokalen van het gebouw van het hoofdbestuur der Pos terijen en Telegrafie. De kern daarvan maakte uit een in genoemd jaar voor dit doel ten geschenke ontvangen belangrijke verzameling. Een passende organisatie om dit begin tot ontwikkeling te brengen, ont brak echter nog. Dit wetsontwerp strekt om daarin te voorzien. Het komt den ministers voor, dat de vorm eener stichting in welker organisatie den Minister van Waterstaat in verband met den inbreng door den Staat zekere bevoegd heden zijn toegekend, moet worden gekozen. Beheer door een zoodanige stichting toch heeft in dit geval, met het oog op de ont wikkeling der instelling, bijzondere voor- deelen boven zuiver Staatsbeheer. Vooreerst zal op deze wijze de onmisbare actieve medewerking van op dit gebied vooraan staande personen, die als bestuurders de stichting kunnen leiden, het best worden verkregen. Bovendien wordt gemeend, dat in het algemeen gewenschte voorwerpen eer der aan het museum zullen worden geschon ken of gelegateerd als dit een zelfstandig be staan heeft, samenvallend met bet speciale gebied, dan wanneer het opgaat in den Staat. Een toegewijd verzamelaar zal zijn collectie, niet zelden vrucht van een heel leven, bij gebreke van een geschikten op volger, licht schenken of legateeren aan een instelling, die haar krachtens haar statuten tot bevordering van het gewaardeerde gebied doet strekken. De uitgaven van het Postmuseum, zooals dit is gedacht, zullen geen ernstig beroep doen op de Staatskas. Kostbare aankoopen komen, zoolang de daarvoor vereischte eigen middelen aan de stichting ontbreken, niet in aanmerking. Dit kan te meer gelden, daar de stichting op den duur ongetwijfeld mag rekenen op legaten en schenkingen, welke niet alleen nieuwe aanwinsten, maar ook dubbelen ter beschikking van het museum brengen. De dubbelen zullen mate riaal geven niet alleen voor ruil, maar ook voor verkoop^aast de op die wijze beschik baar komende gelden staan als verdere in komsten jaarlijksche bijdragen, legaten en schenkingen in geld en entrée-gelden. In dien de Staat dan zorgt voor een directeur en voor huisvesting (welke beschikbaar is in het gebouw van het hoofdbestuur der Posterijen en Telegrafie), zal het Post museum !d den regel kunnen bestaan zon der geldelijke bijdragen van den Staat. Op voor den Staat weinig bezwarende wijze kan Nederland dan een instelling van cul- tureele beteekenis rijker worden. Hierbij wordt aangeteekend, dat in verschillende plaatsen van het buitenland reeds een post museum bestaat. Als zoodanig worden ge noemd Berlijn, Bern, Kopenhagen, Londen, Madrid, Neurenberg, Parijs, Petrograd, Stockholm en Weenen, terwijl ook in Hon garije, Japan, Mexico en Polen postmusea bestaan. In verschillende andere landen is een postmuseum in voorbereiding, terwijl ook plannen bestaan tot inrichting van een Internationaal Postmuseum te Bern, als onderdeel van het Internationaal Bureel der Algeraeene Postvereeniging. De bij dit wetsontwerp gevoegde ontwerp- stichtingsakte wijst aan, op welken voet de organisatie der slichting is gedacht. De Mi nister van Waterstaat heeft verschillende bevoegdheden, welke een passend Staats toezicht op de stichting verschaffen. Het in artikel 2 der ontwerp-stichtingsakte ge noemde reglement zal de openstellingsuren van het museum en verdere punten regelen. Aan het bestuur is een uitgebreide macht verleend. Wat den directeur betreft, wordt nog opgemerkf, dat uiteraard het als Staats instelling aangevangen museum ook onder het dagelijksch beheer van een Rijksamb tenaar is gesteld. CACTACEEËN OF CACTUSPLANTEN. Oh, die stekelige dingen daar moet ik niets van hebben hoort men dikwijls zeggen, maar is die verwerping wel gemoti veerd 1 Neen, zij die dit zeggen hebben niet goed kennis gemaakt met deze plan ten, zij hebben geen oog voor hun eigen- aardigen groei, waarbij dè stam zich sterk ontwikkelt ten opzichte van de blaren en de plant op bet eerste gezicht eenigszins vreemd aandoet, maar bij nadere beschou wing belangstelling opwekt. Voelt men zich eenmaal aangetrokken tot dit soort plan ten dan worden de zorgen daaraan be steed ruimschoots beloond want aan de toppen van de plant ontspruiten bloemen, die buitengewoon mooi zijn en aantrekke lijk om den ongeëvenaaxden vorm en de schitterende kleur. In de volgende regelen wil ik probeeren uw belangstelling voor deze planten op te wekken en in een vol gend artikel eenige soorten, die het meest voor kamerplanten in aanmerking kome«n, te beschrijven en de behandeling er van aangeven. Goed, zij zijn voor uw begrip niet mooi want de bladeren zitten op elkander, zij zijn dikwijls van scherpe dorens voorzien of zij hebben een ronden gedrongen vorm en dikke wratten bekleeden dikwijls de plaats van takken, maar mij trekken aan juist om de grilligheid der vormen, deze plauien geven de voldoening die me nig liefhebber zoekt, het bezitten van een uitheemsche plant die zich 's winters go- makkelijk laat behandelen en 's zomers een plaats in uw tuin kan innemen, een plant die ten slotte bloemen voortbrengt die met haar satijnen glans en fijnheid van lijn kun nen wedijveren met de fraaiste orchideeën. In de eerste plaats zal ik dus iets ver tellen over haar aanpassingsvermogen bij groote vochtigheid en droogte hetgeen wordt mogelijk gemaakt door de wonder baarlijke samenstelling van al haar or ganen. De cactaceeën kunnen beschouwd wor den als een plantensoort, die eerst later tot de flora van onze aarde is gaan behoo- ren. Zooals u waarschijnlijk bekend zal zijn neemt men aan, dat alle planten een na tuurlijke verwantschap hebben. De cactus planten hebben bij haar ontwikkeling zich aangepast aan de ongunstigste omstandig heden waarin de planten, waarvan zij af stammen kwamen te verkeeren, de orga nen hebben zich dus langzamerhand gewij zigd naar gelang van de behoefte der plant, tot het volbrengen van verschillende levens verrichtingen. Hieraan is nu toe te schrijven de grillige vorm, waarin deze planten zich aan ons oog vertoonen. De eenige caetussoort, die nog het oude type van de oer-plant heeft behouden is de „Peireska", de stam van deze plant heeft zich normaal ontwikkeld en ook de bladeren zijn die van een loof boom. De meeste cacteeën hooren in Amerika thuis, hoewel er ook andere soorten zijn, die overal in warme gewesten in het veld groeien. De familie telt meer dan 1000 soor ten, maar natuurlijk zijn niet alle geschikt in den tuin of in de kamer gekweekt te worden. Men onderscheidt twee groote gebieden waar deze planten het meest op den voor grond treden en als het ware het land schapskarakter vormen; het eene de hoog vlakte van Mexico en het andere de Karroo van Kaapland. Het klimaat komt in beide gebieden vrijwel overeen, de regen valt er voornamelijk in den zomer, dus in den tijd dat cactussen vochtigheid het hardste 1100- dig hebben. Gedurenden den nazomer en winter heerscht er droogte, de cactussen zijn dan in rust. Nu valt de re-gen daar niet als bij ons in langdurige fijne regen, maar in korte plotselinge stortvloeden en bovendien weikt de bodemgesteldheid niet mee, want het water in die streken, vloeit dadelijk van de hellingen af, of zakt diep weg. De cactussen zijn dus genoodzaakt in een korten tijd water op te nemen. Bekijkt men het wortelstelsel van den cactus nauw keurig dan merkt men op dat dit uit een zeer wijd vertakt stelsel van vleezige wor tels bestaat, dat zich wel 5 k 6 c.M. rondom de plant uitstrekt. De wortels zijn dik en broos en opgebouw uit cellen, die wijde vaten vormen. Door dezeD wortelbouw kun nen zij in zeer korten tijd veel water op nemen, doch hiermede alleen is de plant nog niet gebaat, zij moet nog aan andere eischen voldoen n.L het opgenomen water zoolang mogelijk kunnen vasthouden. Wan neer het water door de wortels opgenomen is, wordt het verder in den stam of in ver schillende weefsels vastgehouden, soms i* bladervormige organen of in een dikke vleezige pen wortel zooals bij de Cereus tube rosus en Ariocaxpussoorteo. Bij het ijskruid (Mexembrianthemeum cristallinum) dienen hiertoe de kleine blaas jes over de geheele bladoppervlakte. Ver schillende zouten en slijmachtige stoffen worden door het water opgenomen, die er toe meewerken algeheel vocht-verlies tegen te gaan. De bouw van de plant boven den grond i9 zoodanig ingericht dat zij zooveel mogelijk weerstand kan bieden tegen ver zengende zonnestralen. De planten hebben meestal een bollen vorm, waardoor zij aan een zoo klein mogelijk oppervlak de grootste inhoud paren. Bovendien zijn de meeste cacteeën van een wa9laagje voorzien, andere van een kurkachtige laag, ook de dorens dragen het zijne er toe bij om het vocht uit de plant moeilijk doorgang te verschaffen. Die planten waarvan de stam geheel de functie der bladeren op zich heeft genomen kunnen geen beschuttingslaag gebruiken. Bij deze is de opperhuid sterk verdikt en lig gen de huidmondjes diep er in weggezonken, zoodat de droge heele wind er niet onmid dellijk langs kan strijken. Bij weer andere bijv. Euphorbia Tiruealli zijn de huidmondjes door een hoog walletje van was' omgeven. Bij deze is het aantal huidmondjes sterk verminderd in verhouding tot den inhoud waarmede zij correspondee- ren. Ook door de dichte laag van dorens, die vaak tot lange haren overgaan, zooals bij de Grijsaardcaclus (Pilocereus semiles) vinden deze planten een goed middel tegen sterke verdamping. Vroeger werd vrij algemeen aangenomen, dat de dorens slechts dienden voor bescher ming tegen dieren en in zekeren zin is dit ook zoo, doch vele onderzoekingen leerden, dat ze nog een geheele reeks andere func ties te verrichten hebben. De meeste doorus vinden we aan de hoogste deelen der plan ten, vaak 15 k 20 c.M. boven den grond, ter wijl de oude stammen van onder geheel kaal zijn. De bescherming tegen wilde dieren is dus daarbij geheel uitgesloten en hieruit is de gevolgtrekking te maken dat de doorns ook dienen ter beschutting tegen weers invloeden. Ook bij de roselten vormende succulen ten treedt de doorn-vorming sterk naar vo ren. De bladranden der Agave's en Aloe'3 en aanverwante soorten zijn van tanden of doorns voorzien en loopen in een scherpe punt uit, terwijl bij Echeveria's Mesom'p, enz. die geen randdoorns bezitten de over- hitting weer door een waslaag wordt tegen gegaan. Er zijn ook cactussen, degenen, die in de droogste en heetste streken van de aarde voorkomen, waarvan de stam als het ware verticaal geribd is. zooals de Echinop- sbs, Echino cactus en Cercus. De zonne stralen kunnen door die ribben slechts ge deeltelijk op de planten inwerken, want er zijn dus ook schaduwringen. Soms zijn die ribben zoo hoog, dikwijl® nog van borstel achlige verhevenheden voorzien dat zelfs indien de zon laag staat de opperhuid tegen de verzengende zonnestralen beschermd blijft. Mamillaria vivipara, die nog tot op 50 gr. N.B. in Canada voorkomt (op de noordgrens der Amerikaansche eiken). Zij heeft iederen winter temperaturen van 35 gr. k 40 gr. vorst te doorstaan. Deze plant heeft z.g. doornkussentjes. Ieder kussentje draagt 30 i 40 doorns van 2 c.M. lengte. Valt er sneeuw dan zet deze zich boven op de doorns af en vormt zich zoodoend© een •beschuttende luchtlaag tusschen plant en sneeuw. In een ander geval beschutten die kussentjes de planten tegen verbranden, door te voorkomen dat op het warmste ge deelte van den dag de plantendeelen met met d© door den zon geblakerde steen en, waarlusschen zij groeien in aanraking komen. De meeste dezer planten brengen het on gunstigste jaargetijde door in een soort win terslaap d.w.z. zij hebben na de rijping der vruchten al het nog aanwezige water verlo ren en schrompelen ineen, waardoor de doorns dichter op een komen te zitten. Dat ongunstige jaargetijde is voor de in de Tropen voorkomende cacteëen de droge moesson voor de in het Noorden groeiende cactussen de 9trenge winter. Onder de ge kweekte planten kunnen wij die eigenschap waarnemen bij de winterharde Opuntia's; in den herfst schrompelen de plantendeelen in om in het voorjaar weer op te zwellen. Neemt de gelegenheid te baat de cacteëen eens goed te bekijken en zeker zal uwe be langstelling voor deze zoo bij uitstek inter- ressante gewassen worden opgewekt. Belangwekkend is ten slotte te weten, dat die stekelige planten met hare bijzonder fraaie bloemen, die u zoo van nabij kunt gadeslaan en zoo bescheiden zijn in hare behoeften wat grond betreft (op rotsachti- gen, zandigen en zeer drogen grond groeien zij) tal van vertegenwoordigsters hebben. In sommige streken vormen zij wouden. In de landen van oorsprong zijn zij zeer nuttig. De Cereus levert hout voor huizenbouw Het sap laaft dorstenden. De Mammillaris, Melocactus en Opuntia leveren eetbare vruchten. Vraag: Mijn aardappels Eigenheimers maken door de droogte geel blad. Wat is bier tegen te doen? G. H. K. te L Antwoord: Van de door U voorge stelde maatregelen stel ik mij in de gegeven omstandigheden niet veel resultaten voor. Ik zou alles aan zijn beloop laten. Spoedige regen kan helpen. Vraag: Mijn Rhododendron heb ik voor vier weken in een andere bak gezet. De bladeren worden nu grootendeels geel. Wat i9 hiertegen te doen? J. C. H. PL te L. Antwoord: Uw plant treft het niet met het weer. U heeft hem vermoedelijk niet in de schaduw geplaatst overdag. Daar had hij behoefte aan bij de warmte van de laatsie weken. Bovendien moest ze dagelijks flink gegoten. Er is nu weinig aan te doen Wan neer koel. vochtig weer intreedt, zal uw plant daarvan profiteeren. Vraag: Mijn Azalea's leden eerst door oorwormen en nu van luis en mieren. Wat kan hiervan oorzaak zijn en wat is er tegen te doen. Abonné S. Antwoord: Uw plant is wel heel on-, gelukkig. De droogte zal oorzaak zijn van het optreden van luis. Veel planten hebben hiermede te kampen. De mieren profiteeren van het vocht, dat de luizen afscheiden en waardoor de bladeren kleverig worden. Be-, giet of bespuit de planten eens een paar maal per dag (over de bladeren) met koud water. Luizen en mieren zullen dan wel verdwijnen. Vraag: Hoe moet men uitgebloeide cyclamen behandelen? F. t© L. Antwoord: Uitgebloeide Cyclamen worden met den pot in den tuin gezet ergens in de schaduw. De planten krijgen weinig water. De grond moet evenwel niet heelemaal uitdrogen. De knol komt tot rust en loopt m Augustus weer uit De' plant krijgt dan dagelijks water en éénmaal in de veertien dagen verdunde koemest. Eind September gaat ze naar binnen. J. S. Vragen op tuinbouwgebied aan de Redactiö onder motto „Tuinbouw". RECLAME. Haarl.str. h. Donkersteeg 2-4-6 OPGERICHT 1875 Dubbel breed Oesehnlpt Vitrage on van 52 nu van 62 nu 38 Moderne Dessins Allovors prima kwallt en hooger na slechts van 65, 70, 80 Cts. en hooger 4087 van 50 nn 37 T»n 87H BB 28 met franje of kantstukken no nu slechts 148, 129, wO HET ONTSTAAN TAN EEN DORPSNAAM. Op welk een zonderlinge wijze sommige dorpen aan hun naam zijn gekomen, blijkt uil een oud Friesch volksverhaal. Eenige heeren zaten op een kouden win teravond om het haardvuur samen te over. leggen, hoe zij het dorp zouden noemen, dat zij hadden geslicht. Er brandde een flink turfvuur in den haard, waar zij in een kring om heen zaten. Het viel hun niet gemakkelijk, een naam te bedenken, waarmede zij zich allen konden vereenigen. Hoewel het zeer koud was, kregen zij het langzamerhand toch te warm, zoo vlak bij de gloeiende turven. Vooral hun schenen konden de uitstralende hitte nau welijks verdragen. Daarom riepen ze tot den knecht, die hen bedienen moest: Koud oml Koud oml De knecht begreep, dat hij een laag koude turven om het haardvuur moest leg gen, en deed, zooals hem bevolen was. Voor een oogenblikje hielp dat, maar na eenigen tijd waren de koude turven ook door het vuur aangetast en weldra in. gloeiende kolen veranderd, waardoor de hitte wederom te erg werd voor de sche nen der nog steeds beraadslagende heeren. Toen bevalen zij den knecht opnieuw: Koud oml Koud oml Tot driemaal toe herhaalden zij Setzelfda spelletje. Toe nkreeg een der omzittenden een snuggeren inval. Zij hadden een hond bij zich, die zich een warm plaatsje bij den haard had uit gekozen. Maar als het vuur hem wat al ta heet werd. ging het dier doodeenvoudig een eindje verder van het vuur at. De snuggere man, die dat had opgemerkt, volgde het voorbeeld van het dier en ging ook een eindje achteruit. En werkelijk bleek hem toen, dat het hielp. De andere heeren deden insgelijks en zij waren het er spoedig over eens, dat het middel, door den hond aan de hand ge daan, veel doeltreffender was, dan telkens maar nieuwe turven op hel vuur te leggen. Deze ontdekking deed hen VToolijk lachen en nu was ook de moeilijkheid, een geschiklen naam voor het nieuwe dorp te vinden, spoedig opgelost. Zij kwamen over een, dat het Koud-om zou heeten. Grappenmakers hebben wet beweerd dat de naam werd Kou-dom of koe-dom, wat beleekende zoo dom als een koe. Maar het oude verhaal zegt duidelijk genoeg, dat het dorp Koud-om gedoopt werd, wat later ver- anderde in Koudum. 33

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 11