RESTANTEN
B. DE KONING
UIT ONZE STAATSMACHINE
LAND- EN TUINBOUW.
Zomer-Uitverkoop
VITRAGES
ALLOVERS
GORDIJNEN
LINNEN GORDIJNEN
VARIA.
WATERPOLO.
DE ZIJL I—ZIAN L
Maandagavond, te kwart over acht, speelt
De Zijl I alhier tegen Zian I.
L.Z.C.—ZIAN.
In de Zweminrichting aan den Hoogo
Rijndijk bestreden gisteravond eenige ze
ventallen van L.Z.C. en Zian elkaar. De
uitslagen waren: L.Z.C. IIZian I 21;
L.Z.C. III—Zian II 5—1.
CRICKET.
FLAMINGO'S—M. C. C.
Gisteren is het driehoeksch tournooi van
H. C. C. voortgezet met den wedstrijd Fla
mingo'sM. C. C. Onze stadgenoot, de heer
W. Eigeman, aanvoerder der Flamingo's,
won den toss en liet zijn team het eerst
batten. Het begin was voor onze landge-
nooten zeer somber, maar daarna vlotte het
gelukkig aanmerkelijk beter toen Jansen en
Posthuma bijeen waren. De 1ste innings
sloten op 140 rune. De Hollandsche bowlers
Jiadden vervolgens tegen het M. C. C.-teara
wel meer succes dan men had durven
verwachten.
Het batting-team der gasten is zeker in
Engeland eerste-klasse en het bleek dat
zoowel Rincker als Eigeman en Maas de
batsmen zoo nu en dan in het nauw brach
ten. Vooral Rincker bowlde uitnemend en
er werd met de noodige voorzichtigheid ge
speeld. Van een overwicht der batsmen was
zeer zeker geen sprake. Eigeman „chan-
gede" het bowlen oordeelkundig en dit
had in het begin der innings vooral, steeds
succes. Toen vielen de wickets regelmatig.
Dit moedigde zoowel bowlers als fielders
weer aan en het door de onzen vertoonde
spel stemde tot groote tevredenheid.
Het batten der Engelschen was goed.
De -scores luiden:
Isle innings Flamingo's,
[W. Glerum bowled Allom 0
Jhr. J. v. d. Bosch run out
A. Maas c. Holmes Allom
F. Gibb bowled Allom
iW. Eigeman c. Mc. Canlis Allom
Jhr. mr. C. W. Feith bowled Allom....
E. Jansen bowled Allom 29
S. Posthuma bowled Mc. Canlis38
J Rincker not out22
K. Marang bowled Allom0
B, Höpink bawled Allom
Extra's
Totaal 140
Bowlingcijfers: M. J. C. Allom 8 voor
37, M. Mc. Canlis 1 voor 19, G. F. S. Ste
vens 0 voor 24, E. R. T. Holmes 0 voor 13,
N. G. Wykes 0 voor 2.
lste innings M. C. C.
G. Stevens l.b.w. Rincker 24
R. Twinning c. Glerum Eigeman 0
N. Wykes c. Marang Maas 22
E. Holmes bowled Eigeman 59
G. Kemp Welch c. F. Gibb Maas 2
H. Hunloke c. Glerium Rincker4
M. Mac Canlis bowled Maas 2
P. F. Warner not out 64
F. A. Pilkington l.b.w. Maas 16
M. Allom c. Gibb Feith 19
E. Tattersall not out16
Extra's 12
Totaal 241
(9 w.)
LAWN-TENNIS.
DE WEDSTRIJD AMERIKA—FRANKRIJK.
Tilder heeft per slot van rekening toch
toestemming gekregen om in den wedstrijd
AmerikaFrankrijk uit te komen. Bij de
Franschen i=> Lacoste echter verhinderd. De
Fransche ploeg, die op 15 Augustus zal ver
trekken, zal nu beslaan uit Borotra, Cochel,
Brugnon, de Buzelet, Boussus en Landry.
De wedstrijd zal in September gespeeld wor
den.
Lacoste heeft verklaard, dat hij nog maar
zeer weinig zal spelen. Hij gaat zich wijden
aan de zaken van zijn vader.
PAARDENSPORT.
DE VIERDAAGSCHE AFSTANDSRIT.
Nadat in de laatste jaren steeds naar
Groningen gereden werd, is dit jaar juist
het Zuidelijkste punt van Nederland het
doel van den vierdaagsche. De afstandsrit
is bepaald op 29 Aug. tot en met 1 Sep
tember. Er zal eiken dag ongeveer 60 k 70
K.M. worden afgelegd met een gemiddelde
snelheid van 8 12 K.M.; dat hangt van
den toestand der wegen af.
Het voorloopig plan is29 Aug. vertrek
.fcit Breda, 's avonds aankomst te Eindho
ven; 30 Aug. naar Roermond, 31 Aug.
naar Heerlen, 1 Sept. naar Maastricht.
Er zal iederen dag een cross gereden
worden van 10 A 12 K.M. De conditieproef
op den 5en dag schijnt te vervallen dit
jaar.
BOKSEN.
TUNNEY HANDHAAFT ZICH ALS
WERELDKAMPIOEN ZWAARGEWICHT.
In de elfde ronde tot overwinnaar verklaard.
TUNNEY.
In den strijd om het wereldkampioen
schap boksen zwaargewicht, welke gister
avond voor de 24gte maal in het Yankee
stadion werd gestreden, werd Tunney in de
elfde ronde tot overwinnaar verklaard tegen
den Nieuw-Zeelander Heeney. Deze was in
de elfde ronde totaal uitgebokst.
Terwijl het vorige jaar ongeveer 150.000
toeschouwers den strijd tusschen Dempsey
en Tunney bijwoonden, bedroeg dit aantal
thans niet meer dan 50 a 60.000. zoodat het
finantieele resultaat van dezen wedstrijd
zeer tegenvalt
WIELRENNEN.
WERELDKAMPIOENSCHAPPEN.
Voor de vertegenwoordiging van ons lan<f
bij de Wereldkampioenschappen te Boeda
pest van 1430 Augustus zullen worden
uitgenoodigdJ. Snoek voor het stayers-
nummer voor profs.P. Moeskops voor het
8printnummer voor profs.A. Mazairac en
jhr. G. Bosch v. Drakesteyn voor het
sprratnummer voor amateurs. 4
SCHAKEN.
DE WEDSTRIJDEN VAN DEN
WERELDSCHAAKBOND.
Voor groep A zijn in de zevende ronde de
volgende uitslagen verkregen:
AraizaWhitaker
TschépurnoffTreybal 01
NilssonEuwe 01
RosseliBecker V*V»
TyrolerSteiner 01
PrzepiorkaChéron 01
GolmayoCarls V*7»
MattisonHenneberger
Afgebroken.
Later zijn nog eenige afgebroken partijen
uitgesteld De resultaten waren:
CarlsPrzepiorka V»
TreybalAraiza 10
ChéronTyrol er 01
AraizaWhitaker 01
De stand na de 7e ronde luidt:
Euwe 67', Treybal 6, Mattison 57», Gol
mayo 5. Carls 41/», Przepiorka 4, Chéron
37a, Nilsson, Tschépurnoff en Whitaker
ieder 3. Araiza, Becker en Henneberger
ieder 27», Tyroler 2, Roselli del Turco
17* en Steiner 1.
„HET NEDERLANDSCH POSTMUSEUM'
Ook de Post komt meer in het midden
punt der groote historische belangstelling le
staan. Gewoonlijk openbaart de publieke be
langstelling in de Post zich door het lan-
ceeren van op- en aanmerkingen over hare
tekortkomingen. DAt en hoé echter in de
laatste jaren ook de Nederlandsche Post zich
heeft ingeschoten op de door nieuwe tijds
omstandigheden geschapen toestanden,
wordt te vaak over het hoofd gezien. Het zal
goed wezen, wanneer men mettertijd over
zichtelijk zien kan de geschiedenis van
Tante Post, hetgeen zal kunnen, wanneer
,,Het Nederlandsch Poslmuseum" er zijn
zal. De stichting van dit museum kan bin
nen niet al te langen tijd tegemoet gezien
worden.
Ingediend toch werd bij de Tweede Kamer
een ontwerp van wet tot het in het leven
roepen van een stichting ,,Het Nederlandsch
Postmuseum". Door deze wet wordt de Mi
nister van Waterstaat eventueel gemachtigd
om verschillende voor dit doel reeds afge
zonderde en in den bij deze wet behooren
den ontwerp-stichtingsbrief omschreven
Rijks roerende goederen op het gebied der
geschiedenis van het po9t-, telegraaf- en
telefoonwezen (zegels en andere voorwer
pen) te bestemmen voor een stichting „Het
Nederlandsch Postmuseum", ten doel heb
bende het aanleggen, onderhouden en uit
breiden van eene in den regel voor het pu
bliek toegankelijke verzamelihg op het ge
noemde gebied en verder om aan deze stich
ting onder medewerking van den Minister
van Financiën die Rijksgoederen te schen
ken. welke haar doel zullen bevorderen.
Inderdaad mag aangenomen worden, dat
met deze stichting een daad verricht wordt,
welke ten goede komen kan en zal aan de
kennis der Nederlandsche cultuurgeschiede
nis. Trouwens andere landen zijn ons reeds
voorgegaan in de oprichting van zulke
musea.
Ter verduidelijking van dit voorstel zeg
gen de ministers in hunne memorie van toe
lichting:
,In 1924 is overgegaan tot de inrichting
van een Postmuseum in eenige lokalen van
het gebouw van het hoofdbestuur der Pos
terijen en Telegrafie. De kern daarvan
maakte uit een in genoemd jaar voor dit
doel ten geschenke ontvangen belangrijke
verzameling. Een passende organisatie om
dit begin tot ontwikkeling te brengen, ont
brak echter nog. Dit wetsontwerp strekt om
daarin te voorzien.
Het komt den ministers voor, dat de vorm
eener stichting in welker organisatie den
Minister van Waterstaat in verband met
den inbreng door den Staat zekere bevoegd
heden zijn toegekend, moet worden gekozen.
Beheer door een zoodanige stichting toch
heeft in dit geval, met het oog op de ont
wikkeling der instelling, bijzondere voor-
deelen boven zuiver Staatsbeheer. Vooreerst
zal op deze wijze de onmisbare actieve
medewerking van op dit gebied vooraan
staande personen, die als bestuurders de
stichting kunnen leiden, het best worden
verkregen. Bovendien wordt gemeend, dat in
het algemeen gewenschte voorwerpen eer
der aan het museum zullen worden geschon
ken of gelegateerd als dit een zelfstandig be
staan heeft, samenvallend met bet speciale
gebied, dan wanneer het opgaat in den
Staat. Een toegewijd verzamelaar zal zijn
collectie, niet zelden vrucht van een heel
leven, bij gebreke van een geschikten op
volger, licht schenken of legateeren aan een
instelling, die haar krachtens haar statuten
tot bevordering van het gewaardeerde gebied
doet strekken.
De uitgaven van het Postmuseum, zooals
dit is gedacht, zullen geen ernstig beroep
doen op de Staatskas. Kostbare aankoopen
komen, zoolang de daarvoor vereischte eigen
middelen aan de stichting ontbreken, niet
in aanmerking. Dit kan te meer gelden,
daar de stichting op den duur ongetwijfeld
mag rekenen op legaten en schenkingen,
welke niet alleen nieuwe aanwinsten, maar
ook dubbelen ter beschikking van het
museum brengen. De dubbelen zullen mate
riaal geven niet alleen voor ruil, maar ook
voor verkoop^aast de op die wijze beschik
baar komende gelden staan als verdere in
komsten jaarlijksche bijdragen, legaten en
schenkingen in geld en entrée-gelden. In
dien de Staat dan zorgt voor een directeur
en voor huisvesting (welke beschikbaar is
in het gebouw van het hoofdbestuur der
Posterijen en Telegrafie), zal het Post
museum !d den regel kunnen bestaan zon
der geldelijke bijdragen van den Staat. Op
voor den Staat weinig bezwarende wijze
kan Nederland dan een instelling van cul-
tureele beteekenis rijker worden. Hierbij
wordt aangeteekend, dat in verschillende
plaatsen van het buitenland reeds een post
museum bestaat. Als zoodanig worden ge
noemd Berlijn, Bern, Kopenhagen, Londen,
Madrid, Neurenberg, Parijs, Petrograd,
Stockholm en Weenen, terwijl ook in Hon
garije, Japan, Mexico en Polen postmusea
bestaan. In verschillende andere landen is
een postmuseum in voorbereiding, terwijl
ook plannen bestaan tot inrichting van een
Internationaal Postmuseum te Bern, als
onderdeel van het Internationaal Bureel der
Algeraeene Postvereeniging.
De bij dit wetsontwerp gevoegde ontwerp-
stichtingsakte wijst aan, op welken voet de
organisatie der slichting is gedacht. De Mi
nister van Waterstaat heeft verschillende
bevoegdheden, welke een passend Staats
toezicht op de stichting verschaffen. Het in
artikel 2 der ontwerp-stichtingsakte ge
noemde reglement zal de openstellingsuren
van het museum en verdere punten regelen.
Aan het bestuur is een uitgebreide macht
verleend. Wat den directeur betreft, wordt
nog opgemerkf, dat uiteraard het als Staats
instelling aangevangen museum ook onder
het dagelijksch beheer van een Rijksamb
tenaar is gesteld.
CACTACEEËN OF CACTUSPLANTEN.
Oh, die stekelige dingen daar moet
ik niets van hebben hoort men dikwijls
zeggen, maar is die verwerping wel gemoti
veerd 1 Neen, zij die dit zeggen hebben
niet goed kennis gemaakt met deze plan
ten, zij hebben geen oog voor hun eigen-
aardigen groei, waarbij dè stam zich sterk
ontwikkelt ten opzichte van de blaren en
de plant op bet eerste gezicht eenigszins
vreemd aandoet, maar bij nadere beschou
wing belangstelling opwekt. Voelt men zich
eenmaal aangetrokken tot dit soort plan
ten dan worden de zorgen daaraan be
steed ruimschoots beloond want aan de
toppen van de plant ontspruiten bloemen,
die buitengewoon mooi zijn en aantrekke
lijk om den ongeëvenaaxden vorm en de
schitterende kleur. In de volgende regelen
wil ik probeeren uw belangstelling voor
deze planten op te wekken en in een vol
gend artikel eenige soorten, die het meest
voor kamerplanten in aanmerking kome«n,
te beschrijven en de behandeling er van
aangeven.
Goed, zij zijn voor uw begrip niet mooi
want de bladeren zitten op elkander, zij
zijn dikwijls van scherpe dorens voorzien
of zij hebben een ronden gedrongen vorm
en dikke wratten bekleeden dikwijls de
plaats van takken, maar mij trekken
aan juist om de grilligheid der vormen,
deze plauien geven de voldoening die me
nig liefhebber zoekt, het bezitten van een
uitheemsche plant die zich 's winters go-
makkelijk laat behandelen en 's zomers een
plaats in uw tuin kan innemen, een plant
die ten slotte bloemen voortbrengt die met
haar satijnen glans en fijnheid van lijn kun
nen wedijveren met de fraaiste orchideeën.
In de eerste plaats zal ik dus iets ver
tellen over haar aanpassingsvermogen bij
groote vochtigheid en droogte hetgeen
wordt mogelijk gemaakt door de wonder
baarlijke samenstelling van al haar or
ganen.
De cactaceeën kunnen beschouwd wor
den als een plantensoort, die eerst later
tot de flora van onze aarde is gaan behoo-
ren. Zooals u waarschijnlijk bekend zal zijn
neemt men aan, dat alle planten een na
tuurlijke verwantschap hebben. De cactus
planten hebben bij haar ontwikkeling zich
aangepast aan de ongunstigste omstandig
heden waarin de planten, waarvan zij af
stammen kwamen te verkeeren, de orga
nen hebben zich dus langzamerhand gewij
zigd naar gelang van de behoefte der plant,
tot het volbrengen van verschillende levens
verrichtingen.
Hieraan is nu toe te schrijven de grillige
vorm, waarin deze planten zich aan ons
oog vertoonen. De eenige caetussoort, die
nog het oude type van de oer-plant heeft
behouden is de „Peireska", de stam van
deze plant heeft zich normaal ontwikkeld
en ook de bladeren zijn die van een loof
boom.
De meeste cacteeën hooren in Amerika
thuis, hoewel er ook andere soorten zijn,
die overal in warme gewesten in het veld
groeien. De familie telt meer dan 1000 soor
ten, maar natuurlijk zijn niet alle geschikt
in den tuin of in de kamer gekweekt te
worden.
Men onderscheidt twee groote gebieden
waar deze planten het meest op den voor
grond treden en als het ware het land
schapskarakter vormen; het eene de hoog
vlakte van Mexico en het andere de Karroo
van Kaapland. Het klimaat komt in beide
gebieden vrijwel overeen, de regen valt er
voornamelijk in den zomer, dus in den tijd
dat cactussen vochtigheid het hardste 1100-
dig hebben. Gedurenden den nazomer en
winter heerscht er droogte, de cactussen
zijn dan in rust. Nu valt de re-gen daar
niet als bij ons in langdurige fijne regen,
maar in korte plotselinge stortvloeden en
bovendien weikt de bodemgesteldheid niet
mee, want het water in die streken, vloeit
dadelijk van de hellingen af, of zakt diep
weg.
De cactussen zijn dus genoodzaakt in
een korten tijd water op te nemen. Bekijkt
men het wortelstelsel van den cactus nauw
keurig dan merkt men op dat dit uit een
zeer wijd vertakt stelsel van vleezige wor
tels bestaat, dat zich wel 5 k 6 c.M. rondom
de plant uitstrekt. De wortels zijn dik en
broos en opgebouw uit cellen, die wijde
vaten vormen. Door dezeD wortelbouw kun
nen zij in zeer korten tijd veel water op
nemen, doch hiermede alleen is de plant
nog niet gebaat, zij moet nog aan andere
eischen voldoen n.L het opgenomen water
zoolang mogelijk kunnen vasthouden. Wan
neer het water door de wortels opgenomen
is, wordt het verder in den stam of in ver
schillende weefsels vastgehouden, soms i*
bladervormige organen of in een dikke
vleezige pen wortel zooals bij de Cereus
tube rosus en Ariocaxpussoorteo.
Bij het ijskruid (Mexembrianthemeum
cristallinum) dienen hiertoe de kleine blaas
jes over de geheele bladoppervlakte. Ver
schillende zouten en slijmachtige stoffen
worden door het water opgenomen, die er
toe meewerken algeheel vocht-verlies tegen
te gaan. De bouw van de plant boven den
grond i9 zoodanig ingericht dat zij zooveel
mogelijk weerstand kan bieden tegen ver
zengende zonnestralen. De planten hebben
meestal een bollen vorm, waardoor zij aan
een zoo klein mogelijk oppervlak de grootste
inhoud paren. Bovendien zijn de meeste
cacteeën van een wa9laagje voorzien, andere
van een kurkachtige laag, ook de dorens
dragen het zijne er toe bij om het vocht uit
de plant moeilijk doorgang te verschaffen.
Die planten waarvan de stam geheel de
functie der bladeren op zich heeft genomen
kunnen geen beschuttingslaag gebruiken.
Bij deze is de opperhuid sterk verdikt en lig
gen de huidmondjes diep er in weggezonken,
zoodat de droge heele wind er niet onmid
dellijk langs kan strijken.
Bij weer andere bijv. Euphorbia Tiruealli
zijn de huidmondjes door een hoog walletje
van was' omgeven. Bij deze is het aantal
huidmondjes sterk verminderd in verhouding
tot den inhoud waarmede zij correspondee-
ren. Ook door de dichte laag van dorens,
die vaak tot lange haren overgaan, zooals
bij de Grijsaardcaclus (Pilocereus semiles)
vinden deze planten een goed middel tegen
sterke verdamping.
Vroeger werd vrij algemeen aangenomen,
dat de dorens slechts dienden voor bescher
ming tegen dieren en in zekeren zin is dit
ook zoo, doch vele onderzoekingen leerden,
dat ze nog een geheele reeks andere func
ties te verrichten hebben. De meeste doorus
vinden we aan de hoogste deelen der plan
ten, vaak 15 k 20 c.M. boven den grond, ter
wijl de oude stammen van onder geheel kaal
zijn. De bescherming tegen wilde dieren is
dus daarbij geheel uitgesloten en hieruit is
de gevolgtrekking te maken dat de doorns
ook dienen ter beschutting tegen weers
invloeden.
Ook bij de roselten vormende succulen
ten treedt de doorn-vorming sterk naar vo
ren. De bladranden der Agave's en Aloe'3
en aanverwante soorten zijn van tanden of
doorns voorzien en loopen in een scherpe
punt uit, terwijl bij Echeveria's Mesom'p,
enz. die geen randdoorns bezitten de over-
hitting weer door een waslaag wordt tegen
gegaan. Er zijn ook cactussen, degenen, die
in de droogste en heetste streken van de
aarde voorkomen, waarvan de stam als het
ware verticaal geribd is. zooals de Echinop-
sbs, Echino cactus en Cercus. De zonne
stralen kunnen door die ribben slechts ge
deeltelijk op de planten inwerken, want er
zijn dus ook schaduwringen. Soms zijn die
ribben zoo hoog, dikwijl® nog van borstel
achlige verhevenheden voorzien dat zelfs
indien de zon laag staat de opperhuid tegen
de verzengende zonnestralen beschermd
blijft. Mamillaria vivipara, die nog tot op
50 gr. N.B. in Canada voorkomt (op de
noordgrens der Amerikaansche eiken). Zij
heeft iederen winter temperaturen van 35
gr. k 40 gr. vorst te doorstaan. Deze plant
heeft z.g. doornkussentjes. Ieder kussentje
draagt 30 i 40 doorns van 2 c.M. lengte.
Valt er sneeuw dan zet deze zich boven op
de doorns af en vormt zich zoodoend© een
•beschuttende luchtlaag tusschen plant en
sneeuw. In een ander geval beschutten die
kussentjes de planten tegen verbranden,
door te voorkomen dat op het warmste ge
deelte van den dag de plantendeelen met
met d© door den zon geblakerde steen en,
waarlusschen zij groeien in aanraking
komen.
De meeste dezer planten brengen het on
gunstigste jaargetijde door in een soort win
terslaap d.w.z. zij hebben na de rijping der
vruchten al het nog aanwezige water verlo
ren en schrompelen ineen, waardoor de
doorns dichter op een komen te zitten.
Dat ongunstige jaargetijde is voor de in
de Tropen voorkomende cacteëen de droge
moesson voor de in het Noorden groeiende
cactussen de 9trenge winter. Onder de ge
kweekte planten kunnen wij die eigenschap
waarnemen bij de winterharde Opuntia's;
in den herfst schrompelen de plantendeelen
in om in het voorjaar weer op te zwellen.
Neemt de gelegenheid te baat de cacteëen
eens goed te bekijken en zeker zal uwe be
langstelling voor deze zoo bij uitstek inter-
ressante gewassen worden opgewekt.
Belangwekkend is ten slotte te weten, dat
die stekelige planten met hare bijzonder
fraaie bloemen, die u zoo van nabij kunt
gadeslaan en zoo bescheiden zijn in hare
behoeften wat grond betreft (op rotsachti-
gen, zandigen en zeer drogen grond groeien
zij) tal van vertegenwoordigsters hebben. In
sommige streken vormen zij wouden. In de
landen van oorsprong zijn zij zeer nuttig.
De Cereus levert hout voor huizenbouw Het
sap laaft dorstenden. De Mammillaris,
Melocactus en Opuntia leveren eetbare
vruchten.
Vraag: Mijn aardappels Eigenheimers
maken door de droogte geel blad. Wat is
bier tegen te doen?
G. H. K. te L
Antwoord: Van de door U voorge
stelde maatregelen stel ik mij in de gegeven
omstandigheden niet veel resultaten voor.
Ik zou alles aan zijn beloop laten. Spoedige
regen kan helpen.
Vraag: Mijn Rhododendron heb ik voor
vier weken in een andere bak gezet. De
bladeren worden nu grootendeels geel. Wat
i9 hiertegen te doen?
J. C. H. PL te L.
Antwoord: Uw plant treft het niet
met het weer. U heeft hem vermoedelijk niet
in de schaduw geplaatst overdag. Daar had
hij behoefte aan bij de warmte van de laatsie
weken. Bovendien moest ze dagelijks flink
gegoten. Er is nu weinig aan te doen Wan
neer koel. vochtig weer intreedt, zal uw
plant daarvan profiteeren.
Vraag: Mijn Azalea's leden eerst door
oorwormen en nu van luis en mieren. Wat
kan hiervan oorzaak zijn en wat is er
tegen te doen.
Abonné S.
Antwoord: Uw plant is wel heel on-,
gelukkig. De droogte zal oorzaak zijn van
het optreden van luis. Veel planten hebben
hiermede te kampen. De mieren profiteeren
van het vocht, dat de luizen afscheiden en
waardoor de bladeren kleverig worden. Be-,
giet of bespuit de planten eens een paar
maal per dag (over de bladeren) met koud
water. Luizen en mieren zullen dan wel
verdwijnen.
Vraag: Hoe moet men uitgebloeide
cyclamen behandelen?
F. t© L.
Antwoord: Uitgebloeide Cyclamen
worden met den pot in den tuin gezet
ergens in de schaduw. De planten krijgen
weinig water. De grond moet evenwel niet
heelemaal uitdrogen. De knol komt tot rust
en loopt m Augustus weer uit De' plant
krijgt dan dagelijks water en éénmaal in de
veertien dagen verdunde koemest. Eind
September gaat ze naar binnen.
J. S.
Vragen op tuinbouwgebied aan de Redactiö
onder motto „Tuinbouw".
RECLAME.
Haarl.str. h. Donkersteeg 2-4-6
OPGERICHT 1875
Dubbel breed Oesehnlpt Vitrage on
van 52 nu
van 62 nu 38
Moderne Dessins Allovors prima kwallt
en hooger
na slechts
van 65, 70, 80 Cts. en hooger
4087
van 50 nn 37
T»n 87H BB 28
met franje of kantstukken no
nu slechts 148, 129, wO
HET ONTSTAAN TAN EEN DORPSNAAM.
Op welk een zonderlinge wijze sommige
dorpen aan hun naam zijn gekomen, blijkt
uil een oud Friesch volksverhaal.
Eenige heeren zaten op een kouden win
teravond om het haardvuur samen te over.
leggen, hoe zij het dorp zouden noemen,
dat zij hadden geslicht. Er brandde een
flink turfvuur in den haard, waar zij in
een kring om heen zaten. Het viel hun
niet gemakkelijk, een naam te bedenken,
waarmede zij zich allen konden vereenigen.
Hoewel het zeer koud was, kregen zij
het langzamerhand toch te warm, zoo
vlak bij de gloeiende turven. Vooral hun
schenen konden de uitstralende hitte nau
welijks verdragen. Daarom riepen ze tot
den knecht, die hen bedienen moest:
Koud oml Koud oml
De knecht begreep, dat hij een laag koude
turven om het haardvuur moest leg
gen, en deed, zooals hem bevolen was.
Voor een oogenblikje hielp dat, maar na
eenigen tijd waren de koude turven ook
door het vuur aangetast en weldra in.
gloeiende kolen veranderd, waardoor de
hitte wederom te erg werd voor de sche
nen der nog steeds beraadslagende heeren.
Toen bevalen zij den knecht opnieuw:
Koud oml Koud oml
Tot driemaal toe herhaalden zij Setzelfda
spelletje. Toe nkreeg een der omzittenden
een snuggeren inval.
Zij hadden een hond bij zich, die zich
een warm plaatsje bij den haard had uit
gekozen. Maar als het vuur hem wat al ta
heet werd. ging het dier doodeenvoudig een
eindje verder van het vuur at. De snuggere
man, die dat had opgemerkt, volgde het
voorbeeld van het dier en ging ook een
eindje achteruit.
En werkelijk bleek hem toen, dat het
hielp. De andere heeren deden insgelijks
en zij waren het er spoedig over eens, dat
het middel, door den hond aan de hand ge
daan, veel doeltreffender was, dan telkens
maar nieuwe turven op hel vuur te leggen.
Deze ontdekking deed hen VToolijk
lachen en nu was ook de moeilijkheid, een
geschiklen naam voor het nieuwe dorp te
vinden, spoedig opgelost. Zij kwamen over
een, dat het Koud-om zou heeten.
Grappenmakers hebben wet beweerd dat
de naam werd Kou-dom of koe-dom, wat
beleekende zoo dom als een koe. Maar het
oude verhaal zegt duidelijk genoeg, dat het
dorp Koud-om gedoopt werd, wat later ver-
anderde in Koudum.
33