H0IIANDsch~2WITSERSCHE IOctsBEEPEN
FRUIT-SODA
zwaarder
j£u/o gewicht.
Vbord/i stub behoeft
dcius niets te beta/en
HET MYSTERIE
VAN BELVOIR-MANSIONS.
DAGBLAD, Woensdag 27 Juni 1928
Derde Blad
No. 20946
69sle Jaargang
RECHTZAKEN.
LEIDSCH
FEUILLETON.
2292
RECLAME.
DE VEENDAMMER HYPOTHEEKBANK.
Mr. Kortenoever op vrije voeten gesteld.
Achtste dag.
Gisteren werd de behandeling van de
zaak der Veendammer Hypotheekbank voor
de vierde Kamer der Amsterdamsche Recht
bank onder leiding van den president, rar.
Meekmann, voortgezet.
Gehoord wordt de verdachte A. G. M., die
na het aftreden van de verdachten W. is
opgetreden ais directeur van de Veendam
mer Hypotheekbank.
De verdachte kent Liebermann van 1909
af en heeft voor zijn benoeming lot direc
teur van „de A'eendammer" gefungeerd als
boekhouder van de Holland-Amerika Hypo
theekbank en als accountant van de Gooi-
sche Hypotheekbank.
De president: Weet u, dat Liebermann
de Gooische Hypotheekbank heeft gebruikt
als borg voor zijn belastingschulden?
De verdachte: Dat heb ik achteraf ge
hoord.
De president: Maar toch voordat u tot
directeur werd benoemd van „de Veendam
mer". Ik mag aannemen, dat u toen Lieber
mann wel door en door kende.
De verdachte stemt dit toe.
De president: Wat heeft Liebermann u
gezegd bij uw benoeming tot directeur van
de Veendammer Hypotheekbank? U had
immers van het hypotheekwezen geen ver
sland?
De verdachte: Liebermann zei me, dat ik
maar vier of zes weken als directeur zou
behoeven te fungeeren. Na afloop van die
periode zou „de Veendammer" ingebracht
worden in de „Atlas Hypotheekbank"
De president: Heeft Liebermann u als
directeur vrij spel gelaten, of heeft hij u ge
zegd wat u doen moest?
De verdachte: Hij heeft vóór mijn benoe
ming het z.g. kassierscontract ontworpen.
Mr. van Gigch heeft het later formeel vast
gesteld.
De president: En de vordering, die de
Veendammer van de .verdachten W. had
overgenomen
De verdachte: Die zou beschousfd. worden
als een eerste deposito van de „Veendam
mer" bij de Discontobank:
Voorts zegt de verdachte het contract van
15 Juni gekend te hebben vóór zijn benoe
ming.
De president: En hebt u het aanvullings
contract ook gezien
De verdachte: Nooit.
De president: Maar de strekking ervan
kende u toch well
De verdachte: Ik dacht, dat er slechts
één millioen in hypolheeken betaald zou
worden. De Veendammer zou daarvoor in
ruil de vordering van de verdachten W. op
de Discontobank ontvangen 1
De president: Dan heeft dus het plan om
te betalen met de activa van „de Veendam
mer" reeds veel eerder bestaan dan mr.
Schürmann hier heeft verteld! Hebt u niet.
begrepen, dat de overdracht van de activa
der Veendammer geschiedde ten nadeele
van de pandbriefhouders van de Veendam
mer Hypotheekbank?
De verdachte heeft dit niet ingezien en
heeft voorts gemeend, dat het kassiers-con
tract een borgtocht inhield van Van der
Toorn en Liebermann voor de betaling van
twee en een half millioen gulden.
De president: U, als accountant, had be
knoren in te zien. dat het iets dergelijks
absoluut niet inhield. Integendeel, de Dis
contobank kreeg er het recht door de Veen
dammer nog verder leeg te halen.
RECLAME.
Het namaken van
1906 vindt overal plaats.
Alleen met R.H.W.
op het etiket, ontvangt U dB BCbtB.
De verdachte erkent voorts het contract
met den heer Schim van der L09Ü gekend
te hebben.
De president: U hebt reeds eerder ver
klaard, dat u wist, dat Schim van der
Loef! niet kapitaalkrachtig was. Wanneer
de aandeelen aan Schim van der Loeff
werden overgedragen, ging de vordering van
„de Veendammer" ook over op Schim van
der Loeff, die haar hoogstwaarschijnlijk
niet zou kunnen betalen.
Mr. Van Berckel: Maar wanneer die trans
actie met Schim van der Loeff was door
gegaan, hoe kon u dan denken, dat u maar
tijdelijk zou behoeven te fungeeren als
directeur van „de Veendammer". Door dat
tot stand komen van de transactie met Schim
van der Loeff geraakte de Atlas Hypotheek
vanzelf van de baan!
De verdachte antwoordde, dat aan het
contract Schim van der Loeff een opschor
tende voorwaarde verbonden was!
De president: Dat hooren we dan van
daag voor het eerst. U zelf hebt daarvan
ook nooit gesproken! En wat hield die op
schortende voorwaarde in?
De verdachte: Dat Schim van der Loeff
voor goede borgen zou zorgen.
De president: Maar toen het contract
gesloten werd wist u heel goed, dat die
borgen er niet waren. De heer Schim van
der Loeff heeft trouwens heelemaal niet
gesproken over een voorwaarde als deze.
De verdachte: Dan was de Atla3 Hypo
theekbank er toch nog altijd.
De president: Voor u niet, want volgens
uw vroegere verklaring hebt u altijd ge
dacht, dat het contract Schim van der Loeff
was doorgegaan.
De verdachte blijft hierop het antwoord
schuldig.
Do president: En wat zoudt u voor uw
bemoeiingen ontvangen?
De verdachte: Ik heb f. 5000 gehad voor
mijn bemoeiingen met de Discontobank.
De president: Maar was er dan niets voor
n vastgesteld als directeur van de Ven
dammer?
De verdachte: Neen, er was geen bedrag
vastgesteld.
De president: Maar Liebermann zal u
toch wel wat beloofd hebben?
De verdachte: Ook dat niet!
De president: Maar in ieder geval hebt u
leek f. 25.000 gehad voor uw bemoeiingen.
De verdachte: Dat is waar!
De president: Waar dacht u, dat Lieber
mann al dat geld vandaan haalde?
Do verdachte: Hij scheen in Brussel goede
zaken gemaakt te hebben. Hij leefde toen
tenminste tamelijk weelderig.
De president: In welke verhouding stond
Liebermann eigenlijk tot de Discontobank?
De verdachte: Liebermann was om zoo
te zeggen de kassier van de bank. Hij ont
ving en betaalde alle gelden.
De president: De bank was dus eigenlijk
niets; Liebermann was alles! Blijft u nu
nog beweren, dat u niet heeft ingezien,
dat de overdracht van de aandeelen in de
Veendammer niet geschiedde in het belang
der pandbrief houders?
De verdachte: Ik heb dat niet ingezien.
Wü werkten jaren lang -samen.
De president: Dan zult u al die jaren
toch niet zooveel moois van Liebermann
gezien hebben waarop die sfeer van ver
trouwen gegrond kon zjjn. Ik wil nu echter
kort en goed hooren om welke redenen
u hebt geloofd dat Liebermann beschikte
ever groote bedragen. Vertelt u mij eens
geen algemeenheden, maar feiten.
De verdachte: Ik kan het niet precies
zeggen!
De president: U hadt dus geen redenen
om te gelooven aan Liebermann'g rijkdom.
De verdachte zegt daarop nog eens, vóór
dat er sprake was van de Veendammer Hy
potheekbank, van den heer Sedeyn gehoord
te hebben, dat Liebermann gelden zou
verduisterd hebben van de Maatschappij
voor Scheepsverband.
Deze mededeeling verwekt eenige hilari
teit achter de groene tafeL
De officier van justitieDes te meer
reden hadt u om voor Liebermann op uw
hoede te zijn.
Op een vraag van den president deelde
verdachte mede, dat hij den borgtocht van
Van der Toorn in handen heeft gelaten van
Liebermann.
De president: Maar u hadt als directeur
van de Veendammer dien borgtocht moe
ten opeischen.
De verdachte: Dat had ik ook moeten
doen
De president: Bestond er tusschen u en
Liebermann niet een overeenkomst, dat u
alles zoudt doen wat Liebermann wilde
De verdachte: Neenl
De president: Maar ten slotte is toch
alles gebeurd zooals Liebermann het wilde.
De verdachte deelt daarop mede, dat hij
reeds spoedig gehoord had, dat de borg
tochten van het kassierscontract vervallen
waren. Het kassierscontract zelf zou echter
volgens Liebermann intact gebleven zijn.
De president: Toen u directeur geworden
was hebt u niet dadelijk de nioodige boe
kingen verricht niet waar 1
De verdachte: Neen. Ik heb gewacht op
de officieel© gegevens, die op dat oogen-
blik bij den notaris berustten.
De president: Noodig was dit eigenlijk
niet; dat hebt u vroeger al eens verklaard.
De verdachteIk achtte het toch wen-
schelijk.
De president: Nu moet u mij toch nog
eens iets uitleggen. Toen u directeur was
geworden van ,,de Veendammer" leefde u
in de veronderstelling, dat het contract
met Schim van der Loeff was doorgegaan
en dat deze dus alle aandeelen in ,,de Veen^
dammer' 'in handen had.
De verdachte: Jawel!
De president: Maar waarom hebt u dan
toch dadelijk aan de Discontobank voor
f. 160.000 aan effecten en meer dan een ton
aan contanten overgedragen. Schim van der
Loeff kreeg op zoo'n manier hoe langer hoe
minder voor zijn geld
De verdachte: Maar de Discontobank
zou toch als bankier van ,,do Veendammer"
fungeeren. Dat stond in het kassaerscon-
tract!
De president: Waarvan de borgstellingen
verdwenen waren!
De president merkt voort® op, dat het
den verdachte toch wel tot nadenken had
moeten stemmen dat Liebermann hem
slechts voor al zijn bemoeiingen zou kun
nen beloonen, wanneer de transacties met
de Veendammer ,,dat vaatje, waaruit al dat
geld getapt kon worden", tot stand zou zijn
gekomen.
De verdachte zegt voorts, dat Lieber
mann ongeveer half Augustus voor f. 350.000
aan coupons heeft gestort in de kag van de
Veendammer Een belangrijk bedrag was
ook besteed voor de betaling van de Beleg-
gings-Mij. „Noord-Holland."
De president: Ten koste van de Veendam
mer.
De verdachte beweert daarna zelf ook van
het ontvangen salaris f. 10.000 te hebben
teruggestort in de kas van de Veendammer
toen de bank door Paardekooper was ge
kocht. Deze heer was op reis gegaan en had
niet genoeg contanten in de kas achterge
laten.
Om 1 uur wordt gepauzeerd.
Na de pauze werd het veitooor van ver
dachte Möhring voortgezet.
Verd. verklaarde, dat hij eerst op den
dag zelf, 25 Juli, vernomen had, dat de
overdracht der aandeelen van de familie
Woltman door het nieuwe bestuur zou
plaats vinden.
President: „Maar hoe zou het oude be
stuur het ook hebben kunnen doen. Dat zou
een overdracht van Woltman aan Woltman
geweest zijn."
Rechter mr. Van Berokel: „Wat gaf men
voor reden op dat de overdracht van het
nieuwe bestuur zou uitgaan Er moet toch
een reden voor geweest zijn V
Verdachte: „De Woltmans wilden het
zoo."
Mr. Van Berckel: „En de verandering
van betaling van het tweede millioen V
Verdachte: „Het is mij opgevallen dat
het tweede millioen ook in hypotheken, hui-
zen enz. zou worden betaald. Maar mr.
Van Gigch zeide dat de wijze van betaling
veranderd was en dat het zoo ook goed
was."
Mr. Van Berckel: „Maar u weet toch, dat
elk hvpotkeekbedrijf er op berust., dat de
pandbriefhoyde-rs gedekt worden door een
zakelijk onderpand
Verdachte: „Ik dacht dat de borgtoch
ten..."
President: „Dacht u werkelijk dat er
iemand was die voor die aandeelen 2% mil
lioen zou over hebben V'
Verdachte: „Ja, Schim van der Loeff.
Ook was er nog een Duitsche combinatie.
President: „Er was al 3% millipen uit de
bank gehaald, welke bonafide kooper zou
dan nog 2J/& millioen voor de aandeelen wil
len geven 1
Verdachte: „Ik dacht dat de menschen
die dat doen wilden, wel wisten wat ze
deden. Bovendien konden de koopers er
uitkomen door de pandbrieven tegen beurs
koers (60 pCt.) in te koopen."
President: „Maar kunt u zich voorstel
len dat een bonafide kooper dat doen zou V'
Verdachte: „Jawel, want de beurskoers
wordt bepaald door vraag en aanbod."
Vervolgens trad get. J. P. G. Kok voor het
hekje, de man van de Beleggin? Mij.
Noord-Holland en van vele andere N.V.tjes.
Zooals men zich herinneren zal was Kok
Vrijdag 11. voor een week reeds aan een
langdurig verhoor onderworpen.
Getuige vertelde dat hij ten huize van
Paardekooper een onderhoud had gehad met
Liebermann en Möhring. Hij vroeg aller
eerst kleine bouwcredielen voor panden,
waarbij hij als borg betrokken was. Toen
men dit weigerde is men het eens geworden
over een anderen vorm .welke gebaseerd
was op royement van hypotheken en wel
tot een totaal van 13 ton tegen betaling van
8 ton.
President: „Het totaal bedrag van de gel
den die de Veendammer op hypotheken had
verschaft was veel meer dan de f. 850.000,
die u er voor gaf."
Getuige: „Het zit zoo. Er was
President: U hebt ja of neen te zeggen.
Dat gedraai van u begint me de keel uit te
hangen."
Getuige: „Ja, het totaal bedrag was
f. 1.300.000."
President: „U bent bij elkaar voor ruim
7 ton borg geweest en die borgen verdwenen
zoo maar."
Uit het verdere verhoor van getuige Kok
bleek, dat Liebermann herhaaldelijk grooté
bedragen van afgeloste hypotheken van ge
tuige heeft ontvangenl
Mr. Reiiingh (tot get. Kok): U heeft in
dertijd een candidaat-notaris op uw kantooü
gehad. Hebt u er niet veel geld voor geboi
den, al9 hij notaris kon worden in Haar
lem?"
Getuige: „Ik had er f.6000 voor over.H
Mr. Reiiingh: „Was het niet f. 15.000
Getuige: „Neen."
President (tot getuige Möhring): Wist u
dal Kok borg was voor de aan hem yer-
leende hypotheken?"
Verdachte: „Neen."
De president merkte hierna op dat hij KeB
een toevoeging tot de serie door verdachte
Möhring gedebiteerde ongeloofelijkheden
vond, dat deze voor 13 ton waarden htr'1,
opgeruimd, waarvan het grootste gedeelte
tegen 50 pCt., zonder te kijken of er ookj
borgen waren. „Ik begin zoo langzamer-;
hand den indruk te krijgen zeide hij
dal u geheel ter beschikking van Lieber»
mann stond en alle9 deed wat hij wenschte
zonder dat de rest u wat schelen kon!"
Vervolgens werd gehoord notaris G. G.
Houtzager te Amsterdam. Hij is de man ge
weest die in September 1927 van de Veen
dammer machtiging had om bij de trans
acties met Kok gelden aan Liebermann ter
hand te stellen.
President: „Wie had u opdracht gegeven
de gelden aan Liebermann te betalen? U
betaalde al voor er een volmacht was."
Getuige: „Die volmacht is mij in Brussel
verleend, in een conferentie, waarbij tei
genwoordig waren Liebermann, mr. Spaar
garen en de heer Spanjersberg. Mij was ge
zegd, dat Liebermann de aandeelen van de
Veendammer had."
President: „Dus Liebermann had te be
slissen waar de gelden van de Veendam
mer moesten blijven, omdat hij de aandeelen
had. Vondt u het niet zonderling, mr. Hout
zager, dal er een groote massa hypotheken
van de Veendammer verkocht werden en
dat de gelden naar Liebermann gingen?"
Getuige: „Ik kon met geen goede voor
stelling van de zaak maken, omdat ik er
vreemd tegenover stond."
President: „Het is anders toch niet de ge
wone gang van zaken bij een hypotheek-
bedrijf?"
Getuige gaf hierna een uiteenzetting
waarop de zaak was tot stand gekomen,
waaruit hij wilde concludeeren dat hij geen
RECLAME.
2287
Uit het Engelsch van BEN BOLT.
U)
Veertig minuten later dan hij gelaxeerd
had hij was langzamerhand buiten zich
zelf van angstige opwinding kwam het
vurig verbeide telegram: „Ben achter
auto-ongeval gisteravond aan. Zal bij tus-
schenpoozen berichten. Lees „Times" van
heden sociely-rubriek. Zeer belangrijk.
Aleck.
Zijn vriend was dus dien man met het
sombere gezicht op het spoor gekomen, die
gisteravond geprobeerd had hun dat auto
ongeluk te bezorgen. Maar wat beteekende
het tweede deel van het telegram?
De „Times" kon hij echter in de Club
gemakkelijk vinden.
Twee minuien later stond hij op straat
uit te zien naar een taxi en precies zeven
minuten laler zat hij op de Club in koorts
achtige haast de laslig-groote bladen van
het blad om te slaan. Hij vond de rubriek,
die Tracy aangeduid had en snel vlogen zijn
oogen over de diverse berichtjes uit de
groote wereld, totdat hij den naam Shotte-
lius zag staan. De „Times" vermelde het
volgende:
Mr. Samuel Shotlelius vertrekt heden
met de ..Edinburgh Castle" naar Zuid-
Afrika en is voornemens verscheidene
maanden weg te blijven.
God-nog-aan-toe! mompelde hij, toen
de volle beteekenis van het berichtje tot
hem doordrong.
Hij gevoelde zich diep ter neer geslagen.
Als Shotlelius werkelijk vertrokken was,
wat was er dan met Nerica gebeurd, die,
zooals hij zeker wist, door de handlangers
van den schurk was ontvoerd?
Hij verliet de Club en liep naar de kan
toren van de Scheepvaartmaatschappij in
Cockspurstreet, waar hij informeerde hoe
laat de „Edinburgh Castle" vertrok.
Die is vanmiddag om twaalf uur van
Tilbury vertrokken.
Om twaalf uur?
Verschrikt herhaalde Singleton deze
woorden, en de bediende die hem te woord
siond, vroeg, half uit nieuwsgierigheid, half
uit medelijden:
Had u die boot nog willen halen,
meneer?
fk had iemand willen spreken, die, ge-
loofMk, aan boord is meneer Shottelius,
u weet wel. de bekende millionair.
Een oogenblikje, meneer.
De bediende ging naar een anderen kant
van het bureau en sprak met een van zijn
collega's; samen zochten ze in een stapel
papieren en even later kwam de jonge man
terug.
Meneer Shottelius moet met de „Edin
burgh Castle" vertrokken zijn. De hut is een
klein uurtje voor de afvaart telefonisch
besproken.
Een uurlje voor de afvaarll Dick
Singleton voelde zich wonderlijk opgelucht.
Het was eigenaardig dat het berichtje van
meneer Shottelius vertrek reeds '9 morgens
in de „Times" had gestaan, uren voordat
de hul was besproken. En terwijl de be
diende hem met onverholen nieuwsgierig
heid aanstaarde, vroeg Singleton:
Ik kan zeker wel draadlooze verbin
ding met hel schip krijgen?
Zeker meneer. Dat kan heel gemak
kelijk.
Dank u.
Singleton- verzond zijn telegram, niet aan
Shottelius, doch aan den purser van de
„Edinburgh Castle". Drie uur later ontving
hij het antwoord, dat bewees dat zijn ver
moeden juist was geweest.
„Shottelius niet aan boord".
Hij had het kunnen uitschreeuwen van
vreugde. Het berichtje in de „Times" was
een opzellelijke misleiding en het bespre
ken van de hut was een smoesje voor het
geval vab navraag. Shottelius was in Enge
land en waar hij was, was Nerica ook te
vinden!
HOOFDSTUK XXXIII.
In een hoek van een eerste klasse rook
coupé zal Aleck Tracy en staarde naar het
landschap dat langs hem heengleed. Twee
coupés verder zalen de man en de vrouw
die aanleiding waren dal hij zoo onver
wacht deze reis naar het Noorden had on
dernomen hun coupé was gereserveerd,
daaromtrent had hij zich zekerheid/ ver
schaft.
De vrouw, een buitengewoon vreemd
exotische schoonheid, kende hij niet; maar
haar metgezel, die slechts steunend op Iwee
dikke stokken loopen kon, wa9 de man, die
den vorigen avond door Singleton's wagen
aangereden en daarop zoo geheimzinnig
verdwenen was.
Toen Tracy de slad was ingegaan, had
zijn taxi bij een kruispunt moeten wachten
en. even uit hel raampje kijkend naar de
oorzaak van het oponthoud, had hij een
stem gehoord die luid vloekte over de ge
dwongen vertraging.
Uit louter nieuwsgierigheid had hij den
man die zoo vloekte in hel gezichl geke
ken, en oogenblikkelijk was hij tot de ver
rassende ontdekking gekomen, dat het de
zelfde man was die den vorigen avond in
Chrislmas Common bewusteloos op den
grond had gelegen na zijn poging om hun
wagen te lalen verongelukken. Van verba
zing was hem een luide kreet ontsnapt,
waardoor de aandacht van den man op
hem gevestigd werd, maar of de ander hem
herkend had, wist hij niet Wel had hij een
flikkering in de donkere oogen gezien die
van alles kon beleekenen; bijna onmiddel
lijk daarop had de man zich verder in zijn
auto teruggetrokken. De verkeers-opstop-
ping had weinig meer dan een minuut
geduurd, maar het was lang genoeg voor
Tracy om van plan le veranderen. In plaats
van naar de bureaux van Lloyds te rijden,
besloot hij het paar in de andere auto te
volgen; fluisterend had hij zijn opdracht
aan den chauffeur gegeven. Toen de weg
weer vrij was, had deze hef dan 'ook zóó
weten aan te leggen, dat zijn wagen vlak
achler den anderen aanreed, tot aan het
station toe.
Daar gekomen had Tracy het paar in den
trein naar Schotland zien stappen en daar
hij niets van hun bagage had kunnen ont
dekken. waarop hij had kunnen lezen wat
het doel van hun reis was, had hij maar
een kaartje naar Glasgow genomen en zich
in het hoekje waar hij nu zat, genesteld,
van waar uil hij hun zou kunnen zien, als
ze aan het een of ander tusschenstafion uit
stapten.
Daar hij wist dat de man en waar
schijnlijk ook de vrouw met Shottelius in
betrekking stonden, had hij zijn telegram
aan Dick Singleton gezonden; hij was over
tuigd dat hij door deze twee satellieten te
volgen groote kans had om den millionair
en Nerica te vinden. Maar onverwachts
was zijn oog op dat berichtje in de
„Times" gevallen. Hij begreep dadelijk van
hoeveel gewicht dit berichtje was, maar
het zou nog twee uur duren voor hij de
aandacht van zijn vriend er op zou kunnen
vestigen.
Maar er zat niets anders op. Hij moest
wachten tot hij het nieuws aan Singleton
kon meedeelen, zonder het paar in de
voorste coupé uit het oog te verliezen. Dat
was de hooidzaak.
Al ging Shotlelius ook met de „Edin
burgh Castle" naar Zuid-Afrika, dan was
het (och hoogst onwaarschijnlijk dat Nerica
Berringlon bij hem was. Die man met zijn
somber gezicht die daar wat verderop in
den trein zat, was voor hem een belangrijke
schakel in de keten waarlangs hij hel ver
miste meisje zou kunnen vinden.
Nu hij dit bij zichzelf had vastgesteld,
vroeg hij den conducteur om een telegram
formulier, schreef zijn bericht aan Single-
ton, en, wachtend op een gelegenheid, het
te verzenden, deed hij zijn best iets om
trent hel paar te weten te komen.
De lunch werd afgeroepen. Hij had vree-
selijken honger, maar voor hij naar den
restauratiewagen ging. wachtle hij nog een
poosje, van achler een krant den gang in
kijkend om den man en de vrouw te zien
langs komen.
(Wordt .vervolgd).