69s'e JAARGANG
ZATERDAG 23 JUNI 1928
No. 20943
OFFICIEELE KENNISGEVING
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van heden.
LEIDSCH
«VVSll 'J?>
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
PRIJS DER ADVERTEWTIEN:
30 Cis. per regel voor advertentién uil Leiden en plaatsen waar
agentschappen vaD ons Blad gevestigd zijn Voor alle andere
advertentién 35 Cts per regel. Kleine Advertentién uitsluitend
bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bij een
maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht Voor eventueele opzending van brieven
10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden 2.35, per week'f 0.18
Builen Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week „018
Franco per post f 2.35 portokosten.
Dit nummer bestaat uit VIER Bladen
EERSTE BLAD.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien het verzoek van de N V. steen
fabriek ..Ouderzorg", om vergunning lot het
uitbreiden van de steenfabriek in de Waard,
op liet perceel kadastraal bekend gemeente
Leiden, Sectie N. No 463;
-Gelet op de arlt 6 en 7 der Hinderwet;
Geven kennis aan het publiek, dat ge
noemd verzoek met de bijlagen op de Secre
tarie dezer gemeente ter visie gelegd is;
alsmede dat op "Zaterdag den 7den Juli
e.k., des voormiddags te halfelf uren op het
Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven
cm bezwaren tegen dit verzoek in te bren
gen, terwijl zij er de aandacht op vestigen,
dat niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die
niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet
voor het gemeentebestuur of een zijner
leden zijn verschenen, ten einde hun be
zwaren mondeling toe te lichten.
A. VAN DE SANDE BAKHÜYZEN,
Burgemeester.
VAN STRIJEN. Secretaris.
Leiden, 23 Juni 1928.
DE OPENING VAN HET INSTITUUT VOOR
GESCHIEDENIS DER GENEES-, NATUUR-
EN WISKUNDE.
In het Boerhaave-kwartier.
Hedenmiddag heeft in een der gebouwen
van het Nieuw Academisch Ziekenhuis al
hier de plechtige opening van bovenbedoeld
Instituut plaats gehad.
Behalve tal van leden van het Instituut
merkten wij onder de aanwezigen op,
eenige curatoren, vertegenwoordigers der
Geneeskundige en Philosophische facultei
ten, mr. Var. Beek Calkoen, hoofd van de
afd. Hoogor Onderwijs op hel Departement
van O.. K. en W. als vertegenwoordiger der
Regeering, en der builenlandsche hoog-
leeraren. prof. Laignel-Lavasline uit Ta-
rijs, prof. Tricot-Royer uit Leuven en prof.
Sigcrisl uit Leipzig.
Teen met de genoemde heeren, vele
anderen in een der vertrekken van de
Medische Faculteit in de Verloskundige
Kliniek bijeen waren gekomen, nam dr. J.
G de Lint. het woord, tot het uitspreken
van de openingsrede, waaraan wij het vol
gende ontleenen:
trier, Schuster, Darmstadter, om maar enke
len der allergrootsten te noemen, niet alleen,
zelf een groot aantal geschriften publiceer
den, maar ook anderen daartoe opwekten,
waar Amerikaansche en Engelsche medico-
historici en beoefenaren van de geschiede
nis der natuurwetenschappen vol ijver deze
f
SI» -
VAN PE
DE CpaogtnTE VE TC-I/NLS 2
VUo(?t£lFi\I^"£l©emi<'ooL^ ^pruit j
BINNENLAND.
Plechtige opening van het Institnnt voor
Geschiedenis der Genees-, Natnnr- en Wis
kunde alhier. (Stadsnieuws, le Blad).
Geyssendorffer won den derden prijs bfl
de stervlucht naar Reims. (Binnenl., 2e Blad)
De vergadering van de „Vereeniging voor
Auto-snelwegen in Nederland", (Binnenland,
2e Blad).
Bezwaren tegen nitvoerverboden van
boter en kaas, welke niet van het rijksmerk
voorzien zijn. (Land- en Tuinbouw, 4e Blad).
Nederland won het dubbelspel in den
lawntenniswedstrijd tegen de Tsjechen.
(Sport, 4e Blad).
De samenstelling van het Nederlandsche
cricketelftal. (Sport, 4e Blad).
Te Leimniden is in den ouderdom van
50 jaar overleden ds. G. J. van der Flier,
Ned. Herv. predikant aldaar. (Uit de Rijn
streek, 2e Blad).
Dr. J. G. de Lint.
Uit naam van het bestuur van het Ge
nootschap voor Geschiedenis der Genees-,
Natuur- en Wiskunde heel ik u allen harte
lijk welkom
Buitengewoon aangenaam is het mij, hier
de aanwezigheid te mogen constaleereif van
tal van autoriteiten; van u mijnheer de
Directeur-Generaal van het Ministerie van
Onderwijs Kunsten en Wetenschappen,
van u mijneheeren Curatoren der Leidsche
Universiteit; van den Rector Magnificus,
en van hel bestuur der Medische faculteit
dezer Universiteit.
Op hoogen prijs stellen wij het Teil. dat
de voorzitter en secretaris der Assosialion
Internationale d'Histoire de la Médecine.
professor Tricot-Royer en professor Laignel-
Lavastine en de directeur van het Instituut
voor geschiedenis der geneeskunde te Leip
zig, professor Sigerist, zich de moeite ge
troost hebben om de reis naar de oude sleu
telstad te ondernemen om deze bijeenkomst
met hunne tegenwoordigheid te vereeren.
Te Gorinchem had op 21 October 1923 de
herdenking plaats van het tienjarig bestaan
van de Vereeniging voor Geschiedenis der
Genees-, Natuur- en Wiskunde en de toen
malige voorzitter prof. E. D. van Leersum,
gaf in een feestrede een overzicht van de
beoefening van de geschiedenis der genees
kunde in Nederland.
In Juni van 1913 werd in „de vergulde
Turk" een voorloopige vergadering belegd,
waar besloten is tot oprichting van een
vereeniging. De auspiciën waren gun
stig. Op de eerste ledenvergadering, ge
houden te Amsterdam den 22slen November
1913 in een der lokalen van de universiteit,
kon de eerste voorzitter, prof. Van Leersum,
mededeelen, dat zich 240 leden hadden aan
gemeld.
Vijftien jaar zijn voorbijgegaan en finan-
tieel heeft onze vereeniging moeilijke tijden
achter den rug
Wij herdenken heden het vijftienjarig
bestaan van onze Vereeniging, die dezer
dagen bij Koninklijk besluit is omgezet in
een Genootschap. Toen prof. Van Leersum
bij het tienjarig bestaan de ontwikkeling
schetste van de geschiedbeoefening in ons
vaderland, had hij het voorrecht te mogen
wijzen op de stijgende lijn, waarin de bloei
der vereeniging tot uiting kwam. Die stij
gende lijn heeft zich voortgezet en al is het
ledental minder groot dan bij de oprichting,
toch mogen wij met een zekere mate van
trots het Genootschap een plaats toekennen
onder de bloeiende gezelschappen.
Die laatste uiting van dien bloei is het
besluit, genomen op de jaarvergadering, drt-
maal gehouden te Rotterdam op 18 Maart
1.1. om te Leiden een instituut op le rirhlen
voor de geschiedenis der Genees-, Naluur-
en Wiskunde. Dat het voor het bestuur mo
gelijk was. met een dergelijk voorstel voor
den dag te komen, is in de allereerste plaats
te danken aan de buitengewone medewer
king en vriendelijkheid van prof. J. van der
Hoeve, die een groot vertrek, in het bouw
plan van de nieuwe oogheelkundige afdee-
ling, oorspronkelijk als zijn zitkamer aan
gewezen, wilde afstaan aan het instituut, en
tevens het voorstel deed om de boekerijzaai
met het instituut te deden Het is mij dan
ook een diepgevoelde behoefte om prof. J.
van der Hoeve op dit oogenblik van heeler
harte dank le zeggen en hem de verzekering
le geven dat wij allen zijn medewerking
op hoogen prijs stellen.
Maar met hel aanbod der lokaliteiten wa
ren wij er nog in de verste verte niet! Met
groote dankbaarheid kan ik getuigen, dat de
curatoren der Leidsche Universiteit de plan
nen steunden me» grooten aandrang, en dat
de Regeering het voorstel van curatoren be
krachtigd heeft en ons ook daadwerkelijk de
beschikking verschafte over de vertrekken
Nu kwam de moeilijkheid van de meubi-
leering. Maar ook hier kwam hulp. De direc
teur der academische ziekenhuizen le Lei
den. de-heer Maas vereenigdp zich met
hel voorstel van prof. J van der Hoeve om
het meubilair van diens kamer in het oude
ziekenhuis voor hel instituut beschikbair to
stellen. Door zijn goede zorgen werd het
groote lokaal bewoonbaar gemaakt en van
kasten, tafels en stoelen voorzien, terwijl
het curatorium toezegging deed om aan onze
wenschen omtrent meerdere boekenkasten
tegemoet le komen.
Wat is nu het doel van het instituut?
Met een enkel woord is dit te omschrijven;
een inrichting cm do beoefening der geschie
denis der Genees-, Natuur- en Wiskunde in
elk mogelijk opzicht te helpen bevorderen.
Hoe dit te bereiken? In de eerste plaats
door zooveel mogelijk studiemateriaal te
verzamelen.
In de tweede plaats heeft het Instituut
behoefte aan boeken, die als leer- en hand
boeken van de geschiedenis de drukpers ver
laten hebben
Naast leer- en handboeken moet het ons
doel zijn die boeken te verzamelen, die in
de bovengenoemde boekerijen ontbreken of
in klein aantal aanwezig zijn, zooals de ver
schillende uilgaven der klassieken. Dank
zij de schenking van mevrouw De Koning-
T.lsingh zijn wij nu in het bezit van de
hese uitgaven van Hippocrates. Galenus,
Aivicenna, Oribasius. Rufus, Disocorides,
Celsus. etc Tevens is het mij een voorrecht
te kunnen wijzen op verdere boekgeschen
ken en in bruikleen gegeven werken.
Een derde categorie betreft de tijdschrif
ten.
Hoe stellen wij ons dp inrichting van het
instituut voor? Het reeds aanwezige mate
riaal wordt in kaartsysteem verwerkt. Doel
is in de eerste plaats een systematische ca
talogus aan te leggen. Oneindig grooter dan
onze bescheiden verzameling is het aantal
studiën op geschiedkundig gebied, vastge
legd in afzonderlijke werken en in tijd
schriften. Ook dit wordt op kaarten ver
werkt, zoodat gemakkelijk is te vinden, wat
over een bepaald onderwerp in onze boe
kerij aanwezig is en tevens wat over dat
onderwerp verder gepubliceerd is en waar
het le vinden is Wij stellen ons voor op
deze wijze een bemiddelaar te kunnen zijn
voor de aanvrage uit andere bibliotheken.
Met deze kaartcatalogi is een begin ge
maakt- de artikelen, voorkomende in de
eerste 50 jaargangen van het Tijdschrift
voor Geneeskunde, de meer dan 1000 ge
schriften opgesomd en zorgvuldig bijeen
gebracht in de catalogus, samengesteld door
dr E Kroon bij gelegenheid van het 10-jang
bestaan der Vereeniging. zijn in hel kaart
systeem opgenomen Een zeer omvangrijke
arbeid wacht ons nog om in dit opzicht
eenig9zins op volledigheid aanspraak te
kunnen maken. Dank zij de voortdurende
zorg van onzen bibliothecaris zijn al de
sinds 1923 uitgekomen studies in Nederland
steeds genoteerd, zoodat wij de verwach
ting gerust mogen uitspr<^en. dat binnen
niet al le langen lijd een vrij volledig over
zicht in hel kaartsysteem te vinden zal zijn
van hetge°n in Nederland op het gebied van
de geschiedenis der Genees-, Natuur- en
Wiskunde gepubliceerd is.
Oneindig omvangrijker werk zal noodig
zijn om (e verwerken ai hetgeen in andere
landen is gepubliceerd Waar de studie der
geschiedenis in dp 'ntere jaren steeds groo
ter vlucht neemt, mannen zooals Pagel,
Sudhoff, Neuburger, VVickersheimer, Méné-
Dr. Kroon.
takken van wetenschappen dienen, daar
ligt voor het instituut een overgroot arbeids
veld gereed.
Toch zijn wij met deze laak nog niet
tevreden.
Het gebied der geneeskundige en natuur
kundige wetenschappen is zeer uitgebreid
en omdat de meesten, die de geschiedenis
dfzer wetenschappen bestudeeren, slechts
tijd hpbben om cr zich in hun vrijen tijd
aan te wijden, wordt het begrijpelijk, dal
zoo velen der historici zich tot een beperkt
gedeelte bepalen, hierin een specialisme
ontwikkelen. Mijneheeren, uwe hulp roe
pen wij in om ons te helpen, ieder in zijn
specialistisch onderdeel Maak bij uwe stu
dies notities voor het instituut en zend ze
ons, opdat zij in het kaartsysteem opgeno
men kunnen worden. Met vreugde kan ik u
vermelden, dat ook in dit opzicht reeds
vooraanstaande geschiedkundigen in ons
land hunne medewerking hebben toegezegd.
Zoo straks vermeldde ik reeds, dat het
instituut niet ten laste komt van de finan-
liën van het Genootschap. Toch blijft hel
instituut het eigendom van het Genootschap.
Behalve dat op de jaarvergadering van het
Genootschap door directeur en bibliothecaris
verslag gedaan zal worden van de werk
zaamheden en den toestand der verzamelin
gen, meenden wij dat het instituut onder
geregelde controle moet staan van een cura
torium dat zich wil belasten met de cura
voor het instituut. De heeren mr. N. C. de
Gijselaar, mr. P. ldenburg, voorzitter en
secretaris van het college van curatoren der
Leidsche universiteit, prof. .T. van der Hoeve,
voorzitter der medische faculteit te Leiden,
prof. E. Cohen als vertegenwoordiger der
natuur- en wiskundige wetenschappen en
dr. F. M. C. d-^ Feijfer, als vertegenwoordi
ger der geneeskundige fractie, hebben ons
de eer aangedaan het curatorium van het
instituut te willen vormen. Dankbaar be
groet ik u. mijneheeren, in uwe nieuwe
functie, waarbij ik het vertrouwen uit-
spreek, dat onder uwe zorg het instituut
zich mag ontwikkelen en uitbreiden, waarbij
zoowel directeur als bibliothecaris u de
verzekering geven, dat zij al hunne krach
ten zullen inspannen om het instituut tot
bloei te brengen.
En gij, leden van het Genootschap voor
Geschiedenis der Genees-, Natuur en Wis
kunde, op uw aller hulp wordt gerekend
Gij allen moet helpen, zend ons de afdruk
ken uwer geschriften, uwe boeken, afbeel
dingen, alle« wat gij denkt, dat maar eenigs-
zins van waarde kan zijn voor hel instituut
voor nu of later.
Ten slotte een enkel woord over den da
tum van opening. Prof. J van der Hoeve
heeft een paar maanden geleden bij gele
genheid van de opening van hel nieuwe
ziekenhuis in het Boerhaavekwartier ge
zegd: ..Het tijdstip, waarop de opening plaal9
vindt, is uit den aard der zaak eenigszins
willekeurig gekozen" Deze woorden zijn
volkomen van toepassing op den datum van
heden. Toch maak ik een restrictie: eenigs
zins willekeurig, maar niet geheel Ik wees
u reeds op het reit, dat 15 jaar geleden in
deze maand besloten werd tot de oprichting
van de vereeniging voor geschiedenis der
Genees- Natuur- en Wiskunde Aan de
andere zijde toch willekeurig want bij de
opening van een instituut behoorden de
werkzaamheden zoover gevorderd te zijn.
dat het met vrucht geoon«ulleprd kon wor
den Maar wanneer zal het zoover zijn. dat
ieder die met een vraag komt. een behoor
lijk antwoord kan krijgen? In geen jaren
kan hel geval zijn. wat niet weg
neemt dat een begin gemaakt is mei het
werk en reeds nu dp mogelijkheid gegeven
is om inlichtingen te kunnen verschaffen.
Het bestuur van het Genootschap heeft
BUITENLAND.
In Duitschland is de groote coalitie voor
eerst mislukt. Thans pogingen voor de coali
tie van Weimar. (Buitenl., le Blad).
Kellogg heeft een nieuwe nota verzonden
inzake de anti-oorlogsverdragen. (Buitenl.,
le Blad).
De redding van de Italia en Amundsen.
(Buitenl. en Tel., le Blad).
Ernstige ramp te Brugge. Vele dooden en
gewonden. (Tel., le Blad).
gemeend, dat alleen door een officieele ope
ning, in zoo ruim mogelijkpn kring de aan
dacht gevestigd kon worden op het instituut
en alleen door aller samenwerking kan het
instituut worden wal het zich voorstelt om
te zijn.
Moge de jongste spruit van de 15 jaar ge
leden door Treub, Daniels en Stokvis e. a.
opgerichte vereeniging zich haar groote
voorgangers waardig toonen en in ons land
zoowel als in het buitenland een plaats
gaan innemen, die aan iedereen bekend is,
moge het een inrichting worden, die veel
vuldig geconsulteerd wordt en daardoor het
bewijs leveren, dat het instituut voor ge
schiedenis der Genees-, Natuur- en Wis
kunde ook werkelijk bestaansrecht heeft en
in Ren gevoelde behoefte voldoet!
Na dr. De Lint sprak vervolgens mr.
A. J. L. van Beeck Calkoen, ongeveer als
volgt:
Namens den Minister van O.. K. en W.
i= het mij allereerst vergund de waardeeriug
uit te spreken voor hetgeen de Vereeniging,
van wie deze instelling uitgaat, tot stand
heeft gebracht.
En dan verblijd ik mij er zeer in ook
een gelukwensch te kunnen richten tot u,
dr. De Lint. Gg hebt met groote toewijding
belangloos den voorbereidenden arbeid voor
de tot standkoming van deze instelling ver
richt.
Het zal u een aangename gedachte zijn,
dat uw werk in deze gewaardeerd wordt,
üici het minst door het Departement. On
getwijfeld zal de geschiedenis uw naam voor
wat u voor haar deed, dankbaar vermelden.
Dat deze instelling door particuliere krach
ten tot stand kwam eert hen, dip het werk
deden en is een bewijs van goeden vader-
landschen zin.
De geschiedenis der geneeskunde schijnt
wei een weinig op den achtergrond te staan
bij de beoefening der verschillende takken
der medische wetenschap. Eensdeels is dit
verklaarbaar, anderdeels te betreuren.
De geschiedenis der geneeskunde leert
hoe in de tijden, toen die kenois uiterst
gering was, de intuïtie veel kon doen om
in bel gemis aan kennis te voorzien, door
dat zij een eigenaardigen blik geelt op den
innerlijken samenhang, die noodig is voor
bet vormen van het ziekte-beeld.
De geschiedenis der geneeskunde leert
echter nog meer. Zij doet zien, dat het
menschelijk inzicht wel gaandeweg in menig
opzicht werd verruimd wat betreft de kennis
der factoren, die de storing in het lichaam
bewerken, doch nog op de zelfde beperkt
heid stuit wat betreft de grootste van alle
vragende vraag van den oorsprong en
bet einde van het leven. Wanneer niettegen
staande de beperktheid de geneeskunde on
schatbare diensten aan de menschheid heeft
bewezen de geschiedenis heeft mede tot
taak die diensten na te gaan dan vindt
dat zjjn oorzaak in het voortschrijden der
wetenschap, dat ik in de derde plaats noem
als voorwerp van onderzoek der bistoria
medica. De mensch, geschapen niet alleen
als stofielijk maar ook als geestelijk wezen,