llEBHAGEN'sMILKOen RUMCO
De reddingspogingen der Italia.
HET MYSTERIE
IVAN BELVOIR-MANSIONS.
59ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 15 Juni 1928
Derde Blad No. 20936
EERSTE KAMER.
TWEEDE KAMER.
Prov. Staten v. Zuid-Holland
FEUILLETON.
De regeling der Naamlooze
Vennootschappen.
^Zitting van gisteren.)
Voortgezet wordt de behandeling van het
I ïetsontwerp tot regeling der naamlooze
I rennootschappen.
I De heer VAN DEN BERGH (V.B.) zet
I ie gisteren afgebroken rede voort en be-
I loogt, dat de handel niets wil weten van
I epeobaarmaking der jaarstukken voor ge-
ILbten vennootschappen, aangezien de con-
11arrentiemoeilijkheden daardoor zeer ver-
I poot worden. Spr. ontwikkelt voorts be-
1 i*aren tegen het gevaarlijke enquêterecnt
I <a geven meer macht aan de aandeelhou-
I ders, die weinig belang stellen in bedrijven.
I Ter illustratie deelt hij mede, dat bij de
I onderneming waarvan spr. directeur is,
nimmer een buitenstaand aandeelhouder
I ter vergadering is geweest.
I De heer SLINGENBERG (V.D.) acht
I verder gaande wettelijke regeling urgent
Ilea einde de rechtszekerheid te verhoogen,
I De heer VERKOUTEREN ontwikkelt
l(il van bezwaren tegen het ontwerp, dat
veel ie uitvoerig is. Spreker wil meer over
ijlen 3an de jurisprudentie.
I Dc heer MEXDELS verdedigt het ont-
Jverp en acht de verbeteringen zóó groot,
I dat men enkele nadeelen op den koop toe
moet nemen.
Spr. ziet in bet ontwerp een waarborg
Ivoor crediteuren en meent dal de N. V. niet
Imag doen als een particulier persoon, door-
dat zij beperkt aansprakelijk is.
I De heer MEXDELS juicht hel enquêle-
Irecht ten aanzien van de Naamlooze Ven
nootschappen toe en betoogt dat dit de rel-
Icetjes van aandeelhouders normaliseert door
den weg aan te wijzen voor bonafide oppo-
Ipanfcn. Doordat het met alle waarborgen
I omgeven is, zal er geen veelvuldig gebruik
van gemaakt worden.
De heer JANSSEN verdedigt het ont-
Ittprp cn noemt de bestrijding eenzijdig.
I De heer DE JONG had de materie liever
J alleen in hoofdzaken geregeld gezien en
■maakt tegen verschillende onderdeden he-
luranr, o.a. het publicatie- en enquête-
recht.
De vergadering is verdaagd.
De wijziging der Dienstplicht
wet Stemming over de
artikelen.
(Zitting van gisteren).
De behandeling van de wijziging der
I Dienstplichtwet voortgezet. De wijziging
I van art. 27 tweede lid was aan het slot der
Itergadering door den Minister teruggc-
somen. Het plan Postuma Boelc inzake de
I vrijwilligers is dus van de baan.
Bij art. 1 licht de heer TILANUS (C.H.)
I '?n amendement toe, om uit te spreken, dat
Ide vooroefeningen uitsluitend in militair
verband behooren te geschieden en geen
I steun aan particulieren of vereenigingen De-
Itaort to worden verstrekt voor de opleiding,
"elk amendement echter wordt ingetrok
ken, nadat de MINISTER VAN OORLOG
Leeft verklaard, dat dit niet algemeen zal
ichieden, doch in uitzonderingsgevallen.
[Op art. 12 licht de heer DUYMAER VAN
WIST (A.-R.) een amendement toe, strek-
nde om alle ingeschrevenen aan de keu
ring te onderwerpen.
De heer VAN RAPPARD (L.) bestrijdt
Ik amendement, dat ook door den MINIS-
ÏER wordt ontraden, ©n later door den
I voorsteller wordt ingetrokken.
Op art. 15 licht de heer L. TER LAAN
[(S.D.A.P.) een amendement toe om geeste
lijken en aanstaande geestelijken niet vrij te
I Hellen van dpn militieplicht.
De heer VAN RAPPARD (L.) bepleit
I hijstelb'Dg van de eenige zoons.
RECLAME.
DE ALTIJD GEWILDE BONBONS
1610
De heer DECKERS (R.-K.) verdedigt de
vrijstelling van geestelijken en a.s. geeste
lijken als een historisch recht.
De heer LINGBEEK (H.G.S.) acht geen
redenen aanwezig om de geestelijken wet
telijk vrij te stellen.
Ook a.s. geestelijken behoeven niet te
worden vrijgesteld, evenmin als ordebroe
ders, diaconieën e.d.
De heer OUD (V.D.) zal tegen het amen
dement stemmen, omdat het ingaat tegen
ernstige bezwaren van een groot deel der
natie.
De heer DE VISSER (C.H.) bestrijdt het
amendement. In oorlogstijd is er juist
groote behoefte aan geestelijke hulp voor
de gemeenten
De heer KERSTEN (S.G.P.) bestrijdt
het amendement. De taak, die de geestelij
ken hebben te verrichten ligt bij de ge
meenten, waar zij in oorlogstijd troost en
hulp moeten brengen.
De MINISTER VAN OORLOG is het
eens met die sprekers, die het amende
ment bestreden met het argument, dat er
in oorlogstijd zooveel meer behoefte bestaat
aan geestelijke hulp. Voor vrijstelling van
eenigen zoons voelt -fepr. niet.
Na repliek van den heer TER LAAN
wordt het amendement verworpen met 60
tegen 19 stemmen. Vóór de sociaal-demo
craten en de heer Lingbeèk.
Bij art. 27 verdedigt de heer K. TER
LAAN (S.D.A.P.) een amendement, strek
kende de sterkte der lichting terug te bren
gen van 19.500 tot 13.000.
De heer VAN ZADELHOFF (S.D.A.P.)
licht de amendementen toe op de artt. 32 en
37 der Dienstplichtwet, strekkende om te
handhaven den duur van de eerste oefening
roor de zeemilitie op 8 maanden (de minis
ter wil 14 maanden) en tevens te handhaven
de bepaling; dat de zeemiliciens niet lan
ger dan 12 maanden in dienst mogen wor
den gehouden, tenzij met hun eigen toe
stemming.
De VOORZITTER deelt mede, dat de
minister in het regeeringsvoorstel art. 32 in
dien zin wijzigt dat de verlenging van den
eersten oefeningstijd voor de zeemilitie
wordt teruggenomen.
De heer K. TER LAAN (S.D.A.P.) re-
pliceerendc, dient een nieuw amendement
in, strekkende te bepalen, dat voor de vrij
gestelde geestelijken en a.s. geestelijken
geen ander dienstplichtige zal worden inge
lijfd.
Er wordt overgegaan tot stemming.
Het amendement-Ter Laan op art. 27
(verlaging van de lichting tot 13.000 man)
wordt verworpen met 50 tegen 24 stemmen.
Vóór de sociaal-democraten, de vrijzin
nig-democraten en de heer Arts (R.-K. V.)
Het amendement-Ter Laan om het con
tingent te verminderen met de vrijgestelde
geestelijken wordt verworpen met 51 tegen
23 stemmen.
Vóór de sociaal-democraten, de vrijzinnig
democraten.
Het amendement-Ter Laan om den aftrek
voor de voorgeocfenden te handhaven op
4 maanden wordt aangenomen met 52 tegen
22 stemmen.
Vóór de sociaal-democraten, de vrijz.-
dcmocralen. de Katholieken behalve de
heeren Kortenhorst. Van Ryckevorssel, Van
Yuuren en de Voorzitter en de heeren Arts
(R.K.V.), Bierema (L.), Krijger en Bakker
(C.H.), Zandt (S.G.P.), Duymaer van Twist
en Smeenk (A.R.)
Het amendement-Ter Laan om de schrap
ping van de bepaling, dat de zeemiliciens
zonder hun toestemming niet langer dan
12 maanden in dienst mogen worden ge
houden ongedaan te maken, wordt aange
nomen met 62 tegen 13 stemmen.
De artt. 27, 32 en 37 worden hierna aan
genomen.
Bij art. 33 verdedigt de heer K. TER
LAAN (S.D.A.P.) een amendement om de
ziekenverplegers ook in de toekomst vrij
te stellen van herhalingsoefeningen, dus
den toestand te laten, gelijk hij tot heden
geweest is.
De heer DECKERS (R.K.) meent, dat de
tekst van art. 33 niet in overeenstemming
is met de bedoeling van Minister en Ka
mer. Hij geeft een redactie-wijziging in
overweging.
De MINISTER VAN OORLOQ, de heer
LAMBOOY, is bereid daaraan tegemoet te
komen. Uit de nieuwe redactie blijkt, dat
de herhalingsoefeningen over twee tijdper
ken worden verdeeld, tenzij aan een dienst
plichtige op zijn verzoek wordt toegestaan
de 40 dagen over meer tijdperken te ver-
verdeelen.
De behandeling van het artikel wordt
aangehouden.
De MINISTER VAN OORLOG, de heer
LAMBOOY. zegt. dat, als iemand uit zijn
broek is gegroeid het niet de bedoeling is
hem te straffen.
Na repliek van den heer VAN ZADEL
HOFF wordt het artikel op diens verzoek
in stemming gebracht en aangenomen met
50 tegen 19 stemmen.
Het aangehouden artikel 33 wordt hierna
opnieuw behandeld.
Het amendement-Ter Laan over de
ziekendragers wordt bij zitten en opslaan
verworpen.
Vóór de eindstemming legt dc heer K
TER LAAN (S.D.A.P.) de verklaring af, dat
verschillende belangrijke bezwaren van zijn
fractie zijn weggenomen, zoodat zij zich
thans niet tegen het ontwerp zal verzetten
en geen hoofdelijke stemming zal vragen.
Het wetsontwerp, op verzoek van enkele
Katholieke leden in stemming gebracht,
wordt aangenomen met algemeene stemmen.
De vergadering wordt te 6 uur 10 ver
daagd tot hedenmiddag 1 uur.
De snbsidieverleeniiig voor open
bare leeszalen en bibliotheken. -
De motie van den heer Van
Hondt verworpen.
(Zitting van gisteren).
Gelijk wij gisteren nog hebben medege
deeld is de motie-Van Zadelhoff (S.D.) in
zake den steun aan volksuniversiteiten aan
genomen.
Bij de behandeling van het afwijzend
prae-advies over de motie-van Houdt, waar
in de Staten als hun oordeel uitspreken, dat
het niet tot de taak der provincie behoort
subsidie te vcrleenen aan den Bond van
Openbare Leeszalen en Bibliotheken, en
waarin Ged. Staten worden uitgenoodigd een
regeling voor te stellen tot liquidatie binnen
4 jaren van het nu gegeven subsidie, ver
dedigde de heer v. HOUDT (S.G.P.) zijn mo
tie. Spr. heeft er bezwaar tegen, dat de sub
sidies strekken tot het verschaffen van lec
tuur, welke niet in overeenstemming is met
de Christelijke levensbeschouwing en tra
ditie van ons volk.
De heer WERKER (V.D.) is van meening,
dat we op een zeer gevaarlijk gebied zouden
komen, als we ten deze als basis zouden ne
men de Christelijke levensbeschouwing en
traditie.
Spr. acht subsidieverlecning alleszins op
haar plaats.
De heer ALBLAS (H.G.S.) merkt op, dat
het voorstel-van Houdt zijn sympathie niet
heeft.
Spreker hoopt dat het oordeel van Ged.
Staten, dat de verstrekking van goede lec
tuur een voldoende provinciaal belang is,
om daarvoor subsidie te verleenen. door de
meerderheid dezer Staten zal worden ge
deeld.
De openbare leeszalen en bibliotheken
zijn gemeengoed. Spr. is van meening, dat
wel die lectuur moet worden geweerd,
welke een opzettelijk godslasterend karak
ter heeft.
De heer HOFFMANN (R.K.) is van mee
ning. dat deze subsidieering niet behoort tot
de taak der provincie. 9
Spr. acht het ongerechtvaardigd om nog
langer subsidie te geven.
In die leeszalen en bibliotheken zijn boe
ken, die men met geen tang aan zal raken
(hoongelach).
Ieder die maar een openbare leeszaal bin
nenwandelt, kan daar alle lectuur in han
den krijgen, die er is, en daarbij ook de
slechte.
De heer DE BRUIN (S.D.) vraagt, waar
aan de heer van Houdt het recht ontleent
om te beweren, dat deze lectuurverstrekking
in strijd is met de christelijke levensbe
schouwing van de vrijzinnig-godsdienstigen.
Zijn naaste geestverwanten doen aan deze
verstrekking van lectuur mede, en de naam
Bovenstaande kaart geeft ongeveer de
situatie van het oogenblik. Ten N.-O. van
Noord-Oostland bevinden zich de drie groe
pen der bemanning der Italia. Groep 1 ia
die van Nobile, groep 2 die van Messandini,
groep 3 zijn de drie man, die te voet land
pogen te bereiken.
De verblijfplaatsen der Citti di Miiano en
Hobby met de vliegtuigen van Larsen .en
Holm zijn duidelijk aangegeven, evenals van
de Breganje, die den Deenschen ingenieur
Var min g en den Nederl. honden voerman Van
Dongen met de hondensleden aan boord heeft
genomen.
De Zweedsche stoomboot Svabardt is juist
van Kingsbay vertrokken, waarheen de vlieg
tuigen S 55 en Uppland op weg zrpt.
Russische jjsbrekers zjjn eveneens ter liulp-
verleening onderweg.
van ds. J. Th. de Visser wordt nog steeds in
het bibliotheekwezen met eere genoemd.
Het streven van de heeren van Houdt en
Hoffman is er op gericht om de openbare
leeszalen en bibliotheken kapot te maken.
Spr. herinnert er aan, hoe in 1926 4 mil-
lioen boeken zijn verstrekt door de openbare
bibliotheken. Daaruit blijkt wel, hoe groot
de behoefte is van ons volk aan lectuur.
Wanneer nu deze zaak zou worden kapot
gemaakt, op welke wijze zou dan moeien
worden voldaan aan die behoefte van ons
volk naar ontwikkeling?
Bij de leeszaal haalt de arbeider de boe
ken, die hij noodig heeft voor zijn alge
meene ontwikkeling en voor zijn vakontwik
keling.
Spr. wijst er vervolgens op, dat maar niet
alles, wat aan de markt komt, in de biblio
theek wordt opgenomen. Er is een speciale
commissie, die daarover oordeelt, terwijl er
bovendien nog op verschillende wijzen daar
op toezicht w£>rdt geoefend. De heer van
Houdt heeft weer eens duidelijk gedemon
streerd, dat hij van het bibliotheekwezen
niets afweet. Ten slotte merkt spr. op, dat
o. i. in ons land nog slechts een enkele z.g.
open bibliotheek is; bijna alle zijn gesloten
bibliotheken, d. w. z. men ontvangt de boe
ken niet anders dan uit handen van tech-
nisch-geschoold personeel.
Mevr. WENNIGER (lib.) verklaart zich
eveneens tegen de motie.
De heer RUTGERS (a.r.) kan niet met
den heer van Houdt meegaan.
De heer KERSTEN (S.G.P.) sluit zich aan
bij den heer van Houdt.
De heer BERG.AfEYER (S.-D.) hoopt van
harte dat het voorstel-van Houdt niet zal
worden aangenomen, omdat daardoor groote
schade zal worden berokkend aan de ont
wikkeling van de minder bedeelden, die
geen geld hebben om zich deze boeken aan
te schaffen.
Volgens deskundigen moet de reddingsactie
voor Nobile op zijn laatst binnen veertien
dagen succes gehad hebben anders is het
te laat.
Vclgens een mededeeling van het Fransche
ministerie van marine is besloten majoor
Guiibaud met zijn watervliegtuig, dat voor
een Oceaan vlucht in gereedjieid gebracht
was, ter beschikking van Amundsen te stollen
voor zijn hulpexpeditie voor Nobile. Guiibaud
zal zich Zaterdag naar Bergen begeven.
Maar Amundsen zag van zjjn pogingen
af
Van een bulpverleenen met het Ameri-
kaansche luchtschip Los Angeles schijnt geen
sprak6 te kunnen zijn.
De heer L. DE VISSER (C. V.) merkt op,
dat de groote massa gebruik maakt van ae
bibliotheken. Dat in deze bibliotheken boe
ken aanwezig zouden zijn, die men met een
tong nog niet eens zou aanraken, zooals de
heer Hoffman durfde beweren, is geheel in
strijd met de werkelijkheid.
Wanneer nu deze openbare bibliotheken
zouden worden kapot gemaakt, dan zouden
we krijgen een massa particuliere biblio
theken, waarin de meest verderfelijke lec
tuur zonder eenige controle zal kunnen wor-
den opgenomen. Het is haast ondenkbaar,
dat een hyper-christen als de heer van
Houdt daaraan wil meewerken. Spr. zou tot
den 'heer van Houdt willen zeggen: Bekeer
je, schaam je en ga in den hoek staan
(gelach).
De heer HEUKELS, lid van Ged. Slafeti,
licht het standpunt van dit college toe, zoo-
als dit in het prae-advies is opgenomen.
Dc heer VAN HOUDT repliceert, even
als de heer HOFFMAN.
Do motie-van Houdt wordt daarna ver
worpen met 60 tegen 5 stemmen.
liet voorstel van Ged. Staten tot wijzi
ging van de regeling der subsidieering van
openbare leeszalen wordt z. h. s. aangeno
men,
Eveneens wordt z. h. st. aangenomen het
afwijzend prae-advies op de subsidie-aam
vrage ter bevordering van het vreeroaeruai
genverkeer tijdens de Olympische Spelen.
Na eenige discussie wordt z. h. st. aange-s
nomen het voorstel betreffende de vaststel
ling van de leeftijdsgrens voor ontslag aan
provinciale ambtenaren en bedienden, ter
wijl eveneens z. h. s. aangenomen wordt het
voorstel betreffende de regeling van de ver
goeding van reis- en verblijfkosten voor den
Hoofdingenieur en de ambtenaren en werk
lieden van den Provincialen Waterstaat.
De vergadering werd hierna verdaagd tot
hedenochtend 11 uur.
Uit het Engelsch van BEN BOLT.
|*Q
bat bezoek van Nerica Berringfon,
ta? Eerst vertelde hij dat ze al twintig
c'inulen geleden was weggegaan, maar
'•-en je hem later zoo woedend vroeg
raarom ze hem om genade gesmeekt had,
talreep hij dat je wist, dat hij gelogen had.
H'J knipte nog niet met de oogenl Hij zal
*el heel verwonderd geweest zijn, toen jij
°P eens alle diplomatieke betrekkingen met
tam afbrak.
Ik kon het niet meer uithouden, Aleck.
Het kookte gewoon!
0, het is niet9 erg hoor, lachte Tracy.
"Ik vind het veel prettiger om openlijk te
y^hten. En het voordeel is nog aan onze
tant, want wat Shottelius ook mag vermoe-
tao of raden, hij kan onmogelijk veronder-
feHen, dat wij hem reeds als Sleinmctz
fer>nen. En daarmee hebben we hem in onze
macht.
~7 Kijk uit! viel Tracy zichzelf plotseling
m de rede. Daar is Ilij bracht de
Waarschuwing niet ten einde. Voor hen uit
den dichten mist doemden de vage om-
J®kken op van een wagen met paarden, die
c*ars over den weg staande, den rijweg
J y°'komen versperden. Er was geen tijd om
^aarschuwen en Singleton, die bij onver
achte dingen altijd even kalm bleef, stuur-
®et een ruk de auto in het gras en het
struikgewas lange den weg; het
scheelde geen haar of hij had de paarden
geraakt. Een man, die ze bij de teugels had
gehouden, sprong opzij, schreeuwde een
ander een waarschuwing toe en ijlde weg in
de mist. Die waarschuwing kwam echter
even te laat, want bijna tegelijkertijd hoorde
men een kreet, er volgde een vreeselijke
schok, daarna word iets door de auto opzij
geslingerd en Tracy riep uit:
God! we hebben iemand aan;<i£reden.
Ja. zei Singleion grimmig, ^met op
elkaar geklemde tanden. Toen de auto tus-
schen de bremstruiken stilstond, sprong hij
er uit, greep een electrische zaklantaarn uit
den gereedschapsbak, snelde terug en ging
aan het zoeken. Bijna dadelijk vond hij wat
hij zocht: het lichaam van een man. ineen
gezakt dicht bij een braamboschje. Hij bukte
zich, legde hem languit, gaf Tracy, die er
bij kwam, de lantaarn en voelde naar het
hart van den man.
Goddank! Hij leeft! zei hij fluisterend.
We moeien hem naar een dokter bren
gen, gauw maar als de wagen het doet.
Ja, begon Tracy. Het was onze
schuld niet. Als die idioot van een voer
man.
Waar is hij?
Weet ik het? Het schijnt dat hij zijn
span in den steek heeft gelaten, en
Groote God! De plotselinge uitroep van
Singleton klonk als een kreet van verbazing.
Kom eens hier met de lantaarn! Gauw,
Aleek! Ik moet hem in het gezicht zien!
riep Singleton en toen het licht van de lan
taarn op de sombere trekken van den be-
wuslelooze viel riep hij nog eens:
Groote GenadeI Ik wist het. Die man is
een van de bende van Shottelius.
Hoe weet je dat?
Ik heb hem al eens eerder gezien. Hij
was gisteravond op dat bal van zijn zuster.
Hij woont in de stad vlak naast Shottelius.
Ik weet zeker, dat ze elkaar kennen.
Tracy liep snel naar den weg, waar de
paaiden met den wagen stonden. Singleton
keek nieuwsgierig toe, hoe zijn vriend het
licht van d^ lantaarn hier en daar op het
rijtuig liet vallen; even bleef het schijnen
op een bepaalde plek en spoedig kwam de
ander terug.
Er staat een adres op dien wagen, zei
hij grimmig een naam dien je keiit.
Een plolseling vermoeden kwam bij
Singleton op en hij riep: Toch niet Shot
telius?
Jal Samuel Shottelius. Esq Rowant
End, Ohristmas Common, Oxon. Singleton
floot zachtjes. Dan kan die wagen wel
met opzet dwars over den weg getrokken
zijn.
Daaraan twijfel ik geen oogenblik.
Onze vriend op Rowant End verspilt geen
tijd. Hij moet dit al hebben bedacht voordat
we weggingen, waaruit blijkt dat hetgeen
hij met ons voor heeft al een tamelijk vas
ten vorm heeft aangenomen. Het is zijn be
doeling ons op de een of andere manier
buiten gevecht te stellen en dit is de eerste
aanval, dien we inti>sschen gewonnen heb
ben. Dien vent kunnen we wel laten lig
gen
Neen. viel Singleton in. Dan zou
den we hem juist in de kaart spelen als hij
ons werkelijk een tijdlang buiten gevecht
wil stellen. Want er staat strenge straf op
als je een voetganger, dien je hebt aangere
den laat liggen en zoo maar doorrijdt. Hij is
glad genoeg om dat ook te weten en die
kerel, die weggeloopen is. zou eenvoudig
een verklaring onder eede afleggen, het
nummer van onze auto opgeven, en mor
gen vroeg kregpn we in Belvoir Mansions
een politie-agent met bevelschrift op ons
dak. En het zou niets helpen, al verzeker
den wij ook onder eede dat de wagen opzet
telijk dwars over den weg getrokken was
om ons onzen nek te laten breken. We
zouden geen mensch zoover krijgen dat hij
het geloofde. We moeten dezen man als
een onbekende naar Witlinglon brengen en
we moeten zeggen dat we hem door den
mist ondersteboven gereden hebben. Als we
alles open en eerlijk doen. ons legilimeeren
bij de politie en zoo, heeft Shottelius niets te
vertellen, en als de vent niet dood gaat,
wed ik dat we er niets meer van hooren.
Ze tilden den bewusteloozen man op,
droegen hem in de auto en legden hem op
de achterbank. Daarop draaide Tracy de
koppen van de paarden in de richling van
Rowant End. bracht ze een eindje verder
op den weg en na de lampen, die voor en
achter aan den wagen hingen te hebben aan
gestoken, liet hij het span aan zijn lot over
zpodat bet kon gaan waarheen het wilde.
Met eenige moeite kregen ze daarna de
auto weer op den weg en vervolgden hun
tocht naar Watlington. Daar dit lager gele
gen was, was de mist er zeer dicht, zoodat
zij, sedert zij nog eens den weg hadden ge
vraagd, bijna kruipend het politiebureau be
reikten.
Er kwam eert polilie-sergeant uit; Tracy
hield hem aan.
Sergeant, we hebben door den mist op
den weg bij de meent een man omver gere
den. Het is nogal erg aangekomen en we
hebben hem meegebracht. Is hier een zie
kenhuis waar we hem kunnen heenbrengen
voorowe weer inlichtingen geven?
Waar is de man? vroeg de politie
beambte.
In de Tracy draaide zijn hoofd om
naar het achtergedeelte van den wagen en
riep verwonderd:
Allemachtig! De kerel is er van door!
De sergeant keek in den wagen en zei
Het portier aan den anderen kant staat
open. Hij zal er toch niet uit gevallen zijn?
Dat kan niet, zei Singleton beslist.
Het portier heeft een patent sluiting. Het ia
open gemaakt; vanzelf open springen is on
mogelijk.
Dc sergeant liep om dén wagen heen.
Als het maar dicht geweest is.
't Was dicht, verzekerde Traey.
Dan kan de man ook niet zoo bezeerd
zijn als u dacht. Hij moet overeind gekomen
zijn en zelf de deur hebben opengemaakt.
Het lijkt ten minste zoo, stemde Single-
ton toe. De kwestie is nu, wal we nu ver
der nog moeten doen?
Het beste is dat een van u beiden even
in het bureau gaat en uwe namen en adres
sen opgeeft, dan kunnen we ons met u in
verbinding stellen als we er iets van hooren.
Tracy ging het bureau binnen en gaf
daar de noodige inlichtingen. Vijf minuten
later kwam hij weer te voorschijn, en toen
hij van den sergeant afscheid nam, zei
deze:
Een vreemd geval. Het heeft er veel
van, alsof de man. dien u omvergereden
hebt, liever niet heeft dat de aandacht er op
valt, dat hij hier in den omtrek geweest is.
Ik geloof niet dat u van dit geval nog ver
der iets zult hooren, heeren.
We verlangen er ook niets naar, lacht©
Tracy. Goeden avond sergeant.
Goeden avond, heeren.
En even later kroop de wagen weer door
den mist.
(Wordt vervolgd)