llEBHAGEN'sMILKOen RUMCO De reddingspogingen der Italia. HET MYSTERIE IVAN BELVOIR-MANSIONS. 59ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 15 Juni 1928 Derde Blad No. 20936 EERSTE KAMER. TWEEDE KAMER. Prov. Staten v. Zuid-Holland FEUILLETON. De regeling der Naamlooze Vennootschappen. ^Zitting van gisteren.) Voortgezet wordt de behandeling van het I ïetsontwerp tot regeling der naamlooze I rennootschappen. I De heer VAN DEN BERGH (V.B.) zet I ie gisteren afgebroken rede voort en be- I loogt, dat de handel niets wil weten van I epeobaarmaking der jaarstukken voor ge- ILbten vennootschappen, aangezien de con- 11arrentiemoeilijkheden daardoor zeer ver- I poot worden. Spr. ontwikkelt voorts be- 1 i*aren tegen het gevaarlijke enquêterecnt I <a geven meer macht aan de aandeelhou- I ders, die weinig belang stellen in bedrijven. I Ter illustratie deelt hij mede, dat bij de I onderneming waarvan spr. directeur is, nimmer een buitenstaand aandeelhouder I ter vergadering is geweest. I De heer SLINGENBERG (V.D.) acht I verder gaande wettelijke regeling urgent Ilea einde de rechtszekerheid te verhoogen, I De heer VERKOUTEREN ontwikkelt l(il van bezwaren tegen het ontwerp, dat veel ie uitvoerig is. Spreker wil meer over ijlen 3an de jurisprudentie. I Dc heer MEXDELS verdedigt het ont- Jverp en acht de verbeteringen zóó groot, I dat men enkele nadeelen op den koop toe moet nemen. Spr. ziet in bet ontwerp een waarborg Ivoor crediteuren en meent dal de N. V. niet Imag doen als een particulier persoon, door- dat zij beperkt aansprakelijk is. I De heer MEXDELS juicht hel enquêle- Irecht ten aanzien van de Naamlooze Ven nootschappen toe en betoogt dat dit de rel- Icetjes van aandeelhouders normaliseert door den weg aan te wijzen voor bonafide oppo- Ipanfcn. Doordat het met alle waarborgen I omgeven is, zal er geen veelvuldig gebruik van gemaakt worden. De heer JANSSEN verdedigt het ont- Ittprp cn noemt de bestrijding eenzijdig. I De heer DE JONG had de materie liever J alleen in hoofdzaken geregeld gezien en ■maakt tegen verschillende onderdeden he- luranr, o.a. het publicatie- en enquête- recht. De vergadering is verdaagd. De wijziging der Dienstplicht wet Stemming over de artikelen. (Zitting van gisteren). De behandeling van de wijziging der I Dienstplichtwet voortgezet. De wijziging I van art. 27 tweede lid was aan het slot der Itergadering door den Minister teruggc- somen. Het plan Postuma Boelc inzake de I vrijwilligers is dus van de baan. Bij art. 1 licht de heer TILANUS (C.H.) I '?n amendement toe, om uit te spreken, dat Ide vooroefeningen uitsluitend in militair verband behooren te geschieden en geen I steun aan particulieren of vereenigingen De- Itaort to worden verstrekt voor de opleiding, "elk amendement echter wordt ingetrok ken, nadat de MINISTER VAN OORLOG Leeft verklaard, dat dit niet algemeen zal ichieden, doch in uitzonderingsgevallen. [Op art. 12 licht de heer DUYMAER VAN WIST (A.-R.) een amendement toe, strek- nde om alle ingeschrevenen aan de keu ring te onderwerpen. De heer VAN RAPPARD (L.) bestrijdt Ik amendement, dat ook door den MINIS- ÏER wordt ontraden, ©n later door den I voorsteller wordt ingetrokken. Op art. 15 licht de heer L. TER LAAN [(S.D.A.P.) een amendement toe om geeste lijken en aanstaande geestelijken niet vrij te I Hellen van dpn militieplicht. De heer VAN RAPPARD (L.) bepleit I hijstelb'Dg van de eenige zoons. RECLAME. DE ALTIJD GEWILDE BONBONS 1610 De heer DECKERS (R.-K.) verdedigt de vrijstelling van geestelijken en a.s. geeste lijken als een historisch recht. De heer LINGBEEK (H.G.S.) acht geen redenen aanwezig om de geestelijken wet telijk vrij te stellen. Ook a.s. geestelijken behoeven niet te worden vrijgesteld, evenmin als ordebroe ders, diaconieën e.d. De heer OUD (V.D.) zal tegen het amen dement stemmen, omdat het ingaat tegen ernstige bezwaren van een groot deel der natie. De heer DE VISSER (C.H.) bestrijdt het amendement. In oorlogstijd is er juist groote behoefte aan geestelijke hulp voor de gemeenten De heer KERSTEN (S.G.P.) bestrijdt het amendement. De taak, die de geestelij ken hebben te verrichten ligt bij de ge meenten, waar zij in oorlogstijd troost en hulp moeten brengen. De MINISTER VAN OORLOG is het eens met die sprekers, die het amende ment bestreden met het argument, dat er in oorlogstijd zooveel meer behoefte bestaat aan geestelijke hulp. Voor vrijstelling van eenigen zoons voelt -fepr. niet. Na repliek van den heer TER LAAN wordt het amendement verworpen met 60 tegen 19 stemmen. Vóór de sociaal-demo craten en de heer Lingbeèk. Bij art. 27 verdedigt de heer K. TER LAAN (S.D.A.P.) een amendement, strek kende de sterkte der lichting terug te bren gen van 19.500 tot 13.000. De heer VAN ZADELHOFF (S.D.A.P.) licht de amendementen toe op de artt. 32 en 37 der Dienstplichtwet, strekkende om te handhaven den duur van de eerste oefening roor de zeemilitie op 8 maanden (de minis ter wil 14 maanden) en tevens te handhaven de bepaling; dat de zeemiliciens niet lan ger dan 12 maanden in dienst mogen wor den gehouden, tenzij met hun eigen toe stemming. De VOORZITTER deelt mede, dat de minister in het regeeringsvoorstel art. 32 in dien zin wijzigt dat de verlenging van den eersten oefeningstijd voor de zeemilitie wordt teruggenomen. De heer K. TER LAAN (S.D.A.P.) re- pliceerendc, dient een nieuw amendement in, strekkende te bepalen, dat voor de vrij gestelde geestelijken en a.s. geestelijken geen ander dienstplichtige zal worden inge lijfd. Er wordt overgegaan tot stemming. Het amendement-Ter Laan op art. 27 (verlaging van de lichting tot 13.000 man) wordt verworpen met 50 tegen 24 stemmen. Vóór de sociaal-democraten, de vrijzin nig-democraten en de heer Arts (R.-K. V.) Het amendement-Ter Laan om het con tingent te verminderen met de vrijgestelde geestelijken wordt verworpen met 51 tegen 23 stemmen. Vóór de sociaal-democraten, de vrijzinnig democraten. Het amendement-Ter Laan om den aftrek voor de voorgeocfenden te handhaven op 4 maanden wordt aangenomen met 52 tegen 22 stemmen. Vóór de sociaal-democraten, de vrijz.- dcmocralen. de Katholieken behalve de heeren Kortenhorst. Van Ryckevorssel, Van Yuuren en de Voorzitter en de heeren Arts (R.K.V.), Bierema (L.), Krijger en Bakker (C.H.), Zandt (S.G.P.), Duymaer van Twist en Smeenk (A.R.) Het amendement-Ter Laan om de schrap ping van de bepaling, dat de zeemiliciens zonder hun toestemming niet langer dan 12 maanden in dienst mogen worden ge houden ongedaan te maken, wordt aange nomen met 62 tegen 13 stemmen. De artt. 27, 32 en 37 worden hierna aan genomen. Bij art. 33 verdedigt de heer K. TER LAAN (S.D.A.P.) een amendement om de ziekenverplegers ook in de toekomst vrij te stellen van herhalingsoefeningen, dus den toestand te laten, gelijk hij tot heden geweest is. De heer DECKERS (R.K.) meent, dat de tekst van art. 33 niet in overeenstemming is met de bedoeling van Minister en Ka mer. Hij geeft een redactie-wijziging in overweging. De MINISTER VAN OORLOQ, de heer LAMBOOY, is bereid daaraan tegemoet te komen. Uit de nieuwe redactie blijkt, dat de herhalingsoefeningen over twee tijdper ken worden verdeeld, tenzij aan een dienst plichtige op zijn verzoek wordt toegestaan de 40 dagen over meer tijdperken te ver- verdeelen. De behandeling van het artikel wordt aangehouden. De MINISTER VAN OORLOG, de heer LAMBOOY. zegt. dat, als iemand uit zijn broek is gegroeid het niet de bedoeling is hem te straffen. Na repliek van den heer VAN ZADEL HOFF wordt het artikel op diens verzoek in stemming gebracht en aangenomen met 50 tegen 19 stemmen. Het aangehouden artikel 33 wordt hierna opnieuw behandeld. Het amendement-Ter Laan over de ziekendragers wordt bij zitten en opslaan verworpen. Vóór de eindstemming legt dc heer K TER LAAN (S.D.A.P.) de verklaring af, dat verschillende belangrijke bezwaren van zijn fractie zijn weggenomen, zoodat zij zich thans niet tegen het ontwerp zal verzetten en geen hoofdelijke stemming zal vragen. Het wetsontwerp, op verzoek van enkele Katholieke leden in stemming gebracht, wordt aangenomen met algemeene stemmen. De vergadering wordt te 6 uur 10 ver daagd tot hedenmiddag 1 uur. De snbsidieverleeniiig voor open bare leeszalen en bibliotheken. - De motie van den heer Van Hondt verworpen. (Zitting van gisteren). Gelijk wij gisteren nog hebben medege deeld is de motie-Van Zadelhoff (S.D.) in zake den steun aan volksuniversiteiten aan genomen. Bij de behandeling van het afwijzend prae-advies over de motie-van Houdt, waar in de Staten als hun oordeel uitspreken, dat het niet tot de taak der provincie behoort subsidie te vcrleenen aan den Bond van Openbare Leeszalen en Bibliotheken, en waarin Ged. Staten worden uitgenoodigd een regeling voor te stellen tot liquidatie binnen 4 jaren van het nu gegeven subsidie, ver dedigde de heer v. HOUDT (S.G.P.) zijn mo tie. Spr. heeft er bezwaar tegen, dat de sub sidies strekken tot het verschaffen van lec tuur, welke niet in overeenstemming is met de Christelijke levensbeschouwing en tra ditie van ons volk. De heer WERKER (V.D.) is van meening, dat we op een zeer gevaarlijk gebied zouden komen, als we ten deze als basis zouden ne men de Christelijke levensbeschouwing en traditie. Spr. acht subsidieverlecning alleszins op haar plaats. De heer ALBLAS (H.G.S.) merkt op, dat het voorstel-van Houdt zijn sympathie niet heeft. Spreker hoopt dat het oordeel van Ged. Staten, dat de verstrekking van goede lec tuur een voldoende provinciaal belang is, om daarvoor subsidie te verleenen. door de meerderheid dezer Staten zal worden ge deeld. De openbare leeszalen en bibliotheken zijn gemeengoed. Spr. is van meening, dat wel die lectuur moet worden geweerd, welke een opzettelijk godslasterend karak ter heeft. De heer HOFFMANN (R.K.) is van mee ning. dat deze subsidieering niet behoort tot de taak der provincie. 9 Spr. acht het ongerechtvaardigd om nog langer subsidie te geven. In die leeszalen en bibliotheken zijn boe ken, die men met geen tang aan zal raken (hoongelach). Ieder die maar een openbare leeszaal bin nenwandelt, kan daar alle lectuur in han den krijgen, die er is, en daarbij ook de slechte. De heer DE BRUIN (S.D.) vraagt, waar aan de heer van Houdt het recht ontleent om te beweren, dat deze lectuurverstrekking in strijd is met de christelijke levensbe schouwing van de vrijzinnig-godsdienstigen. Zijn naaste geestverwanten doen aan deze verstrekking van lectuur mede, en de naam Bovenstaande kaart geeft ongeveer de situatie van het oogenblik. Ten N.-O. van Noord-Oostland bevinden zich de drie groe pen der bemanning der Italia. Groep 1 ia die van Nobile, groep 2 die van Messandini, groep 3 zijn de drie man, die te voet land pogen te bereiken. De verblijfplaatsen der Citti di Miiano en Hobby met de vliegtuigen van Larsen .en Holm zijn duidelijk aangegeven, evenals van de Breganje, die den Deenschen ingenieur Var min g en den Nederl. honden voerman Van Dongen met de hondensleden aan boord heeft genomen. De Zweedsche stoomboot Svabardt is juist van Kingsbay vertrokken, waarheen de vlieg tuigen S 55 en Uppland op weg zrpt. Russische jjsbrekers zjjn eveneens ter liulp- verleening onderweg. van ds. J. Th. de Visser wordt nog steeds in het bibliotheekwezen met eere genoemd. Het streven van de heeren van Houdt en Hoffman is er op gericht om de openbare leeszalen en bibliotheken kapot te maken. Spr. herinnert er aan, hoe in 1926 4 mil- lioen boeken zijn verstrekt door de openbare bibliotheken. Daaruit blijkt wel, hoe groot de behoefte is van ons volk aan lectuur. Wanneer nu deze zaak zou worden kapot gemaakt, op welke wijze zou dan moeien worden voldaan aan die behoefte van ons volk naar ontwikkeling? Bij de leeszaal haalt de arbeider de boe ken, die hij noodig heeft voor zijn alge meene ontwikkeling en voor zijn vakontwik keling. Spr. wijst er vervolgens op, dat maar niet alles, wat aan de markt komt, in de biblio theek wordt opgenomen. Er is een speciale commissie, die daarover oordeelt, terwijl er bovendien nog op verschillende wijzen daar op toezicht w£>rdt geoefend. De heer van Houdt heeft weer eens duidelijk gedemon streerd, dat hij van het bibliotheekwezen niets afweet. Ten slotte merkt spr. op, dat o. i. in ons land nog slechts een enkele z.g. open bibliotheek is; bijna alle zijn gesloten bibliotheken, d. w. z. men ontvangt de boe ken niet anders dan uit handen van tech- nisch-geschoold personeel. Mevr. WENNIGER (lib.) verklaart zich eveneens tegen de motie. De heer RUTGERS (a.r.) kan niet met den heer van Houdt meegaan. De heer KERSTEN (S.G.P.) sluit zich aan bij den heer van Houdt. De heer BERG.AfEYER (S.-D.) hoopt van harte dat het voorstel-van Houdt niet zal worden aangenomen, omdat daardoor groote schade zal worden berokkend aan de ont wikkeling van de minder bedeelden, die geen geld hebben om zich deze boeken aan te schaffen. Volgens deskundigen moet de reddingsactie voor Nobile op zijn laatst binnen veertien dagen succes gehad hebben anders is het te laat. Vclgens een mededeeling van het Fransche ministerie van marine is besloten majoor Guiibaud met zijn watervliegtuig, dat voor een Oceaan vlucht in gereedjieid gebracht was, ter beschikking van Amundsen te stollen voor zijn hulpexpeditie voor Nobile. Guiibaud zal zich Zaterdag naar Bergen begeven. Maar Amundsen zag van zjjn pogingen af Van een bulpverleenen met het Ameri- kaansche luchtschip Los Angeles schijnt geen sprak6 te kunnen zijn. De heer L. DE VISSER (C. V.) merkt op, dat de groote massa gebruik maakt van ae bibliotheken. Dat in deze bibliotheken boe ken aanwezig zouden zijn, die men met een tong nog niet eens zou aanraken, zooals de heer Hoffman durfde beweren, is geheel in strijd met de werkelijkheid. Wanneer nu deze openbare bibliotheken zouden worden kapot gemaakt, dan zouden we krijgen een massa particuliere biblio theken, waarin de meest verderfelijke lec tuur zonder eenige controle zal kunnen wor- den opgenomen. Het is haast ondenkbaar, dat een hyper-christen als de heer van Houdt daaraan wil meewerken. Spr. zou tot den 'heer van Houdt willen zeggen: Bekeer je, schaam je en ga in den hoek staan (gelach). De heer HEUKELS, lid van Ged. Slafeti, licht het standpunt van dit college toe, zoo- als dit in het prae-advies is opgenomen. Dc heer VAN HOUDT repliceert, even als de heer HOFFMAN. Do motie-van Houdt wordt daarna ver worpen met 60 tegen 5 stemmen. liet voorstel van Ged. Staten tot wijzi ging van de regeling der subsidieering van openbare leeszalen wordt z. h. s. aangeno men, Eveneens wordt z. h. st. aangenomen het afwijzend prae-advies op de subsidie-aam vrage ter bevordering van het vreeroaeruai genverkeer tijdens de Olympische Spelen. Na eenige discussie wordt z. h. st. aange-s nomen het voorstel betreffende de vaststel ling van de leeftijdsgrens voor ontslag aan provinciale ambtenaren en bedienden, ter wijl eveneens z. h. s. aangenomen wordt het voorstel betreffende de regeling van de ver goeding van reis- en verblijfkosten voor den Hoofdingenieur en de ambtenaren en werk lieden van den Provincialen Waterstaat. De vergadering werd hierna verdaagd tot hedenochtend 11 uur. Uit het Engelsch van BEN BOLT. |*Q bat bezoek van Nerica Berringfon, ta? Eerst vertelde hij dat ze al twintig c'inulen geleden was weggegaan, maar '•-en je hem later zoo woedend vroeg raarom ze hem om genade gesmeekt had, talreep hij dat je wist, dat hij gelogen had. H'J knipte nog niet met de oogenl Hij zal *el heel verwonderd geweest zijn, toen jij °P eens alle diplomatieke betrekkingen met tam afbrak. Ik kon het niet meer uithouden, Aleck. Het kookte gewoon! 0, het is niet9 erg hoor, lachte Tracy. "Ik vind het veel prettiger om openlijk te y^hten. En het voordeel is nog aan onze tant, want wat Shottelius ook mag vermoe- tao of raden, hij kan onmogelijk veronder- feHen, dat wij hem reeds als Sleinmctz fer>nen. En daarmee hebben we hem in onze macht. ~7 Kijk uit! viel Tracy zichzelf plotseling m de rede. Daar is Ilij bracht de Waarschuwing niet ten einde. Voor hen uit den dichten mist doemden de vage om- J®kken op van een wagen met paarden, die c*ars over den weg staande, den rijweg J y°'komen versperden. Er was geen tijd om ^aarschuwen en Singleton, die bij onver achte dingen altijd even kalm bleef, stuur- ®et een ruk de auto in het gras en het struikgewas lange den weg; het scheelde geen haar of hij had de paarden geraakt. Een man, die ze bij de teugels had gehouden, sprong opzij, schreeuwde een ander een waarschuwing toe en ijlde weg in de mist. Die waarschuwing kwam echter even te laat, want bijna tegelijkertijd hoorde men een kreet, er volgde een vreeselijke schok, daarna word iets door de auto opzij geslingerd en Tracy riep uit: God! we hebben iemand aan;<i£reden. Ja. zei Singleion grimmig, ^met op elkaar geklemde tanden. Toen de auto tus- schen de bremstruiken stilstond, sprong hij er uit, greep een electrische zaklantaarn uit den gereedschapsbak, snelde terug en ging aan het zoeken. Bijna dadelijk vond hij wat hij zocht: het lichaam van een man. ineen gezakt dicht bij een braamboschje. Hij bukte zich, legde hem languit, gaf Tracy, die er bij kwam, de lantaarn en voelde naar het hart van den man. Goddank! Hij leeft! zei hij fluisterend. We moeien hem naar een dokter bren gen, gauw maar als de wagen het doet. Ja, begon Tracy. Het was onze schuld niet. Als die idioot van een voer man. Waar is hij? Weet ik het? Het schijnt dat hij zijn span in den steek heeft gelaten, en Groote God! De plotselinge uitroep van Singleton klonk als een kreet van verbazing. Kom eens hier met de lantaarn! Gauw, Aleek! Ik moet hem in het gezicht zien! riep Singleton en toen het licht van de lan taarn op de sombere trekken van den be- wuslelooze viel riep hij nog eens: Groote GenadeI Ik wist het. Die man is een van de bende van Shottelius. Hoe weet je dat? Ik heb hem al eens eerder gezien. Hij was gisteravond op dat bal van zijn zuster. Hij woont in de stad vlak naast Shottelius. Ik weet zeker, dat ze elkaar kennen. Tracy liep snel naar den weg, waar de paaiden met den wagen stonden. Singleton keek nieuwsgierig toe, hoe zijn vriend het licht van d^ lantaarn hier en daar op het rijtuig liet vallen; even bleef het schijnen op een bepaalde plek en spoedig kwam de ander terug. Er staat een adres op dien wagen, zei hij grimmig een naam dien je keiit. Een plolseling vermoeden kwam bij Singleton op en hij riep: Toch niet Shot telius? Jal Samuel Shottelius. Esq Rowant End, Ohristmas Common, Oxon. Singleton floot zachtjes. Dan kan die wagen wel met opzet dwars over den weg getrokken zijn. Daaraan twijfel ik geen oogenblik. Onze vriend op Rowant End verspilt geen tijd. Hij moet dit al hebben bedacht voordat we weggingen, waaruit blijkt dat hetgeen hij met ons voor heeft al een tamelijk vas ten vorm heeft aangenomen. Het is zijn be doeling ons op de een of andere manier buiten gevecht te stellen en dit is de eerste aanval, dien we inti>sschen gewonnen heb ben. Dien vent kunnen we wel laten lig gen Neen. viel Singleton in. Dan zou den we hem juist in de kaart spelen als hij ons werkelijk een tijdlang buiten gevecht wil stellen. Want er staat strenge straf op als je een voetganger, dien je hebt aangere den laat liggen en zoo maar doorrijdt. Hij is glad genoeg om dat ook te weten en die kerel, die weggeloopen is. zou eenvoudig een verklaring onder eede afleggen, het nummer van onze auto opgeven, en mor gen vroeg kregpn we in Belvoir Mansions een politie-agent met bevelschrift op ons dak. En het zou niets helpen, al verzeker den wij ook onder eede dat de wagen opzet telijk dwars over den weg getrokken was om ons onzen nek te laten breken. We zouden geen mensch zoover krijgen dat hij het geloofde. We moeten dezen man als een onbekende naar Witlinglon brengen en we moeten zeggen dat we hem door den mist ondersteboven gereden hebben. Als we alles open en eerlijk doen. ons legilimeeren bij de politie en zoo, heeft Shottelius niets te vertellen, en als de vent niet dood gaat, wed ik dat we er niets meer van hooren. Ze tilden den bewusteloozen man op, droegen hem in de auto en legden hem op de achterbank. Daarop draaide Tracy de koppen van de paarden in de richling van Rowant End. bracht ze een eindje verder op den weg en na de lampen, die voor en achter aan den wagen hingen te hebben aan gestoken, liet hij het span aan zijn lot over zpodat bet kon gaan waarheen het wilde. Met eenige moeite kregen ze daarna de auto weer op den weg en vervolgden hun tocht naar Watlington. Daar dit lager gele gen was, was de mist er zeer dicht, zoodat zij, sedert zij nog eens den weg hadden ge vraagd, bijna kruipend het politiebureau be reikten. Er kwam eert polilie-sergeant uit; Tracy hield hem aan. Sergeant, we hebben door den mist op den weg bij de meent een man omver gere den. Het is nogal erg aangekomen en we hebben hem meegebracht. Is hier een zie kenhuis waar we hem kunnen heenbrengen voorowe weer inlichtingen geven? Waar is de man? vroeg de politie beambte. In de Tracy draaide zijn hoofd om naar het achtergedeelte van den wagen en riep verwonderd: Allemachtig! De kerel is er van door! De sergeant keek in den wagen en zei Het portier aan den anderen kant staat open. Hij zal er toch niet uit gevallen zijn? Dat kan niet, zei Singleton beslist. Het portier heeft een patent sluiting. Het ia open gemaakt; vanzelf open springen is on mogelijk. Dc sergeant liep om dén wagen heen. Als het maar dicht geweest is. 't Was dicht, verzekerde Traey. Dan kan de man ook niet zoo bezeerd zijn als u dacht. Hij moet overeind gekomen zijn en zelf de deur hebben opengemaakt. Het lijkt ten minste zoo, stemde Single- ton toe. De kwestie is nu, wal we nu ver der nog moeten doen? Het beste is dat een van u beiden even in het bureau gaat en uwe namen en adres sen opgeeft, dan kunnen we ons met u in verbinding stellen als we er iets van hooren. Tracy ging het bureau binnen en gaf daar de noodige inlichtingen. Vijf minuten later kwam hij weer te voorschijn, en toen hij van den sergeant afscheid nam, zei deze: Een vreemd geval. Het heeft er veel van, alsof de man. dien u omvergereden hebt, liever niet heeft dat de aandacht er op valt, dat hij hier in den omtrek geweest is. Ik geloof niet dat u van dit geval nog ver der iets zult hooren, heeren. We verlangen er ook niets naar, lacht© Tracy. Goeden avond sergeant. Goeden avond, heeren. En even later kroop de wagen weer door den mist. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 9