BEEKMAN n's Parijsche Wafels HET MYSTERIE BELVOIR-MANSIONS. LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 8 Juni 1928 Derde Blad "No. 20930 GEMEENTEZAKEN. TWEEDE KAMER. MANTELS JAPONNEN REGENMANTELS RADIO-PROGRAMMA. FEUILLETON. jfete Jaargang EORGANISATIE VAN HET BUREAU DER GEMEENTEWERKEN. Iin 21sten Februari 1927 besloot de Rai de organisatie van het bureau der Ge- nieotewerken te wijzigen in dier voege, I kboor een der opzichters voor de bestra ten zoomede voor den opzichter voor de I platsoenen de rang van hoofdopzichter in I tetalgemeen bereikbaar werd gesteld. De tedeling zat hierbij voor, den dienst der tingen tot een zelfstandige afdeeling nken, welke rechtstreeks onder de pirecie zou zijn gesteld en voorts een ge- lijkei maatregel met betrekking tot den diens der plantsoenen te zijnertijd mogelijk :e meen. B. en W. meenen, dat thans het cogenlik gekomen is, om deze gedachte wk vor de andere deelen van den onder- houdsienst door te voeren, aldus, dat de feheel onderhoudsdienst gesplitst wordt in vier aieelingen, n.l. a) Algemeene Zaken en Gbouwen, b) Bruggen en Waterwer ken, c Bestratingen, Wegen en Rioleerin- I gen end) Plantsoenen, Beplantingen, Lan- I derijenen Sportterreinen. De chefs der af- I deelingn, welke den rang van hoofdop- I zichtenf technisch ambtenaar lsle klasse I zullen -ekleeden. zullen ieder rechtstreeks I slaan oder de Directie en benoemd en ont- I siagen orden door den Raad. Intus:hen komt het hun voor. dat het I fewensat is, ook in de organisatie van I andere eelen van den dienst der Gemeen- I fewerke eenige wijziging te brengen. De I groei tch van die organisatie heeft in de I laatste'O jaren niet genoegzaam gelijken Itred geouden met de uitbreiding van de I gemeeiB in gebied en zielenaantal, welke i datijdvak heeft plaats gevonden, noch I cok m- de toeneming, welke, in het alge- I ineen e bemoeiingen van de gemeente ook I op lie-terrein der Gemeentewerken ver- I looner De algemeene inrichting van den I dienst alsmede het aantal der daarbij in- jfedeele ambtenaren, in het bijzonder in Ideletende functies zijn, behoudens enkele Ipartide wijzigingen van ondergeschikte Iteleeinis, nog altijd, gelijk zij voor 20 Ijarenwaren. De tegenwoordige organisatiè Ij: djntengevolge allengs enkele gebreken ||ianertoonen. Hierbij treden in het bijzon- |dir - volgende punten naar voren. 1. De positie van den Adjunct- Directenr. bemoeiingen van den Adjunct-Direc- Iter beperkten zich tot dusverre. behoudens Itagen bijstand van den Directeur bij het litigeeren van belangrijke rapporten van pmeenen aard, of den onderhoudsdienst (treffende, .tot den diensttak „nieuwe ■vken". Hem was opgedragen de voorbe- Ircing en de uitvoering van belangrijke |iiwe werken zoowel van bouwkundigen ilvan waterbouwkundigen aard. Afet den loerhoudsdienst daarentegen had hij in |c regel geen bemoeienis, met als gevolg, ■keen te groot deel van de rechtstreeksche Itenische leiding van den onderhouds- Ic st en de taak van het redigeeren der leaetreffende rapporten, met hulp alleen 1"! den hoofdopzichter in algemeenen iist. kwam te rusten op de schouders van j Directeur. Moest eenerzijds de Direc- t dagelijks te-veel aandacht wijden aan (rlei technische finesses van den dienst, lat hem te weinig tijd overbleef voor ükstudeeren van algemeene technische <or;ani?atorisehe vraagstukken in grooter ftand, het ontwerpen van regelingen en |1 doen van voorstellen deswege, ander- >is zag de Adjunct-Directeur zich van de JgelijkStóhe aanraking met een te groot |f£l van den technischen dienst verstoken, pUeen vooral daarom bezwaar meebrengt, lat d| Adjunct-Directeur tevens plaats- prvangad Directeur is en als zoodanig Ider oojenblik den Directeur, ook voor 'at de technische leiding van den onder- wdsdierht betreft, moet kunnen vervan- RECLAME. BLIJIE.\ ALTIJD WELKOM! 1219 gen. Hel voornemen is thans, aan deze be zwaren tegemoet te komen, door den Ad junct-Directeur te stellen aan het hoofd, altijd natuurlijk onde&opperleiding van den Directeur, van den geheelen technischen dienst, welke dus zoowel de nieuwe wer ken als den onderhoudsdienst omvat. Aldus verkrijgt de Directie meer tijd voor de studie van algemeene vraagstukken in groo ter verband en het geven van algemeene leiding, terwijl de Adjunct-Directeur als eerste schakel tusschen den Directeur en den geheelen technischen dienst een meer centrale positie inneemt, als de recht streeksche steun en medewerker van den Directeur van alle zaken geheel op de hoogte zal zijn. en ieder oogenblik in staat zal zijn den Directeur zoo noodig volledig te vervangen, zonder dat dit tot eenige stagnatie in den dienst behoeft te leiden. 2. De positie dei afdeelings- chefs van den onderhoudsdienst Met den onderhoudsdienst had de ad junct-directeur tot dusver geen bemoeienis, terwijl de verschillende deelen van dien dienst, tot voor kort niet rechtstreeks res sorteerden onder den directeur, doch onder den hoofdopzichter. Hierin is door het be sluit van 21 Februari 1927 ten aanzien van de afd. Bestratingen bereids wijziging ge bracht, in dien zin, dat aan het hoofd van deze afdeeling en rechtstreeks onder de Directie een eigen hoofdopzichter is gesteld. De andere deelen van den onderhoudsdienst bleven voorloopig onder den anderen hoofd opzichter, thans hoofdopzichter in algemee nen dienst genoemd, ressorleeren. De bedoe ling is nu, deze ontwikkeling, volledig door te voeren en mitsdien vier ofdeelingen in te stellen: aan het hoofd van elke afdeeling zal al9 chef de technische ambtenaar wor den gesteld, welke tot dusverre de directe leiding van het werk dier afdeeling had, be houdens, dat de hoofdopzichter in algemee nen dienst zal worden belast met de leiding der afdeeling a: Algemeene Zaken en Ge bouwen. In aansluiting hieraan hebben B. en W. gemeend, den betrokken ambtenaar, den heer J. A. Verhoog, op grond van zijne bijzondere verdiensten jegens de gemeente, aan den Raad te moeten voordragen voor de toekenning van een persoonlijke toelage van f. -400 per aar. De chefs der afdeelingen zullen, gelijk gezegd, voortaan rechtstreeks staan onder de Directie en wel meer in het bijzonder onder den Adjunct-Directeur; zij zullen den rang bekleeden van hoofdopzich ter, of technisch ambtenaar le klasse. 3. De bezetting der leidende Inncties bij den diensttak Nieuwe Werken. Bij den diensttak „Nieuwe Werken" wa ren tot dusverre in leidende functies werk zaam de Adjunct-Directeur en de Bouwkun dig Hoofdambtenaar. Reeds in de laatste jaren is gebleken, dat deze bezetting bij de zich steeds uitbreidende werkzaamheden on voldoende is. om een goeden voortgang van het werk, gepaard aan een afdoende con trole zoowel op de technische uilvoering als op het economische beheer, te waarborgen. Dit klemt te meer. nu de Adjunct-Directeur zal worden gesteld aan het hoofd van den geheelen technischen dienst en derhalve voor het geven van directe leiding bij den diensttak Nieuwe Werken alleen de Bouw kundig Hoofdambtenaar overblijft. B. en W. achten mitsdien* th3ns het oogenblik geko men, om over te gaan tot de aanstelling van een jonger ingenieur, welke naast den Bouwkundig Hoofdambtenaar en evenals deze onder leiding van de Directie bij den dierfsttak Nieuwe Werken werkzaam zal zijn. Tusschen den Ingenieur en den Bouw kundig Hoofdambtenaar, aan wien de juis tere titel van Architect ware te geven, zou alsdan een verdeeling van werkzaamheden en samenwerking tevens tot stand kunnen worden gebracht, waarbij zooveel mogelijk van ieders bijzondere bekwaamheden partij wordt getrokken, in dier voege, dat de Archi tect meer in het bijzonder de bouwkundige werken en het bouwkundig gedeelte der wer ken van gemengd karakter zal verzorgen en in het algemeen als aesthetisch adviseur bij den dienst der Gemeentewerken zal op treden, terwijl de Ingenieur zich meer zal bezig houden met het waleroouwkundig ge deelte, het maken van constructiebereke ningen, het maken van bestekken en be- groolingen voor de desbetreffende werken en het geven van dagelijksche leiding bij de uitvoering daarvan. De voorgestelde uit breiding van personeel brengt uiteraard eenige uitgave mee, doch B. en W. achten deze gerechtvaardigd, ook uit hoofde van de betere contröle op een voortdurend zuinig beheer, welke aldus zal worden verkregen. Dat overigens een aantal van 3 ingenieurs (de Directie inbegrepen) bij den dienst der Gemeentewerken voor een stad als Leiden waarlijk niet als een overdreven luxe mag worden beschouwd, moge ook daaruit blij ken, dat het aantal ingenieurs (de Directie inbegrepen, doch ongerekend de architecten of bouwkundige ingenieurs"», in Haarlem 5 bedraagt, in Delft -4, in Arnhem 3, in Bus- sum eveneens 3. ■4. De organisatie van de Tee kenkamer. In de overige functies bij den diensttak Nieuwe Werken zullen in de vaste formatie elf technische ambtenaren werkzaam zijn, welk aantal in de laatste jaren steeds in vasten dienst aanwezig is geweest en der halve in verband met de zich steeds uitbrei dende werkzaamheden thans als een mini mum kan worden beschouwd; zij zullen al naar den aard van hun werk en hunne be kwaamheid den rang bekleeden van tech nisch ambtenaar, le, 2e of 3e klasse, ad junct-technisch ambtenaar, klerk le of 2e klasse of hulpklerk. Deze ambtenaren in de eerste plaats en voorts ook somtijds de technische ambtenaren van den onder houdsdienst zullen van tijd tot tijd werk zaamheden hebben te verrichten op de Tee kenkamer Het komt B. en W. gewenscht voor, om hen, zoolang zij op de Teekenka mer werken, te 9tellen onder directe leiding en toezicht van een hunner, die daartoe naast zijn gewone werk met de functie van chef der Teekenkamer zal worden belast, en die den rang van hoofdopzichter zal be kleeden. Al het teekenwerk, ook dat voor den onderhoudsdienst, zal alsdan zooveel mogelijk op de teekenkamer worden gecon centreerd en door de daar hij voortduring werkzame feekenaars. worden verricht, zoodat de eigenlijke opzichters zoo veel mo gelijk voor den buitendienst beschikbaar blijven. De Commissie van Fabricage kan zich met deze regeling vereenigen en in over eenstemming met deze Commissie stellen B. en W. als nu den Raad een desbetref fende verordening vast te stellen. De suppletoire Indische be grooting De communisti sche onlusten Het inter communale antobnsverkeer. (Zitting van gisteren.) Aan de agenda wordt toegevoegd de wij ziging kieswet (o a. stemmen, hij vol macht). Aan de orde is de suppletoire In dische begrooting. De heer CRAMER brengt hulde aan de samenstellers van het rapport betreffende de onlusten op Sumatra's Westkust. Hij wijst erop, dat ook andere oorzaken voor de onlusten bestaan dan het communisti sche en noemt o.m. de fouten in het be stuursbeleid en de zeer hooge belastingen. Door het niet onderzoeken van gerechtvaar digde klachten, werd de bevolking vatbaar voor de communistische propaganda. Spreker dringt aan op opheffing van de interneering in Roven-Digoel. De heer L. DE VISSER zegt, dat Tndië niet tot rust zal komen, zoolang de Neder- landsche overheersching voortduurt. Spreker critiseert de verkorting van het rapport betreffende de onlusten en de ver keerde toepassing van de exhorbitante rechten door den gouverneur-generaal. Ge- eischt moet worden oogenblikkelijke ophef fing van het Digoelkamp. De heer BIJLEVELD bestrijdt, dat de interneering in strijd is met de Indische Staatsregeling en betreurt, dat zooveel rail- lioenen moeten worden besteed ter verze kering van orde en rust. Hij vraagt een on derzoek naar de mogelijkheid, dat de inter- neeringsmaatregel op sommigen te streng is toegepast. Minister KONINGSBERGER zegt. dat bet rapport betreffende de ongeregeldheden met meer vrucht zou kunnen worden besproken bij de Indische begrooting in het najaar. Een gedeelte van het rapport werd niet openbaar gemaakt om politieke redenen. Het inlerneeringsonderzoek is zoo nauwkeu rig geweest, dat dwaling is uitgesloten. Wanneer de omstandigheden het toelaten, zal aan de interneering een einde ikomen. De heer CRAMER oppert bezwaar tegen den voorgestelden post van gedelegeerde te Genève. De heer DROOGLEEVER FORTUYN wenscht dezen voor eenige jaren te zien benoemd. Minister KONINGSBERGER verdedigt den post als een eenvoudige uitkijkpost voor Indische aangelegenheden. Op een vraag van dr. BEUMER zegt de MINISTER publicatie van het rapport over de mijnramp en onderzoek te Sawah Loento toe, wanneer de Gouverneur-Generaal geen bezwaar heeft. De heer CRAMER wenscht de kosten der luchtlijn naar Indië voor de helft mede door Nederland te zien gedragen. De hoeren DROOGLEEVER FORTUYN en BIJLEVELD bepleiten aanhouding van den post voor de eredietverleening aan het burgerlijk luchtverkeer in Indië. De MINISTER acht uitstel in hooge mate ongewenscht. Een bijdrage van Nederland aan het luchtverkeer acht spr. niet noodig. Wel wanneer eenmaal de verbinding van Nederland met Indië door de lucht aan de orde is. De stemming wordt bepaald op heden. De vergadering is geschorst tct dc? avonds 8 uur. Avondvergadering. Aan de orde is de-interpellatie-Braat over het optreden van den inspecteur der directe belastingen te Dordrecht, waarbij de heer Braat een zestal vragen stelt inzake het ge val van den heer v. Hoven te Papendre^ht. Minister De Geer vindt geen aanleiding sanctie aan de beslissing van den inspec teur te onthouden. De heer Braat dient een motie in, waarbij de Kamer als Ihaar oordeel uitspreekt, dat een inspecteur der directe belastingen geen gemachtigde van een reclamant moet kun nen weigeren zonder opgaaf van geldige redenen. Deze motie komt direct in behandeling. Heden zal er over worden gestemd. Aan de orde is de interpellatie van den heer Kersten betreffende de in den Iaatsten tijd getroffen maatregelen ten opzichte van het intercommunale autobusverkeer, ook in verband met bestaande wettelijke bepa lingen. Spr. stelt de volgende vragen: 1. Overweegt de minister naar aanleiding van de bezwaren, die gerezen zijn bij de toepassing van de wet betreffende de open bare middelen V3n vervoer, wijziging dier wet met name in dien zin, dat rekening ge houden wordt met de bezwaren, verbonden aan het plotseling doen stop zetten van een autobusbedrijf, dat in elk opzicht aan den eisch der wet voldeed en ter voldoening van het publiek diende? 2. Is de minister bereid ook met de be langen te rekenen van hen, die onder de toen bestaande wet een autobedrijf hebben ingericht? 3. Wenscht de minister zorg te dragen voor de heiliging van den dag des Heeren, althans toenemende ontheiliging te verhin deren? Minister v. d. VEGTE geeft een overzicht van de genomen beslissingen en merkt op, dat deze geheel overeen stemmen met de wettelijke bepalingen. Na uitvoerige discussie diende de heer VAN BRAAMBEEK een motie in, strekkende om een vervoerraad in te stellen, die den Minister van advies kan dienen. Hierover wordt in de volgende vergade ring gestemd. De vergadering wordt om 10 min. voor één verdaagd tot hedenmiddag 1 uur. RECIaAME. KOREVAARSTRAAT HOEK-STEENbCHUUiR Onze Kleeding is Superieur èn niet duur. 700 VOOR ZATERDAG 9 JUNI. Hilversum, 1060 M. 12.30—2 u Lunch- muziek door het Trio Verhey. 2—4.30: Aansluiting van het Theater Tuschinsky to Amsterdam. Concert door het Theater-or kest, jazzband. Optreden van solisten etc. Max Tak, muz. leider 5.306 u. Zwem les door Ben Carton. 6—7.45: Concert door het Omroep-orkest. 8.05: VARA. Opvoering van ,,De Grond", spel van boe renleven in 3 bedr. van Geert Teis Pzn., uit het Groningsch door G W. Spitsen. Het Dilett. Tooneel-ensemble ,,De Vrije Club." 10.3011.45: VARA. Aansluiting van de Cinema Royal te Amsterdam. Or kest o.l.v. Hugo de Groot. Huizen, 340.9 M. Na 6 u. 1860 M. (KRO* uitzendingen uitsluitend). 12.301.30: Lunchmuziek door het Trio Winkels. 5 7 il Dinermuziek. 77.30; Cursus Hol- landsch. 7.308 u.Spr. Prof. H. F. Mj Huybers van de Keizer Karei Universiteit. 810.30: Concert. Het KRO-orkest o.l.v. M. v. d. Ende. Spr. Pater Jac. Zeu, S. J. Apostolaat des Gebeds. Daventry, 1600 M. 10.35: Kerkdienst 1.20: Orfcestconcert. 2.20: Cambridge Universiteits-athletiekwedstrijden. Militaire band en D. Foxon, bariton. Dans-orkest. 4.45: De militaire kapel en F. Foxon, bari ton. 5.35: Kinderuurtje. 6.20: Concert orgel-bespeling. 6.50: Nieuwsber. 7.05: Vaudeville Turn. 7.20: Dansmuziek. 7.35: Brahms piano-composities. 7.45: Sportcauserie. 8.05: Licht orkestconcert. S. Bertin, sopraan. 9 20: Nieuwsb. 9.35: Motorpraatje. 9.50: Nieuwsb 9.55: Vaudeville. Dans-orkest- en variété- artisten. 10.5012.20: Dansmuziek. Parijs ..Radio-Paris", 1750 M. 10.50-* 11 u.Gramofoonmuziek. 12.502.10: Gramofoonmuziek. 4.055.05: Dansmu ziek. 8.509.20: Kinder-halfuurtje 9.2011.20: Orkestconcert. Langenberg, 4-69 M. 1.202.20: Or kestconcert. 4.204.50* Declamaties door P. Kania. 6.207.20: Orkestconcert. 8.40: Vroolijke avond. Orkest en solisten* Daarna tot 1.20: Dansmuziek. Zeesen, 1250 M. 12.505.20: Lezingen; —5.20—6.20: Orkestconcert, 6.20-8.05: Lezingen. 8.20: „L'Ivrogne corrigé", kom. opera in 2 acten van Gluck. Daarna; tot 12.50: Dansmuziek Elsa Schumann* eopraan. Dr. Becce's orke«t. Hamborg, 395 M. 4.35: Bandonion-con- eert. 5.20: Nederduitsche volksdansen met zang. 6.20: Vroolijk concert, 8.20: Frankfurter avond. Orkest en solisten. Brussel, 509 M. 5.206.20: Orkesfcon* cert, 7.057.50: Orkestooncert. 8.35— 10.35: Concert. Orkest en M. Jans, bas. ÏÏi het Engelsch van BEN BOLT. L,- Epitein Tracy, waarschijnlijk, zei hij end. Ik ben heel blij dal u met d mee kon komen. Onder het spre- c-n het hij naar het verband om Tracy's W e merkte op: Dat is toch geen ;"t>iij!?l van den oorlog, Kapitein. Ik da het niets ernstigs is? ':5n lachte. De moeite niet waard, Alleen maar een klap met een ooder. Als ik den vent, die het ge- 3 -ft, in handen krijg, zal ik het hem F* interest terug betalen. .^}nt u hem? vroeg de millionair, met onverschillige nieuwsgierig- 1 jal 't Is een ploert, die bekend is naam „De Duif". Mr. Shottelius I bijna op. Gedurende één seconde |ti!: n z»Jn vreemde oogen iets dat ees had kunnen noemen, maar die rdween even spoedig weer als hij I was en de vreemde oogen glira- r^n>pnieuw. Ru j', i" wa^ een vreemde naam voor een ploert en dood er gebruikt Ik -?ien dat „Havik" een betere schuil- ^>r hem was. I it vind ik ook, gaf Tracy lachend toe. Maar onder den naam „De Duif" staat hij nu eenmaal bekend. U schijnt nogal-veel te weten. De mil lionair hield op en riep plotseling op een toon van zelfverwijt: Maar neemt u me toch niet kwalijk heeren. Gaat toch zitten. Hij wees twee stoelen aan die een beetje op zij van den haard stonden: Singleton be greep, toen hij gezeten was, dat deze opzet telijk juist d&èr waren neergezet opdat het volle licht op zijn gezicht zou vallen. De gastheer zelf nam een stoel vlak tegenover hen, waardoor zijn gezicht in de schaduw kwam, en daarop begon hij weer, waar hij was blijven steken. Wat ik zeggen wilde, u schijnt nogal veel van uw aanrander te weten, Kapitein Tracy. O, niet zooveel als u misschien denkt, meneer Shottelius. Ik heb bij toeval zijn bijnaam gehoord, en ik heb een flauwe her innering dat ik hem vroeger wel gekend heb. En toch verwondert het mij dat hij een roover en vechtersbaas is geworden. Singleton keek zijn vriend even be vreemd aan: hij begreep niet waarom deze zonder dat dit noodig was den bijnaam van Gérard de St. Pierre noemde tegenover den man die, als hun verdenking juist was. dien naam zeker zelf wel wist. Óp Tracy's ge zicht lag een trek van argelooze vroolijk- heid waardoor het er niet bepaald intelli gent uitzag. Maar Dick begreep dat dit slechts een pose was. om hun gastheer om den tuin te leiden; deze laatste glimlachte dan ook welwillend. Er zijn tegenwoordig veel menschen, die vroeger in de beste kringen kwamen en nu straatarm zijn geworden. Dat behoort ook tot de naweeën van den oorlog, even goed als hun geweldadigheden. Hij zweeg, als verwachtte hij een ant woord op zijn opmerking. Tracy nam du9 weer het woord en zei onbenullig: Juist, meneer Shottelius, juist. Wat Singleton betreft, deze keek de lange, rijk gemeubelde kamer rond, zijn hart was ziek van vrees bij de gedachte aan de woorden die hij voor de deur had opgevangen Hij twijfelde er niet aan of Nerica was hier nog geen vijf minuten ge leden in deze kamer geweest. Door het openstaande raam had hij haar angstig smeekende stem gehoord, waaruit hem dui delijk was gebleken dat zij aan de genade van den millionair was overgeleverd; maar waar was zij nu? Voorzichtig keek hij rond, en hij ontdekte in den muur een deurope ning die door een rijk wandtapijt half ver borgen was. Deze kamer had dus verbin ding met een andere kamer. Was Nerica daar? Zijn oogen zochten zijn gastheer, die juist op hetzelfde oogenblik toevallig naar hem keek In de vreemde oogen van den millionair kwam een eigenaardige vragende uitdrukking. Het was alsof hij zichzelf een vraag stelde en niet goed wist wat het ant woord daarop was. en geheel onverwacht, in een opwelling die hij niet zou hebben kunnen verklaren, nam Singleton het woord en vroeg: Heeft u juffrouw Berringlon hier op bezoek gehad, meneer Shottelius. De man in den sfoel tegenover hem keek hem weer aan; het was duidelijk aan zijn gezicht te zien dat dit een vraag was die hij evenmin had verwacht als de mededeeiing van Tracy over .,De Duif". Een oogenblik was hij uit het veld geslagen, maar dadelijk her stelde hij zich en lachte. O, dan heeft n haar natuurlijk onder weg ontmoet? Neen, antwoordde Singleton kortaf. Maar hoeShottelius brak den zin af, liet zijn blik door het vertrek gaan en keek toen zijn gasten glimlachend aan. Dan begrijp ik het niet goed. Ik zie toch geen enkel teeken, dat een amateur Sherlock Holmes zou kunnen helpen. De jonge dame heeft toch haar handschoenen, noch haar taschje laten liggen. Even zweeg hij weer. en met een breeden glimlach en honingzoete stem vervolgde hij: zelfs niet haar zakdoekje. Dich Singleton voelde bij de toespeling in de laatste woorden weer een vlaag van woede opkomen en stond op het punt zijn gastheer vierkant de waarheid te zeggen, maar daarin werd hij verhinderd door Tracy die op spottenden toon inviel: En al was dit zoo, dan zou Dick dat toch niet gezien hebben. Een man, die een dame op den weg kan voorbij loopen zon der haar te zien, valt eerder over zulke kleine dingen, dan dat hij ze ziet. Is juf frouw Berrington al vertrokken? Voor het antwoord kwam, was er een kort oogenblik stilte. Maar toch niet zoo kort. of Singleton had er uit opgemaakt, dat Shottelius het met zichzelf niet eens was, welk antwoord hij moest geven. Ja, twintig minuten geleden. U moet haar op den heuvel zijn tegengekomen. Ik had haar verzocht hier te komen O. dat weet ik, viel Singleton kortaf in. Hij durfde Tracy niet aanzien Shotte lius had gelogen en hij. Singleton, was bang om het te laten merken, dat hij het wist. Ed uit vrees, dat zijn vriend zich zou bloot geven, ratelde hij door. U heeft vanmorgen naar het huis van Lady Arthwaite getelefoneerd. U heeft zeken haar hier laten komen om haar over die ellendige zaak in Belvoir Mansions te on dervragen V Goed geraden, jongeman! Maar hef was tijdverspilling. Ik ben heel weinig van haar te weten gekomen. Die bekoorlijke jonge dame is of heel gesloten of heel on schuldig. Even wachtte hij. en daarna, nog steeds glimlachend, wendde hij zich in het bijzonder tot Tracy. U weet zeker niet, of Charles South well met iemand bekend was, die haal) misschien als boodschapper heeft willen ge-» bruiken? Tracy schudde zijn hoofd. Hoe zou ik dat weten? Southwell was een gesloten man. U ook, nietwaar kapitein Singleton? Neen. Maar er is iemand, die door het jonge meisje in bescherming genomen wordt, daar ben ik van overtuigd misschien iemand, met wien ze in stilte verloofd is! Singleton sprong op en wilde iets zeggen. Maar Shottelius hief zijn hand op en zeil Kalm aan. Laat mij dit verder uit werken. Het is duidelijk, dat er een bij zondere reden was, waarom juffrouw Ber rington eergisteravond in Belvoir Mansions geweest is. Wat was die reden? Een ge woon rendez vous, daar is geen sprake van. Iemand, die dat mooie meisje ook maar even kent, kan aan zooiets niet denken (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 9