twee stoute Hondjes. en Jongen, die graag de dat er eens wat gebeurde. CORRESPONDENTIE. Blommetje en Grommetje steeds maar kaltekwaadl ïchten altijd met elkaar morgens vroeg tot laat! vochten beiden vrees'lijk fel ipieter stukje taart; der beet een stukje af..,, d' andere zijn staart! bben beiden diep berouw; n hondje, dat meer vechten woul HETTY BOREL, et Engelsch van A. C. Vernon.: Vrij bewerkt door DE LILLE HOGERWAARD. J helpl Wat is ons leven toch saai llendNooit gebeurt er ook eens lindends of belangrijks. Alles ver- li" riep Leo de Wilde uit, terwijl oek over de tafel slingerde. De log van zijn gezicht was al heel KD. Isje Elly, die zes jaar ouder was Ikeek hem zacht verwijtend aan. lLeoI" zei zij, „dat kun je toch hen, als je een oogenblik ernstig I Ons leven mag dan heel rustig i toch gelukkig en we hebben heel laakbaar voor te zijn." |aar 11" herbaalde Leo boos. „Ik dat we veel reden tot dankbaar den. Vergelijk ons leven eens met anderen 1 Daar heb je bijvoor- |p Peters. Die gaat elke vacantie lad of op reis en bij hoeft iets jrenschen om het te krijgen." Ih kunnen alle wenschen van de Jeld hem niet dat brengen, wat wij |Leo." edoel je klonk het ongeduldig, luders", zei Elly nu. „De voogd J Peters is wel een heel rijke en Ie man, maar kan hem zijn ouders I vergoeden. Ik heb Jaap Peters |en zeggen, Leo, dat hij jou be leg een kleur en mompelde: Woel ik natuurlijk niet. En Jaap |eenige jongen, aan wien ik denk. eens naar Bob Wolter6 en Daan die hebben toch ook heel wat pes dan wij." laar zullen ook een massa jon- die jou en ook mij benij- ?oordde Elly kalm. „Vader en afzeggen zich allerlei dingen om lies te laten leereD, we zijn goed |en jij, Leo, weet zelfs niet eens, kt als een echt meisje, Elly. jongen wil iets beleven en bier Ituurlijk nooit iets kris, waarin het minste gebeurt, Ihet gelukkigst. Kijk alleen maar poede en prettige, dat je hebt, ata van te verlangen naar din- niet hebt." I En hou nou maar op met je |*ei Leo. „Dat is alles goed voor een jongen wil iets beleven. willen, dat we den één of ande- hadden. Dat zou ten minste Iheid verbreken. In boeken zijn |jjï tegenspoed altijd veel mooier dan wanneer alles van een I gaat 1"- Toen Elly begreep, dat zij haar broertje niet tot andere gedachten brengen kon, gaf zij het maar op. a Twee maanden later werd Leo's ondoor dacht geuite wensch echter vervuld: zij werden door tegenspoed getroffen en deze verbrak den eentonigen gang van zaken. Zijn leven zou heel anders worden. De zaak, wdarin zijn vader compagnon was, ging failliet en de spaarpenningen verdwenen daarbij. Meneer de Wilde was echter nog zoo gelukkig, een betrekking op een ander kantoor te krijgen, maar zijn fealaris was aanzienlijk geringer en de grootste zuinigheid moest worden betracht. Zij trokken in een kleiner huis en konden geen dienstbode meer houden. Elly, die nu zeventien jaar was, werd van school geno men om haar moeder te helpen en Leo ging naar een andere school. Eerst nu begon de laatste het verleden te waardeeren en hij zou heel wat gegeven hebben, als hij dit had kunnen terugroe pen, ook al gebeurde er toen niets. Soms had hij een gevoel, alsof zijn ondoordachte woorden gedeeltelijk schuld hadden aan hun tegenspoed. Tegen Elly durfde bij hierover echter niet spreken en zijn zusje zei er ook niets van. Zij dacht: „De arme jongen zal al genoeg het land hebben, zonder er nog eens aan te worden herinnerd." De maat wa9 echter nog niet vol. Ongeveer een jaar na de verandering in hun omstandigheden, werd meneer de Wil de geheel onverwachts een mooie betrek king in de naburige stad aangeboden. Hij ging er onmiddellijk op af, om met bet hoofd der firma te spreken. Het was een mistige dag in November en Leo, die zijn lessen zat te leeren, mop perde, dat hij er zijn vrijen Woensdagmid dag voor opofferen moest. Plotseling kwam Elly snikkende de kamer binnen. „O, Leo!" riep zij uit. „Heb je gehoord^ wat de krantenjongens roepen 1 Er is een spoorwegongeluk gebeurd op de lijn naar A. in den mist Vaders trein. Moeder is naar het station gehold. O, Leo, als Vader verongelukt is, zal Moeder hem niet overleven." Broer en zuster keken elkaar recht in de oogen en ieder hunner wist, wat de an der dacht. Leo sloeg zijn armen om Elly's hals en snikte berouwvol „O, Elly El! Ik heb een gevoel, alsof ik hen vermoord heb! O, wat ben ik toch slecht geweest! En al den tijd van onzen tegenspoed was ik in opstand. Maar nu nu zou ik alles kunnen verdragen, als Vader en Moeder maar gespaard mogen blijven!" „Elly", zei Leo dienzelfden avond ernstig, „toen Vader en Moeder vanmiddag gezond en ongedeerd samen binnenkwamen en ons vertelden, dat de berichten overdreven waren: er gelukkig geen menschenlevens te betreuren vielen, was ik op eens zoo onuit sprekelijk dankbaar en had ik een gevoel, alsof ik nooit, nooit meer ontevreden zou kunnen zijn. En nu wij het bovendien weer veel beter zullen krijgen en ik later naar het gymnasium zal kunnen gaan, kan ik niet dankbaaT genoeg zijn." Nooit verlangde Leo er meer naar, dat er „eens iets in zijn' leven gebeuren zou.'4 Zooals ik bij de opgave Prijsraadsels schreef, geef ik nu iels gauwer weer een werkje als prijsraadsel, omdat aan het vo rige vele kinderen niet deelnamen. Over dit kan nu niet geklaagd worden, want iedereen kan het toch probeeren, al wordt het volstrekt niet mooi, dat behoeft ook niet, ik zou het ook niet mooi kunnen maken. Alleen kinderen, die echt linksch zijn, zullen hel wat gemakkelijker vinden, maar niet velen zijn er linksch en schrijven met de linkerhand is toch ook voor hen nog iels bijzonders. Willen alle kinderen die zoo vriende lijk waren om te vragen wat ik aan mijn been heb, hoe het kwam enz., dit even le zen. In de brieven, die ik Maandag over de post kreeg, stonden er al vele vragen over, en ik schrijf Maandags altijd al vast een antwoordje op die brieven, maar nu van-, daag (Dinsdag) las ik in zóóveel brieven van het pakket: Tante, bent u gevallen? ■bent u weer beier? enz. dus nu dacht ik, Iaat ik dan maar in eens er op antwoorden in hel begin der correspondentie anders wordt het zoo eentonig. Ik ben vóór Pink steren gevallen, gestruikeld over iets en nogal hard neergekomen en toen is mijn knie stijf geworden, erg pijn gaan doen, de eerste dagen kon ik nog een heel klein eindje de straat op, maar nu al heel veel dagen loop ik alleen maar wat door huis of in mijn kleine tuintje; ik ben zoo blij dal ik nu beneden woon en dat kleine tuintje heb. Maar ik zal wel weer gauw beter zijn. de pijn wordt al wat beter; er komt iederen dag iemand om mijn knie te behandelen, we zijn op den goeden weg. Ziezoo dit is nu even een uitvoerig antwoord voor allen die zoo hartelijk in hunne brieven vroegen, hoe het toch met mij was, en dat vond ik heel aardig. Aart Kop je naam stond wel op het cou vert, niet onder je brief, wil je daar voortaan ook aan denken, dat is veiliger, vooral met prijsraadsels. Ingeborg Last zoo zoo, hadden jullie ker- misvacantie in Roermond, ben je er ook naar foe geweest? Heel vriendelijk van je om naar mijn been te vragen, het is nog stijf en pijnlijk, ik was leelijk gevallen, maar nu gaat het toch wel vooruit. Jo Zandbergen ziezoo nu weel ik hel dat je een nichtje bent, maar je had toch ook wel een neefje kunnen zijn. Ik was gestrui keld en met een harde bons op den grond gevallen en heb daardoor een stijve pijnlijke knie, ik kan alleen wal door het huis loo- pen. Jan en Corrie Rodenburg, laat Harm ook maar meedoen. Is het een vriend van Jan? en hij mag ook bij jullie insluilen dan gaaf het alles voor één postzegel. Zijn jullie met Pinksteren zoo heerlijk naar zee geweest? Tilly de Groot neen mijn Pinksterdagen waren niet zoo erg vroolijk, ik was gevallen en kon bijna niet loopen. Dat raadsel van je zal wel bij den voorraad liggen die op eene beurt wachten. Guus en Janni Glasbergen wat heerlijk voor jullie dal je eens mee mocht een uit stapje maken en dat het jullie goed is be komen en nu zal je moeder ook veel meer plezier hebben gehad nu jullie mee moch ten. Ik hoop ook voor jullie in je tent dat de zomer er nu eens echt is en die koude scherpe wind weg blijft. Ik heb nog een erg fiijnlijke stijve knie, heel moeilijk bij het oopen. Johanne9 en Stientje Harland, gezellig dat er weer eens een 9chrijven en een tee- kening van jullie kwam. Prettig nieuws dat jullie nu radio hebt en er van geniet, maar minder prettig nieuws dat je lieve poes waar je veel van hield, is gestorven. Riekie en Jo Minnema was het Zondag zoo mooi aan zee? maar toch zeker niet warm, alle menschen die ik hier voorbij zag komen, liepen alsof ze het zoo'n kouden wind vonden. Henny Hulsbergen Henning heb je pret tig bruiloft gevierd? wat was het voor een bruiloft? een groene, koperen, zilveren of gouden? of iets anders. Rie Lepelaar zoo fijn naar Scheveningen geweest met Pinksteren? en wat toevallig dat je daar Celia ontmoette tusschen al die duizenden menschen. Neen ik ben toen niet fijn uil geweest met Pinksteren, lees maar het begin der correspondentie. Laten Celia en Kees dit antwoord aan jou ook maar lezen ik zou hun toch hetzelfde hebben ge antwoord. Elly van Haarlem o, wat grappig van dien verjaardag op 3 Juni dat zijn dingen die ik heel best begrijp, zoo iets gebeurde bij ons thuis vroeger ook. Zoo, een hals bandje voor in de week, en een voor Zon dags. Annie en Pietje Jongeleen met mooi weer zal het nu wel vroolijk zijn in den speel tuin en zeker heel vol op de vrije middagen en Zondags. Verder antwoord slaat in hef begin der correspondentie. Nico!aa9 en Celia Kret leest maar even wat ik aan allen te zamen antwoordde. Greta de Vries als de zon wil schijnen, dan heb ik die 's morgens in mijn zitkamer, want diê ligt pp het zuidoosten en legen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1928 | | pagina 17