VOOR DE KLEINTJES.
FIJN GEHOOR.
POESENPLEIZIER.
-=- zouden ze misschien gelijk hebben? Bij
den hondenkoopman had alles zoo mooi ge
leken: te denken, dat hij het hondje voor de
groote hondententoonstelling zou opfokken.
En nu nu was het net, alsof alle aardig
heid er op eens af wasl
De tranen liepen den armen Bobby over
de wangen. Natuurlijk had hij gedacht, dat
Moeder voor het hondenbrood en het andere
eten zou zorgen, maar na de woorden van
Grootmoeder en het algemeene gebrek aan
belangstelling in den hond moest hij zelf
voor alles zorgen, voor de belasting natuur
lijk ook. En het zou bovendien ook geld
kosten hem op de hondententoonstelling
naar een prijs te laten dingen.
Hij ging bij het raam zitten, nam zijn lei
en rekende dit alles uit. Juist was hij hier
mee klaar en erg geschrokken van al het
geld, dat de hond kosten zou. toen Bertha,
zijn tweelingzusje, de kamer binnen
stormde.
„Ik heb een plan bedacht," zei zij en
haar oogen schitterden. „Het is zoo'n schat
tig hondje. Mieke Rovers gaat na schooltijd
altijd een draad in de naald van juffrouw
van Dorpe steken, je weet wel: die rijke
dame, die bijna blind is, maar toch nog al
tijd handwerken maakt. Mieke vindt het
heelemaal niet prettig om het te doen en
heeft mij gevraagd, of ik ook een meisje
wist. dat het wel zou willen. Ik heb het al
aan drie meisjes gevraagd, maar niemand
wil. Ik zal dus gaan. En wat ik er mee ver
dien. is voor den hond."
,.Je bent een bovenste beste meid!" riep
Bobby uit. ..Maar dan is de hond ook van
jou. Hoe zullen we hem noemen?"
Zij besloten, dat hij Rex zou heeten.
Den volgenden dag ging Bertha na
schooltijd naar juffrouw van Dorpe. om tel
kens een draad in haar naald te steken.
Het vertrek, waar de juffrouw zat, was
groot en hol. De gordijnen waren neer
gelaten, omdat de oude dame het felle dag
licht niet verdragen kon.
Nu begreep Bertha, waarom Mieke Rovers
het niet graag deed. Juffrouw Van Dorpe
was zoo mager als een geraamte. Haar vin
gers waren net ivoren stokjes. Maar Bertha
had zóó'n medeleden met haar, dat zjj erg
haar best deed, niet zenuwachtig of bang
te zjjn en hoe vreemd dit misschien
ook klinken moge het blonde meisje
en de nagenoeg blinde, oude dame waren
weldra vriendinnen.
„Bobby," zei Bertha op zekeren dag op
gewonden, terwjjl zjj in de speelkamer, waar
hjj juist bezig was het hondje allerlei kunstles
t* leeren, „Bobby, ik heb vandaag den
huisknecht van juffrouw Van Dorpe gespro
ken. Hjj heeft heel veel verstand van hon
den en zegt. dat we der pootjes van Rex
moeten zwachtelen."
Dit was echter gemakkelijker gezegd dan
gedaan.
Toen Bobby eindelijk met dit lastige
werkje klaar was, vond hij toch niet, dat
hij tevreden over zjjn werk kon zijn.
Plotseling riep hij uit:
„Ik weet wat!"
Er hij rende de trap af en het huis uit.
Toen hij een uurtje later weer thuis kwam,
het hij Bertha een paar leeren beenstukken
zien met veters. Ze waren voor Rex be
stemd. De oude schoenlapper had ze voor
een kwartje gemaakt en ze moesten dienen
om de pooten van Rax recht te maken.
Toe» de hond ze voor het eerst aanhad,
moest de heêle familie er om lachen. Het
was niet de „Gelaarsde Kat", maar de
„Hond met de Beenstukken aan."
Hij zag er werkelijk potsierlijk uit.
In de week daarop verdiende Bobby wat
bij hun buurman, door eiken dag na school
tijd een uurtje in den tuin te werken. O,
wat werkten de tweelingen hard om Rex
zóo op te knappen, datr hij op de tentoon
stelling toeelaten zou worden! En wat
maakte de hond langzaam vorderingen!
Maar eindelijk, eindelijk toch moest zelfs
Tom toegeven, dat er een verandering ten
goede in Rex plaats vond en "dat de hond
een mooien, verstandigen kop kreeg.
Een onverwacht meevallertje voor de
tweelingen: een postwisseltje bij gelegen
heid van hun verjaardag, verschafte de
middelen om den toegangsprijs voor de ten
toonstelling te kunnen betalen. Rex zou
echter niet alleen tentoongesteld worden,
KLEUR- EN KNIPPLAATJE.
Jimmy, de aap, en Krokko, de krokodil,
zijn trouwe vrienden.
Krokko is keurig aangekleed. Hij draagt
een hoogen boord en een zwarte das. Jim
my houdt meer van een gemakkelijk pakje,
waarin hij zich naar hartelust kan be
wegen, want klimmen en klauteren is zijn
lust en zijn leven.
En zijn vriend Krokko heeft een staart,
nee maar, zóó fijn als je daar in klimmen
en op zitten kuntl Ja, ja, Jimmy weet het
wel: alle andere aapjes zijn jaloersch op
dat mooie zitplaatsje, dat door hem be
sproken is.
Een is Grijphand (zoo'n brutale aap als
dat ook isl) er gaan zitten, toen Jimmy er
even niet was. En weet je. wat Jimmy
daar op bedacht heeft? Wel, als hij nu
uitgaat, hangt hij er een bordje aan. waar
op met groote letters te lezen staat: Be
sproken.
Dat helpt, want iedereen, zelfs het klein
ste aapje weet natuurlijk, dat je op een
besproken plaats niet mag gaan zitten.
Jimmy heeft dus het rijk alleen pp zijn
grappige zitplaats en Krokko. die goeierd,
vindt het best.
Op het plaatje zie je, dat Jimmy juist
van plan is er weer eens van te genieten
en op het voorbeeld van den rechter
nedenhoek zie je hem fier zitten.
Kom, wij willen Jimmy eens een ha
helpen.
Eerst trekken wij de plaatjes 'en de
hoekjes secuur over. Geen enkelen
van Krokko vergeten, hoorl Want het 1
schap is heel trotsch op zijn gebit.
Aan het voorbeeld hoef je niets te c
Dan dient alleen maar om te zien, hoe
worden moet.
Nu de plaatjes op dun carton plat
Dan Krokko, Jimmy en hun pakjes
kleuren.
Daarna de plaatjes en driehoekjes
knippen. Denk er goed aan, wat ik
even zei van Krokko's tanden.
De driehoekjes op de stippellijnen
vouwen en de smalle reepjes met lijr
gluton bestrijken. Deze worden nu
Krokko aangeplakt om hem een stei
te geven, als Jimmy zijn staart eens
erg wil laten zwaaien.
Zet het aapje nu op zijn gelieft
plaatsje en plak Krokko's staart tuss
Jimmy's armen en beenen een tikje
Wie zag er ooit zulke grappige vriem
C. E. d. L
maar bovendien mededingen naar een paar
prijzen, welke er voor jonge honden uit
geloofd zouden worden.
Eindelijk was het tijdstip daarvoor aan
gebroken.
Wat een massa honden werden er naar
de tentoonstelling gebracht! Er scheen geen
einae aan te zuilen komen! Groote honden,
kleine honden, magere honden, dikke hon
den, o, er waren er van allerlei soort.
Ook hun meesters en meesteressen waren
natuurlijk verschillend, maar het aardigste
paar, dat een hond kwam brengen, waren
toet wel Bobby en Bertha, met Rex tusschen
hen in, Rex, die nu heel rechte pooten
had en een aardigen, verstandigen kop.
Heel gewichtig en wel een beetje verwaand
zag hij er uit. Hij werd natuurlijk in de
afdeeling: jonge honden geplaatst
Het scheen den tweelingen, of er nooit
een eind zou komen aan den langen wacht
tijd, welke nu volgde. Maar eindelijk, ein-
d°lrjk toch werd de uitslag bekend gemaakt
en kreeg Rex deneersten prijs voor
jonge honden.
Er waren heel wat menschen, die Rex
wilden koopen, maar daaraan dachten Bobby
em Bertha natuurlijk niet.
Je kont begrijpen, dat de tweelingen heel
trots met Rex naar huis liepen.
„Ik trek mijn woorden in, Bobby," zei
Vader, zoodra hij den uitslag vernam, „je
was niet bekocht, maar hebt integendeel
een goeden koop gedaan en je lieveling
goeo verzorgd."
De tweelingen waren in de wolken van
van blijdschap.
-0*
In een spoorweg-coupé spreken
reizigers op luiden toon met elkaar,
één smukt zijn verhalen nog meer op
de ander. Van tijd tot tijd weTpen zij blil j
naar een reiziger, die in een hoek zit en
deel neemt aan het gespre'k.
„Wat heel vervelend is in som:
hotels", zegt één der reizigers nu. ,js
muren tusschen de verschillende ka:
dikwijls zóó dun zijn. dat men alles, w
in het aangrenzend vertrek gebeurt,
en het er dus verre van rustig is. Zoo
ik onlangs een buurman, die den gehe
nacht schreef en het krassen van zijn
op het panier belette mij te slapen".
„Ja en mijn muur", zei de andere rei;
daarop, was zóó dun. dat ik mijn buur
kon hooren ademhalen".
..En mijn, muur", zei nu de reiziger,
zich lot nu toe niet in het gesprek gemi
had. „was zóó dun. dat ik kon hooren
mijn buurman plotseling van gedi
veranderde".
Poes zit met haar grijzen kop
En haar oogjes dicht
Lekker naast haar kattekind
In het zonnelicht.
Hoor eens. hoe het kleintje vleit,
Of ze spelen gaat
Maar de oude, grijze kat,
Die 't heel goed verstaat,
Zegt, al wuivend met haar staar
Kind, hoe kom j' erbij?
'k Zit zoo lekker in de zon.
Dat 's genoeg voor mij!
TRUUS SALOMO!