ArSP'S AMANDELTJES'
PUDDING
Verhagen's Parijsche Wafels
EEN VEELBEWOGEN NACHT,
69*<s Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 13 April 1928
Vierde Blad No. 20884
EERSTE KAMER.
RADIO-PROGRAMMA
RECHTZAKEN.
CORRESPONDENTIE.
FEUILLETON.
De Staatsbegroting 1928. De
heer Wibaut over kapitaalvor
ming.
(Vervolg van gisteren).
Na heropening der vergadering zet de
heer WIBAUT zijn rede voort. Hij onder
schrijft de stelling, dat kapitaalvorming in
het belang is van de welvaart der huidige
en meer nog der komende generatie. Het
verband tusschen de kapitaalvorming en
belastingdruk is door de regeering echter
zoo gelegd, dat daaruit kan worden afge
leid het argument dat vermindering der di
recte belastingen noodig is. En dit verband
is niet aangetoond. In 1914-15 bedroeg de
aanslagen in de vermogensbelasting 7680
millioen in 19*20-21 13.589 millioen, waar
na zij daalden ora vervolgens te stijgen tot
f. 13565 millioen in 1926-27, nagenoeg ge
lijk aan het topcijfer in 1920-21. In index
cijfers uitgedrukt waarbij 1914-15 op 100 is
gesteld vindt men voor de volgende jaren
tot 1926-27 toe: 95, 102, 116, 148, 162, 177,
173, 160, 159, 167, 177, waaruit kan blijken,
dat de kapitaalvorming er niet zoo heel on
gunstig voorstaat. De opbrengst van de
Rijksinkomstenbelasting, de vermogensbe
lasting en de verdedigingsbelastingen is van
117 millioen op 184 millioen gestegen, de
belastingdruk is dus verzwaard, maar van
een nadeeligen 'invloed op de kapitaalvor
ming is niets gebleken. Wat nu de kapitaal
belegging aangaat, daaromtrent kan men
slechts iets te welen komen, voor zoover
betreft de belegging in fondsen, die aan de
markt komen. Men kent dus maar een on
derdeel der belegging maar daaruit blijkt
toch reeds, dat de lijn ongeveer parallel
loopt met die der aanslagen in de vermo
gensbelasting, in 1927 is dat deel dat op de
open markt geplaatst wordt, weer even groot
als in het topjaar 1921. Een eigenaardige
bijzonderheid vormt de belegging in buiten-
landsche fondsen. Van de 509 millioen die
in 1921 belegd werd, werd 491 millioen in
binnenlandsche fondsen belegd; van de 12
r 13 millioen in 1927 belegd werd 351 mil
lioen in buitenlandsche fondsen belegd. De
binnenlandsche behoefte aan kapitaal, voor-
zoover die op de kapitaalmarkt bleek, voor-
y dus op verre na niet en in verminde
rende mate in de behoefte aan belegging.
Daaruit blijkt dus niet, dat de kapitaalvor
ming onder den belastingdruk ook maar
eenige mate heeft geleden. De heer van
Lansehot behoorde dan ook niet in de eer
ste plaats te pleiten voor verlaging van di
recte belastingen doch voor die van indi
recte belastingen, juist in het belang van de
groote gezinnen. Er is nog heelemaal geen
behoefte aan vermindering van den direc-
ten belastingdruk, daar er nog zeer veel
geld noodig is voor werkverruiming, die in
het belang is voor het nageslacht. Wanneer
het bedrag, daarvoor en voor werkverschaf
fing, op begrootingen gebracht, verhoogd
werd van 4 millioen tot 8 of 10 millioen,
dan zou de oppervlakte der ontwaterde en in
cultuur gebrachte gronden drie of vier maal
zoo groot kunnen zijn. Het geringe bedrag,
dat thans op de begrooting voorkomt wordt
op dit peil gehouden omdat anders de be
lastingen in mindere mate verlaagd zouden
kunnen worden, welk standpunt spr. on
juist acht
Wat de financieele verhouding tusschen
Rijk en gemeente betreft, zijn de verklarin
gen der Regeering niet zeer geruststellend.
Spr. hoopt, dat er van het gerucht, als zou
zij voornemens zijn het recht der gemeen
ten om de besteding van gelden zelf te be
stemmen en de bevoegdheid ora belastingen
Voor gemeentelijke bemoeiingen te heffen,
j in te perken, niet waar zal blijken.
Spreker komt nu tot de houding der Re-
geering tegenover den Volkenbond. In het
Voorloopig verslag is den minister van bui
tenlandsche zaken hulde gebracht voor zijn
houding te Genève en spreker sluit zich
daarbij aan. Anders moet spreker oordeelen
bver het optreden van den Nederlandschen
RECLAME.
BLIJVEN ALTIJD WELKOM!
1291
gedelegeerde mr. Rutgers in de ontwape
ningsconferentie tegenover de Russische
ontwapeningsvoorstellen, met name tegen
over het tweede Russische voorstel, dat de
meest ernstige behandeling en sympathieke
tegemoetkoming verdiende. De wijze waarop
door den Nederlandschen gedelegeerde ge
sproken is over de mogelijkheid van ontwa
pening getuigt niet van geloof in die moge
lijkheid, hetgeen spreker niet in overeen
stemming achtte met den geest, die leeft in
het overgroote deel van ons volk. Spreker
vindt hierin aanleiding, om bij de Regee
ring aan te dringen op uitbreiding der dele
gatie bij den Volkenbond op het voetspoor
van andere landen zoodat de delegatie een
representatief oordeel zal kunnen uitspre
ken.
Ten slotte wenscht spreker, dat de Regee
ring zich vierkant uitspreekt tegen elke
vermindering aer kosten van den Volken
bond, omdat die vermindering moet uitloo-
pen op belemmering en beperking van den
Volkenbondsarbeid.
De heer DIEPENHORST (A.-R.) vraagt in
de eerste plaats naar de oorzaak der on
gunst van parlement en politiek in het alge
meen. Dit verschijnsel valt niet alleen in
Nederland waar te nemen, maar in alle
landen. Spr. acht het onjuist dit aan de
pers te wijten, en evenmin acht hij het juist
wat men beweert over achteruitgang der ge
dragingen van sommige Kamerleden. Ook
in het verleden hoorde men deze klachten.
Eenzijdige verheffing van den volmaakt
verleden tijd heeft geen zin.
Een derde factor wordt het algemeen
kiesrecht genoemd. Moeilijk is het te weer
spreken dat dit teleurstelling heeft gebracht.
In soc.-democratisehe kringen heeft men er
overdreven verwachtingen van gekoesterd,
maar thans vindt men hij velen groote on
tevredenheid, bij anderen de opvatting, dat
het niet meer past bij de politieke en econo
mische structuur. Een vierde factor wordt
genoemd het evenredig kiesrecht, dat den
nauwen band tusschen kiezers en gekozene
zou hebben verzwakt. Niet zelden echter
moet de oorsprong van deze antipathie ge
zocht worden in heimwee naar den tijd
toen een klein groepje de politiek uitmaakte
in de districten.
In de vijfde plaats vindt men tegenzin in
de uitbreiding der staatsbemoeiing, maar
deze tegenzin mag niet leiden tot ondermij
ning van het staatsgezag.
De anti-politieke strooming is daarom zoo
gevaarlijk omdat zij dikwijls ontspringt uit
een gebrek aan beginselen.
De liefde voor de politiek wordt op een
zwaren proef gesteld door de aan de orde
zijnde maatregelen. De meeste groote vraag
stukken: cultuurstelsel of vrije arbeid in
Indië, het onderwijsvraagstuk, het kiesrecht-
vraagstuk zijn opgelost en afronding en aan
vulling blijven slechts over. En de sociale
wetgevfng maakt nog wel een onderwerp
van strijd uit, maar principieel is de strijd
beslist. Tot geestelijken hoogmoed behoeft
een en ander niet te prikkelen, maar er
blijkt wel uit hoe begrijpelijk het is, dat de
belangstelling verflauwt voor de politieke
strijd is geworden een muizen- en kikvor-
schenstrijd vergeleken met den giganten-
strijd van weleer.
Thans schijnt spr. de voornaamste op
gave der politiek een nieuwe oriënteering
der economische politiek. Onbevredigend is
de departementale indecling.
Spr. merkte op, dat handel, nijverheid,
landbouw, die onder één departementshoofd
behooren, gescheiden zfjn. Ook de departe
mentale organisatie laat te wenschen over,
men valt -over de oommissies, de belangstel
ling voor de economische ontwikkeling is
onvoldoende, onze voorlichtingsdienst schiet
tekort. Slechts wanneer de voorlichtings
dienst goed georganiseerd is. mag resultaat
verwacht worden van een dubbel tarief. Wil
men handelstractaten sluiten, dan heeft men
ruilobjecten noodig en in dat opzicht staan
wc met ïeege handen. Een enkele maal
hebben wfj van een ruilobject gebruik kun
nen maken, maar slechts te hooi( en te gras.
Kondigt de regeering nu een onderhande
lingstarief aan, dan beteekent dat niet
anders, dan dat te hooi en te gras zich
aanbiedende middelen in een systeem worden
gebracht. Dit is niet te beschouwen als
protectie en van strijd met Genève is geen
sprake.
In Genève is geen verbroederingsfeest
gevierd voor den internationalen vrijhandel.
Ve<bl meer is in Genève het wederkeerig-
heidsbeginsel gehuldigd, het beginsel, dat
handelspolitiek onderwerp van liberale cn-
derhandeling moet zijn. Onwaar is bet, dat
het onderhandelingstarief in Genève ook maar
door één spreker veroordeeld is. De heer
Wibaut merkte op, dat ons land geen dubbel
tarief heeft en dat de invoering daarvan
in een land zonder zoo'n tarief wel geacht
moet worden in strjjd te zjjn met den geest
van Genève. Spr. echter ontkent dit met
stelligheid. Er waren twee stroomingen in
do conferentie: de eene wilde buitensporige
verboogingen afkeuren, de andere wilde
iedere verhooging afkeuren. De heer Ser-
ruys heeft verklaard, dat de eerste redactie
is gekozen om landen met lage tarieven
de mogelijkheid tot verhooging niet af te
snfjden. Na de conferentie zijn dan ook
overai de tarieven verhoogd. Van bezinning
is weinig gebleken; zelfs een vrfjhandels-
wolkje als eens mans hand verscheen niet
aan den horizon.
De geest van Genève herinnert aan den
geest van ammoniak, die een sterken geur
verspreidt, maar ongrijpbaar is.
Spr. komt ten slotte tot zijn laatste punt:
de huidige politieke situatie. Hier dreigt
tweeërlei gevaar; in de eerste plaats het
gevaar, dat het ongezonde van den toestand
zoo sterk wordt gevoeld, dat men zich on
geschikt acht voor eenig goed, in de tweede
plaats het gevaar, dat men gaat wennen
aan den toestand en volhardt in de zonde.
De vraag besprekende, hoe men uit üezen
toestand zal geraken, wijst spr. er op, dat
de meening, aLs zouden de Katholieken
slechts wachten op een geschikt oogenblik
om met de sociaal-democraten samen te gaan,
een fabel is gebleken. De weerslag daarop
is het pleidooi voor het samengaan van
f. groepen op zakelfjken grondslag. Van een
democratische meerderheid is voorshands
geen sprake. De heer Albarda stelde in
de „Soc. Gids" van Febr. de kwestie voor
de soo.-democratie aldus: bereid, niet be
lust. Spr. echter zou daaraan willen toevoe
gen: maar ook geschikt? Zoolang de S.I).
A_i\ 'net standpunt van den klassenstrijd
inneemt en de mogelijkheid van revolutio
naire expressen blijft bestaan, is zfj tot
regeeren niet geschikt. Haar revolutionaire
mentaliteit openbaart zich op velerlei wijze
en bj; velerlei gelegenheid, o.a. in een zin
snede in het Voorloopig Verslag, die spr.
de ellendige zinsnede zou( willen noemen en
waariü koud en cynisch 'wordt gezegd, dat
wellicht een revolutionaire tusschenperiode
onvermijdelijk zal zijn. Weliswaar is dat
revolutionaire element oorzaak van verzet
daartegen, dat aanleiding is tot conflicten,
maar dat verzet heeft niet tot resultaat,
dat van revolutionaire avonturen wordt af
gezien.
01 de eenheid der christelijke partijen
zich zal openbaren, hetzij in een nieuwe
coalitie, hetzij in partieele samenwerking,
maar voor spr. staat vast, dat de samen
werking zal herleven. Dat de coalitie dood
is, is een opvatting, die spr. niet juist
acht. Tegen die doodsverklaring pleit in
de eerste plaats de goedhartigheid der tegen
standers, die nog altijd zeer veel kwaad
van de coalitie spreken en dit niet zouden
doen als zij dood was, gedachtig aan het
woordvan de dooden niets dan goedstegen
die doodsverklaring pleit in de tweede plaats
de veelheid der doodsverklaringenin de
derde plaats de zegen, dien de coalitie ons
volk heeft gebracht in den loop der jaren;
de vitaliteit van het gemeenschappelijke be
ginsel
De heer DE VOS VAN STEENWIJK
(C.-H.) is een voorstander, in 's lands be
lang van de samenwerking der drie rechfc-
sche partijen, een overtuigd voorstander.
Een groepeering van eenerzijds de meer
behoudsgezinden, anderzijds de meer voor
uitstrevende^ zou een nieuwe combinatie
inluiden, gegroeid op gemeenschappelijk
economisch inzicht, een belangenpolitiek, ge
speend van elk hooger beginsel. De behoefte
aan een samenwerking, geleid door het ge
meenschappelijk christelijk beginsel beslaat
thans evenzeer als vroeger. Der tijden nood
roept tot toenadering, maar dan moet het
ook eens en voorgoed uit zijn met het
naspeuren van de vraag wie de schuld is
van het uiteengaan.
De heer MENDELS (S.D.A.P.): Hendrik,
RECLAME.
7190
MET GRATIS GRENAD/NESAUS
EES! HEERLIJK NAGERECHT
pudding fabriek GQ ON tNG£N
kom terug, alles is vergeven en vergeten!
De heer DE VOS VAN STEENWIJK
vraagt zich af of de Protestantsche chris
tenen, die bezwaar hebben tegen het gezant
schap bij den Paus, de dubbele missie en
d9 opheffing van het processieverbod, wel
bedenken dat de Katholieken dit alles van
de linker partijen, wien dit geheel koud
laat, voetstoots kunnnen krijgen
Wcnscht spr. dus de coalitie zien her
steld, dan zou hij daarbij de aandacht wil
len vestigen op tweeerleiin de eerste
plaats op de samenwerking der rechtsche
partijen bij de Radiowet en in de tweede
plaats op verschillende hoopgevende rede
voeringen van rechtsche leiders. Zal in 1929
een rechtsche meerderheid bereikt worden,
dan zal dc kans op een parlementair ka
binet groot zijn. En zelfs is spr. het niet
eens met den beer Rink, dat mocht rechts
in 1929 in de minderheid blijven, herstel
der coalitie achterwege zou moeten blijven.
Voor een samenwerking als loyale oppositie
is zonder twijfel aanleiding in dat geval.
Ter linkerzijde is geen eenheid, noch tus
schen de partijen onderling, noch in den
boezem der partijen. Trouwens alle par
tijen hebben aan hechtheid verloren cn zij
mogen wellicht een voorbeeld nemen aan
de stTenge discipline, die in de eenigszins
fascistisch geleide vrijz. -democratische
paTtij heerscht.
Oe sociaal- en vrijz.-democraten mogen
den rechtschen partijen niet vragen hun
regeeringsprog-ram te publiceeren vonr de
verkiezingen. Spr. vraagt dezen beiden
partijen hoe hun eigen regeeringsprogram
er wel zou uitzien, gezien de diepgaande
verschillen op financieel gebied.
Trouwens geen enkel partijprogram is tot
regeeringsprogram te verheffen en wat de
ohr. partijen betreft meent spr., dat het
een offer waard is, dat de Christus ook :n
bestuur en wetgeving wordt beleden. Een
samengaan van sociaal- en vrijzinnig demo
craten en Roomsch-Katholieken ziet spr.
nog niet.
Spr. breekt zijn rede af.
De vergadering wordt te 5 uur verdaagd
tot heden 11 uur.
VOOR ZATERDAG 14 APRIL.
Hilversum, 1060 M. 12.00: Politieber.
12.302.00: Lunchmuzjek door het Tria-
non-Trio 3.50: Italiaansche les 4.30
6.15: Fransche les 5.156.00: Duitsche
les 6.007.15: Concert door het Omroep
orkest 7.157.45: Tuinbouwpraatje door
D. Admiraal: Het verzorgen van bloemen
en planten 8.05: VARA-avond. Dc Gem.
Zangver. „Kunst en Strijd", dir. S. H. Eng-
lnnder. Het kinderkoor „De Kleine Stem"
(Noord) o. 1. v. Joh. F. Keja. De Soe. Dem.
Mandolineclub „Palvu", o. 1. v. Joh. B. Kok.
la. Vrijheidslied, Rouget de Lisle, b. Le
Fêcheur. bew. Alph. Diepenbrock. c. Tanz-
lied, Reger (Koor). 2a. II Plettro, Kok. b.
Frühlingserwachen, E. Bach (Mandoline).
3a. Op marsch, v. Tussenbroek; b. Een
Spookgeschiedenis, Tussenbroek; c. Een
luintje in den Zonneschijn, VogelVan
Vladerackcn; d. Als 't Voorjaar is. Tus
senbroek; e. De standvastige tinnen sol
daat, Tussenbroek (kinderkoor); 4a. Con-
cert-ouvert. No. '9, Kok; b. (Mandoline);
5a. De optocht komt, Tussenbroek; b. De
dood van een Poesjemauw, R. Hol; c. Mui-
zcnprel gestoord. Kuiler; d. Perrelte en de
melkkan. Tussenbroek; e. Ruim Baan, C. v.
Rennes (kinderkoor); 6a. Pret. Smit; b.
Koor u. d. opera „Prins Igor", Borodin; c.
Strijdmarsch der Arbeiders, Hegeraat
9 30: „De Meid", comedie van haat in 2
fcedr. door Herm. Heyermans, door het too-
neetgez. „De Amstelspelers". Mevr. Esther
de Boer—Van Rijk in den titelrol. Medew.:
De dames Fr. Honce, Mies Schierneck. A.
Raaymakers en A v. Ees. De heeren: H.
v. Ees, Kees v. Slingerlandt- en B. Kelk,
Regie: André Leverington 11.00: VARA,
Aansluiting van de Cinema Roval te Am
sterdam. Orkest o. 1. v. Hugo de Groot.
Huizen, 340,9 M. Na 6 uur 1870 M J
12.301.30: Lunchmuziek door het Trio
„Winkels". 3.001.00: KRO. Kinder-
uurlje door de dames Ria Mulder en Janny
Leeflang en Jac. Suerink 5.006.00:
KRO. Gramofoonmuziek 6.006.30: Li
terair halfuurtje. Pieler v. d. Meer: Boek
bespreking. KRO. 6.307.00: KRO. Di-
nermuziek 7.007.30- KRO. Cursus
Ilollandsch vervalt wegens vacantie (KRO)'
7.30800: KRO. Spr. mr. F. Vorstman:
De inrichting van onzen Staat (De Recht
spraak 2de deel) 8.00: KRO.-uilzendmg
uit 's-Herlogenbosch, Bonte avond. Het
Kon. Muziekcorps Goulmy Baar. Dir. J,
Wierts. Orkest van Hotel Noord-Brabant,
o. 1. v. B. van Dorsten. Spr. J. M. Foppele,
lid der Prov. Staten van Noord-Bra bant.
Joh. v. Erp, declamatie.
Daventry. 1600 M. 10.35: Kerkdienst
1 20—2.20: Het Carlton-Octet 3.50:
Het E. Leggett London Octet en D. Phil
lips, sopraan 5.05: Daily Mirror. „Gug-
runc", Concert. O.m. Het B. B. C. dans-or-
kesl 5.35: Kinderuurtje 6.20: Concert,
orgel-concert 6 50: Nieuwsber. 7.10J
Ros-, syncopatie a d. piano 7.20:
Muz.« kcau«erie 7 35: Tchaikowskv's «ie-
d^r-n 7.45' VoetbaJcauserie 8 05: Po
pulair concert De band van H. M. Royal
Horse Guards. A. Burch, bariton 9.20?
Nieuwsber. 9.35: Causerie: Cleaning the
car 9.50: Nieuwsber. 9-55: Variété i
10.5012.20: Dansmuziek van het Savoy
Hotel.
Parijs. ..Radio-Paris", 1750 M. 10.50—»
11.00: Concert 12.502.10: Klassieke
trio's 4.055.05: De Homonyme' Jazz.
Dansmuziek 8 5011.20: GaJaconcerf
met medew. van Parijzer artisten.
Langcnberg, 469 M. 12.201.50: Or-
keslconcert 5.206.20: Concert. Dub-
belkwartet Keulen en K. Horlman, mando
line 7.35: Vroolijke avor.d. Daarna tot
12.20 Dansmuziek.
Königswuslerhau9en, 1250 M. (Zeesen}
11.207.05: Lezingen en lessen 7.50:
Oud-Berliner Romantiek in woord en lied.
Frida WeberFlessburg, sopraan 9.50
11.50: Dansmuziek.
Hamburg, 395 M. 3.35: Muzïk. cau
serie: Glocken 4.20: Wiener-concert, or
kest en Erna KrollLange, sopraan
7.2010.50: Vroolijke avond met Manfred
Lommei 10.5011.50: Dansmuziek.
Brussel, 509 M. 6.206.20: Dans
muziek 8.3510.35: Concert met mede
werking van orkest en soli.
HET DRAMA IN HET WOONWAGENKAMP
TE BREDA.
De 24-jarige koopman P. H., die op 19
Januari j.l. in het woonwagenkamp te
Breda W. H. zoodanig met een mes ge
stoken had, dat deze onmiddellijk stierf,
werd gisteren door de Bredasche Recht
bank veroordeeld tot vier jaar gevangenis
straf.
De eisch was zes jaar.
Kwartaalnota's. Enkele correspondent
ten verzuimden tot dusverre hun nota's over
het eerste kwartaal 1928 in te dienen. De
nota's worden zoo spoedig mogelijk bij de
redactie ingewacht.
(ONE WONDERFUL NIGHT).
Uit het Engelsch van LOUIS TRACY,
yertaald door J. M.
(Nadruk Terboden).
10)
Zeg jongens, heb' jullie goed genoteerd
wat er gezegd is? vroeg hij aan het groepje
Peremenschen.
Zeker, woord voor woord, verzeker
den zij.
Welnu, zet het dan niet in de krant.
'n be' belang van het onderzoek verzoek ik
lu.lie vriendelijk in de krant te zwijgen
over wat er net gezegd is, want dat zou het
onderzoek kunnen belemmeren en boven
dien heb ik jullie migsehien ais getuige
noodig in verband met wat zooeven ge
beurd is. Dus een zoo kort mogelijk bericht.
Er zijn enkele dingen die ik u nog zou
willen vragen, mr. Winter, zei een van de
journalisten. Hebt u de identiteit van
oen vermoorde kunnen vaststellen?
•s<?en- Ur waren in zijn kleeren geen
nkele aanwijzing, maar dat kan wel ko
men door de verwisseling van de jassen.
'2} linnengoed was gemerkt H. R. H.
i H. riep een ander journalist. Dal
eigenaardig. Dal zijn de voorletters vaa
enry R. Hunter, iemand van onze redacr
e. L e redacteur heeft overal geprobeerd
eJi !e be"od. maar hij kon hem ner-
Tilden, daarom ben ik gekomen. Hij
is pas bij ons; hoofdzakelijk omdat hij zoo
uitstekend Fransch spreekt Daardoor is hij
in Manchester op het spoor van een bende
anarchisten gekomen.
Een vreemde stilte hing even in de
kamer.
Hoe zag hij er uil? vroeg Winter.
Hij is vijf voet lang; goed gebouwd;
fijn gezicht, groote oogen in diepe kas
sen en
Heeft hij een litteeken boven het
linkeroog?
Ja.
Dan ben ik erg Sang, mijne heeren.
dat de vermoorde Henry R. Hunter is, zei
de detective. Gaat u even met me mee
naar het hospitaal om de identiteit vast te
stellen. We komen direct terug, want ik
moet straks nog andere inlichtingen heb
ben.
Toen mr. en mrs. Curtis met mr. Devar
in de kamer alleen waren achtergebleven,
begon Devar;
Hebt u ocrit zoo iets dwaas gehoord,
dat Curtis iemand ontvoerd zou hebben.
De goeie jongen kent geen levende ziel in
Londen.
De oom die zijn klam voorhoofd telkens
met een zajedoek bewerkt had schraapte
zijn keei om iets te zeggen, doch zijn ega,
die al te lang naar haar zin haar mond had
moeten houden, was hem voor:
Wij kennen hem niet goed, mr. Devar,
maar toen ik las dat hij naar Engeland zou
komen zei ik tegen Horace: Horace, zei ik,
het kind van je broer moeien wij gaan ver
welkomen; maar we waren net te laat in
Waterloo en als wij niet toevallig den
kruier hadden getroffen, die hem met zijn
bagage geholpen had en die den naam van
het hotel, dat hij aan de taii-chauffeur had
opgegeven, onthouden had, zouden wij
dezen gezegenden avond heel Londen heb
ben kunnen afzoeken om den jongen le
vinden. Bent u er wel zeker van dat hij
het aanboord niet met een of ander mei-je
aangelegd heeft? Er gebeuren wel meer
vreemde dingen op zulke schepen. Zij hijgde
naar adem.
Ik geloof niet dat hij van een of
andere jonge dame veel notitie genomen
heeft. Hij heeft alleen over u gesproken,
mevrouw.
Dat is een wonder, dat hij het over
jou gehad heeft zei Horace, die zich niet
meer kon inhouden.
En wiens schuld is het, dal de jongen
van ons vervreemd is, riep mrs. Curiis uit.
Heb jij niet zelf ruzie met je broer gemaakt
door tegen hem te zeggen dat hij een dege
lijke vrouw moest tróuwen en niet zoo'n
Juffertje Lichthart, die verzen las en naar
lezingen ging en geen verstand van het
huishouden had?
Misschien had hij ten slotte wel gelijk
en ik niet, zei haar echtgenoot.
Horace!
Mrs. Curlis stond juist op het punt om
haar man van repliek te dienen toen de
deur openging en Winter weer binnentrad,
gevolgd door een forschen man in „evening-
dress", met een overjas aan. Zijn hoed
hield hij in de hand.
Hé, riep Devar, die opsprong en op
hem toeliep. Ik ben alleduivels blij om
je te zien, John D.
Het gelaat van den binnenkomende glom
van plezier, maar voor hij iets zeggen kon,
tsilpte Mrs. Curtis:
John D.t Ben jij John Delancy Curtis!
Horace, is dit je neef?
Naar zijn uiterlijk te oordeelen,
Louisa, moet hij het wel zijn, zei de dikke
man, die den vreemdeling vol verbazing
aanstaarde.
De voornamen van het paar werkten op
Curtis als een electrische schok. Hij kon
zijn ooren niet gelooven, maar toen hij de
dikke figuur met die van zijn vader ver
geleek, kwam hij tot de conclusie dat deze
nacht der nachten wel verrassingen brachtl
Wel, riep hij glimlachend uit, dan
bent u mijn oom en tante uit Roundhay
Park in Leeds.
Dat komt uit, zei Horace.
Natuurlijk, kirde Mrs. Curtis. Hij lijkt
als twee druppels water op jou toen ik met
je trouwde en als onze kleine Horace was
blijven leven, zou hij zijn evenbeeld zijn.
Neen. ik ben er trotsch op om je te ontmoe
ten en Mrs. Curtis omhelsde hem hartelijk.
Curtis kuste zijn tante, drukte zijn oom
de hand en wilde juist den vragenslroom
van zijn tante beantwoorden, toen Winter
tusschenbeide kwam.
Het spijt mij u te moeten storen, zei
hij, maar draagt n de overjas van het
slachtoffer?
Ja; dal heÜ ik een poos geleden ge
merkt.
En weet u den naam van den eige
naar?
Ja dat wil zeggen; ik geloof het
wel, ten minste te oordeelen naar een docu
ment dat ik in een van de zakken vond.
En wat was dal dan?
Een huwelijksvergunning, „een spe
cial licence" zelfs.
En de namen?
Jean de Courtois, een Franscliman en
Hermione Beauregard Grandison, een
Engelsche dame.
De vermoorde was geen Franschman,
maar een Londensch journalist, Henry R.
Hunter.
Groote Hemel, riep hij. Doodelijk ver
schrikt. bij de gedachte aan het feit dat het
huwelijk tusschen hem en Lady Hermione
voltrokken was in de veronderstelling dat
Jean de Courtois dood was! Er was iets in
zijn gelaat en houding, waardoor de aan
wezigen onwillekeurig moesten denken aan
de beschuldiging van Graaf Valletort Mrs.
Curtis stond op het punt te gaan gillen.
Zelfs Devar wist niet wat hij denken moest.
De eenige. die uiterlijk zijn kalmte bewaar
de, was Oom Horace. Hij draaide zich om
en drukte op een electrische bel. Winter
staarde hem vragend aan.
Ik moet een whiskey soda hebben,
legde hij vriendelijk uit. Mrs. Curlis ook.
Wel beschouwd zouden vijf glazen voor het
gezelschap wel geen weelde zijn.
HOOFDSTUK VII.
Tien nnr.
Dus u dacht dat de vermoorde Jean
de Courtois was? vroeg Winter nadat de
aanwezigen 'n beetje bekomen waren.
Ja.
Hebt u die vergunning bij u?
Neen.
Waar is die dan?
In de schrijftafel van Rev. Thomas
J. Hughes, een geestelijke van de Staats
kerk, die in High Street, Kensington woont.
Hoe komt die déir?
Ik heb hem die gegeven. Ik ben met
Lady Hermione Grandison getrouwd!
(Wordt vervolgd).
v i